UITSLAG DER VERKIEZINGEN
Binnenland.
Ondertusschen was de zoo versmade en ge
hoonde zoogenaamde profane wetenschap, d. i.
eigenlijk toch de wetenschap, haar eigen weg
gegaan, en, niet onnatuurlijk, had zij liet ver
der gebracht dan de domein-wetenschap dei-
kerk. Heel natuurlijk en als van zelf is de
staat ten laatste de kerk over het hoofd ge
wassen de door de kerk inzekeren zin ver
waarloosde kinderen zijn groot geworden en
hun eigen weg gegaan. Zoo was het dan ook
niet de booze revolutie, die in 't laatst der
voorgaande eeuw aan de kerk de macht over
de zielen en lichamen ontrukte; maar 't was
de natuurlijke weg der ontwikkeling, waarop de
wetenschap mondig was geworden en nu haar
rechten hernam.
Het ijkrecht der kerk verviel, 't verstand,
zoowel als 't geweten, werd vrij. 't Is nu
bijna een eeuw geleden, dat de groote waarheid
algemeen erkend werd, dat het onderwijs moet
zijn een voorwerp van de aanhoudende zorg
der staatsregeering en niet een sinecure dei-
kerkelijke corporatien.
Maar op eiken geduchten stoot naar voren
volgt altoos een reactie. Aan deze reactie zijn
we nu reeds lang gekomen en gelijk men een
eeuw geleden, als met opgestoken hoofde,
trachtte en uitzag naar voren en naar boven,
'zoo ontbreekt het, helaas! thans niet aan velen,
dié met gedoken hoofde en ingetrokken voel
horens weer terug willen naar het knechtschap
der kerk. Te zwak nog om de vrijheid der
grenzenlooze steppe te genieten, willen velen
terug naar de vleeschpof tan van Egypte. De
zulken zijn weerbarstige kinderen, maar 't ont
breekt ook niet aan leiders, die hen in die
weerbarstigheid stijvende schuld van dezen
is grooter dan die van de volgzame massa.
Maar des te heerlijker is ook de roeping van
dat betere deel, dat de knie niet buigen kan
in de dienstbaarheid, maar dat toegerust is
tot den kamp tegen de reactie, tegen den on-
reinen geest van uitsluiting, verkettering, las
tering, verdoeming, geestesdwang en domheids-
dienst, die tegenwoordig meer en meer zich
meester maakt van sommige kerkelijke genoot
schappen.
Een eeuw geleden moest de kerk de school
loslaten, omdat ze die gemaakt had tot een
tegenstrijdigheid met de volksontwikkeling.
Een halve eeuw lang heeft de kerk vervolgens
gesmeekt en ook geïntrigeerd om althans een
deel van den buit terug te mogen hebben. Een
liberale wetgeving heeft (in een onbewaakt
oogenblik wellicht) wat toegegeven, en ziet,
een kwart eeuw later, nu eiseht de kerk met
■steeds toenemende driestheid al 't verlorene
terug en om aan dien eisch kracht en nadruk
bij te zetten, aarzelen haar woordvoerders niet
den staat, het staatsonderwijs en vooral de
bedienaars van de staatsschool, de onderwijzers,
te bekladden, te lasteren en te betichten van
dingen, waarvan nagenoeg allen rein zijn.
Terwijl de openbare onderwijzers zich afsloven
ommet zulke zwakke hulpmiddelen soms,
kennis te verspreiden, 't verstand te vormen,
de verlichting te bevorderen, maakt hun tegen
partij wetenschap en kennis verdacht bij de
volgzame schare. Terwijl de openbare onder
wijzers hun best doen om humaniteit, waren,
algemeenen deugdzin en reinheid van wandel
aan te kweeken in de harten derjeugd, wordt
er van andere zijde in diezelfde kinderharten
wantrouwen gezaaidphariseïsme gekweekt
haat en vijandschap gepredikt. Terwijl de
openbare ouderwijzers zich inspannen om der
jeugd nationalen zin, liefde voor 't vaderland
en eerbied voor de vaderen in te planten, is
men van andere zijden er op uit om de jeugd
wijs te maken dat men geen goed vaderlander
zijn kan of men moet Dordseh gereformeerd
zijn, of zelfs dat 't vaderland der Nederlanders
daar ginds ligt over de hergen en dat de va
deren ongeloovige bandieten geweest zijn.
Voorzeker, de taak, die tegenwoordig rust
op de wachters op den muur, is zwaar. En,
wat erger is, het kan geenszins gezegd worden
dat allen, die de wachters moesten steunen en
schragen, daarin naar eisch hun plicht doen.
Daar keerscht matheid, slapheid, slaperigheid
bij zoovelen, die wakker konden zijn en wien
toch de ware belangen van land en volk wel
ter harte gaan. Slot volgt).
van JLeden voor de Tweede
Kamer der Staten-Greneraal.
(illiberaal, c. conservatief, a.-r. anti-revolutionair,
u. ultraraontaan.)
Herkozen zijn te ZieriKzee de heer J. J.
van KERKWIJK, l., met 738 van de 1000 steramen;
te Zuidhorn mr. E. J. J. CREMERS, L, met
307 van de 324 stemmen te Appingadam
dr. B. WESTERIiOEF, l., met 939 van de 1232
stemmen; te W^inschot-en. dr. W. J. A.
JONCKBLOET, l., met 340 van de 486 stemmen
te Assen mr. L. OLDENHUIS GRATAMA, l.,
met 775 van de 996 stemmen te Leeuwar
den S. HINGST, lmet 1049 van de 1485 stemmen;
te Sneek mr. S. WYBENGA, l. met 1394 en
dr. W. H. IDZERDA, l., met 1419 van de 2556
stemmen te Zwolle jhr. mr. J. A. SANDBERG,
l., met 918 van de 1809 steramen te Zutphen
mr. L. E. LENT1NG, Z., met 1210 van de 2345
stemmen te Arnhem mr. W. H. DULLERT,
Z., met 11S9 van 2285 stemmen te IVijme£>"en
mr. C. J. A. HEIJDENRIJCK, u., met 1113 stemmen;
te Tiel mr. O. -T. Baron van LIJNDEN van
SANDENBURG, c., met 1331 van de 2048 stemmen;
te Amersfoort jhr. mr. J. W. van LOON,
a.-r., met 1149 van de 2170 stemmen te Hoorn
jhr. mr. D. van AKERLAKEN, Z., met 1338 van de
1647 stemmente Haarlem, mr. C. J. F.
M1RANDOLLE, Z., met 833 van de 1334 stemmen;
te Amsterdam T. J. STIELTJES, Z., met
1241 en mr. H. J. de LANGE, Z., met 860 van de
1686 stemmen te Rotterdam F. W\ C.
BLOM Z., met 825 en W. A. YILULY VERBRüGGE,
Z., met 820 van de 1275 stemmen; te Dord
recht mr. J. P. BREDIUS, Z., met 887 van de
1395 stemmen te Breda mr. A. F. X. LUYBEN,
u., met 1866 van de 28Ó6 stemmente TilDarg"
jhr. mr. J. B. A. J. M. VERHEIJEN, umet 1263
moet b. v. een machinist kennen behalve 't Emanci
patorisch, nog dertien andere talen en hare letterkunde,
dan de natuurkundige wetenschappen in haar geheelen
omvang, vervolgens alle wijsgeerige stelsels, de on
zinnige zoo wel als 't alleen goedede staats
wetenschappen, waartoe de rechten, de moraal en de
statistiek ookbehooren eindelijk de historie in haar
geheelen omvang; kortom een machinist moetal heel
wat weten. //Maar dan moet gij wel alles weten riep
ik vol verwondering uit, alle menschelijke kennis en
wetenschap!" Neen, was 't antwoord, ik zal u zeggen,
welk beginsel men bij ons te lande volgt. Wij nemen
aan dat er over alle wettenschappen te zamen een
milliard vragen en opgaven kunnen gedaan worden.
Wie nu tienduizend daarvan weet te beantwoorden
verkrijgt den laagsten of 13en graad van geleerdheid en
is benoembaar voor geringe betrekkingen zoo als
uitkijk, roeropziebter, adsistent kok en dergelijkeelke
tienduizend punten meer geeft een hoogeren graad.
De machinist le. klasse, zoo als ik, moet b. v. een
miHioen vragen en opgaven kunnen beantwoorden.
Maar, hernam ik vol verbazing, dan moeten de
examens bij u wel lang duren Ja, dat doen ze ook,
't mijne duurde anderhalf jaar, doch daar 5t schriftelijk
werk met de schrijfmachine gemaakt wordt, die bijna
zoo snel werkt als de gedachte, bekort dit den tijd
veel, anders zou 't nog langer duren. Ik moet erkennen,
ging ze voort, dat dit wel een bedenkelijke zaak is.
Men heeft wel eens de opmerking gemaakt dat 't
jammer is van al den tijd die voor de examens ge
vorderd wordt en dat men voor sommige vakken een
examen moet afleggen dat bijna zoolang duurt als de
tijd dien men heeft noodig gehad om er zich op voor
te bereidenmaar, wat zal ik u zeggen, dit is niet
wel te veranderen en als men het doel wil: een grondig
onderzoek, dan moet men ook de middelen willen,
tiet is anders wel een erge zaak dat er van ons korte
leven zooveel tijd af moet om geëxamineerd te worden.
Plotseling begon er nu in 't kabinetje van de
machinist iets te tikken. Ahzeide deze, daar is 't
sein van stoppen en ten anker gaan. Wij zijn zeker
aan 'teerste seinstation. Middelerwijl drukte ze even
op eenige knoppen en spoedig stonden de voort
stuwers stil. Na eenige seconden van stilte, die 't
schip gebruikte om nog een heel eind pijlsnel voort
te loopen, werd 't sein gegeven van achteruit werken
nog een paar seconden later kwam 'tteeken van //vallen
je anker!" en toeu kwam voor mij een interessant
oogenblik. De machinist had gedrukt op een toets
en wees mij nu op een soort van goot langs 't dek,
en die een eind verder onder 't dek weder door liep
van de 1425 stemmen te Boxmeer mr. L.
HAFFMANS, umet 1603 van de 1676 stemmen
te 's Hertogenbosch mr. F. J. E. van
ZINNICQ, BERGMANN, u., met 1474 stemmen; te
Middelburg- mr. D. YAN ECK, l., met
1029 van de 1763 stemmen.
In herstemming zijn gekomen te _A.lmelo mr.
G. M. van der Linden (affcr. lid), l., wet 854 en II.
A. Insingerc., met 757 stemmen te XJtrecht:
mr. E. du Marchie van Voorthuysen (aftr. lid), l., met
715 en mr. J. Messchert van Vollenhovena.-r., met
574 van de 1588 stemmente _A.nxS'tex'*da 1X1
nar. JA. Jolles (aftr. lid), l., met 834 en G. Fabius,
c., met 729 van de 1686 stemmen; te Beiden
jhr. mr. L. J. C. van den Berch van Heemstede (aftr.
lid), a.-r., met 730 en mr. II. C. Verniers van der
Loeff, l., met 484 van de 1645 stemmen te GrOixda
jhr. mr. TV. M. de Brauio (aftred. lid), c., met 740
en dr. A. Kuyper, a.-r., met 592 stemmen van de
1903 te .OelfTfc J. L. Nierstrasz C.Jz. (aftr. lid),
c., met 900 en dr. O. J. Vaillant, l., met 690 van
de 1943 stemmente GrOl'inchem mr. J.
Heemskerk Az., (aftr. lid), c., met 874 en mr. J. J. Teding
van Berkhout, a.-r., met 841 van de 2217 stemmen;
te 1 )okkum Mr. P. P. baron van Harinama
thoe Slooten l., met 666 en Mr. L. TV. C. Keuche-
nius a. r. met 639 van de 1784 stemmen.
Nieuw gekozen zijn te Deventer mr. W. H.
DULERT l., met 903 van de 1596 stemmen (de heer
Dullert is ook herkozen te Arnhem); te 's Gra-
venhag e 9 voor de buitengewone vaccature
wegens het vertrek van jhr. G. A. Van Sypesteijn, c.,
naar Suriname, mr. R. J. Graaf Schimmelpenninck, c.t
met 731 van de 1387 stemmen. Ook voor de perio
dieke aftreding werd dezelfde herkozen met 744 van
1398 stemmen; te Bindliovexi mr. A.J.H.
van Baer, uwet 827 van de 1545 stemmen; de
heer mr. J. B. Bots (aftr. lid), u., verkreeg 705 stemmen;
te Maastricht, jhr. TV. E. Kerens de Wijlrê
11., met 1133 van de 1788 stemmen; jhr. mr. P. T.
van der Maesen de Sombreff liberaal Katholiek verkreeg
653 stemmen te Roei'lliond. mr./. Lambrechts,
ii., met 864 van de 174-2 stemmen.
Van Alkmaar is de uitslag nog niet bekend.
(In 't volgend nummer geven we ODze nalezing op
de verkiezingen).
ZIERIKZEE, 13 Juni 187 3.
Ter voorziening in de vacature van Rechter-plaats
vervanger bij de Arrondissements-Rechtbank te Zie-
rikzee, ontstaan door het op zijn verzoek eervol ver
leend ontslag aan Mr. J. W. D. van Dongen, is door
genoemde Rechtbank de navolgende lijst van aanbe
veling opgemaaktlo Mr. J. P. N. Ennerins advocaat
en Kantonrechter plaatsvervanger, 2o Mr. J. M. lsebree
Moens, Procureur en plaatsvervangend Kantonrechter
en 3o Jhr. Mr. P. J. Boddaert, advocaat, allen te
Zierikzce.
Bij Kon. besluit zijn benoemd tot ridders der orde
van den Ned. Leeuw, de heeren J. P. J. Buteux
Griffier der Staten van Zeeland en E. H. F. W. Matliou,
Directenr der registratie en domeinen te Middelburg.
Ook is de heer J. H. Behrns, Inspecteur van 't lager
onderwijs in Friesland tot kommandeur der orde van
de eikenkroon, terwijl onlangs aan een hoofdonderwijzer
voor volbrachten vijftigjarigen trouwen dienst een
zilveren medaille is geschonken, die nog dikker is
dan een rijksdaalder.
naar 't voorschip. In die goot zag ik een blauwachtige
stalen band met groote snelheid voortloopen, terwijl
zich een sissend geluid in liet schip liet hooren. Dat
is 'tanker-lint, zei de machinist. Kabels of kettingen
zijn weinig meer in gebruik. Dit lint bestaat uit
best staal en ligt in 5t kabelgat op een trommel ge
wonden; we hebben er nagenoeg 5 kilometers van
aan boord en kunnen op vrij groote diepte ankeren.
Ondertusschen was 'tspoedig merkbaar dat 't anker
reeds grond hield, de machinist liet nog een eind
uitloopen, stopte toen langzaam aan en de Utopia lag
zoo stil als een muisje. Als ge nu wat zien wilt
moet ge naar boven gaan, zei mijn vriendelijke nieuwe
kennis. Misschien verneemt ge nog nieuws uit uw
lander zal zeker al weder veel gebeurd wezen, we
hebben al verscheidene uren reis.
Ik spoedde mij nu den trap op naar de bovenste galerij
en zag daarjuist nog dat er een groote barcas, met voort
stuwers voorzien, werd afgelaten. Op korten afstand zag
ik midden op den Oceaan een zwarte massa niet ongelijk
aan een drijvend ijzeren kasteel. 'tWas 'tsein-station.
Boven op 't plat van dit gevaarte zag ik eenige dames die
de barcas opwachtten en de dame-officier die er in zat ver
welkomden toen deze met ongeëvenaarde vlugheid langs
een afhangende touwladder naar boven was geklommen.
Wordt vervolgd.)