voor liet airondis- sement Zierikzee.
1873. No. 63. Zaterdag* 9 Augustus. 76ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Feuilleton,
[MATSCHAPPELIJKE DEUGDEN.
Een reisje naar Emancipatoria, -
id-bikzfjm'm com ut.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden ƒ1.Franco per post f 1.
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. LAIiMMAN.
(Liberaliteit).
{Slot).
Het is niet van belang ontbloot eens na te
lezen wat prof. Stahl in zijn beroemd werk
over de politieke en kerkelijke partijen zegt
aangaande het wezen der liberale partij. Vol
gens dien schrijver die gelijk men weet
zich niet onder de liberalen rangschikte
bestaat de liberale partij uit den intelligenten,
ontwikkelden middelstand, uit de keur der bour
geoisie en staat zij tegenover den adel, de
aristocratie en die soort van aristocratie, die
gevormd wordt door de boogere geestelijkheid,
de boogere militaire rangen en de hooge
ambtenaars, terwijl zij, ofschoon uit de revolutie
gesproten, niet tot de consequentiën der radi
calen en revolutionairen wil overgaan.
In deze kenschetsing ligt veel loftuiting
Laat ons eens voor een oogenblik de wereld
volmaakt droomen, zooals zij in een verwijderde
toekomst wezen zal. Zal men 't zich dan zóó
voorstellen dat alle individuen zijn geworden
adellijk, aristocraat, hoog en verheven? Zal
men zich de volmaakte wereld droomen enkel
van gemeene, domme, opzettelijk domme en
brutale sansculottes
Noch 't een noch 't ander. De droom van
't ideaal der maatschappij is juist die staat
van fatsoenlijken middelstand, van honnéte
bourgeoisie, waaraan Stahl dacht toen hij 't corps
der liberalen beschreef.
Maar Stahl begaat één grooten misslag, wan
neer hij de liberale partij als uit de revolutie
geboren en als de inconsequente revolutie voor
stelt. Dit is te eenemale onjuist en ik kan
dit groote bévue van het scherpziend oog van
den Duitschen professor bijna niet verklaren.
Hij moge den naam, 't woord liberaal al
ophalen uit de Spaansehe geschiedenis, waarin
't eerst dat woord voorkomt als de partijnaam
der revolutionairen tegenover hun tegenpartij
de servilendeze afleiding beteekent niets.
Partijnamen ondergaan gedaanteverwisselingen
als de vlinders. De aristocratie, de adel, de
conservatieve partij en al wat zich op gezag
cn hoogheid verheft, zou toch ook niet gaarne
den naam van servilen d. i. slaafschen aan
vaarden.
Neen, Stahl vergist zich. Daar zijn twee
factoren tc onderscheiden, uit welke alle be
weging, alle schokken, - alle revolutiën voort
komen. De eene factor is de partij van 't gezag
zoowel van 't gezag dat ontleend wordt aan
geboorte, stand, rijkdom, positie in den staat,
als dat 't welk op kennis, geleerdheid, vroom
heid of kerkelijk aanzien berust en ook dat,
't welk zich nederig genoeg- afleidt
van 't Goddelijk gezag, de theocratie. De
andere factor is de revoliltiüffiire partij, die
laagste laag der maatschappij, die altoos woelt,
altoos ontevreden is, altoos zich verzet coüte
que coüte tegen al wat iets is.
De liberale partij nu, is om zoo te zeggen
het produkt van de wrijving eu werking dier
twee uiterste factoren. Zij bestaat daarom ook
uit de gelouterde keur van den eersten factor
uit gezuiverden, waarlijk edelen adel, uit be
keerde aristocraten, uit humane, hooge en aan
zienlijke beambten, geestelijken en geleerden,
en waarom ook niet uit een groot
aantal personen van geringe afkomst, die zich
door eigen kracht, door wil, energie, verdienste
en deugd hebben opgewerkt tot den stand der
honnête bourgeoisie.
Daarom is dan ook de liberale man geen
aristocraat, al gevoelt hij zich te groot en te
edel voor al wat laag en oneerlijk, voor al
wat onrecht en onwaar isen hij is evenmin
revolutionair al vindt men hem ook, als't nijpt,
op de bres met de wapenen in de hand om
de heilige vrijheid te verdedigen tegen tirannen
en onzinnigen.
Ik zeg dan ook niet te veel als ik beweer
dat aan de liberale partij de toekomst behoort.
De geschiedenis is daar Om te bewijzen dat
vroeg of laat al wat hoog en verheven boven
't gros der menschen zetelt en die verheven
plaats enkel en alleen ontleent aan een naam,
aan een idee, aan een staatsinstelling, die men
vroeger niet durfde tegenspreken, terwijl men
ze thaus reeds niet meer zoo boud weg durft
uiten, dat dat alles vroeg of laat moet afkomen
van den geiisurpeerden troon van 't willekeu
rige gezag om zich te scharen onder de edele
phalanx, die 't recht, de verdienste, de waar
heid, de zedelijkheid in haar vaan voert. En
evenzeer moet te eenigertijd die edele vaan
zegevieren over al wat daar nu nog kruipt en
woelt in de laagte en in de diepte der verne
dering door armoede, onkunde, zedeloosheid en
slavernij.
Met deze edele roeping, deze ideale toekomst
der liberale partij voor oogen, heb ik als eerste
maatschappelijke deugd genoemd de liberaliteit.
Dit begrip ontledende zal men vinden dat de
liberaliteit eigenlijk 't collectief is van de edel
ste menschelijke en burgerlijke hoedanigheden.
Zoo versta ik 't althans. En ik acht het in
onze dagen vooral nuttig en gepast dit eens
op nieuw ouder de aandacht te brengen, ook
van diegenen, voor wie 't, daar zij tot de
liberale mannen willen gerekend worden, vast
een bekende en oude zaak is.
Wat is !t geval? Is niet een deel, en niet
het slechtste, der liberale partij tegenwoordig
geneigd om zich te laten aanwerven onder de
cohorten der radicalen, der onverzoenlijker!, der
Fantasie door W E R T H E R.
XIX.
Be President. //Tot mijn leedwezen ben ik genood
zaakt geweest oorlog te voeren tegen de republiek
Amazonia, doch er is alle reden om te hopen dat
weldra een alleszins eervolle vrede zal gesloten worden."
Be Tweede Kamer. //Met belangstelling vernemen
wij dat er alle reden is om te hopen dat weldra een
alleszins eervolle vrede zal gesloten worden met de
republiek Amazonia, met welke wij tot ons leedwezen
in oorlog zijn."
Be Eerste Kamer. //Dat er alle reden is om te
hopen dat weldra een alleszins eervolle vrede zal ge
sloten worden met de republiek Amazonia, met welke
wij tot ons leedwezen in oorlog zijn, vernemen wij
met belangstelling."
Be President. //Het is tot dusver mijne regeering
gelukt de woelingen der onrustige partijdie bet-
droombeeld najaagt van de emancipatie der mannen,
te houden binnen de perken der wetten."
Be Tweede Kamer, nWij hooren van Uwe Excel
lentie dat het Uwer Exells. regeering tot dusver ge
lukt is de woelingen der onrustige partij, die het
droombeeld najaagt van de emancipatie der mannen,
te houden binnen de perken der wetten."
Be Eerste Kamer. //Dat het Uwer Excells. regeering
tot dusver gelukt is de woelingen der onrustige partij,
die het droombeeld najaagt van de emancipatie der
mannen, te houden binnen de perken der wetten wordt
door ons gehoord."
Hebt ge er nog niet genoeg van, waarde Lezers P
Ik zal er u maar niet meer van geven, 't is al wél
zoo. Troonrede-stijl en adressen van antwoord-stijl
is uit den aard der zaak droge stijl.
Plet slot was niet zonder indrukwekkend effect.
Be Pres. Mijn hoogste beden en wenschen voor
Emancipatoria
Be Tweede. (Niet duidelijk verstaanbaar wegens 't
gejuich)Emancipatoria
Be Eerste. (Nog minder duidelijk verstaanbaar wegens
'tsteeds toenemende gejuich)ia!!
Laat. mij thans weder het verhaal, mijner reisavon
turen en impression vervolgen.
Tijdens een bezoek dat ik aflegde bij de zuster van
de machinist geraakte ik daar in kennis met onder
scheidene mij tot dusver nog onbekende personen.
Het gesprek liep o. a. over de meest gepaste en de
gelijke vermaken der beschaafde wereld. Als een zeer
aangename uitspanning, die tevens allergunstigst werkte
op de zedelijkheid werden de bals geroemd en aange
prezen. Ik had daar over zoo mijn bijzondere subjectieve
meening; doch daar deze zoo te eenemale verschilde
van hetgeen ik al zoo hoorde aanvoeren en daar ook
vele argumenten en gezichtspunten mij geheel nieuw
waren, hield ik mij in en luisterde slechts. Dit belette
evenwel niet dat ik een invitatie kreeg voor een bal
dat den volgenden avond zou gegeven worden. Ik was
er eenigszins mede verlegen, wegens de onbeduidend
heid van mijn talent als danser; maar aan den anderen
kant was mijn nieuwsgierigheid toch zoo groot dat
ik de uitnoodiging aannam.
Het bal, dat ik aldus de eer had te mogen bezoeken,
was een staatsbal. Ik weet niet of er ergens elders
iets van dien aard bestaat. De inrichting was deze:
het gebouw, de verlichting de dansers en de muziek
werden verstrekt en onderhouden door den staat; de
buffetten, buitengewone versieringen bij groote feeste
lijke gelegenheden enz. werden bekostigd door een
maatschappij of vereeniging van welke bijna iedereen
lid is. Op denzelfden voet treft men in Emancipatoria
aan staats- of publieke schouwburgen, concertzalen,
turnzalen, cirques, bad- en zweminrichtingen en meer
2