Buitenland. Brieven uit Zeeuwsch-Vlaanderen, tocli heeft verzekerd moet er gisteren avond ernstig gevaar bestaan hebben voor groote ongelukken en is 't als '4 ware een bijzonder gelukkig toeval te achten dat niet een deel van de tent met het publiek in de Pilde Haven gevallen is. ZierikzeEj 12 Sept. Gaarne zouden we aan onze lezers een breedvoerig verslag geven van de belang rijke feestviering deze week door Ylissingen en geheel Walcheren genoten. Onze ruimte laat evenwel niet toe aan ons aanvankelijk plan gevolg te geven. We bepalen ons derhalve alleen tot de betuiging onzer volkomen instemming met het hooge belang van de aanleiding dier feesten. Wij burgers van Zierikzee, de eenige stad nagenoeg- van Zeeland, die nog volkomen geïsoleerd ligt in zijn vergetcu uithoek, waarom zouden we ons niet oprecht verblijden in de vreugd van Vlissingen en Middelburg over de aanvankelijke verwezenlijking der vooruitzichten op betere dagen. Wel zullen wij, als eens machtige handelsvloten te Ylissingen in- en uit zullen stevenen, met zekeren weemoed staren op ons zeegat, dat ook zoo goed te maken is, en op onze ligging die ook wel aan te passen is aan het ijzeren net dat welvaart brengt waar 't zijn mazen maar uitspreidt; doch dit mag ons niet weerhouden om met volle borst een heil aan Vlissingen! in te stemmen. Waar 'teen algemeen belang der provincie, ja van geheel Neder land geldt daar moeten plaatselijke belangen zwijgen. Hopen we nu maar dat 't, op de grooteu regenende, op ons, kleintjes, toch nog wat moge druppelen Van den spoorweg Brouwershaven-Zierikzee-Zeven- bergen hooren we niets. Onze koopvaardij-schepen zijn op één na weg. Onze visschers-flotille vangt garnalen. Onze schipperij schippert zoo'n beetje. Onze zelkasch raakt op. Onze garancinefabriek staat stil wegens slechte markt van haar fabrikaat. Alles bij ons tobt en sukkelt eenigszins. Als we dus klagen willen we hebben onderwerpen genoeg; maar lamen- teeren nu bijna geheel Zeeland een week lang juicht en feestviert over den aanstaanden gouden tijd, nu velen onzer burgers zelfs te Vlissingen hebben mede ge juicht en feestgevierd, 't zou een al te zot figuur makeu. Laat ons dan ook maar in ernst hopen dat er wezenlijk een goede tijd voor Zeeland aanstaande is 't zou dan vaar moeten loopen als wij ook niet op onze beurt een sprankje van den goudstroom in onze richting zouden kunnen geleid zien. Naar wij vernemen zal de heer B. D. Bamberg, jongste zoon van den Hofmechanicus I). L. Bamberg, Zaterdag avond eenige proeven van goochelkunst geven in de sociteits-zaal van den heer H. C. Boudier, (sociteit Concordia.) Wij vestigen hierop de aandacht van 't publiek daar de talenten van den heer Bamberg in zijn vak wel de moeite waard zijn aanschouwd te worden. De Algemeene Vergadering der Vereeniging van en voor Nederlandsche Idustrieelen heeft den 3en dezer besloten tot het zenden van een adres aan Z. M. den Koning met verzoek dat er een afzonderlijk departement van algemeen bestuur voor //Nijverheid en Openbare werken" worde ingesteld. Het is bekend dat de zaken die onder zulk een .ministerie zouden moeten gebracht worden tot nu toe ressorteeren onder het ministerie van Binnenlandsche Zaken. Wij erkennen ten volle het nut eener zoodanige scheiding. De taak die bij ons te lande op den Minister van Binnenlandsche zaken berust is zoo veelomvattend dat zij onmogelijk door één man kan vervuld worden. Al werd het departement gesplitst in drie ministeriön voor binnenlandsch bestuur, voor onderwijs en voor koophandel, nijverheid en openbare werken dan zouden de drie verschillende ministers nog werk genoeg te doen vinden. F r a n k r ij k. In Algerie zijn ongeregeldheden uitgebroken die zich in 't eerst ernstig lieten aanzien. Europeesche kolo nisten werden gedurig en in den laatsten tijd onuitstaan baar geplaagd door muitzieke Arabieren. Men heeft de oproerige bewegingen nog tijdig kunnen onderdrukken. De göuv.-gener. der kolonie, generaal Chanzy was afwezig en bevond zich op zijn landgoed in ile Ardennenhij is dadelijk naar Parijs ontboden en heeft zich na met de regeering- en de permanente commissie beraadslaagd te hebben naar Algiers begeven. De gezant van Pruisen te Parijs graaf von Arnira is teruggeroepen men zegt omdat hij wat al te veel ingenomenheid had aan den dag gelegd met de tegen woordige richting die in Frankrijk gedreven wordt. Als zijn vermoedelijken opvolger wordt genoemd de vorst von Heuss, thans gezant te Petersburg. Uit Verdun wordt gemeld, dat generaal Manteuffel Zaterdag, na de ontvangst van officiëele dépêches, een dagorder heeft uitgevaardigd, waarbij hij mededeelt dat de officiëele bezetting is opgeheven. Het Journal OJiciel bericht dat het Duitsche gou vernement den 6en op officiëele wijze aan den heer de Broglie een dépêche, heeft doen overhandigen, waarbij kennis gegeven wordt van hot einde der bezetting van het Fransche gebied door vreemde troepen, tengevolge der uitvoering door Frankrijk van alle door dat rijk jegens Duitschland aangegane verbindtenissen. De ontruiming van Verdun door de Duitsche troepen is den Ssten aangevangen. De herziening der kiezerslijsten is tot stand gebracht en heeft dit resultaat opgeleverd op de politieke lijsten komen 9,992,329 kiezers, op de gemeentelijke lijsten 9,855,703 belastingbetalenden voor, zoodat de eersten sedert 1872 met 25,014 en de laatsten mot 11,734 zijn toegenomen. De prefect van Lyon, Ducros, is in 't nauw gebracht. Op 4 Sept. heeft hij van verschillende huizen de drie kleur laten wegnemen. In den algemeenen raad daar over geïnterpelleerd, vroeg men hem welke vlag is dan de nationale P De held der clericale politiek bleef 't antwoord schuldig Hot bericht dat er sprake zou zijn van een amnestie aan de veroordeelden der commune, wordt tegengesprokeu Vier der gearresteerden te Bordeaux bij gelegenheid van den 4 Sept. zijn reeds voor den rechter geweest. Een hunner is wegens rebellie en diefstal tot zes maanden, een tweede wegens rebellie en beleediging van openbare ambtenaren tot twee maanden, de beide anderen, enkel wegens rebellie, tot 20 dagen gevan genisstraf veroordeeld. Te Arcis-sur-Aabe heeft een vreeselijke brand ge woed, waarbij niet minder dan 22 huizen in de aseli zijn gelegd. S p a ii j e. Castelar verlangt, dat de regeering het recht van gratie terug erlange de bevoegdheid om alle officieren tegen de Carlisten te kunnen doen optrekken en het leger des noodig te vermeerderen door de organisatie van een burgermilitie; 500,000 geweren voor het te koopen zich door dvvang-leeningeti of andere middelen 4 of 500 millioen uitsluitend voor oorlogszaken te verschaffen en het recht van ontbinding der gemeen telijke en provinciale raden. Het is rustig te Madrid. Eenige groepen voor de vergaderzaal der Cortes samengeschoold, zijn uit eigen beweging uiteengegaan. Toch werd over Bayonne bericht dat het te Madrid minder kalm was en dat de rooden er aan 't woelen zijn. De burgemeester van Madrid heeft den minister van binnenlandsche zaken kennis gegeven dat de ge meenteraad en de vrijwilligers der hoofdstad besloten zijn de orde te handhaven en de besluiten der Cortes uit te voeren. De Heer Castelar is den 7 tot president van 't uitvoerend bewind verkozen met 133 stemmen tegen 67, die op den heer Pi y Margall uitgebracht waren. Het nieuwe ministerie is aldus samengesteld Cas telar, president zonder portefeuille; Carvajal, buiten- laiïdsche zaken; Delvia justitiePedregal, finantien Gil Berges, openbare werkenOreire, marine en tijdelijk oorlog Maisonave, binnenlandsche zaken So lar, koloniën. Serrauo, Bregua en Olozaga zijn te Madrid aan gekomen. Sagasta wordt morgen verwacht. De heer Salmeron is den 9 met 122 stemmen, zijnde al de stemmen van de aanwezige leden, door de Cortes tot voorzitter verkozen. De heer Orense, de zoon, zal tot gouverneur van Madrid benoemd worden. Het nieuwe ministerie is Maandag in de Cortes verschenen en met toejuichingen begroet. De heer Castelar heeft het programma voorgedragen. Daarin wordt gezegd dat het bewind de federale republiek, maar ook en bovenal de eenheid dos vaderlands ver tegenwoordigt. Het keurt alle demagogische woelingen af, doet een beroep op alle liberalen om de Carlisten te helpen bestrijden en zal, om een degelijk leger te verkrijgen, de krijgstucht handhaven en de militaire wetten gestreng, maar zonder wreedheid toepassen. Na een aantal voorgenomen hervormingen te hebben vermeld, eindigt de president-minister met de woorden //Europa zal de Spaansche republiek slechts dan erkennen, wanneer zij eerbied en gehoorzaamheid aan de wet verzekert." Men verzekert, dat het nieuw ministerie een opperste Yunta zal oprichten, die belast zal zijn met de benoeming van militaire ambtenaren. De ministeiraad zal zich belasten met de reorganisatie der artillerie en de be noeming van alle hoofdofficieren bij de armee. In weerwil van hun voorgewende ovenvinningeu in het noorden, die zich echter tot eenige behaalde voor- deelen in weinig beteekenende schermutselingen bepalen, hebben de Carlisten geen enkele plaats van belang in hun bezit. In Biscaye heeft de Carlistische overheid een veror dening uitgevaardigd, waarbij al wie des Zondags de mis niet bijwoont, met lijfstraf bedreigd wordt. VI. Eecloo, 10 September '1873. Amice Geruimen tijd is het geleden sedert ik u mijn laatsten brief heb toegezonden. Misschien hebt gij en de lezers van uw weekblad daarover verwonderd gestaan, maar ik twijfel niet of die verwondering zal na eenige kleine in lichtingen wel ophouden. liet Shtisch Weekblad meende, zooals ik in mijn laatsten brief mededeelde, den persoon te kennen, die de schrijver was van de bewuste brieven en noodigde in een volgend nummer personen uit om de onwaarheden, »de schandalen," die door mij bekend gemaakt waren, tegen te spreken, want, zei het, »men moest toonen dat de inwoners van Cadzand zich niet lasterlijk lieten verguizen." Ik dacht eerst, dat ik mij werkelijk aan 't schrijven van een of meer leugens minder parlementair woord voor onjuistheid had schuldig gemaakt en gedachtig aan het woord »die wat verdient moet wat hebben," wachtte ik eenigen tijd om van mijne misslagen Ingelicht te worden. Vergissingen van mijne zijde waren toch meer dan mo gelijk. t Geen ik u mededeelde was grootendeels van hooren zeggenwel kon ik het gehoorde met het bestaande vergelijken en zoo over de mogelijkheid, zelfs over de waarschijnlijkheid van het mij medegedeelde oordeelen, maarop zijn zachtst genomen kon ik de dupe ge worden zijn van een grappenmaker. lntusschen zijn een aantal dagen verloopen en tot nog toe heeft niemand de peii opgenomen om ook maar ééne onjuistheid in mijn schrijven aan te toonen. Men heeft hard geschreeuwd, dat mijn geschrijf schandalig is, maar waar zijn de schanddaden door mij gepleegd? Men heeft mij beschuldigd bepaalde personen, gebeurtenissen of bij eenkomsten op het oog gehad te hebben; ik kan verklaren dat zulks het geval niet is, want steeds heb ik gezorgd 't geen mij over eene zelfde zaak in verschillende gemeen ten door verschillende personen was medegedeeld, in een persoon samen te nemen, omdat daardoor het leveren van een portret van een bepaald persoon onmogelijk zou worden. Mocht er ondanks die voorzorgen hier of daar een toe stand, een persoon gevonden worden, die op mijne beschrij ving zoo sprekend gelijkt, dat men zich verbeeldt, dat hij als model heeft gediend, dan is het waarlijk mijn schuld niet. Tegenwoordig is men bezig naar den persoon, die ge schreven heeft, te zoeken. TJit het laatste Sluische Weekblad dat ik heden te Maldeghem gelezen heb, zie ik dat A te A en A te Z aangemaand worden hem te noemen. Maar mijn hemel op welk ongelukkig hoofd moet dat nu neèr komenwelk bewijs kan men leveren Wie, behalve de redacteur en de uitgever van dit weekblad, weten mijn waren naam. Men is toch niet van plan om door hot bepraten van een brievenbesteller het handschrift van het adres te zien, vóór dat de brief aan zijn adres bezorgd is? Men vertelde mij in Brugge dat men zoodanig middeltje eens aangewend had om een correspondent van den Wesl.- vlaming een ruw, onbeschaafd anti-clericaal blad te ontdekken en waarlijk het idéé kwam bij mij op, dat nu men naar namen gaat visschen hier zoo iets wel eens mogelijk zou zijn. Gedachtig aan »un averti en vaut deux" weten we nu, waar te zoeken, indien er soms onbescheidenheden gepleegd worden. Maar waarom personen gezocht? Waarom de feiten niet tegengesproken; waarom niet gestaafd, dat er geen gebrek is aan energie, waarom niet aangetoond, dat hier wel heel veel vooruitgang is, dat de middelen van vervoer voldoende en goedkoop zijn? A proposilc lasdaar in 't. jongste nummer van de Sluische courant dat te Aardenburg door drie personen, G. A. Vorsterman van Oijën, hoofdonderwijzer, A. Calon, rentenier en J. W. van de Plassche, secretaris, als com missie een verzoekschrift aan den raad is gericht om eene subsidie te verleenen ter inrichting van een wagendiénst op Maldeghem. Daaruit wordt mij ook al eene grieve gemaakt. Zierond moet daaruit zien, dat er wel energie bij de ingezetenen is. Maar wie bewijst nu, dat die personen niet juist door mijn schrijven op 't idéé gekomen zijn, dat het meer dan tijd werd om aan den ellendigen toestand der vervoermid delen een einde te maken. En ellendig zijn ze, doch niet alleen in 't land van Cadzand, maar ook in België. Ik wilde uit Maldeghem een rijtoe.rtje maken naai Aardenburg, waar ik de vorige maal verzuimd had het in aanbouw zijnde gasthuis te gaan bezichtigen. Ik kwam op dat denkbeeld door 't bezoeken van het nieuwe gasthuis te Maldeghem, dat ik leerde kennen als eene van de beste inrichtingen van dien aard en waar mij verteld werd dat men te Aardenburg een nieuw gasthuis stichtte. Ik wilde, zobals ik u meldde, naar Aardenburg rijden, maar in geheel Maldeghem, eene gemeente met ongeveer 8000 inwoners, kon ik geen ander rijtuig krijgen, dan een hondenkar. 't Aanbod pleitte voor de heuschheid van den goeden Vlaming, maar ik meende liet toch van de hand te moeten wijzen. Ik ben een dag of vijf te Brugge, drie te Ostende, een te Blankenberg en een te Heist geweest. In mijn volgenden brief zal ik. u de indrukken, die ik daar ontvangen heb mededeelen. Te Heist heb ik een ouden kennis uit het land van Cadzand ontmoet. Ons gesprek was zeer interessant. Misschien ook daarover een en ander. Wees verder gegroet van Uw Vriend ZIEROND.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1873 | | pagina 3