Binnenland.
of aanbeien-ziekte veroorzaaktbleekzucht en
bloedarmoede, klierziekten, rhumatieke en jicbt-
aandoeningen.
Eindelijk komen we tot de regelen die men
in acht dient te nemen bij het baden in zee,
en die doorgaans door onachtzaamheid of door
plaatselijke gelegenheid zoo verwaarloosd worden.
Men moet niet baden in zee vóór 1 Juli of
na uit0. September, teuzij een bijzonder wanne
voorzomer het eenigszins vroeger mogelijk make.
Een enkele bijzonder warme dag in Mei of Juni
moet de liefhebbers niet verlokken zich dan maar
terstond te water te begeven, daar het zeewater
dan betrekkelijk nog te koud is. Voor kinderen
beneden de vijf jaar, voor de meeste personen
van gevorderden leeftijd en voor alle oude lieden
is het zeebad nadeelig en het inademen der
zeelucht voldoende. Zwakke gestellen moeten
niet 's morgens baden, maar 's avondsop 't
midden van den dag moet niemand het doen
en tweemaal daags baden is doorgaans ook
schadelijk en alleen zeer corpulente menschen,
als zij overigens gezond zijn, geoorloofd. Zwakke
personen moeten ook niet dagelijks baden, maar
liever om den anderen dag. Het is niet raad
zaam meer dan 25 baden in zee te nemen.
Nimmer ga men te water als men bezweet
vermoeid of opgewonden is. Kan men de waar
neming doen dan is 't raadzaam niet te baden
als de temperatuur van de bovenlaag des waters
en die der lucht meer dan 4 graden F. ver
schillen. Toen Kroesen dat ongeval kreeg was
de temperatuur van 't zeewater 66° en 62° en
die der lucht 70°. Men moet zorgvuldig ver
mijden te baden kort na het eten. Uit het water
komende kleede men zich zoo spoedig mogelijk
aan, en neme beweging opdat de huid haar
werkzaamheid weder hervatten kunne.
Wanneer we nu dit alles eens in verband
brengen met de wijze waarop wij hier ter
plaatse doorgaans de zeebaden zien gebruiken
dan zullen we nog al wat afwijkingen van de
aangeprezen regelen opmerken. Vooreerst ziet
men dagelijks veel knapen en jongelingen in
de haven baden op alle uren van den dag,
o. a. ook in het middaguur na den eten. Zou 't
schaden? Zeer zeker; want al ziet men die
flinke, gezonde jongens niet bezwijken in het
ontijdige bad, velen van hen vermageren zichtbaar
in den drukken zwemtijd en misschien kunnen
ze alleen door de kracht der jeugd het ontij
dige of te menigvuldige baden weerstaan van
nut voor hun gestel is het zeker niet.
Vele andere liefhebbers van een frisch zeebad
gaan daartoe naar 't Stelletje. Die plaats is niet
ongeschikt als 't getij gunstig is; doch dat men
zich doorgaans eerst in 't zweet moet loopen
om er te komen is een groot nadeel. Wie zich
dus aan het Stelletje gaan baden raden we aan,
om daar dan eerst een poosje aan den dijk te
vertoeven vóór zij te water gaan.
Juist in de afgeloopen week is te Rotterdam een
jongeling dood gebleven in 't bad, dat hij zoo van tafel
komende was ingegaan.
r
lingeu over 't geluk der uitverkorenen die 't goede
deel gevonden hebben; en dat de jongelingen zullen
beroepen hupsclie moderne predikanten, die nu en dan
mantel en bef eens opvouwen en mee doen aan een
partij billard; en dat de mannen den vrouwen van
middelbaren leeftijd predikanten zullen kiezen die
middelmannen zijn en bij wier prediking men kan
waken of slapen al naar verkiezing!
Men wil de' vrouw het stemrecht geven in gemeente,
provincie en staat. Welnu, ik ken haar, in mijn over
drijving dit recht toe. ZaL 't mijn schuld zijn als er
nu in de huisgezinnen ook al verkiezings-mauoeuvres
en verkiezing-intrigues zullen plaats hebben, als de
pastoor of de protcstautsche zieleherder woeker gaat
bedrijven met de stemmeu tier goede vronwkens, of
als deze manlief verrassen met strooibiljetten in zijn
slaapmuts te steken of onder zijn hoofdkussen.
Men spreekt hartroerend over de slaafsche banden
des huwelijks, ofschoon de meestgegronde grieve tegen
de bepalingen van het burgerlijk huwelijk niet hieruit
maar uit gebreken in andere takken der wetgeving
voortvloeien. Welnu, aangegien de raenseh van nature
geneigd is tot overdrijving, wat zit er anders op
dan de zoegenoemde vrije liefde? Want indien werkelijk
de volkomen gelijkheid der beide partijen in het burger
lijk huwelijk wordt ingevoerd, dan heeft men feitelijk
Zwemmers die met een sloep de haven uit
gaan is aan te raden niet zoo plotseling in den
zouten vloed te duiken; dat staat wel flink,
doch het is niet zonder gevaar en beter is bet
zich eerst met de handen of 't hoosvat het li
chaam te bevochtigen, vooral hoofd en borst
Personen van leeftijd is het zeer aanbevolen
om geen geregelde badkuur te beginnen zonder
vooraf een geneesheer te raadplegen.
Het spreekt overigens van zelf dat niet alles
wat we hier in 't midden gebracht hebben van
toepassing- is op 't baden en zwemmen bier
ter plaatse. Zoo hebben we b. v. hier in de
haven, noch aan het Stelletje, en zelfs niet aan
den zeedijk onder Borrendamme, waar sommigen
ook gaan zwemmen, den krachtigen golfslag
die de stranden beukt en dien wij slechts te
Haamstede of te Renesse kunnen vinden maar
het meeste is toch ook hier geldig en wordt zeer
in de aandacht van belanghebbenden aanbevolen.
Wij eindigen deze opmerkingen met te wijzen
op het nut van een behoorlijk ingerichte bad
plaats en zwemschool. Bestond hier zulk een
nuttige instelling dan konden vooreerst vele
ouders hun zonen zwemmen laten leeren die
daartegen nu gegronde bezwaren hebben
vrouwen en meisjes, voor wie het zeebad
in den regel nog veel gezonder is dan voor 't
sterkere geslachtkonden er ook gebruik van
maken, 't geen nu onmogelijk is en we zouden
dan misschien niet op aangename zomeravonden
teruggehouden worden van een wandeling langs
den havendijk door de minder kiesche veitoo-
ningen, die de passage aldaar, althans met dames,
zeer gewaagd maken.
ZIER! IC ZEE, 25 Juli 137 3.
Zierikzee, 25 Juli. Gisteren had alhier het aan
gekondigde festival plaats der sociteit //Tot Nut en
Genoegen." Nadat een paar dagen heerlijk Juli-weêr
de verwachting had versterkt dat de Zierikzeesche
feestzon ons ook dit jaar niet in den steek zou laten,
kwamen Woensdag namiddag en avond geheele eskaders
van met electriciteit geladen luchtschepen overdrijven
en 't was alsof ze in -éeii spiegelgevecht hun krachten
wilden beproeven tegen den dag van gisteren, den
feestdag. Menigeen dacht in zijn eenvoudigheid er
zou donder komen met regen en wind en dat zou
jammer zijn voor 't festival. Maar de uitkomst overtrof
de verwachting, 't was den geheelen dag heerlijk weer,
niet zoo tropisch warm als de vorige dagen, en 's avonds
werd het overheerlijk. Zelfs prof. Doedes zou zich
niet hebben kunnen weerhouden allen lof toe te kennen
aan dien uitgezochten Juli-dag en ze voor zendings
feesten niet beter wenschen.
Het feestprogram was ditmaal eenvoudig matinee
ransicale en soiree musicale door de kapel der Rofcter-
damsche schutterij oiuler directie van den heer Hut-
schenmijterdissolving views met kalklicht van den
heer Maju. Toch was dit ruim genoeg om een
alleraangenaamsteu dag te bereiden aan de leden van
z/Nut en Genoegen" en we erkennen gaarne dat de
feestcommissie die zich telken jare zoo uitstekend van
haar plicht kwijt, ook ditmaal gelukkig geweest in het
vaststellen en uitvoeren van haar plannen.
en waarom ook niet wettig?de vrije liefde, dat is,
van menschen gesproken, nog iets anders en ergers
dan 't geen men bij de dieren opmerkt, ingevoerd.-
Met zekeren nadruk doet men, aangaande dit punt,
het gebrekkige uitkomen van het burgerlijk huwelijk
maar men schijnt niet in te zien dat men, door het
huwelijk tot een gewone, opzegbare burgerlijke over
eenkomst te maken, feitelijk het huwelijk afschaft, en
evenmin schijnt men in te zien dat bij de bestaande
moeielijkheden van 5t ontbinden der huwelijken, juist
de met-gelijkheid der partijen een krachtiger middel
is om een ongelukkig huwelijk niet tot het uiterste
van ellende te laten komen dan de volkomen gelijk
heid der partijen. Aan een strijd tusschen- ongelijke
krachten kan een eind komen, wat is het einde van
een strijd tusschen gelijke krachten?
Re venons a nos moutons Ik kan niet klagen over
veel tegenspoed op mijn reis; integendeel alles liep
mij bijzonder raeê en zonder hachelijke omstandig
heden, zonder gevaarlijke avonturen vond ik in die
vreemde wereld ruime gelegenheid om alles te zien
en te leeren kennen wat belangwekkend was. Zoo
bracht mijn goed gesternte mij in kennis met een
dame aan welke ik veel verplichting heb omdat zij
mij zoo bereidwillig van alles onderrichtte wat ik
Te twaalf ure arriveerde de stoomboot //Zierikzee,"
met vlaggen en wimpels getooid, onder 't bulderen
van 't kanon en bracht de Rotterdamsche kapel alhier
aan. Op de kaai werd zij opgewacht en met de
nationale hymne verwelkomd door de muziek onzer
stedelijke schutterij alsmede mondeling door een com
missi e uit het bestuur van //Nut en Genoegen."
Daarna ging 't in optocht naar //Parklust." Een
groote menigte was op de kaai en in de straten aan
wezig terwijl vele ingezetenen door 't uitsteken van
vlaggen 't- feestelijke van den dag verhoogden.
Het feestterrein was smaakvol versierd met vlagge-
masten, tropheën en sierlijke toestellen voorde verlichting.
Van twee tot vier ure duurde de matinee. Wij
oordeelen het onnoodig uit te weiden in den lof van
het uitstekende muziekcorps. De Rotterdamsche kapel
heeft haar roem gevestigd en die ook bij ons op
schitterende wijze gehandhaafd. Na 't corps van
Dunkier durven we haar gerust de eerste plaats toe
kennen. We weten niet wat meer lof verdient't
onberispelijke ensemble, de keurige zuiverheid, de
ongewoon kuische tonen aller instrumenten waarin 't
meesterschap van den directeur enzoovelen zijner artisten
uitblinkt, of die zilveren klank, dat weeke, teedere, smel
tende en dan weder dat overstelpend krachtige en volle
van de tonenzee, die haar golven over 't aandachtige
publiek uitstortte.
Tot ons leedwezen moeten we de opmerking maken
dat we 's avonds veel van de grootste schoonheden
moesten derven wegens de stoornis der stilte. We
hebben dit bij vroegere feestelijke muziekuitvoeringen
in Parklust wel beter gevonden; er was nu, den ge
heelen avond door, te. veel geloop en gescharrel, te
veel afleiding. We schrijven dit toe aan de weinige,
veel te weinige ruimte van het terrein te Parklust.
't Terrein is voor dergelijke groote vereenigingen
van menschen te klein. ITadclen we dezen dag, vooral
den avond, in de feestweiile nabij de Zelke kunnen
vieren, 't genot zou zeker volkomen zijn geweest.
We willen niet spreken van 't kleine abuis, waar
door de prachtige uitvoering van den //Tannhauser"
verstoord werd. De dissolving views schenen den
heer Maju wat al te vlug te zijn en een deel van
't publiek scheen ook meer begeerig om te zien dan
om te hooren. Op dat oogenblik dachten we dat
de combinatie van zulke muziek met zulke vertoo-
ningen toch minder gelukkig was. Mais tout s:ar
range en ook dit kwam goed terecht. De voorstel
lingen van den heer Maju gelukten uitstekend, 't geen
heel wat zeggen wil van dergelijke zaken in de open
lucht. Inzonderheid vonden we de beeldengroepen
zeer schoon.
Nu en dan werd er Bengaalsch vuur ontstoken en
een vuurpijl opgelaten.
We eindigen met de betuiging onzer buide aan de
Rotterdamsche kapel en haar verdienstelijken directeur
en met de beste wenschen voor den bloei van //Nut
en Genoegen," opdat het bestuur nog menigmaal den
leden znlk een genotvollen feestdag moge bereiden.
Heden morgen te elf ure is het corps van Hut-
schenruijter weder vertrokken. Even als bij de aankomst
op gisteren morgen was ook nu de boot met vlaggen
getooid en werden er saluutschoten gelost.
Een der muziekanten had bij 't aan boord gaan
het ongeluk mis te stappen en in de haven te vallen
gelukkig werd hij spoedig door den kapitein en een
paar man der equipage van de boot van onder de raders
opgevischt en gered.
In de Nieuwsbode van Donderdag 24 Juli komt
voor een eerste artikel over Landbomo-Ondenoijs. We
releveeren uit dit stuk iets, dat er zooals ter loops
gaarne weten wilde en mij in veel kringen toegang
verschafte die anders voor mij gesloten zouden geweest
zijn. Ik had die kennismaking te danken aau een
ongeluk dat, zoo als doorgaans 't geval is, geen absoluut
ongeluk bleek te zijn daar 't voor mij een gelukje was.
Op een wandeling, eenige dagen na mijn aankomst,
gebeurde het dat van een rijtuig dat in flinken vaart
aankwam de vooras brak; door den schok tuimelde
de koetsier van den bok en bleef bewusteloos op de
straat liggen en diezelfdeschokdeed de paarden schrikken
en aan het hollen slaan met het gebroken rijtuig.
Ik was er juist van pas bij om de vurige rossen te
grijpen eer ze nogin blinde drift ontstoken, niet
meer te houden zouden geweest zijn. Nu was 't eigen
lijk maar eer» bagatel, een handigheid en een stoute
greep waardoor ik 't gespan in toom hield en aan de
dame die in het rijtuig zat gelegenheid gaf er uit te
wippen. Hoewel schrikachtigheid in Emancipatoria
niet tot de vrouwelijk zwakheden behoort, was haar
toch de natuur een weinig sterker geweest dan de
leer, zoodat ze wel een oogenblikje noodig had om
weer goed op haar gemak te komen, 't Gevaar was
dan ook niet gering geweest. Ondertusschen liep alles
goed af, ik geloof dat de koetsier er ook nog al
tamelijk afgekomen is en de dame geleidde ik naar
haar woning. 'Wordt vervolgd.)