ZIERIKZEESCIfE ÜOI It VM
voor het arrondis-
sement Zierikzee.
1873. No. 47. Zaterdag 14 Juni,
76ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
F e uilleto n.
SEC TE-SCHOLEN.
Een reisje naar Emancipatoria,
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden 1.Franco per post f 1.
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. LAKENMAX.
I.
In Nederland is het onderwijs eeu voorwerp
van de aanhoudende zorg der landsregeering.
Dit beginsel is in onze grondwet van 1848
uitdrukkelijk verklaard een der hoofdpunten
van de staatszorg uit te maken. Ware dit
nu het geval niet en had de staat zich omtrent
het volksonderwijs niet uitgesproken in den
geest als hij dit sedert 't laatst der vorige
eeuw gedaan heeft, dan, dit is klaar, zou op
een andere wijze voor 't onderwijs moeten ge
zorgd wordenwant dat het onderwijs voor
een volk onmisbaar is zal wel niemand ont
kennen. Verschillende gevallen waren dan
mogelijk: 't onderwijzen der jeugd kou over
gelaten worden aan 't individu, 't kon uitgaan
van de pkilantkropie, of van de kerkgenoot
schappen of van den particulieren ondernemings
geest. Het is niet volstrekt uitgemaakt dat
een van deze wijzen om in de behoefte aan
volksonderwijs te voorzien, op zich zelf ontoe
reikend zou wezen.
De natuurlijke aandrift tot ontwikkeling zal
altoos de mensclikeid op den duur in den
goeden weg naar die ontwikkeling leiden. Toch
zijn de gevallen geenszins gelijk en bereiken
ze vast niet allen even spoedig en even recht
streeks het doel.
De natuurlijkste weg zou eigenlijk zijn dat
het onderwijs overgelaten werd aan 't individu
immers zijn de ouders van nature evengoed
verplicht voor de geestelijke opvoeding van
hun kroost te zorgen als voor de lichamelijke.
De ondervinding leert ook, dat dit beginsel in
de practijk niet onuitvoerbaar is. Doch, zooals
sedert eeuwen de omstandigheden, waaronder
de meeste volken leven, gewijzigd zijn, kan er
meestal van de toepassing van dit beginsel
niets komen. De verschillende trappen van
verstandelijke ontwikkeling loopen bij een volk
zoo uiteen en dit groote onderscheid tusschen
de individu's, eenmaal ontstaan, wordt gedurig
door verschil in stand, rijkdom en gaven zoo
vergroot, dat het thans onmogelijk is de zorg
voor het onderwijs en voor meer andere onder-
deelen der volksopvoeding aan het individu
over te laten.
'Er moet bovendien nog rekening gehouden
worden met een bestaand historisch feit, dat
niet zoo licht is te niet te doen. Het is dit
nagenoeg overal heeft de kerk, of beter gezegd,
de geestelijkheid al vroeg het volksonderwijs
in handen gekregen. Wij willen uiets te kort
doen aan de verdiensten der kerk, die, in tij
den van barbaavscliheid, in de christelijke lan
den vooral, de eenige bewaarster en onder
houdster van 't licht der kennis geweest is.
Maar we zijn er aan den anderen kant verre
af van deze verdienste te overschatteu. Inte
gendeel, we meenen in de geschiedenis der
volksontwikkeling deze waarheid te ontdekken
dat de kerk zich het ouderwijs heeft aange
trokken, meer als een middel tot bereiking van
haar bijzondere bedoelingen, dan om het hooge
gewicht der volksontwikkeling op zich zelf.
Van een eigenlijk algemeen volksonderwijs door
de kerk is nimmer sprake geweest't geen de
kerk gaf was mondjesmaat, om de individu's
juist zóó ver te brengen als voor de deelne
ming aan den uiterlijken eerdienst noodig was
al wat daarboven ging bleef steeds een privi
legie der geestelijkheid zelf en voor zoover
't zich uit de eigen energie der individu's zelf
standig ontwikkelde, wekte liet ook altoos het
wantrouwen der geestelijkheid op en werd het
door deze bij de schare in discrediet gebracht.
Zoo ontstond van lieverlede de geheel wille
keurige schifting der wetenschap in een gees
telijke en een wereldsche, in een heilige en
een profane wetenschap. Hoe oud en duizend
maal geijkt en herijkt deze schifting ook wezen
mag, ze is daarom niet minder verkeerd, on
natuurlijk, onwaar, ja ze is onzinnig. Hoe
de menschelijke geest, die zich zelf zoo helder
bewust is een eenheid te zijn, zou zoo dubbel
zinnig wezen dat hij twee levens tegelijk kan
leven, twee wegen tegelijk kan gaaa, van
welke do een in strijd is met den anderen,
van welke het eeue het andere veroordeelt en
te niet doet
Maar hoe dwaas die schifting nu ook zij,
ze bestaat nu eenmaal en heeft vroeger nog
met meer gezag geheerscht dan tegenwoordig.
De schadelijke gevolgen dezer valsche beschou
wing zijn niet uitgebleven. Ofschoon de we
tenschap en de kennis op zieh zelf van nature
een algemeen goed zijn, zoo heeft de geestelijke
macht ze nochtans tot haar bijzonder domein
gemaakt. Daardoor is de kerk ten opzichte
van het volksonderwijs ten laatste zoo schromelijk
eenzijdig en onnatuurlijk geworden, dat zij nu
niet langer, als in de middeleeuwen, de bewaar
ster van het licht kon genoemd worden, maar
integendeel de uitstraling en verspreiding van
dit licht schade ging achten voor de ware
volksbelangen. De kerk, 't monopolie van
't volksonderwijs in de hand hebbende, mis
bruikte dit en eindigde met de gezonde, na
tuurlijke volksontwikkeling tegen te werken.
De dogma's, eens als een vaste theorie aange
nomen zijnde, traden vijandig op tegen de
natuurlijke zucht naar onderzoek en vermeer
dering van kennis. De eenmaal als waarheid
aangenomen theorie trad het vrije onderzoek
naar de wezenlijke waarheid in den weg.
Dat kon zoo niet blijven. Zooals de oude
kerk, volgens de traditie, de wetenschap had
gekweekt, liep de nieuwere kerk gevaar de moor
denares te worden van haar eigen kweekeling.
Fantasie door W E R T H E R.
III.
Waar 't met dat zwakke, zenuwachtige geslacht naar
toe moet weet ik niet, ging ze hoofdschuddende voort;
en dan zijn er nog lieden die zich 't hoofd breken
met allerlei dwaze idcen over de emancipatie der
mannen. De waarheid is, dat men de natuur geen
geweld moet aandoende vrouw is de heer der schep
ping en men moest niet zoo dwaas zijn den mannen
gelijke rechten als de vrouwen te willen toekennen.
Ieder op zijn plaats; aan de vrouw is door de natuur
de meerderheid geschonken in talent en genie, dat is
in kracht en vermogen, de man is van ondergeschikten
rang; hij is bestemd tot het ruwe, geringe en lompe
werk; hij kan lasten dragen, poetsen, schuren, voor
de keuken zorgen, en voor wasschen, strijken en naaien
enkelen brengen het zoo ver dat zij, onder toezicht
en naar mallen en bestekken, de ruwe stukken van
machinerie kunnen makenmaar daarbij moet het
dan ook blijven. Soms kan men de mannen door
hun groote hoeveelheden alcohol in te geven, wel eens
in een soort van vervoering brengen, waarin zij zich
verbeelden wat meer te zijn, doch die opgewondenheid
duurt kort, zij vallen dan in slaap en uitgeslapen, zijn
ze weer wat ze van nature zijn, domme, beperkte
wezens, nauwelijks de kost waard.
Het is wel te begrijpen dat ik een weinig vreemd
opzag toen ik die zonderlinge meeningen hoorde
opperen. De bevallige machinist sprak echter zoo
blijkbaar uit volle overtuiging dat ik beleefdheidshalve
maar niet protesteerde, hoewel haar dit misschien nog
meer in haar overtuiging stijfde.
Mag ik nu de machinerie niet eens zien? waagde
ik te vragen. O, Ja, was 't antwoord, maar ik geloof
niet dat ge er veel van begrijpen zultdat is zoo geen
zaak waar een mannen-verstand bij kan. Ondertusschen
sloeg zij een paar kleppen open en liet mij een aller
ingewikkeldst samenstel van raderen, draden, buizen,
hefboomen, flesschen, glazen en potten zien, waar ik
letterlijk ook niets vau begreep. Bovendien zei de
machinist mij, dat dit nog maar een klein gedeelte
van de werktuigen was en dat de grootste zich
tusschendeks bevonden. Onze machinerie, ging ze
voort, is van het Mina-svsteem 't nieuwste dat nog
bestaat. 'tBetsy-systeem is niet meer in trek en dat
is ook, behalve de andere gebreken die 't heeft, lang
niet zoo sierlijk en bevallig voor 't oog. In 't eerst
had het evenwel toch zijn verdienste en "het maakte
ook de grondslag uit waarop de betere stelsels
gevestigd zijn.
Dit systeem is niets anders dan de toepassing der
ideaal-krachtdie kracht bij uitnemendheid naar
welke de oude geleerden te vergeefs hebben ge
zocht en die door professor Eugenia ontdekt ie.
Wat men in den ouden lijd magneetkrachtelec-
triciteit en galvanisme noemde was niets anders
dan sommige toevallig ontdekte sporen van verschijnselen
der ideaal-kracht; men kon daar evenwel niet veel
mede uitvoeren. Zoo kende men b. v. de stoomkracht
eenigszins; maar men wist den stoom niet anders te ont
wikkelen dan met groote opoffering van brandstof en ijzer;
de stoommachines waren veel te kostbaar op den duur.
Zoo redeneerde zij uog een poos voort, zonder dat ik er
veel van begreep, want ik voelde wel dat mijn beperkte
kennis mij danig in den weg zat en dat zij geheimen der
natuur moest kennen waar ik nooit van gedroomd had.
Uw vak moet wel moeielijk zijn om te leeren, zeide
ik om op een ander onderwerp te komen. Ja, was 't
antwoord, er wordt tegenwoordig nog al wat vereischt.
De examens zijn zwaar, doch met wat aanleg en vlijt
kan men er wel komen en de inrichtingen voor studie
zijn uitstekend bij ons. Er wordt echter wel geklaagd
dat men wat veel vordert in sommige vakkeu. Zoo