ZIERIKZEESCHE COURANT. voor het arroidis- seinen! Zierikzee. 1873. No. 84. Woensdag 13 Augustus. 76ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD F e uillet o n. BEKENDMAKING. I N T E Rfl BRIEVEN. Een reisje naar Emancipatoria, Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden 1Franco per post f I Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER ADVERTENTIEN Per gewonen regel 10 cent. H u w e 1 ij k s -Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKJENMAN. Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel. K e r m i s. Zierikzee. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee maken bekend: dat de gewone jaarmarkt of kermis alhier zal aanvangen den laatsten Maandag in Augustus, en gedurende twee we ken zal worden gehouden, zijnde van den 25 Augustus tot den 6 September aanstaande. De aanvraag voor het plaatsen van Schouwburgen zal uiterlijk voor den 20 Augustus aanstaande moeten geschie den, met vrachtvrije brieven, bij den Marktmeester alhier, bij wien de Kramers zich op dezeifde wijze zullen moeten aanmelden. Geene wanklankgevende orgels, rij fel aar 3 horoskooptrek- kers of bedelaars, zullen op de kermis worden toegelaten. Zierikzee, den 6 Augustus 1873. De Burgemeester en Wethouders v. CITTERS. De Secretaris J. P. N. ERMERINS. VI. Ben aanzienlijke Bers uit 't gevolg van den Schalt, aan zijn vriend Suleiman te Teheran. Wees gegroet, o miju beminde broeder! Mijn hart verheugt zich omdat uwe ziel blijde en uw aangezicht glanzende is, gelijk ik ver nam uit uw brief. Doch mijn hoofd is moede en mijn hart verlangt naar de schaduwen van de cipressen in mijn hof te Teheran. Ik zal blijde zijn als de groote reistocht van onzen verheven heer Allah zegene hemzal volbracht wezen; want het verveelt mij in het land der giaours. Ook zucht mijne ziel naar Fatimah en Elma en Oesah en naar mijn wel beminde Circassische, Allah zegene haar allen Allah is groot, o Suleimanen zijn werken zijn 't ookdat heb ik gezien op mijne reize. Onze verheven heer, de edele zoon der zon, Nasr ed-Din dat Allah hem verheerlijke'! is ook groot, grooter dan alle keizers en ko ningen der aardewant die allen hebben zich voor zijn aangezicht neergebogen en hun on derdanen, slaven en slavinnen hebben zij ook zich doen nederbuigen in het stof voor 't aan gezicht van onzen machtigen heer. Zelfs de grootmachtige en verheven Czaar der Rossen, wiens macht groot is en die nu weder den Khan van Khiva dat Allah hem vernedere heeft overwonnen, ook hij heeft zijn slaven geboden zich te vernederen voor 't glansrijke en aangename aangezicht van Nasr-ed-Din den grootmachtigen lieer van den leeuw dat Allah zijn glans vermeerdere Ik ben in groote en rijke steden geweest op mijne reis, en ik heb alle plaatsen der aarde bezocht, overal waar de ongeloovige honden wonenmaar ik zeg a, o Suleimaiiik heb nergens iets gevonden dat te vergelijken was met Teheran, de reine, noch met Isfahan de bloeiende. Nergens vond ik de platanen bosehjes van Rustem-abad terug, noch de cipressen van den binnenhof van mijn harem, noch de me loenen van Isfahan, noch de kersen van Tabriez. Nergens ook vond ik zulke groote mesthoopen op alle hoeken der straten als te Teheran, noch zulk een overvloed van doode honden en paarden en zulk een rijken voorraad van afgeknaagde sehapenbeenderen op de straten als bij ons iu Teheran, de reine, de stad der rozen. De giaours zijn ellendig en arm, o Suleiman! Hun oogen sperden zij wijd open en hunne monden waren gapende, overal op den weg waar de heerlijke zoon der zou in zijn glans voorbij trokzoo verbaasd waren zij over de fonkelende stralen die er uitgingen van de diamanten, saffieren, smaragden, turkooizen en andere steenen, die op 't gewaad zijn van Nasr-ed-Din, onzen grootmachtigen heer dat Allah hem behoedeZelfs om ons verdrong zich de schare der heidenen om de zoomen onzer kaftans te kussen en een weinig in te drinken van den glans, die uitging van de steenen onzer kleederen. En wat zijn wij ellendige slaven van onzen heer De meeste giaours zijn tadsclriks, doch bun ellende is zeer groot; zij moeten arbeiden van den morgen tot aan den avond en hun rust bedden zijn hard. Hun godsdienst is ongeloof; daarom zijn hun muschtahids en hun sckeiks-ul-islam, hun kadi's en mollah's arm en ellendig en hun macht is gering en hun inkomsten zijn weinige. Hun muschtahids hebben geen macht over hun ko ningen, hun kadi's trekken geen voordeelen uit den verkoop van het recht, en hun mufti's worden soms bespot en als niets geacht omdat ze zoo weinig uitvoeren. Hun mollah's zijn velen, doch zij zijn arm en ellendig en tellen niet zooveel als de Joden, die veel geld ge wonnen hebben. De bazars in de steden der heidenen zijn klein en doodsch; niets is er te vergelij ken bij de bazar van Teheran, niets bij de vroolijke drukte in de bazar van Isfahan. Van de bouwkunst weten zij weinig; hun huizen staan biuneuste buiten met ramen en sieraden aan de zijde der straat en nergens zag ik in hunne groote steden die eindelooze blinde muren vol scheuren en kale plekken, die onze steden opluisteren, nergens zag ik iu de wo ningen zulke heerlijke binnenhoven als bij u en bij mij te Teheran. En als wij door hun straten trokken en onze verheven heer Nasr- ed-Din Allah beloone hem er voorzieh verwaardigde hun zijn heerlijkheid te laten aanschouwen, dan waren alle vensters der hui- Fantasie door W E R T H E E. XX. Weldra liet zich de inuziek hooren, echter nog niet voov den dans. 't Was de nationale hymne die haar krachtige, opwekkendende accoorden door de zaal deed rollen. De muziek werd voortgebracht door een me chaniek orchest en 't effect was indrukwekkend. Toen cte laatste galmen waren weggestorven in de groote ruimte ving de taak aan van het uitgelezen corps ar- tisten dat het orchest had bezet. De ouverture waar mede zij hun uitvoering openden was van geheel anderen aard dan de zware, mannelijke muziek der nationale hymne, 't Scheen dat de muziek opzettelijk berekend was om te werken op de zinnen en door een wellustige sympathie alle innerlijke snaren te doen trillen. Dit kwam nog sterker uit in de fantasie die later volgdenu was 't mij als hoorde ik in de verte 't zachte gefluister van vele stemmen die elkander welkom heetten in dit tooverland, dan alsof de nachte galen alleen met mij dit paradijs bewoonden en hun klagelijk liefdelied zongen tusschen de takken der geurige heestersdan weder alsof smeltend zachte vrouwen-, neen engelenstemmen mij riepen en uit nood igden om te deelen iu de algemeene zaligheid, om volle teugen te drinken van 't geuot. Ondertusschen wandelden groepjes en enkele per sonen rond en heen en weder, nu. en. dan ook mijn zitplaats voorbij. Half in de schaduw verborgen, ver zonken in mijmering, geheel overmeesterd en wegge sleept door 't wonderbaar aantrekkelijke der muziek en van de geheele omgeving zat ik met halfgesloten oogen, 't hoofd op de hand geleund en droomende heerlijke schoone droomen zooals ik ze genoten had in de lang vervlogen eerste jongelingsjaren. 'tWas nu alsof de toen gedroomde schoone wereld werkelijkheid was geworden. En waarom ook niet! Waarom moet dat glanzendebekoorlijke tafereel van volmaaktheid en heerlijkheid, dat de jongeling en de maagd zich scheppen in hun eersten bloeitijd, ook altoos enkel illusie zijn? Waartoe dat scheppend vermogen in 't brein van den mensch, als de latere werkelijkheid toch niets anders kan opleveren dan een parodie op al die heerlijke droomen Maar de zachte, weeke tonen der muziek zijn weg gestorven, of liever ze zijn door een wending over gegaan in een ander metrum, in melodieën die ge durig in luchtigheid en vroolijkheid, in opwekkende en opwindende kracht toenemenalleen nu en dan nog onderbroken door die zoete, wellustig wegsleepende harmoniëndoch om ten laatste over te gaan in een dartele uitnoodiging tot deu dans. De dans ving aan. Alvorens echter verder te gaan, moet ik eerst nog spreken van de rijks-dansers, die op de publieke bals nog al eeu beduidende rol spelen. Dit uit eenige houderden opzettelijk tot den dans in de hoogste vol komenheid opgeleid en gevormd corps bestaande, was geplaatst op 't kleine ovaal ronde perk dat ik beschreven heb en dat vóór 't orchest gelegen was. Daar ver toefden de dansers tot dat zij werden geïnviteerd door de dames die aan een dans wilden deelnemen of tot zij in een feeërie of ballet moesten optreden. Een ge deelte was gekleed in gala, een ander in fantasie-kostuum voor ballet of feeërie. Geen heer mocht een dame ten dans uitnoodigeu of althans 't scheen dat dit niet gebruikelijk was, want ik merkte het geen enkele maal op. De eerste dans was een karakter-dans uitgevoerd door een veertigtal dansers en als danseressen gekleede mannen; 'twas enkel symboliek doch ik begreep er weinig van, misschien omdat mij de balletpantomime nimmer heeft kunnen behagen. Ik vind het wel zoo practisch dat de minnaar tot zijn uitverkorene ondej-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1873 | | pagina 1