Z1ERIKZEESCIIE COURANT.
voor het arrondis- ^4*^ sement Zierikzee.
1873. No. 54. Woensdag 9 Juli
76ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
F e uilleto n.
BEKENDMAKING.
Schouwing op de Wegen.
Veiling van Tiende-Vruchten.
ALS MEN BOUWEN WIL,
Een reisje naar Emancipatoria,
-
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VïtIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden 1.Franco per post f 1.
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 ceut.
PBIJS DER, ADVEÏLTENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Hu wel ij k s -Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAREXMAX.
VERKIEZING VAN LEDEN VAN DEN GEMEENTERAAD.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee
In aanmerking nemende dat volgens art. 7 der GemeenV-
tewet, de gewone tijd ter verkiezing der leden van den
Raad, is de derde Dingsdag der maand Julij, om te voor
zien in de vervulling van de plaatsen der leden, die met
den volgenden eersten Dingsdag van September, volgens
rooster, moeten aftreden
Brengen ter openbare kennis, dat de aftredende raads
leden zijn, de Iieeren:
P. LABRIJN, Dz.,
Mr. C. J. FOKKER,
Mr. J. M. I SE BR EE MO ENS, en
Jhr. J. L. DE JONGE,
en dat de verkiezing in deze gemeente mitsdien zal plaats heb
ben op Dingsdag den 15 Julij e. k.van 's morgens 9 tot 's na
middags 5 uur, in de bovenzaal op het Raadhuis, waartoe
aan iederen kiezer, minstens acht dagen te voren; een brief
van oproeping met ingesloten stembiljet, zal worden te huis
bezorgd, ingevolge de wet.
Zierikzee den 4 Julij 1873.
De Burgemeester en Wethouders
C. J. FOKKER, Weth, l.B.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee
maken bekenddat op Woensdag den 16 Julij e. k. eene
algemeene SCHOUWING zal plaats hebben over al de
buurtwegen en voetpaden in deze gemeente.
Zij noodigen de Wetpligtigen of Gelanden mitsdien uit,
ieder voor zooveel hem aangaat, te zorgen: dat op den
bepaalden dag de wegenvoetpadenslootenheulen en
duikers in behoorlijken staat van onderhoud bevonden
worden, overeenkomstig de bepalingen van het reglement
op het beheer, onderhoud en de politie der buurtwegen en
voetpaden in deze provincie, goedgekeurd bij koninklijk be
sluit van den 4 Augustus 1838, no. 106.
En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort
den 4 Julij 1873.
De Burgemeester en Wethouders
C. J. FOKKER Weth. l.B.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee
brengen ter kennis van belanghebbendendat de openbare
Veiling der TIENDE-VRUCHTEN, aankomende deze Gemeente,
voor den jare en oogst van 1873, zal plaats hebben op
Donderdag den 17 Julij e. k.des voormiddags 10 uur, op
het Raadhuis dezer gemeente.
Zierikzee, den 4 Julij 1873.
De Burgemeester en Wethouders
C. J. FOKKER, Weth. l.B.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
dan zit men natuurlijk eerst neder en berekent
de kosten, of men wel heeft om te kunnen
voleindigenopdat niet misschien, als men zoo
maar begint te bouwen en niet heeft om 't te
voleindigen, de voorbijgangers ons bespotten en
zeggendeze man is begonnen te bouwen en
heeft 't niet kunnen ten einde brengen. Doch
al heeft men nu deze goede beginselen tot de
zijne gemaakt dan is er nog een groot bezwaar
en dat is dat men zeer dikwijls niet vooraf
de kosten berekenen kan. Met nauwkeurig
bedoelen we nu niet zoo nauwkeurig als de
Rekenkamer dit doet. tot op een halve cent na
zulk een klein verschil kon de zaak niet be
derven terwijl daarentegen een verschil vau
eenige honderden guldens dikwijls van overwegend
belang kan zijn. Op dit grootè verschil tusschen
berekening en uitkomst hebben we 't oog. Ge
steld men wil in zijn woonhuis eenige ver
bouwing doen plaats hebben dan kan men de
noodige bazen ontbieden, hun uitleggen wat men
al zoo verlangt en ze vervolgens aan den arbeid
laten beginnen. Het is wel bekend dat weinigen
die bouwen willen dien weg zullen volgen, om
de eenvoudige reden dat het wél de duurste en
langzaamste weg is, dien men kiezen kan al
schijnt het ook de eenvoudigste. De ervaring
heeft geleerd dat het zelfs voor koningen ge
vaarlijk is zoo te bouwen en dat zij er zich
door kunnen ruïneeren.
Men handelt dus gewoonlijk anders en zeker
der. Men neemt een architect in den arm, laat
teekening, bestek en berekening maken en
daarna opent men een inschrijving en gunt het
werk aan den laagsten inschrijver, zoo men
althans meent dat het er door kan. Men kan
ook den architect buiten spel laten, eenvoudig
den ambachtsman de naaste som laten opgeven,
waarvoor hij 't werk wil verrichten en 't hem
op die voorwaarde opdragen. Toch is men in
deze beide gevallen nog geenszins zeker van de
uitkomst en 't is juist op dit kwaad want
een kwaad is 't dat we de aandacht eens
willen vestigen.
Het is immers een bekende zaak, dat al is
de aannemingssom ook hoog, men er zelden of
nooit met die som afkomt. Zelfs kan men op
merken dat hoe lager de aannemingssom is
gesteld, des te meer het werk ten slotte zal
tegenvallen. Hoe dit gaat weet ieder die wel
eens wat heeft laten bouwen, en vooral ver
bouwen. Als 't breekijzer aan den gang gaat
dan vallen met eiken mokerslag de berekeningen
van bestek en begrooting al meer en meer uit
elkaar, en ten laatste blijft er niet veel anders
over voor dengene die laat bouwen, dan zich
achter de ooren te krabben, heen te gaan van
't tooneel der verwoesting van al wat „los komt,"
wat duidelijk blijkt „slecht te zijn en weg te
moeten" en van al wat men van te voren „on
mogelijk had kunnen zien," en te betalen
soms SO a 40 pCt. meer dan waarop gerekend
was en waarop nien bij de uitbesteding ook
overeengekomen was.
Dit is een groot kwaad het maakt de meest
noodige verbouwingen, de noodzakelijkste kar
weitjes tot dingen waar men later altoos spijt
Fantasie door WERTHEE.
X.
Ik behoefde nu aan 't grenskantoor niets anders
te doen dan de gewone vragen naar naam, herkomst,
enz. beantwoorden, 't welk ik ook in alle oprechtheid
deed. Ondertusscheti merkte ik zeer wel op dat een
andere dame mijn signalement opmaakte, doch ik trok
mij dit niet aan en wachtte geduldig. Trouwens men
had mij aan boord al eenige aanwijzingen gegeven
zoodat ik niet geheel onvoorbereid was.
z/Zijt ge van plan u hier te vestigen vroeg mij de chef.
z/Dat zal er aan liggen, antwoordde ik, doch ik kan
u wel zeggen dat ik voorshands niet met dat doel
hier beu gekomenik wil in de eerste plaats eens
rondzien hoe 't hier is."
z/Hebt gij ook al in Amazonia gereisd?"
z/Neen, zei ik, ik ken dat land pas sedert eenige
dagen bij naam."
Het ondezoek scheen afgeloopen; na een paar mi
nuten reikte de chef - dat was de dame die mij 't eerst
toegesproken en ondervraagd had - mij een kaart toe
met een verlakte enveloppe om die daarin te, bewaren
doch alvorens mij dit document over te geven, zag
zij mij op zeer eigenaardige wijze aan en, terwijl ze
met de linkerhand schijnbaar achteloos maar toch
blijkbaar opzettelijk zekere teekens maakte, fluisterde
zij mij toe//arioetpimanca
Ik wil 't wel weten dat ik eenigszins ontsteldeik
voelde dat ik bloosde en een gek figuur maakte; ik
herstelde mij echter oogenblikkelijk.
z/Ik begrijp u niet, Mevrouwzei ik.
Zij zeide nu niets meer en een onverschillige houding
aannemende, gaf ze mij de kaart over er bij voegende
dat ik kon gaan waar ik wilde, onder bescherming,
maar ook onder verband van de wet stond en dat ik
mijn kaart elke week moest laten viseeren bij de
overheid van de plaats waar ik mij bevond.
Ik dacht nog altoos, nadat ik mij verwijderd had,
over dat zonderlinge woord en die teekens. Later is
't mij nog herhaaldelijk overkomen dat mij diezelfde
vraag - want een vraag was 't wel - werd gedaan, met
of zonder die teekensdoch ik weet op dit oogenblik
nog niet wat 't beduiden moest. Ik heb een paar
malen opzettelijk getracht uit te vorschen wat de be-
teekenis was; doch de eerste persoon die ik er naar
vroeg, scheen er evenweinig van te begrijpen als ik
en de tweede legde den vinger op den mond en gaf
mij daarna den raad mij met die dingen maar niet te
bemoeien. Ik vermoed dat een en ander in verband
stond met een geheim genootschap. Dat er in Eman
cipatoria geheime genootschappen bestonden, daar ben
ik zeker vanik heb dat maar al te wel opgemerkt,
zooals straks zal blijken.
Ik had aan boord eenige aanbevelingen en adressen
opgedaan, die mij in staat stelden om spoedig onder
dak te komen en kennis te maken met deze en gene.
Allereerst begaf ik mij naar die zuster van de ma
chinist, die directrice was van de culinaire kweekschool
het gebouw was zeer groot en zag er indrukwekkend
uit. Toen ik mij aanmeldde had de directrice juist
gezelschap; zij ontving mij echter toch en wel met de
meeste vriendelijkheid. Zij was een knappe dame, niet
jong meer en op mij maakte zij in 't eerst den indruk
van 't ideaal eeuer keukenprinses, imposant en wel
doorvoed naar den vleesche en daarbij door beschaving,
ontwikkeling en positie verheven tot het gedistingeerde.
Bij nadere kennismaking moest ik evenwel al 't keuken
meidachtige dat ik aanvankelijk meende opgemerkt te
hebben laten vallen en zij bleek integendeel een uiterst
beschaafde dame te zijn, zonder een zweem van pedanterie.
Ik kan dat laatste niet zeggen van de dames die bij
haar waren, althans lang niet in die mate. Het waren