ZIERIRZEESCIIE COURANT.
voor liet arrondis-
sement Zierikzee.
1873. No. 39.
Zaterdag 17 Mei.
76ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Inschrijving voor de Schutterij
"VERPACHT I X G.
B e k e ii cl in a k i 11 g.
INTIEME BBIEVENT
DE OORLOG MET ATCHIN.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden 1.Franco per post ƒ1.
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald. 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKEXMAX.
van IS tot 31 Mei e. k.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee
zijn voornemens op Woensdag den 21 Mei a. s., te H2 uur
des middags, op het Raadhuis in het openbaar te verpachten:
De GRASMAAIJING van het onbeplant' gedeelte
van het geëffend terrein der Zuidzelke buiten de
Zuidhavenpoort in deze gemeenteten Noorden en
Zuiden van den Provincialen Straatweg naar Zijpe
voor dit loopende jaar.
ingaande met den dag der goedgekeurde verpachting en
eindigende den 31 December van dit jaar, en zulks op
dezelfde voorwaarden, waarop deze grasmaaijng in het vorige
jaar is verpacht geweest en die van heden af ter lezing
liggen ter Gemeente-Secretarie.
Zierikzee, den '14 Mei '1873.
De Burgemeester en Wethouders
v. CUTTERS.
De Secretaris
J. P. N. ERMER1NS.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee
maken bekend dat wegens het invallen van den Hemel
vaartsdag in de aanstaande week, de gewone marktdag in
deze gemeente zal worden gehouden op Woensdag den 21
Mei eerstkomende.
Zierikzee, den 16 Mei 1873.
De Burgemeester en Wethouders
v. CITTERS.
De Secretaris,
J. P. N. ERMERINS.
lil.
Senior aan Junior.
Lie^e zoongij zult na 't lozen van dezen
brief mogelijk zeggen: nu kan ik toch zien
dat vader een oud gast begint te worden; en
als ge dat zegt dan hebt ge werkelijk niet
geheel en al ongelijk. Gij zijt heden twintig
jaar oud geworden; over een jaar of dertig,
veertig zal men u ook ouder de oud-gasten
gaan rekenendit is dus op zichzelf zoo erg
niet en gij moogt vrij vinden dat ik wat oud
achtig word. En toch, mijn jongen! als ik
u nu zoo eens recht diep in mijn binnenste
kou laten zien, dan zoudt ge bemerken dat ik
mij toeh niet zoo oud gevoel. Geloof mij, ik
gevoel mij wat dat betreft sterker dan ik was
toen ik zelf twintig jaar was geworden. Ik
zeg sterker dan „ik was" en niet dan ik mij
gevoelde op dien tijd. Daar is zooveel onder
scheid tusschen de inbeelding en de werkelijkheid,
en ik heb ondervonden dat men dit eerst op
later leeftijd gaat inzien. Maar het is toch
goed dat men het al zoowat weet als men nog
maar twintig jaar is, dan kan men voorzichtig
zijn en wijsheid leeren zoeken.
Vergeef mij dan dat ik u heden wat moraliseer
in plaats van u in alle geijkte vormen te feli-
citeeren, alsof ge nu, met twintig jaar te worden,
al een heele daad hadt verricht en zoo op eens
toen ge van morgen in uw laarzen staptet een
heele kerel waart geworden.
Men zal u van daag al genoeg gezegd heb
ben dat ge van nu voortaan een man zijt en
geen kind meer; mogelijk wist ge 't al zelf,
vóór men er u op attent maakte. Bedenk
evenwel, mijn kinddat men geen man wordt
door de allures van degenen die daarvoor door-
gaau aan te riemenmen wordt het niet door
zich te houden alsof men het is. Velen die
de jaren van een man hebben, bezitten toch
niet veel meer dan 't verstand van een kind,
zij zijn eigenlijk nog knapen en brengen 't nooit
verder. In dit opzicht, is het tijdpunt van het
leven, waarop ge heden staat, inderdaad nog
al van belang. Ik heb er wel gekend, die
op uw leeftijd begonnen met hard te stappen
op den grond, hard té spreken met sommige
kernachtige hulpwoordeji er bij, ruw en onbe
suisd overal doorheen slaan als een boeren
jongen door de brandnetels en die toeh geen
mannen van eenige Jjeteekenis zijn geworden,
maar slechts nullen. Daarom moet ge nu nog
niet zoo hard stappen; dat zal van zelf wel
komen als ge wat zwaarder wordt, b.v. over
een jaar of tien. Als ge soms eens naar de
sociteit gaat, spreek dan niet zoo luide en Iaat
de queue niet zoo onzacht op den vloer neer
komen men zal toch wel opmerken dat gij
er zijt en als gij dat opzettelijk te kennen
geeft dan merkt men 't weer te veel op. Drink
ook niet te .veel Beierseh bierwant daar is
nog wat anders in dan kracht van hop en
dat is niet zeer bevorderlijk voor de gezonde
ontwikkeling van uw hersensbedenk dat uw
hoofd ook nog maar twintig' jaar oud is.
Van hersenen gesproken, ge hebt nu al
vrij wat geleerd, al eenige examens achter den
rugdat wil al heel wat zeggen. Maar ge
zult zelf wel begrijpen dat de eigenlijke wijs
heid, datgene waarmede ge u door deu strijd
des levens kunt heenslaan nog komen moet.
Ge zijt nog maar zoover als iemand die wat
bouwen wil en nu al vast veel steenen, kalk,
hout en andere materialen heeft opgedaan
't bouwen moet eigenlijk nog beginnen. Bedrieg
u dus niet door te wanen dat uw gebouw al
voltooid is en gij er maar hebt in te trekken
en er in te rentenieren. Doch ik heb te goede
gedachten van u, om dit van u te duchten,
vergeef mij dat ik u toch waarschuw.
Ge zijt nu twiutig jaar geworden, en op dien
leeftijd denkt men dat. men in de wereld is
voor zijn pleizier; denk dit niet, mijn zoon!
want ik verzeker u 't is een illusie.
Nochtans gun ik u wel eenig vermaak, doch
zie wel toe welke vermaken gij kiestkies
niet dezulken die een bitteren nasmaak hebben;
ge zoudt dan weldra geblaseerd worden, d. i.
oud en afgeleefd in uw eigen oogen, terwijl
ge toeh jong moest zijn en krachtig.
Doe geen meisje leed, lieve jongen! en be
denk dat uw moeder ook een meisje geweest
is, ge weet wel, uw lieve moeder! Zie u zeiven
voor te rein aan om u te verontreinigen en
bedenk dat ge uw lichaam nog uw leven door
gebruiken moet en uw ziel nog langer. Wees
daarom zuinig met uw lichaam en ook met
dat van anderen.
Als een mensch twiutig jaar is geworden
gaat hij beginnen aan zijn rechten te denken
en aan politiek te doen. Verzet u daar een
weinig tegen en doe er vooreerst nog maar
niet veel aan, 't is maar tijd verknoeien en
ge zult er later nog genoeg van te doen
krijgen. Overvalt u dan een vlaag van lande
righeid over de orde der dingen, die verkeerd
schijnt in uw oogeu, of krijgt ge een aanval
van politiseerlust, probeer dau eens een andere
sigaar en ga eens wandelen of naar den hoef
smid kijken als hij een jong paard de eerste
ijzers moet aanleggendat is een heel werk
en leerzaam om te zien.
Word geen droomer, maar zie de menschen en
de geheele wereld ferm in het gelaat. Wees voor
zichtig met uw vertrouwen en met uw beurs. Hel)
veel vrienden, dat is op uw jaren niet te beletten,
maar zoek toch vlijtig naar één vriend en als ge
dien gevonden hebt houd u dan daarbij, later
wordt 't al moeielijker er eeu te vinden. Ilc
weet niet of ge ook lid van de jongelings-
vereeniging zijt en heb er niets tegen als ge
't zijt, maar ik zou toch niet graag zien dat
ge een femelaar werdt. Zie daarom wel toe
of men daar zich ook toelegt op napraten en
nadoen van lieden die in den reuk van vro
migheid staan en merkt ge daar iets van, blijf
er dan maar van daan.
Lees Jean Paul eu Jean Jacques, Matthias
Claudius en Multatuli, lees alles als ge tijd
hebt, maar waan niet dat gij alles beter weet
dan die mannen.
En nu, amuseer u vecht veel van daag en
zorg dat ge morgen vroeg, zonder hoofdpijn,
een wandeling kunt gaan doendat is zoo
goed in de maand Mei.
De jongste berichten uit Batavia, van 3 April, be
vatten den tekst der oorlogs-verklaring die den 26
Maart aan boord van het stoomschip Citadel van
Antwerpen, ter reede van Groot-Atchin, aan den
sultan is uitgevaardigd door den gouvernements-coin-
missaris den heer van Nieuwenhuijze. Het stuk bevat
niets wat ook niet reeds bekend is uit het regeerings-
rapport.
Wij maken er onze lezers opmerkzaam op dat het
gerucht als zou de sultan van Atchin den vrede zoeken
en verklaard hebben geneigd te zijn de voorwaarden
vau ons gouvernementonderwerping, stichting van
een fort door ons en betaling der oorlogskosten, aan
te nemen, een gerucht is Jat te Singapoer rondliep
voor de noodlottige gebeurtenissen van 816 April,
zoodat het volstrekt niet zeker, ja zelfs niet te ver
onderstellen is dat de sultan er nu nog zoo over denkt.
Van regeeringswege is bekend gemaakt dat de kapt.
E. E. Sepp, van het 9e bat. inf. is overleden aan de
gevolgen zijner wonden.
De maatregelen tot versterking onzer macht in Indie
worden'met kracht doorgezet. Als een bewijs hiervan
moge dienen dat reeds 2 stoombarkassen binnen veertien
dagen aan 's Rijks werf te Amsterdam zijn afgewerkt
en onverwijld weder 2 andere op stapel gezet.
Met de aanwerving van manschappen gaat het naar