Buitenlandse^ Overzicht.
Gemengde Berichten.
Binnenland.
Z I E B I K Z E E, 2 2 Juli 1 8 7 3.
zieitikzee, 21 Juli. Gisteren heeft de? Harmonie
„Kunst en Eer", daartoe aangezocht door de Commissie
voor volksvoordrachten, van 12 tot half 2 uur, eenige
muziekstukken uitgevoerd in de nieuwe muziektent in
de wandeling. Een talrijk publiek woonde die uit
voering bij en er heerschte de meest gewenschte stilte
en orde.
Z. M. de koning heeft de uitnoodiging van het
gemeentebestuur van Vlissingen om de feesten bij te
wonen bij gelegenheid der opening van de kanaal-,
spoorweg- en haven werken aldaar, aangenomen. Z. M.
zal ook aan het door de gemeente Vlissingen aange
boden diner deelnemen, en heeft tevens te kennen
gegeven dat het hem aangenaam zal zijn de prinsen
van het koninklijke huis daarbij tegenwoordig te zien.
Men leest in den Ned. Financier
Wij herhalen onze reeds vroeger te kennen gegeven
opinie, dat wij het in het belang der houders van
St. Paul Pacific en St. Vincent Brainard Obli-
gatiën in liooge mate noodzakelijk achten, dat deze spoedig
ingeleverd worden daardoor alleen wordt het door de
Obligatieliouders benoemde Comité in staat gesteld de
aan zijne zorgen toevertrouwde belangen met goed ge
volg waar te nemen.
Wie aan de uitnoodiging tot inlevering niet ten
spoedigste voldoet, laadt daardoor eene groote ver
antwoordelijkheid op zijne schouders, want wanneer
het getal der ingeleverde stukken alhier niet de helft
van het overal in omloop zijnde getal overschrijdt,
zal het Comité niet in rechten kunnen optreden en
loopen de houders alsdan daardoor gevaar, dat de
concessie voor de voltooiing van den St. Vincent
Brainard spoorweg ingetrokken wordt er ook niets
voor de spoedige wederopname der reutebetaling op de
obligatien der oude lijnen geschiedt.
Naar het zich laat aanzien, zullen de kosten op elke
obligatie vallende gering zijn, echter ook die houders
treffen, welke bij de inlevering in gebreke blijven,
want het Comité zal hen na afloop zijner bemoeiingen
niet kunnen laten deelen in de verkregeue resultaten,
zonder deelneming te eischen in de gemaakte kosten.
De inlevering is des te gemakkelijker gemaakt, door
dien het algemeen beurs-comilé de uit te geven cer
tificaten leverbaar verklaard heeft en er voor elke in
te leveren obligatie een afzonderlijk certificaat afge
geven wordt, zoodat ook voor den ruil in de pro-
logatien geene moeielijkheid bestaat."
's Gila.venha.ge. De straat-prediking hier ter stede
neemt hand over hand toe terwijl vroeger de heer
Esser het publiek alléén toesprak, zijn er nu reeds
drie heeren, die zich met dit geloofswerk belasten
een dezer drie straatpredikanten behoorde vroeger tot
den Israël, godsdienst, hetgeen hem zeker niet tot aan
beveling zal strekken bij zijn pogingen om zijn mede-
menschen tot een „vast geloof" aan te sporen.
Amsterdam, 19 Juli. In den afgeloopen nacht is
het vuurwerk, dat ter opluistering van het heden ge
vierd wordende feest der Boei- en Zeilvereeniging „de
Hoop", heden avond zou worden afgestoken, in den
brand gevlogen. Gelukkig zijn de gebouwen van „de
Hoop" gespaard. Alleen een loods werd een prooi dei-
vlam men.
Het stoomschip „Botterdam" kapitein Hus, van de
Ned. Araerik. Stoomvaartmaatschappij, is den löden
dezer te New-York aangekomen.
Men schrijft uit Amsterdam, dd. 13 Juli aan de
Asser Courant.
„Dikwijls worden er ware of overdreven staaltjes
in de dagbladen medegedeeld van de buitengewoon
hooge verdiensten der diamantwerkers, doch wat ik
daarover uit den mond van een hunner heb vernomen
wenscli ik hier mede te deelen.
„Het loon van de diamantklovers beloopt, volgens
bekwaamheid, van circa f 140 tot f 200 wekelijks
dat der diamantslijpers is lager, doch die/70 wekelijks
verdient, behoeft nog geen heksenmeester in het vak
te zijn. Huil werktijd is hoogstens 10 uren daags
en ze zijn onderling zoo vereenigd, dat nog geen
vader zijn zoon bij het vak raag opleiden buiten toe
stemming der vereeniging. Dat de fabrikanten evenwel
ook goede zaken maken kan uit het volgende staaltje
blijken. Eenige dagen geleden kwam een juwelier
met een grooten diamant aan een der fabrieken alhier
om dien te laten kloven. Hij vroeg naar den arbeidsprijs
en ontving ten antwoord „tachtig gulden". „Dat is
veel", zei de juwelier, cn het antwoord was een onver
schillig schouderophalen. Eerst besloot de juwelier
naar eene andere fabriek te gaan, maar bedenkende
dat hem daar wel honderd gulden kon worden gevraagd,
vroeg hij, wanneer hij den diamant kon terughalen.
„Och, wacht maar even," zeide de chef der fabriek,
en waarlijk binnen 15 minuten was de diamant naar
opgave gekloofd. Overigens bloeit dat vak heden zeer.
Gedurende den Duitsch-Eranschen oorlog stond het
bijna totaal stil, nadat het reeds lang kwijnende was
geweest, zoodat menig diamantwerker destijds zijn
leven rekte door met den schoenenbak te staan. Blijven
de werkzaamheden dan ook nog drie jaren zoo als ze
op heden zijn, zeker zal er dan geen onbemiddelde
diamantwerker meer gevonden worden. Uit het boven
medegedeelde laat zich lichtelijk verklaren, hoe de
diamantwerkers-vereeniging een zoo duur terrein heeft
kunnen aankoopen, waarop een reeks van burger
woonhuizen wordt opgetrokken. Ofschoon de geheele
koopsom en bouwkosten door een rijk particulier zijn
voorgeschoten, zijn er toch velen der aandeelhouders,
die, zonder dat zij zich de minste ontbering behoeven
te getroosten, wekelijks 100 van hun aandeel kunnen
aflossen, terwijl zij voor de rente van het gestorte
onmiddellijk reeds 4 pCfc. ontvangen, tot het aandeel
hun eigendom is. Overigens vergeten de diamantwerkers
ook niet dat er minder goed bedeelden dat zij bestaan.
Milde uitdeelingen aan de armen hebben van wege
hunne vereeniging geregeld wekelijks plaats. Ook
steunen zij de strijdende sigarenmakers-gezellen, of
schoon steeds ongenoemd, krachtig in hun strijd."
Met volle recht mogen wij zeggen dat wij tegen
woordig leven in een veelbewogen tijd. Hel laat
zich uit vele verschijnselen opmaken dat de negen
tiende eeuw haar cirkel niet zal sluiten zonder dat
zeer groote wereldgebeurtenissen haar beslag hebben
gekregen. Onder onze oogen ziet men deze aller
wegen voorbereid worden, gelijk eeu eeuw geleden
ook de onweerswolken zich al dichter en dichter
samenpakten, waaruit de groote beroeringen zijn voort
gekomen van 't laatste gedeelte dier eeuw en van
't begin der negentiende. Gaat dan de wereld niet
vooruit, daar toch al deze dingen blijven als voorheen
Voorzeker we behoeven aan dien vooruitgang niet te
twijfelen; doch als men zich hem wil voorstellen als
loopende den kortsten weg, langs een rechte lijn,
dan schijnt het wel nu en dan of hij in 't geheel
niet bestaat en of de vooruitgang maar een hersen
schim is. Wat toch zien we in de wereld? Bloedige
oorlogen in bijna alle werelddeelenburgeroorlog,
anarchie, woeling en onrust, ontevredenheid en gemor,
bandeloosheid en ontbinding op vele plaatsengods
diensthaat, voorbereiding van groote godsdienstoor
logen misschien op 't geheele vaste land van Europa;
bedenkelijke crisis in handel en nijverheid; kortom,
een donker tafereel, waarin de lichtende punten
weinigen zijn.
Wij denken ons evenwel den vooruitgang niet langs
eeu rechte lijnde wendingen der spiraal zijn een
meer passend beeld en in die wendingen komt men
van tijd tot tijd weder in streken terug waar men al
geweest is, doch altoos is men toch wat- hooger of
wat verder dan een vorige omwending. Zoo laten
zich de donkere dagen verklaren, die wij beleven,
zoo kan men toelichting geven bij 't protest dat
de gebeurtenissen schijnen aan te teekenen tegen de
leer dat de wereld toch vooruit gaat.
De donkerste plek van 't donkere tafereel is voor
zeker Spanje. Het wordt in dat ongelukkige land
hoe langer hoe grooter warboelde ontbinding gaat
met rassche schreden voort en het schijnt bevestigd
te worden dat we juist zagen toen we onlangs schre
ven, dat Spanje zijn 89 nog eerst moet doorworstelen
eer het tot kalmte en tot lotsverbetering kan geraken.
Zoo lang het Iberische schiereiland een geschiedenis
heeft is er vast geen tijdvak aan te wijzen, waarin
de wanorde zoo groot, de verwarring zoo veelomvat
tend, de ellende zoo in top gestegen waren als thans.
Dit zijn dan nu de vruchten van een absoluut
clericaal monarchaal bestuur van bijna vier eeuwen.
Don Carlos profiteert van de ellende om een hol
klinkende phrase te maken. „Spanje sterft! Vrijwil
ligers laat ons het redden!" roept hij uit; waarom
legt hij zijn vrijwilligers niet eens klaar uit, hoe
Spanje toch eigenlijk wel zoo naar is geworden dat
het nu den dood nabij is?
In de laatste weken is de toestand al bedenkelijker
geworden. De regeering der - republiek heeft langen
tijd gepoogd den storm te bezweren, de orde te hand
haven, de reactie der Carlisten te bedwingen, de
woelingen der socialisten en internationalen te stillen
de geldelijke verplichtingen des lands na te komen
en zoo waarlijk het land te redden. Al deze pogingen
zijn echter mislukt. Voornamelijk zeker wel daarom
dat er in Spanje op dit oogenblik geen enkele krach
tige geest is, die eenheid in de leiding kan brengen
en de oneerlijken en zelfzuchtigen in hun drijven
beteugelen, 't Eene ministerie is het andere opge
volgd zonder eeuig resultaat. Noch in de hooge
kringen, noch bij 't volk was medewerking of zede
lijke steun te vinden ja 't volk scheen steeds rede-
loozer te worden. Toen heeft men zijn toevlucht
gezocht in de federatieve republiek. In geen land
toch is de provinciale geest levendiger gebleven dan
in Spanje. In menig opzicht is Spanje's eenheid,
ofschoon sedert vier eeuwen gevestigd, maar een
aardrijkskundig en staatkundig begrip en leveren
zeden en gewoonten, karakter en denkwijze, taal en
volksaard in de provinciën een zeer groote verschei
denheid op. Het idee der onafhankelijkheid en zelf
standigheid van de provinciën werd dan ook met
ongewone geestdrift begroet, met groote meerderheid
in de Cortes- aangenomen. Doch de uitslag heeft de
berekeningen teleurgesteld, 't Uitroepen der federatie
is het sein geworden voor een algemeene ontbinding.
Kleine en groote afzonderlijke steden constitueerden
zich als zelfstandige deelen der republiek. Onder dit
alles vonden de raddraaiers der Internationale schoone
gelegenheid om hun leer in practijk te brengen en
de regeering van Madrid die reeds onmachtig was
om den opstand der Carlisten te bedwingen, heeft
er nu de Communards en Internationalen bij gekre
gen. Geen wonder dat geen kabinet tegen zooveel
stormen bestand kan zijn. Pas had dan ook de heer
Pi Y Margal zijn kabinet bij elkander of het stort
weer ineen en verdwijnt zonder iets uitgevoerd te
hebben. Op dit oogenblik hebben we in Spanje het
ministerie Salmeron, waarin buiten dezen, die optreedt
als president zonder portefeuille, zitting hebben Soler
voor Buitenlandsche Zaken, Carvajal voor Financien,
Moreno Bodriguez voor Justitie, Maisonave voor
Binneulaudsche Zaken, Gonzalez voor Oorlog, Oveiro
voor Marine, Fernando Gonzalez voor Openbare
werken en Palanca voor Koloniën. Het heet een
ministerie der rechterzijde. Tegelijkertijd is door de
Cortes besloten de samenstelling der constitutie met
kracht aan te vatten en in de eerste plaats het getal
en de grenzen der bondsstaten vast te stellen. On-
dertusschen hebben Valencia, Marcia en andere plaat
sen zich al. vast op eigen gezag de zelfstandigheid
toegekend. Te Cadix en te Malaga zijn de rooden
de baas. Te Alcoy heeft men al de gruwelen der
commune beleefd, doch de stad is weder in de macht
der soldaten; te Barcelona liep men hetzelfde gevaar,
doch net is daar voor 't oogenblik nog weder afgewend.
De Carlisten schijnen inmiddels vekl te winnen
al dringen zij ook nog niet veel naar het Zuiden door.
Don Carlos moet zich nu toch werkelijk op Spaan-
schen grond bevinden. Natuurlijk heeft hij zich door
snorkende proclamaties laten voorafgaanwe haalden
daaruit boven reeds een zin aan. Den pastoor Santa
Cruz heeft hij in den ban gedaan en vogelvrij ver
klaard. Of dit ernst was? Het is de vraag; want
Santa Cruz bevindt zich op dit oogenblik in Frank
rijk, de regeering van Madrid heeft van die te Ver
sailles zijn uitlevering gevraaga hem qualificeerende
als moordenaar, brandstichter, oproerling enz., doch
't Fransche gouvernement weigert hem uit te leveren,
't Zou te bezien staan wat er zou geschieden als
Don Carlos eens met een verzoek om uitlevering
aankwam; doch dit verwachten wij niet en wie weet
of wij dienzelfden Santa Cruz niet nog eens met den
kardinaalshoed op te Madrid zullen zien.
Krabbe ndijke 17 Julij
Aan de redikteur van de Zierikseesche
crant te Zierikzee.
Mijnheer
Zet als je wil dit in de Zierikseesche crant.
te K. zingt men
t Loopt nu al den duivel tegen
Zei een ekster onderlaatst
k Kan niet stelen, k kan niet knoeijen
Ieder schijnt thans op zijn plaats
k Wip zoo veel
k Loop me scheel
Maar het wil me niet meer baten
Ze laten mij alleen maar praten
ekster ekster dat gaat slecht
Nooit nooit komt het meer terecht.
Mijnheer je kent het zingen op de wijze
Waar is keesie
als je dat er bij wil zetten dat is ook goed
ik weet niet meer, op een andere keer weer wat
Uw bestendige lezeres
BETJE GUNST
Er wordt wel eens beweerd dat de dames, die zoo erg
klagen over de kostbaarheid van haar toilet, niet altijd
even oprecht zijn, want heel dikwijls zijn zij juist de eersten,
die elke mode volgen tot in 't overdrevene toe. Maar,
worden zij valsche beschuldigd, dan is er nu een heerlijke
gelegenheid om haar eenvoudigen zin te toonenDe fashi
onable dames, die in de groote wereld te Rome den toon