zen open en uit hunne kamers zagen zij naar
ons en brachten hunne nederige hulde aan
onzen Schabdit deden ook de vrouwen. Ja,
o Suleiman!, kunt gij het gelooven alle vrou
wen dezer verwilderde natiën vertoonden zich
voor onze oogen met onbedekte aangezichten
en niet weinigen hadden zelfs hare halzen
ontbloot tot aan de schouders. En als ik mijn
aangezicht afwendde ter rechter zijde, dan zag
ik ze ook daar en wendde ik mijn aangezicht
dan weder af ter linkerzijde om deze oneerbare
dingen niet te zien, dan zag ik ze ook daar
en overal, en zij lachten ons toe en zelfs konden
wij toegang' krijgen tot vele groote harems
tegen betaling van een kleinigheid als bakdzjies
Do giaours zijn rebeliiseh en niet onderdanig
aan hun overstenzij spreken stout eu kunnen
geen stokslagen op de voeten verdragen. Ook
vindt men in velen hunner landen geen beta
melijke en weldadige straffen voor de boos
wichten, die 't aangezicht durven opheffen en
den mond open doen om te spreken tegen hun
oversten. Nergens zag ik het spietsen, noch
het afkappen der handen of' voeten, noch 't
brandmerken, noch 't opensnijden der buiken,
noch de bloedwraak. Om dit alles zijn ze
woelig en ieder wil zooveel zijn als zijn naaste;
daar is geen onderdanigheid noch eerbied onder
hen. Slechts tegenover onzen heer dat
Allah hem nog hooger verheffe! waren zij
onderdanig' en bogen hun aangezichten in het
'stof en zwaaiden met hun hoofddeksels. Deze
hoofddeksels zijn zwart en hoog als de schoor-
steenen der stoomschepen van den Chad-el-Arab.
De volken hier zijn vraatzuchtig en voor
hun maag dragen zij de grootste zorg. Daarom
is er onder hen geen hongersnood bekend en
in geen 500 jaren sterven er bij hen allen
zoovelen van honger als bij ons in Perzie in
3 jaren. Aanmerk hoe vraatzuchtig zij zijn
Wij zijn te Eerlijn geweest en daar is de
Keizer een oud man, doch een sterk man,
want bij heeft alle volken der heidenen onder
zijne voeten vertreden. Zijn grootvizier is een
zeer wijs man, die groote dingen gedaan heeft
en nu bezig is 0111 de muscktahids en sckeiks-
ul-islam en de mannen van de sociteit van
Issah te onderwerpen in de gehoorzaamheid
aan den keizer. Wij zijn ook te Londen ge
weest en daar is de koning een vrouw en
ge zult 't niet gelooven, 0 Suleimanals
zij uitgaat op de straten is haar aangezicht
ontbloot en haar sluier achterover geslagen
Maar haar schepen bedekken de zeeën en haar
olifanten worden gedrenkt in de wateren van
den Indus, aan gene zijde van Afghanistan dat
tegen Iran aanligt. En zij heeft wijze mollah's.
Onze grootmachtige heerscher heeft er één der
meest wijzen van baar gekocht, den mollak-
Reuter dezen zal onze verheven vorst gebruiken
om ons weerspannig en gierig volk te genezen
van hun geldzucht dat Allah hem belpe
Maar hoe dit gaan moet, 0 Suleimanbe-
lijde ik in mijne domheid niet te begrijpen
want de ongeloovigen willen nog minder gaarne
vier oogen zegt: 0, lieve, wat heb ik tl lief! en op die
betuiging met een al weder practischen kus 't zegel
drukt, dan dat men daar die weinige woorden wil ver
tolken door allerlei liohaams-verwringingen eu on
houdbare standen en dat nog wel eu corps, als 't
ware klassikaal en ten aanschouwe van ieder die 't
maar zien wil.
Ik was blij dat ze ten laatste uitgemiemd hadden en
paarsgewijze uit het groote perk 111 't kleine over wipten
0111 achter de coulissen van groen te verdwijnen en wat uit
te rusten van de vermoeiende inspanninghunner spieren.
Beklagenswaardige schepsels 1 dacht ik, waar moet ge
toch niet nw brood meê verdienenZoo ik mij hier
in Emanèipatoria nog te eeniger tijd ergens in meng
'tzal zijn in de emancipatie der mannen. Ik vind het
niet meer dan billijk dat men, nadat in Europa de
de arine opera-danseressen geëmancipeerd zijn en zich
niet meer behoeven te vernederen en voor 't publiek
haar bekoorlijkheden als speeltuig te doen strekken,
dat men, nu dit goede werk voltooid is, ook de arme
dansende slaven van Emanèipatoria gaat vrij maken,
'tls waar, zij doen hun werk wel niet gedwongen,
maar toch, eenmaal in dat beroep vervallen wat zullen
ze nu doen En wie weet of ze niet wel degelijk ge
dwongen zijn tot hun lot door geboorte door mislei
ding of verleiding, wie weet?
belasting betalen dan onze goedwilligste kin
deren van Iran. Bij ons bedragen de opbrengsten
aan de kroon, zooals gij woet, een derde van
den oogst eu op de kroonlanden de helft. Hier
mort en schreeuwt men al omdat zij een tiende
bedragen of iets meer. En wanneer bier iemand
geld heeft overgewonnen kunnen de kadi's en
mufti's, de mollah's en Eisch-sefids 't hem niet
ontnemen om het neder te leggen voor de
voeten van hunnen heer; maar hij behoudt het
voor zich en zijne kinderenen zoo wordt dit
geslacht hoogmoedig en onhandelbaar als de
hengsten van Chorazan.
Wij zijn ook te Parijs geweest, 't Babilu-
Hilla van 't Westen, de groote stad der Erengo's.
Do Frengo's zijn nog de vroolijkste van alle
giaours, zij komen in veel dingen nog al met
ons Perzen overeen. Zij lachen en sckertseu
veel, zij schreeuwen en juichen ook luidedoch
zij zijn overwonnen door den grooten Keizer
van Berlijn en tegen dezen durven ze nu niet
meer zoo luide schreeuwen.
Thans zijn we te Weenen en daar is nu
een groote bazar opgericht, waar de voorwerpen
van de kunst en de vlijt van alle natiën der
aarde verzameld en tentoongesteld zijn. Daar
is zeer veel te zien; daar is het welriekende
rozenwater van Stamboul en het vuurwater van
Schiedammaar niets haalt er bij 't geen onze
slaven uit Perzie daar hebben uitgestaldniets
kan vergeleken worden hij de zijde van Ka-
sckan, de snijwerken van Abadeh noch bij de
sjaals van Kennan.
Maar ik eindig dezen mijnen brief. Allah
zij met u! Laat Fatima en Emah, Gtesali
en dc Circassische van mij groeten. Spoedig
hoop ik verlost te zijn uit deze landen der
ongeloovigen; want mijn hart wordt getrokken
als met koorden van kemelsgaren naar den
voet van den Elbroez en naar u.
HASSAN.
Wij achten het niet ongepast hier een korte ver
klaring bij te voegen van sommige namen, die onze
Perzische vriend niet heeft vertaald.
Allahcle gewone benaming van 't Opperwezen.
Harem., 't vrouwenverblijf. Giaours, ongeloovigen,
heidenen. Kaftanjas, overkleed, Tadschihs, bewo
ners van vaste woonplaatsen, in tegenstelling der
lldts of zwervende lieden. Muschtaldds, opperpriesters.
Sckeihs-ul-islam, hoofden des geloofs. Kadis, rechters,
stads-gouvernenrs. Mollah's, geleerden. Muftis, pries
ters. Bazarwinkel. Bakdzjies, geschenk, iedere
afpersing geschiedt in den vorm van bakdzjies. Bisch-
sêfids, dorpshoofden. Brengo's, Franken, Fransehen.
Issah, Jezus. de Redactie.
Binnenland.
~ZI EllIICZEE, 12 Augustus 1 8 7 3.
Bij kon. besluit is op verzoek eervol ontslag verleend
met ingang van 1 Sept. 1873 aan mr. J. J. Brmerins
als notaris te Zierikzee.
Zieeikzee, 11 Ang. Vrijdag-namiddag is in den
fraaien tuin van cle sociteit St/-Sebnstiaan concours
gehouden met het flobert-geweer. Door een aantal
leden dezer sociteit is voor eenigen tijd een vereeni-
ging opgericht om zich te oefenen in het schieten
De lezer merkt wel op dat mijn dispositie voor het
dansen niet groot was; ik peinsde maar en gluurde
maar rond en hield mij maar bezig met allerlei be
spiegelingen.
Ondertusschen werd het bal meer geanimeerddames
alleen en groepjes van dames zweefdeu naar het depot
van dansers en zochteu daar haar gading. Spoedig was
't personeel voor een nieuwen dans voltallig en ving
de muziek weder aan.
Gelukkig, dacht ik, behoor ik niet bij 't dansers-
depot; nu zal men mij wel met rust laten, en kan
ik op mijn gemak blijven zitten philosofeeren.
Pas was mij deze egoïstische gedachte door 't hoofd
gegaan of ik voelde mij zacht op den schouder tikken.
Als uit een droom opschrikkende zag ik op. Een be
vallige vrouwengestalte in een zwart gazen sluier ge
wikkeld stond bij mij en fluisterde mij toe met een
zeer duidelijk uitkomend Italiaansch accent:
.„Gij danst niet, vreemdelingMag ik u uitnoodigen
tegen straks?
Daar stond ik ik was natuurlijk opgestaan, uit
beleefdheid wat te doen
In een vreemd laat ik mij nooit graag in met on
bekende heeren; maar om de waarheid te zeggen,
nog minder met onbekende dames, vooral wanneer
zij zich zelf presenteeren.
waartoe de voormalige boogschietbaan in genoemden
sociteitstuin zeer doelmatig is ingericht.
Het concours is tot algemeen genoegen afgeloopen
met den uitslag dat de hoogste prijs behaald werd
door den lieer H. E. Paulussen met 50 punten.
Daarna werd in de zaal biljard gespeeld om prijzen
eu bij dezen interessanten wedstrijd viel de eerste
prijs ten deel aan den heer J. C. Bal.
Zondag werd het jaarfeest van St.-Sebastiaan be
sloten met een bal, dat hoewel niet druk bezocht, toch
veel genoegen opleverde en tot den morgen duurde.
Zierikzee 11 Aug. liet kiescollegie der Herv.
gemeente alhier heeft ten gevolge van het bedanken
van den heer O. J. van Bemmel Snijck heden het be-
roepingsvverk hervat en het vroegere zestal van pre
dikanten aangevuld met den heer O. Geerts te de ltijp,
zoodat het zestal alsnu bestaat uit de heeren B. W.
Colenbrander te Drachten, G. Buisman te Wieringer-
waardDr. J. C. Pool te den HelderDr. H. van
Veen te Oude-PekelaO. Maas te Zaandijk en O.
Geerts te de Rijp.
Hieruit zal op Vrijdag 15 dezer een drietal worden
samen gesteld.
Zierikzee, 12 Aug. Met veel belangstelling hebben
wij keu iiis genomen van de artikelen over Landbouw
onderwijs, die in de jongste nummers van de Nieuwsbode
voorkwamen. In 't nummer van heden worden de
ambachtsscholen behandeld; doch zoo zeer de andere
artikelen ons bevielen zoo zeer valt dit stuk ons tegen.
De schrijver verklaart zoo groot tegenstander der
ambachts-scholen te zijn als hij voorstander is van de
landbouwschool. Nudit kan zijnmaar op welke
gronden
Vooreerst omdat de ambachtsschool een tal van on
billijkheden doet begaan, daar zij niet alle ambachten
kan opnemen in haar leervakken. En de landbouw
school dan? Is deze van dien kant gezien, niet de
grootste onbillijkheid die men zich denken kan
Schrijver ziet nog iets van belang voorbij. Hij schijnt
niet te weten dat b. v. de Duitsche gewerbeschulen
naast zich een aantal geheel speciale vakscholen in 't
aanzijn hebben geroepen on dat dit ook bij ons zou
kunnen plaats hebben waardoor de onbillijkheid ge
heel vervalt.
Wat de verdere bezwaren aangaat, schrijver slaat
zich met zijn eigen wapens dood. Hij is tegen de
ambachts-scholen omdat zij de practijk van de am
bachten willen onderwijzen en hij maakt het de wet
van 1863 tot een verwijt dat zij te veel aan de
wetenschappelijke en te weinig aan de practische
vorming gedaan heeft. Hij keurt af dat de jongens de
de ambachts-school bezoeken om te leereu werken eu
hij wil dat zij op de middelbare school „die kennis,
op beperkte schaal, in toepassing brengen."
Die 't vatten kan vatte het.
Zierikzee 9 Aug. Het vrij zware on weder dat
zich gisteren avond hier in den omtrek ontlastte heeft
eenige schade veroorzaakt aan de telegraaflijn Zierik
zeeBrouwershaven. Enkele palen werden in brand
geslagen verbrijzeld of gespleten van grootere onge
lukken is gelukkig niets vernomen. Omstreeks dien
tijd is er in den Zuidhoek ook een windhoos waar
genomen, waardoor een aantal opstaande korenschoven
verstrooid of in de slooten geworpen werdeu.
Denzelfden avond tusschen 67 ure is er een
vreeselijke onweersbui losgebroken te Gent en heeft
daar veel schade aangericht aan plantsoen en gebouwen,
terwijl de zware hagelsteenen die er vielen vele ruiten
gebroken en groote schade aangerichtin de boomgaarden.
„Ik ken u niet Mevrouwzei ik, en ik weet niet
waaraan ik de eer te danken heb van door u te
worden opgemerkt."
„Gij zijt mij ook niet bekend, antwoordde zij met
eenigszins trillende stem, en 'toch is 'tmij alsof ik u
vroeger wel gekend, althans gezien heb. Gelooft gij
aan de sympathie
Ik voelde wat zij bedoelde en daarin lag eigenlijk al
reeds 't antwoord op haar vraag. Want wezenlijk was erin
die groote donkere oogen, die zoo smachtend onder die
lange wimpers lagen en waaruit vonken straalden als van
vuur, iets betooverends, iets dat magnetiseerde.
a Ik dans iiever niet, Mevrouwzeide ik zacht en zoo
beleefd mogelijk. Ik hoop u niet te beleedigen."
„Maar gij kunt mij toch wel vergezellen op een
wandeling," hernam zij.
Wat zou ik doen? Ik bood haar den arm, met
eenige drift nam zij dien eu trok zij mij bijna voort
door de laantjes van groen en bloemen.
Zwijgend gingen we zoo een poos voort, van liever
lede liep zij minder snel en eindelijk gingen we zelfs
zeer langzaam. Zoo naderden wij een doorgang van
latwerk omslingerd met klimplanten die met haar
breed gebladerte als een ondoorzichtig dak vormden.
Plotseling bleef zij staan en ik zag haar met de rechter
hand 't bekende teeken maken. [Wordt vervolgd).