ZIERIKZEESCHE COURANT. 'IIIHMIJIÏiMIIID <11 1873. No. 72. Woensdag 10 September. 76ste jaargang, D van Zaterdag 6 September 1873. Openbare Raadsvergadering gehouden te Zzerikzee den 2 September 1873. Afwezig zijn de heeren Labrijn, mr. Moens en Mulock Houwer, allen uitlandig. Op voorstel des voorzitters wordt overgegaan tot de beëediging en installatie der in Juli 11. herkozen raadsleden, mr. C. J. Fokker en jhr. J. L. de Jonge (de twee overige herkozen raadsleden Labrijn en mr. Moens zijn uitlandig). Tot dat einde leggen zij in handen des voorzitters de bij de wet voorgeschreven eeden af. He Voorzitter wenscht hen daarmede har telijk geluk, waarvoor de heer mr. Fokker dank betuigt. Tot wethouders worden herbenoemd mr. C. J. Fokker met 9 stemmen, die deze benoeming onder dankbetuiging aanneemt, en jhr. J. L. de Jonge met 7 stemmen, zijnde 2 stemmen op den heer mr. Moens uitgebracht en 1 briefje in blanco. Jhr. de Jonge verklaart zich den tijd van beraad van.24) uren voor te behouden, daar hij er bezwaar in vond de betrek king weder te aanvaarden wegens de toenemende werkzaamheden daaraan verbonden. Tot ambtenaar van den burgerlijken stand wordt herbenoemd mr. C. J. Fokker. Tot lid der commissie voor de strafverordeningen wordt herkozen de heer mr. C. J. Fokker. Be behandeling van het voorstel tot verhooging van den prijs van het gas wordt op voorstel van Jhr. mr. Schorer weder verdaagd. De voorzitter doet eqnige mededeeling betrekkelijk de gymnastiekschool, waarna de vergadering wordt gesloten. Buitenland. Spanje. Admiraal Yelverton heeft Zondag besloten de Vic toria en Abnanw Maandag naar Gibraltar te brengen. Hij bood aan de Britsche regeering het verzoek over te brengen om de schepen aan het Madridsch bewind niet uit te leveren, maar hij weigerde de waarborgen te geven, die door de Yunta der opstandelingen werden gevorderd. Hierover zeer verbitterd, gaf de Yunta de forten en gepantserde schepen, die haar gehoorzamen, last zich met geweld te verzetten tegen het voornemen van den Admiraal. Men hoopt nog dat -de Yunta op dit besluit zal terugkomen, maar er is groot gevaar voor een botsing en in dat geval zal de Admiraal zich genoopt zien de gepantserde vaartuigen der intransigenten te nemen en misschien het arsenaal te bombardeeren. Volgens latere be richten zijn de schepen reeds naar Gibraltar ge bracht zonder dat de opstandelingen zich, daartegen hebben- verzet. Volgens berichten uit Carthagena beginnen de opstandelingen reeds gebrek aan levensmiddelen te krijgen en heerscht onder hen tweedracht. Eenige der leiders worden verdacht van de stad aan de Carlisten te willen overleveren. In de haven liggen thans elf vreemde oorlogsschepen. Het Alfonsistische dagblad el Tiempo beweert, dat de met het organiseeren der Carlistische partij belaste junta met een meerderheid van zes stemmen besloten heeft tot het wederinvoeren der inquisitie. Er is een hevige strijd ontstaan tusschen de offi cieren, die bestemd zijn om de troepen in Catalonie te gaan reorganiseeren en den kapitein-generaal van Madrid. De officieren wilden zich met die zending- belasten, maar vorderden gestrenge toepassing dei- militaire reglementen. De minister van oorlog is tusschen beiden gekomen, maar de strijd is nog niet vereffend. Italië. De minister van oorlog, generaal Ricotti, heeft het aanleggen van vestingwerken aan den Mout-Cenis gelast, met het oog op- dienzelfden maatregel dooi de Fransche regeering genomen ten aanzien van de Fransche bergzijde. Van het werk, door generaal Lamarmora uit te geven, en waaromtrent reeds zoovele tegenstrijdige geruchten hebben geloopen, heeft men o. a. ook verhaald dat. het een aanhangsel was toe zijn over bekende redevoeringen en een scherpe kritiek op de leger-veranderingen, door den minister van oorlog ingevoerd. Dit is echter onjuist. Het boek dat eerlang het licht zal zien, is het eerste deel van een politiek-diplomatiek werk, -waarmede zich de generaal reeds sedert langen tijd bezig houdt. Hij geeft, in 20 capittels, hoogst belangwekkende beschouwingen en mededeelingen over zijö missie naar Berlijn, ter gelegenheid van de kroning des tegenwoordigen Duitschen Keizers, als Koning van Pruisen, in Januari .1861. Doch het grootste deel van het boek is gewijd aan diplomatieke onderhandelingen in 't voor jaar van 1866 gevoerd, tot sluiting van het of- en defensief verbond, tengevolge waarvan Italië, Venetie weder erlangde. Briefwisselingen met Nigra, Govone, de Barrel, Arese en anderen maken den bundel tot een hoogst gewichtige en verspreiden veel licht over den toenmaligen toestand. Het werk schijnt ten doel te hebben een alliantie met Duitschland te verdedigen. Zwitserland. Indien de hertog van Brunswijk bij zijn leven had geweten dat Genève niets bezat om hem volgens zijn testament met vorstelijke pracht te doen begraven, wie weet of hij nog niet ware teruggekomen van zijn denkbeeld om die stad universeel erfgenaam te maken en wellicht zou de zoon van de ex-keizerin Eugenie daarvan 't meest hebben geprofiteerd. Men heeft toch den lijkwagen van prins Jeröme Napoleon met een //huilebalk", zes rouwpaarden en een geheelen lijkstoet uit Parijs moeten laten komen. Militairen waren er niet; Zwitserland kon ze niet geven; men heeft dus de schutterij en de pompiers, Laat mij echter tot ons onderwerp terug keeren. Wij zijn dan zooals ik zeide niet aan onze eerste beginselen getrouw gebleven. Daar waren van tijd tot tijd zwakke vrouwen onder ons en zelfs is er een soort van partij ontstaan die niet onduidelijk de neiging aan den dag legt om weder naar de oude en verouderde vormen van huwelijksleven of zoo iets terug te keeren. Onze wetten laten dit evenwel niet toe eu daarom worden de nu en dan voorkomende kinderen ook naar klein blosje op te merken dat spoedig plaats maakte voor veel grootere bleekheid. z/Wel dat treft uitmuntend, riep Sarah uit, zie hier een dame die u veel beter inlichtingen kan geven dan ik. Mevrouw Corrilla is lid der hoofdcommissie voor staats-opvoedingzij kan u volkomen op de hoogte stellen eu alle mededeelingen doen die gij verlaugt." Hierop deelde zij in korte woorden aan Corrilla het doel van mijn bezoek mede. ERTENTIEN: a w e 1 ij k s -Geboorlc- 1—6 regels 60 cent. mits contant betaald, 25 ct. (gever El. LAÏÏEIVII.W. traK*rE&mh,'aïï ■■-üüb—E wetgevinghoeveel, ja nog worden gedaanZij wil 's lands onafhankelijkheid .wending onzer natuurlijke ddelen van defensie; is te- ;h dat ieder Nederlander de jen tot verdediging van den dan een holle klank Zij 't recht, gelijk recht voor van 't geheele rechtswezen al zestig jaar lang met de on en zijn we niet verward van excepties, bij wetten en ii, besluiten en uitleggingen scheiding van kerk en staat; ver gekomen dat clericale j verklarennu nog niet, 't onze beurt, alles 7,00 is en niet beter, ntioneel geworden, zijn we onze grondwet, jenvvoordigers verwerpen al oed is, verdrijven alle. mi- leaal velkomen zijnals ze hierop, dan meenen ze loen met alles tot in 't ou- )ei<L wat niet voor elk van lie volkomenheden in zich onze constitutieIs dit grondwet Staat daarin dat volkomen zijn en doet Of vraagt ze niet veel •uk te verbeteren en op te 3t, zooals zij in hoofdtrekken i? aan worden op dezen weg, in zoo niet onmogelijk, het en ontaarden in een gaande de zaken, in een admini- jeteekenend aan en zeide toen of kunstmatige verwondering mijnheer zich om zulke zaken ide hem voor een philosoof te oven die aardsche dingen verre k wil u toch gaarne van dienst oegde zij er bijzich meer he le. Laat zien, 't is nu nog vroeg ilc kan heden de opvoedings- ui bezoeken. Als gij dus lust hebt an maar aanstonds te vergezellen." p ook Sarah uit om van de deze verontschuldigde zich; wij rtrokken. rrilla stond voor en bracht ons an een spoorweg-station in het Hier stapten wij uit en spoedig bemerkte ik aan den eerbied dien men Corrilla bewees dat zij veel aanzien in den staat moest genieten. Een korte poos waren we slechts in de wachtkamer, terwijl de noodige bevelen gegeven werden tot het vertrek van een extra-trein. Er kwam een moteur voor het perron, een elegante salonwagen werd er aangehaakt; met een onderdanige buiging kwam de chef Corrilla berichten dat alles gereed was en geleidde haar naar 'tportier; wij stapten in den wagen; ik meikte nog opdat een

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1873 | | pagina 5