ZIEMKZEESCHE COURANT.
voor liet arrondis-
scnient Zierikzee.
1873. No. 51.
♦Zaterdag 28 Juni.
76ste jaargang,
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
F e uilleto n.
Oproeping Verlofgangers.
B E K E N DMARING.
Leeken-gedachten over Amerikaansche
Spoorwegwaarden.
Een reisje naar Emancipatoria,
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden 1.Franco per post f 1.
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, G eb oor te
en Doodberichten van I6 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 et.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAïvEAUAY.
De BURGEMEESTER van Zierikzee.
Gelet op eene kennisgeving van den heer Commissaris
des Itonings in deze provincie, van '19 Junij jl. A, No.
2837/1, 3de afdeeling, brengt ter kennis van de Milicien-
Verlofgangers JAN WILLEM WOLTERING en JAN JACO
BUS COUMOU, behoorende tot de ligting dezer gemeente
van 1870, ingelijfd bij het 2de Regiment Vesting-Artillerie,
dat zij zijn opgeroepen om op Dingsdag den '15 Julij ek.,
des avonds te zes ure, in de Abdij te Middelburgvoor
het gebouw van het gewestelijk bestuur aan den Provin
cialen Adjudant, te worden afgeleverd, om in werkelijke
dienst te worden gesteld en dat zij zich mitsdien op voor
schreven dag en uur, ter plaatse voormeld, moeten be
vinden, voorzien van al de voorwerpen van kleeding en
uitrusting door hen bij hun vertrek met groot verlof me
degenomen, terwijl hun onder het oog wordt gebragt, dat
zij in gebreke blijvende op den bepaalden tijd onder de
wapenen te komen, bij hunne latere opkomst zooveel langer
in dienst zullen worden gehouden en zij voorts worden
gewezen op art. 145 der Militie-wet, volgens hetwelk de
Verlofganger die niet aan de oproeping voldoet als deserteur
zal worden behandeld.
Zierikzee, den 21 Junij 1873.
De Burgemeester,
C. J. FOKKER, Weth. l.B.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee
maken bekend:
dat de passage van wagens en rijtuigen
oveï de Eerste Houten Binnenbrug in deze
gemeente, van heden af, gedurende eenige
dagen zal zijn gestremd.
Zierikzee, den 25 Junij '1873.
De Burgemeester en Wethouders
C. J. FOKKER, Weth. l.B.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
Een financier zal zeggen dat leeken-gedach
ten over dit onderwerp niet veel waard zijn.
Daar is wel iets van aan en 't is jammer
genoeg voor de beurs van veel leeken 't zal
dan ook gewis niet gaan om zulke gedachten
te verheffen tot waarden, zooals't den priesters,
oversten, wetgeleerden en oudsten in den tem
pel van Mammon wel eens gelukt is en nog
dagelijks gehikt allerlei droomen, fraaie be
loften en mooie voorspiegelingen op papier
tijdelijk tot zeer begeerde waarden te verheffen.
Leeken-gedachten zijn echter toch altoos iets,
al is 't niet zóóveel. Wellicht zijn zelfs de
arme stakkers, die in de laatste jaren hun geld
verspeeld hebben in die waarden, ook grooten-
deels leeken. Aan de ingewijden in den tempel
overkomen zulke ongelukken maar zelden. We
durven daarom met onze leekengedaehten nog
wel voor den dag te komen, te meer daar 't
thans dagelijks blijkt hoe de specialiteiten in
't vak zelf schromelijk van de wijs kunnen
raken en velen met zich mede nemen op 't ver
keerde pad, van 't welk deze, de leeken u.l.,
meestal platzak terugkeeren.
Het woord waarden speelt een groote rol
in deze treurige zaak.
Ons dunkt dat er maar twee gevallen kunnen
plaats hebben de Amerikaansche spoorpapieren
zijn stukken van waarde of 't zijn stukken
van onwaarde, dingen die niets waard zijn.
Buiten twijfel zijn er onder de Amerikaansche
spoorweg-maatschappijen enkele serieuse, eer
lijke, behoorlijk beheerde ondernemingenen
ofschoon de aandeelen, obligatien enz. van
deze te goeder trouw werkende maatschappijen
thans ook 't lot eeuer daling niet kunnen ont
gaan, kunnen we die stukken nog altoos wel
waarden noemen en zullen zij zich wel weder
herstellen. Doch veel grooter is 't getal der
ondernemingen, die den naam van maatschap
pijen of vennootschappen niet verdienen en
nooit verdiend hebben, maar daarentegen van
den begin af aangelegd zijn op schandelijk
bedrog. We behoeven, als één uit velen, slechts
te noemen den Memphis El Pasco weg, van
den eenmaal vermaardenlater beroemden
thans beruchten generaal Fremont, die lid van
den Senaat geweest is en zelfs de kandidatuur
voor 't presidentschap tweemaal heeft verworven,
en onder wiens beheer van de 20 millioen
francs ongeveer 16 millioen zijn zoek geraakt.
Bij de zwendelarij van den En-Spoorweg en
van den St. Paul en Pacific zijn deze cijfers
nog maar kleinigheden.
Hoe zulke dingen kunnen geschieden 1 Muti-
dus vult decipi is 't beste antwoord dat wij als
leek daar op weten te geven. De wereld wil
bedrogen zijn en het ontbreekt, om de spreuk
waar te maken, ook niet aan hen, die wel
willen bedriegen.
De Europeesehe kapitalisten, vooral de leeken,
zijn wat al te lichfgeloovig geweest, zij hebben
de lokstem van broeder Jonathan niet kunnen
weerstaande bankiers agenten, journalisten
en ambtenaren verdienen gaarne geld en zoo
kouden de afzetterijen zeer wel slagen.
Overigens kan ieder begrijpen dat, nu 't Euro
peesehe kapitaal zoo grif zijn vertrouwen zoo
heel ver van huis durfde zenden, het bestaan
van enkele goede maatschappijen het ontstaan
van veel slechte wel heeft moeten bevorderen.
Niettemin is waarde toch doorgaans dooi
de specialiteiten, de bankiers, wel te onder
scheiden van onwaarde, zoodat we moeten
erkennen dat er een zware verantwoordelijkheid
rust op de consciëntie der mannen van 't vak,
die hun naam en hun crediet tot de begunsti
ging van dit groote knoeiwerk geleend hebben.
We vertrouwen wel dat die heeren er dit sei
zoen toch geen bad minder om zullen gebruiken
te Seheveningen of elders, maar toch, als men
een consciëntie heeft, al is men dan ook fiuan-
Fantasie door W E R T H E R.
VII.
Ik gebruikte die nu en dan omdat ik meende dat
men vele bijzondere wijzigingen van begrippen kwalijk
kan uitdrukken zonder woorden of zegswijzen te ge
bruiken die, op de keper beschouwd, niet zuiver Ne-
derlandsch zijn; terwijl men ook tot het juist benoemen
van een menigte personen en zaken de vreemde
basterdwoorden maar niet missen kan. Zoowel in het
parlementaire leven, als in de conversatie en in handel
fabriekwezen en wetenschap zou men niet enkel be
lachelijk zijn maar ook onverstaanbaar als men uit
sluitend zuiver Nederlandsch wilde spreken, 't Is wel
waar dat men b. v. een zin als deze: De secretaris
der directie van de associatie-kas heeft de acte van zijn
bureau genomen, haar in zijn portefeuille gestoken en
zich vervolgens naar den notaris begeven om bij dezen
een extract uit zijn memoriaal af te halen, 't welk hij
met een attestatie de vita van een gepensioneerd
luitenant bij den procureur moest deponeerenkan
vertalen op deze wijze: De geheimschrijver van het
bestuur der vereenigingS-kas heeft de daad van zijn
schrijftafel genomen, haar in zijn draagblad gestoken
en zich vervolgens naar den aanteekenaar begeven om
bij deze een uittreksel of aftreksel uit zijn geheugenboek
af te halen, 't welk hij met een verzekering van leven
van een betaalden plaatsvervanger bij den pleitbezorger
moest nederleggen maar ik vraag u, wie zoo iets zou
verstaan? 'tZou voor een Nederlander als Emanci
patorisch klinken.
Maar wat ik wel zeer aftekeuren vind, is liet schrijven
van een Nederlandsch dat eigenlijk maar krom ver
taald Duitsch, Frausch of Engelsch is en waardoor
men het zuivere Nedelandsche taaleigen geweld aan
doet. Zoo zou ik 'c nog eerder kunnen verdragen dat
iemand in een advertentie voor de grap zette dat hij
weer nieuwe modellen vörrathig heeft dan dat hij dat
woord verknoeit tot het onliollandsche voorradig. Ook
vind ik het machtig gek als iemand vreemde woorden,
gebruikt zonder die woorden goed te kennen. Als men
b. v.van besmettelijke ziekten sprekende, zegtik
heb ook eens een aJcademie van pokken bijgewoond,
daarmede blijkbaar bedoelende een epidemiedan maakt
men een zot figuur.
Doch, mijn lezers zullen wel zeggen dat de reis
mij blijkbaar gaat vervelen en dat ik daarom zoo
afdwaal naar heel andere zaken die bij die reis neit
te pas komen. Daar is ook wel iets van aan; de reis
ging mij op 't laatst vervelen, er gebeurde niets bij
zonders en na de ontvangen krachtige indrukken was
ik met 't gewone aliedaagsche op de Utopia op den
duur niet meer te vreden.
//Zou de reis nog lang duren vroeg ik op zekeren
dag, aan mijn vriendin de machinist. Ik verzoek den
lezers hierbij nu geen verdere gevolgtrekkingen te
maken, omdat ik zoo spreek van mijn //vriendin, de
machinist" want daar steekt niets achter. Behoudens
de onuitstaanbaar pedante terughouding van de kapi
tein en een paar officieren, liet de vriendschappelijke,
gezellige omgang met de anderen niets te wenschen
overik gevoelde mij op mijn gemak, vooral omdat
ik mij niet behoefde op te houden met al die flauwe,
zoogenaamde hoffelijkheid van sommige heeren, aan
welke ik een hekel heb en die ik geloof dat voor be
schaafde dames meer hinderlijk is dan aangenaam.
Voor 't overige was onze conversatie in ieder opzicht
of no consequence, dat wil in goed Hollandsch zeggen
in alle eer en deugd. En zoo behoort het immers op
de publieke middelen van vervoer altoos te zijn, of
schoon 't niet altoos zoo is.
//Neen, zei ze, ik denk dat we van daag de loods
nog wel aan boord zullen krijgen."