voor het arrondis- ment Zierikzee. 1873. No. 58. Woensdag 23 Juli. 76ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD F e uillet o n. BEKENDMAKING. Een woord aan onze Landbouwers. Een reisje naar Emancipatoria, /n mk/i isriii i iu iiwr. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden 1.Franco per post f 1. Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 16 regels, mits contant betaald, 26 et. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKEXMAX. Bij herhaling werden ons artikeltjes toegezonden in den trant van de ge mengde berichten van een welbekend blad. Wij hebben ook herhaaldelijk verklaard dat wij zulke bijdragen niet kunnen gebruiken en zijn er zelfs onlangs toe overgegaan om te dreigen dat we voortaan, dergelijke aardigheden ontvangende, ze in haar geheel zouden opnemen. Onze lezers zullen in de gemengde berichten hierachter kunnen zien dat het ons daarmede ernst was. De Redactie. Opening der Jagt op Waterwild. DE COMMISSARIS DES KONINGS IN DE PRO VINCIE ZEELAND. Gezien het besluit van heeren Gedeputeerde Staten van den llden dezer, no. 167 Gelet op art. 11 der wet van den '13den Junij 1857 (Staatsblad no. 87); maakt bekend, dat de opening der jagt op waterwild bedoeld in art. 17, laatste lid, der voornoemde wet, in deze provincie door Gedeputeerde Staten is bepaald op Maandag den 28sten Julij aanstaande. Deze kennisgeving zal in het Provinciaal blad geplaatst en afdrukken daarvan, in plano, zullen aan de gemeente besturen ter aanplakking gezonden worden. Middelburg, den 15 Julij 1873. De commissaris des konings voornoemd R. NV. VAN LIJNDEN. BEKENDMAKING. De BURGEMEESTER van Zierikzee maakt bekend, dat op Donderdag den 24 dezer maand de passage door de openbare Wandeling, tusschen de Noordhaven^ en de Nobel- poort, voor het gedeeltedat alsdan zal zijn afgesloten van. des middags 12 uur tot des middernachts, verboden is, Zierikzee den 18 Julij 1873. De Burgemeester voornoemd, v. CITTERS. Gelijk bekend is werd op liet 27e Land- hnishoudkundig Congres, dat dezer dagen te Delft is gehouden, besloten dat het 28e Congres zal plaats hebben te Zierikzee in den zomer van 1874. Wij brengen allen lof toe aan ons Gemeentebestuur en verdere autoriteiten, die medegewerkt hebben tot het nemen van dit besluit. Het houden van een dergelijk Congres toch is om velerlei redenen een belangrijke zaak voor onze gemeente. In onze bijna uit sluitend door landbouw bloeiende streek, die tevens door haar insulaire ligging in zekeren staat van afzondering verkeert, moet wel elke gelegenheid tot kennismaking met hetgeen buitea ons omgaat gretig worden aangegrependaar bekendheid van onzen landbouw en onze pro ducten bevorderlijk is voor den afzet dier pro- druoten en voor de waardeering van den Zeeuvvschen landbouw en'veeteelt, en onze land bouwers daarentegen door persoonlijke kennis making met hetgeen wetenschap en practijk elders hebben doen vinden en dat op zulk een Congres tot algemeen goed gemaakt wordt, buiten twijfel kunnen gebaat worden. Voor allen is er nog veel te leerende overige provinciën kunnen leeren van ons en wij wederkeerig' van hen. Wij juichen daarom zeer toe het besluit der „Zeeuwsche Maatschappij van Landbouw" om ter gelegenheid van het 28e Landbuishoud- kundig Congres ook een tentoonstelling van landbouw te houdeu en dat de Sociteit „Nut en Geuoegen" zich aangesloten heeft om voor 't genoegelijke te zorgen bij 't nuttige, vinden we mede een zeer goede gedachte, iets dat geheel op den weg dier bloeiende vereeniging ligt. Ons Gemeentebestuur zal zich ook niet onbetuigd laten, zoodat we in 1874 op een recht aangename feestweek kunnen rekenen. Maar zullen congres en tentoonstelling, de ernstige zaken waarom 't toch in de eerste plaats te doen is, naar wensch gelukken, dan is daartoe algemeene en ijverige medewerking noodig, dan rast op onze landbouwers vooral de verplichting om tot het welslagen van't ge- heele landbouwfeest krachtdadig bij te dragen. Wij achten het niet voorbarig reeds nu heeren landbouwers uit onze eilanden en van geheel Zeeland tot die modewerking nadrukkelijk uit te noodigen en op te wekken. Wij leven gelukkig niet meer in den tijd dat de landbouwers afkeerig waren van con gressen en tentoonstellingen, dat is van de openbaarmaking der resultaten van wetenschap en practijk op 't gebied van den landbouw de dagen dat de eeue polder een onbekend land was voor den auderen zijn voorbijhet vooroordeel tegen het nieuwe en vreemde sterft uit; onze landbouwers willen wel aannemen wat zij elders als goed en proefhoudend leeren kennenin één woord, ofschoon wij in een achterhoek wonen, zijn we geenszins achterlijk. Maar wel moet het gezegd worden dat de Zeeuwsche landbouw tentoonstellingen nog niet die algemeene en ernstige medewerking hebben gevonden, die zij konden erlangen en ook ten volle verdienen. Om eens iets te noemenwat men tot dusver op onze tentoonstellingen te zien kreeg van de resultaten van de veeteelt was doorgaans niet in staat om een voldoend overzicht en een billijke schatting van dezen ook bij ons ge- wichtigen tak van landbouw op te leveren. Vele schoone exemplaren van fokkerij of vet- weiderij werden niet ingezonden, hetzij uit traagheid of uit een verkeerd geplaatste eigen liefde, welke den landbouwer terug hield, die meende dat hij toch niet bekroond zou worden of van den eersten prijs niet zeker was. Het Fantasie door W E R T H E R. XIV. Het doet mij leed dat mijn lezers zoo weinig ge duld hebben dat zij te nauwernood den afloop mijner reis willen afwachten; zoo zij dit toch doen, 'tis ge wis enkel omdat ze niet anders kunnenwant wat baat het den ongeduldigen of ze al zeggenis 't nu nog niet uit? daar ik toch slechts twee maal per week een klein eindje van mijn verhaal kan leveren en de reis dus niet bijzonder opschieten kan. Daarbij komt nog dat deze en gene mij reeds is voortuitgeloopen en in Emancipatoria reeds alles heeft afgezien wat daar bij mogelijkheid te zien is. Ik begrijp u al zeggen dezen, en al wat ge nu nog vertellen kunt zal toch niet in staat zijn te beletten dat men uw reis verhaal vervelend, uw fantasie dwaas zal noemen. Dit dwaze moet hem zitten in 't overdrevene, en waarlijk een paar van mijn beste vrienden hebben mij al onder de roos gezegd dat de overdrijving 't grootste gebrek is van mijn fantasiestukje. Overdrijving een raar woord, een over dreven benaming zou ik haast zeggen, voor alles wat men ietwat luider of scherper hoort zeggen dan de stemvork van de ordinaire converatie aangeeft. Kan ik 't helpen dat de wereld zoo vol overdrijving is? Noem eens iets op, waarin men niet overdrijft. Bestond er geen overdrijving in het streven der verschillende klassen der maatschappij, dan zou 't sociale vraagstuk geen vraagstuk meer zijn; dan zou niemand te klagen hebben dan over zijn fouten of domheden dan zon geen huismoeder zuchten over de duurte van 't vleesch en van de koffie; dan zou geen enkel dienstmeisje haar eer in gevaar brengen om mooi gekleed te gaandan zou geen enkel jongeling de rechten van den man willen genieten zonder ook de plichten daaraan verbonden te vervullen. Bestond er geen overdrijving dan zou de vrouw niet medegesleept worden in den rosmolen der industrie, dan zou 't huwelijk niet langer zijn een artikel van weelde dat de een zich moet onthouden uit zuinigheid, de ander uit eenvoudigheid, een derde uit slordigheid. Heerschte er geen overdrijving in 't godsdienstige, dan zou 't voor de menigte niet zoo verleidelijk zijn eenvoudig te knikkebollen bij 't geen ze niet kan vatten, of te huicheleu wat zij omvatbaar is waarlijk aan te hangen doch waarvan de schijn ook al vol doende is om door de wereld te komen. Kortom als men nooit overdreef dan was er voor dit geschrift geen raison d'etre. Maar omdat alles overdreven wordt wat onze hedendaagsche vooruitdrijvers aanvatten moet men wel een weinig met hen de hoogte ingaan, als men zoowat wil zien waar ze heen willen. Waarheen nu willen de ij veraars voor de emancipatie der vrouw? Dat ze wel naar een plaats willen waar 't //goed zijn" is, daaraan mag men niet twijfelen. Doch als men den blik laat weiden over 't geen er alzoo geëischt en hier en daar ook verworveu wordt dooi de kampioenen voor de rechten der vrouw, dan kan men de bedenking niet weerhouden of alles wel eer lijk spel is, of die kampioenen zelf 't vraagstuk wel meester zijn en de gevaren wel zien die aan onver standig drijven verbonden zijn. Het is gemakkelijk een roerend tafereel op te hangen van den ellendigeu staat waarin de vrouw verkeert in de zoogenoemde christe lijke maatschappijdoch wanneer meu hierbij over 't hoofd ziet den jammerlijken staat van bekrompenheid, verwaarloozing, verdorvenheid waarin ook het grootste deel der mannen verkeert dan wordt men al dadelijk, van den beginne af, overdreven. En al wat men dan wil forceeren om 't lot der vrouw te verbeteren kan slechts de wanverhouding verergeren. Daar zijn er die de verbetering wachten van beter onderwijs der vrouw. Welnu onderwijs dan de vrouwen en maak ze even ontwikkeld als de mannen; wat zal

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1873 | | pagina 1