ZIERIKZEESCHE COI K W I voor het arrondis- seiiient Zierikzee. 1873. No. 56. Woensdag 16 Juli 76ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Feuilleton. Veiling van Tiende-Vruchten. BEKENDMAKING. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden 1.Franco per post ƒ1.- Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. LVlvEMÏW. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee brengen ter kennis van belanghebbendendat de openbare Veiling der TIENDE-VRUCHTEN, aankomende deze Ge meente, voor den jare en oogst van 1873, zal plaats hebben op Donderdag den 17 July e. k., des voormiddags 10 uur, op het Raadhuis dezer gemeente. Zierikzee, den 4 Julij 1873. De Burgemeester en Wethouders C. J. FOKKER, Weth. l.B. De Secretaris J. P. N. ERMERINS. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee maken bekend dat thans open zijn twee plaatsen van hulponderwijzer in deze gemeentede eene aan de openbare lagere school voor on vermogenden (Armenschool) en de andere aan de openbare lagere school voor minvermogenden (Tusschenschool). De jaarwedde aan elk dier betrekkingen verbonden is, onder nadere goedkeuring van de Gedeputeerde Staten, be paald op VIERHONDERD GULDEN, en zal met HONDERD GULDEN worden verhoogd, zoodra de benoemde eene akte van bekwaamheid als hoofdonderwijzer zal hebben verkregen. Zij roepen allen* die voor die betrekkingen in aanmerking wenschen te komen op, zich met overlegging hunner stukken ten spoedigste aan te melden bij den Burgemeester dezer gemeente. Zierikzee, den 11 Julij 1873. De Burgemeester en Wethouders, C. J. FOKKERWeth. l.B. De Secretaris J. P. N. ERMERINS. 1> ELFT, 11 JulK Ik kau nog niet vergeten dat het hier deze week zoo druk is; voor mij die Delft ken in al zijn stil heid en deftigheid, een stille deftigheid zóó groot, dat in gewone tijden de witgedaste burgerkeur van 't Oude Delft de huisdeur zacht achter zich toesluit om geen burengerucht te maken en zwevend langs de zindelijke straten schuift om toch 't decorum te bewaren, is 't een verrassing 't huishouden zoo over hoop en den dagelijkschen sleur zoo luidruchtig ver stoord te zien. Om een denkbeeld te geven van de ongewone drukte vermeld ik slechts dat er op Dins dag, den dag der maskerade, over de Hollandsche spoorlijn vervoerd zijn 35000 personen, waartoe men 28 gewone en 59 extra-treinen gebezigd heeft. Be halve dit groote gezelschap bezoekers zijn er ook nog eenige duizenden met andeie vervoermiddelen naar Delft gekomen; ik zag althans sommige ruime zij straten geheel volgezet met ontspanneu rijtuigen en den geheelen nacht door tot Woensdag morgen toe was 't op den Haagweg zwart van voetgaugers. Woensdag morgen heeft Hertog Karei van Gelder gehouden court plu nier of receptie, gelijk hiervan daags te voren //allen luyden condt" gedaan was. Wie bij die gelegenheid zich op 't feestterrein bevond werd onwillekeurig verplaatst in een van die schil derachtige tafereelen, welke o. a. van Lennep zoo nauwkeurig heeft afgemaald. De hertog was ditmaal gekleed met een rood fluweelen mantel met hermelijn gevoerd, waarvan de slippen door pages werden ge dragen. Statig nam hij plaats onder den prachtigen troonhemel, waarvan de achtergrond uit wit satijn bestond, met gouden sterren bezaaid en de zijwanden uit rood fluweel. Daarop werden door heer Gerard van Weerdenburg, Erfhofmeester van 't hertogelijke hof, met gepaste courtoisie onderscheidene collegien, z/vroime ind manhafte luyden," poorteren en poorte ressen aan Zijne Genade voorgesteld. //Alle Joffers ind alle Jonckvrouwen of olde ind jonghe wifkens ut de kerspele van Delf" die zulks verlangden werden ten handkus toegelaten. De hertog had gracieusélijk voor ieder een woirdeken van hoffelijkheid over en beloofde zooveel hij vermocht 't hun aangenaam te maken. Daarop bedankte hij voor de hem bewezen eer en hield vervolgens een plechtstatigen omraeganck door den tuin of het //Camp van de festijnen" zooals 't in de officieele invitatie-brieven heette. Inmiddels deed zich 't voortreffelijke harmonie-orchest van Stümpff hooren en de hertog Het gulhartig zijn gasten //mit Z. G. banquetteeren mit romanye ind malvesye, grueniger olde wifkens ind cnapcueckskins." 's Avonds concert van Stümpff op 't feestterrein, met drukke opkomst van feestgangers, alsmede Soiree Musicale op de studenten-sociteit Phoenix, waar niemand verscheen, 't Was ook waarlijk wat al te veel en één mensch gaat maar éénen weg. Donderdag was de eerste dag van 't groote mu ziekfeest. De uitvoering bestond voor dien avond uit den Judas Maccabaus van G. F. Haetidel. De bloem der zangers, zangeressen en instrumentisten voerde 't grootsche toonwerk uit voor de bloem van Hollands aristocratie. Gewone poorteren en poorteressen moesten, door den drang der om- slaudigheden, aan den buitenkant en in de omgeving van het heilige walhalla der muziek zich vergenoegen met het opvangen van eenige galmen. Nu, dit kon wel niet anders, want wie zoo wat van alles wilde profiteeren en ook den Judas hooren, zou zijn beurs wat al te erg hebben moeten judassen. Maar des te grooter en ongestoorder was 't genot voor degenen, die binnen de omfcuining en in de prachtige feestzaal zich een plaats hadden verschaft. Directeur was de heer J. O. Boers van Delft; de solisten waren mevr. LemmensSherrington van Lon den, sopraan; mevr. Valentine Degivele Delier van Antwerpen, alt;, de heer Franz Diener van Berlijn, tenor en Carl Hill van Schwerin, bas. De koren bestonden uit 280 stemmen en het orchest telde 80 executanten. Voorwaar materieel genoeg om iets groots uit te voeren. Dit is ook geschied. Van de solisten oogstte mevrouw Sherrington de rijkste lau weren, terwijl Carl Hill zijn onder ons gevestigden roem krachtig handhaafde en mevrouw Degive en de heer Diener hun in Holland nog niet zoo alge meen bekenden naam met eere vestigden. Inzonder heid werd de heer Diéner wegens zijn krachtig en rein tenor-geluid bewonderd. De alt was in som mige passages zwak, doch in andere daarentegen onovertroffen schoon. De koren waren uitstekend, hierover was maar één opinie, terwijl 't orchest even eenstemmig als middelmatig geschat werd. Na afloop van de uitvoering zou op 't terrein dei- schietbaan aan den Oost-cingel van wege de stad Delft een groot vuurwerk ontstoken worden. Inmid dels werd er in den prachtig verlichten tuin van Stads Doele een concert gegeven door de kapel der Artillerie en op de groote markt een gratis-concert door de muziek van 't derde regement Huzaren. Deze concerten liepen tegen tien uur af, waarna een ontelbare menigte zich naar buiten begaf en het schietterrein, den cingel en de plantage vervulde. Een reisje naar Emancipatoria, Fantasie door W E K T H E R. XII. Ik heb later meermalen aan die scène gedacht en dan kwam mij altoos het schaatsenrijden op 't gladde ijs voor den geest. Een goed schaatsenrijder kan op 't spiegelgladde ijsvlak zoo vast staan als een vijftig ponder op 'fczand; en toch, 'tijs is glad en de beste rijder kan wel eensvallen. Hij blijft eigenlijk ook maar net zoo lang op de beenen, ais hij niet valt. Ik herinner mij nog wel van een mijner kennissen, een aartsvluggert op de schaatsen. //Ik val nooit," zei hij eens mij dunkt ik hoor 'them nog zeggen, hoewel hij al dood en begraven is en zie, hij had nog nauwelijks die hoogmoedige woorden gesproken of daar valt hij met zeker lichaamsdeel, dat speciaal in gericht is om er op te vallen, een ster in 't ijs. //O, Ja, zei hij toen, maar hier lag ook net een eindje touw dat een achteloos schaatsenrijder daar heeft laten liggen." Zoo is de wereld en zoo zijn de menschen en er is geen gebrek aan houtjes of eindjes touw op de gladde baan. Ik had mij te bed begeven doch kon niet slapen* Aanvankelijk hinderden mij de geluiden in huis toegeworpen deuren, onzacht verplaatste stoelen, stappen in de gangen en op de trappen. Van lieverlede werd alles stil, maar toch kan ik den slaap niet vatten. Ik wendde en keerde mij, iktrachteeen chronologische tafel te repeteeren, een middel dat mij vroeger altoos geholpen had om in slaap te geraken welke muize nissen ik ook in mijn hoofd haddoch alles te ver geefs. Ondertusschen gevoelde ik dat ik langzamerhand overmand werd door een zekere bedwelming die ik nooit te voren ondervonden had ik meende te waken en toch was 't mij zoo zonderling te moede alsof ik in een andere wereld verkeerde. Meer en meer maakte die betoovering zich van mij meester; 't was alsof ik in een nevelwolk werd gehuld, die mij opnam en langzaam en onder een suizend geluid verre weg voerde, heel ver weg naar een onbekend laud. Ik spande al. mijn krachten in om mij te verzetten tegen de geheim zinnige macht die mij al meer en meer overwon en mij de vrije beschikking over zenuwen en spieren benam. Onwillekeurig vielen mijn blikken op de figuren van het behangsel dat deu wand tegen over mij be dekte; die gelijkvormige figuren schenen zich te be wegen, van gedaante te veranderen; 't werden boomen en bloemenonafzienbaar lange lanenwelriekende bloemperken die de lucht met geuren van rozen en resida vervulden; een onpeilbaar diepe blauwe hemel welfde zich daarover. Door 't eene venster der kamer viel 't maanlicht binnen't was nu geen venster meer 't veranderde en werd als een open plek in den zoom van de lustwarande in welke ik mij bevond en door die open plek aanschouwde ik de ondergaande zon nooit zag ik schooner en pachtiger zonsondergang, noch heerlijker en bekoorlijker spel van kleuren en lichtschakeeringen. Een zacht ruischende muziek deedL zich hooren, weeke tonen van melodieuse vrouwen stemmen smolten samen en mengelden zich met het zoet gefluister van 't avondkoeltje in het loover der boomen't was als een engelenrei en 't na derde van heel uit de verte gedurig meer de be koorlijke plek waar ik mij bevond. Ik verstond de woorden niet eu toch herkende ik de melodieën, want het waren melodieën van zangen die ik zelf in vroeger jaren gehoord had in den geest in zulke heilige oogenblikken van verrukking als alleen gevoelige zielen nu en dan mogen smaken. Een zelfde refrein predomineerde altoos door al de varianten heen en dat was weder een strophe van dien lievelingszang mijner jonge jaren. Allengskens naderden de zingende reiendaar trad een groote schare van mannen en vrouwen, jongelingen

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1873 | | pagina 1