ZIERIKZEESCHE COURANT. voor het arrondis- sement Zierikzee. 1878. No. 66. Woensdag 20 Augustus. 76ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Feuilleton. BEKENDMAKING. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN, Prijs per drie maanden 1Franco per post f 1 Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER AÜVERTENTIEN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. lAïiE\Ji.4>. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee maken bekend, dat MATTHIJS den HARINCK, wonende in deze gemeente, vergunning heeft gevraagd om eene berg plaats van petroleum te maken aan zijn woonhuis, staande in de Lange Nobelstraat, wijk A, no. 32, en dat de infor- matiën de commodo et incommodo betreffende dit verzoek zullen worden gehouden op Woensdag den 20 Augustus a. s., te 12 uur des middags, in de gewone vergaderkamer van het Bestuur ten Raadhuizezullende allen, die tegen dat verzoek bezwaren mogten willen inbrengen, alsdan in de gelegenheid zijn om in hun belang te worden gehoord. Zierikzee. den 15 Augustus 1873. De Burgemeester en Wethouders v. CITTERS. De Secretaris, J. P. N. ERMERINS. De Anti-Draaimolens-beweging. Het heugt ons nog hoe we als kleine knapen de kermis met ongeduldig verlangen te gemoet zagen, o. a. omdat met de kermis ook de „mallemolen" meekwam. Prettig denkbeeld die mallemolen voor een jongen van de jaren 40 en vroeger! Eerst in een schuitje, bakje of sleetje, zooals men 't al noemde, en later op een paard, althans op een van hout gezaagd en gekapt fatsoen van een paard 1 Wij zien den ouden bekenden mallemolen nog in onze herinnering; 't latwerk rood-wit-blauw, de bakjes groen-rood-geel, de paarden zwart, bruin, bont of sehimmelklenrig geverfdvan onderen „de houten," waarin de paria's onder de jongens „liepen" om de machine aan den draai te krijgen en bovenop een jong mallemolentje, dat ook meedraaide als de oude draaide. En dan 't Bleutel trekken! en als prijs een gratis-beurt; later 't ridderlijke ringsteken en mede een gratis-draai voor de drie ringen 1 Oude, aardige, populaire, fatsoenlijke malle molen wat is er van u geworden 1 Een groote draaiende tent met klatergoud en valscb kristal opgeschikt, met schilderijen en spiegels in uw midden, zonder „de houten," met hangende paarden, leeuwen, sphinxen, draken en basilis ken, met hakken als moesten er heele famieles ingeladen wordenmet een woest brullend draaiorgel, een paar gescheurde bekkens, een Turksche trom, een triangel en een afschuwelijk trio van schreeuwende meiden en kerels En ge amuseert nu niet meer onze flinke Hollandsehe jongens, degenen die centen hebben op de paarden en die geen cent hebben „in de houten;" neen, ge amuseert nu groote kin kels en lummels van jongens en groote blagen van meidenja zelfs heet het dat gij groote mensehenmannen en vrouwen, heeren en dames zelfs amuseert. Ook zijt ge ontaard van menige deugd die in u te prijzen viel toen ge nog maar eenvoudig de „mallemolen" waart. De mallemolen draaide overdag; als de hel dere zonnestralen de verf van zijn paarden bladderde, dan deden die dieren hun dienst en amuseerden ze de lustige knapen en vroolijke meisjes. Zoodra de avond kwam was 't spel uit, dan werden de paarden en schuitjes in het midden gezet om de spil heen, de houten werden uitgespannen en als beschutting rond de paarden geplaatst; daarna maakte „de baas" alles vast met een touw of een ketting en de mallemolen „was op slot" tot den volgenden middag. Thans is 't, helaas, omgekeerd. Zoolang de zon schijnt vertoont de draaimolen zich als een officierstent, die op een stok staat te drogen en 's avonds, tegen den tijd dat de knapen en meisjes naar bed moesten, dan wordt de vuile gordijn opgerold, de glasvlammen worden aan gestoken, 't helsche geraas begint en paarden, leeuwen en draken krijgen geen rust vóór diep in den nacht. Arme oude mailemolen! hoe zijt gij gevallen ondanks al uw opgesmukteu pronk en ondanks de vaatjes met eenten, die uw „directeur mee neemt als hij u ook meeneemt 1 En dan, ge zijt niet meer alleen koning in uw rijk, ge zijt niet meer „de mallemolen." Bij geheele zwermen komen tegenwoordig uw verbasterde nakomelingen en vervullen de steden bij kermistijd met een zoo ontzettend geraas, gehuil, getier, geklinklank en gebons alsof al de heksen van den Blocksberg in uw paarden en monsters gevaren waren en op 't kommando van uw „directeur" en uw „directrices" haar sabbath hielden. Wat kan er toch in een menscheuleeftijd van een mallemolen worden Opmerkelijk is het ondertnssehen dat het tijdperk van draaimolen-manie, dat we thans beleven en dat nu ook zijn periode schijnt bereikt te hebben, niet het eerste is, dat de geschiedenis der beschaving te vermelden heeft. In een niet geheel onbekend boek, in folio, handelende over de bespottelijke effecten-spe culatie en den overdreven actie-handel van 1720, welk werk in 1729 is gedrukt, vindt men een menigte en daaronder geestige spot prenten. Een dezer prenten stelt den malle molen voor, zooals die toen waarschijnlijk wel geweest is en waarlijk, als we dien molen zien, dan moeten we erkennen dat de thans in zwang zijnde draaimolens toch nog zoover niet zijn gevorderd. De mechaniek wordt daar door een paard in beweging gebracht; de paarden zijn ook monsters, de bakken zijn chars a-bancs of venus-sehelpen't geheel is met een tent overdekt, in een omheining besloten en met allegorische beelden, sommige draaiende andere stilstaande, versierd. Maar dit daar gelaten al is de overeenkomst van de effecten-draaierij met de draaierij in deze beide tijdperken, 1720 en 1873, ook treffend. Een reisje Fantasie naar Emancipatoria door W E E, T H E R. XXII. Daar is vooreerst het huwelijk zelf volgens uw wetten en godsdienstige denkbeelden. Wanneer man en vrouw zedelijk genoeg zijn om hun vereeniging door acte te wettigen en door kerkelijke vormen-zoo genaamd te heiligen, dan leggen ze daardoor een getuigenis af van hun eerbied voor het zedelijk heids-beginsel. Wat doet nu uw maatschappij? Zij maakt dien band nagenoeg onbreekbaar. Zoo die vereeniging later blijkt te zijn geweest een fout, een vergissing, een dwaasheid, gij maakt die onher stelbaar. Gij kluistert partijen aan elkander voor eeuwig en dat doet ge alleen in dat ééne geval, ter wijl ge alle andere overeenkomsten opzegbaar maakt. Wanneer daarentegen man en vrouw hun vereeniging niet wettigen, noch heiligen, dan laat gij hun volkomen vrijheid om eventueel hun vergissing te herstellen en elkander los te laten. Maar gij doet meer. Wanneer de echtgenooten el kander verlaten omdat zij zich in elkander bedrogen hebben dan breekt gij den staf over hen en verklaart hen onzedelijk. Doch als onwettig sarnenlevenden el kander verlaten om dezelfde reden, dan drukt uw maatschappij op de verlaten vrouw het schandmerk en geeft den verleider een getuigschrift van zedelijkheid mede, hem prijzende voor zijn terugkeer tot een inge togen leven. In beide gevallen is de vrouw de meest lijdende partij. Uw zoo geprezen maatschappij doet nog meer. Zij schandmerkt de vrije liefde en zij drukt en bezwaart tegelijk de wettige verbintenissen. Millioenen jonge mannen ontzegt zij het huwelijk zoolang zij 't soldaten pak dragenhoewel het toch overbekend is dat dit verbod van te trouwen niet gelijk staat met onthouding van het involgen der na tuurlijke aandrift. Honderdduizenden jonge mannen en jonge vrouwen ontzegt zij 't huwelijk, hun wijs makende dat er in die onthouding iets Godsdienstigs gelegen is en zij sluit ze op in de kloosters, terwijl 't toch onmogelijk is de zinnelijke natuur daarbuiten te sluiten. De gehuwde staat wordt verder gedrukt door uw wetten. Gij laat de meeste belasting betalen door de gehuwden en de meeste ongehuwden ontgaan zelfs bijna eiken last. Gij beschouwt het huwelijk als een belemmering in veel gevallen en trekt den ongehuwde voor bij den gehuwde. Het is soms of men den gehuwden staat als een groot kwaad beschouwt, en waarlijk in het systeem uwer vormen en begippeu is hij een kwaad. En is uw maatschappij hard jegens den gehuwden staat, zij is nog harder en onbarmhartiger jegens de ongehuwde vrouw. Als kind wordt ze verwaarloosd. De volksmeening z/'t is maar een meisje" wordt door de genen die beter moesten weten gevoed. 't Is maar een meisjeOnder deze minachtende, vernederende en verderfelijke formule wordt 't vrouwe lijke volkskind groot gebracht. Verwaarloosd naar 't verstand wordt zij zwak in de beginselen der zedelijkheid. Is 't het verwaarloosde volkskind te verwijten dat ze, tot haar bloeitijd gekomen, ook zwak is tegenover de verleiding? Welke zedelijke beginselen, welk fonds van gezond en ontwikkeld verstand geeft uw maat schappij de jonge vrouw mee in het leven Als de stem der natuur en de gisting van het jonge bloed zich in haar openbaren, wee haar dan als ze schoon is en welk meisje heeft niet ten minste eenige maanden in haar leven dat ze schoon en bevallig is wee haar dan als ze schoon is,- want wat hoeft ze om zich te sterken tegen de gevaren die haar dreigen Aan uw maatschappij, die de vrouwelijke jeugd verwaarloost, de schuld dat verreweg 't grootste deel

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1873 | | pagina 1