DE OORLOG MET ATCHIN.
Buitenlandsch Overzicht.
de Tweede Kamer te hoog voor en de voordracht
werd met 45 tegen 29 stemmen verworpen.
De aflossingsom werd daarna met algeineene
stemmen op 2 na bestemd tot amortisatie van
schuld.
In de zitting ran jl. Zaterdag is het wets
ontwerp tot het metselen van een drog dok te
Vlissingen met 37 tegen 34 stemmen aange
nomen. Daardoor is weder eene schrede verder
gezet tot verwezenlijking van het plan om
Vlissingen tot een der grootste koop- en han
delsteden van Europa te maken. Wij wenschcn
onze Zeeuwscbe Zusterstad geluk met dezen
uitslag, doch voegeu er dadelijk de verzuchting
bij „wanneer zal de regeering zich ook eens
het lot van het stiefmoederlijk bedeelde Zierikzee
aantrekkenWanneerzalSchouwen,dieZeeuwsche
weeze in het groote Nederlandsche gezin der
spoorwegen worden opgenomen
Nog zijn Zaterdag de beraadslagingen aange
vangen over den aanleg der spoorwegen Arnkem-
Nijmegen eu Zevenbergen-Zwaluwe, nadat eene
nota van den heer Moens om de behandeling
dezer zaak te verdagen, totdat de minister
zijne denkbeelden had medegedeeld over de
ondersteuning van particulieren tot den aanleg
van spoorwegen, was verworpen niet 61 tegen 10
stemmen. De beraadslagingen zouden gisteren
(Maandag) worden voortgezet.
Het zou ons niet wel doenlijk zijn in onze beperkte
ruimte ook maar een beknopte schets te geven van 't
geen er alzoo in de vreemde dagbladen, inzonderheid
de Engelsche, geschreven is over onze Atchin-expeditie
en haar ongelukkigen afloop. Om de waarheid te
zeggen, we hechten ook aan al dat geschrijf al zeer
weinig waarde. Voor zoover wij er met belangstelling
kennis van genomen hebben om er de openbare, mo
gelijk ook de officieuse gouvernementeele, meening uit
op te maken, zijn wij teleurgesteld en vast velen met
ons. Wat schering en inslag van de meeste oordeel
vellingen is, nl. afkeuring van ons koloniaal beleid
en spot met onze onbekwaamheid, we wisten dit al
van te voren en konden, vooral van de Engelschen,
niet wel iets anders verwachten. Wat in hun Indie
al is voorgevallen zijn ze lang vergeten hoe ze aan
de Kaap, in Australië en overal met buren en vrienden
handelen merken ze zeiven niet op; hoe zouden ze ons
dan billijk beoordeeleti Maar verwonderlijk is tevens
de totale onbekendheid met zaken en gebeurtenissen
onze Oost betreffende, die uit sommige vreemde bladen
blijkt en die dezen toch niet heeft weerhouden om op
een toon van gezag hun raeening te zeggen. Een en
ander moet ons al dat geschrijf eenvoudig maar voor
kennisgeving doen aannemen.
De Amerikaansehe bladen mogen ons wel met rust
laten de groote Yankee-natie is dezer dagen geducht
de ooren gewasschen door een handvol arme duivels
van Modoc-Indianen. De regeering van Washington
is niet zonder bezorgdheid voor een aanstaanden
algemeeuen Indianen-oorlog. Deze zal dan waarschijn
lijk de laatste stuiptrekking zijn van het wegsmeltende
roode ras en dat is waarlijk voor Amerika's verant
woording een heel ander pak dan onze verwikkelingen
op SöeraatrR.
Er zijn ook eenige berichten uit de Indische bladen
bekend geworden, die trouwens nog maar alleen de
aanvang der expeditie betreffen. Ook daar waren,
even als hier, de'meeningen omtrent het al of niet
verklaren van den oorlog verschillenddoch merk
waardig eenstemmig zijn al die berichten omtrent de
goede: verwachtingen die men van de met alle voor-
zorgeu voorbereide expeditie had. Getalsterkte, hou
ding, uitrusting, martiale stemming van 'texpeditie-corps
alles werd om 't zeerst geroemd. Ook in Indie zal
de uitslag een barre ontnuchtering geweest zijn.
't Geen in een Engelsch-Indisch blad, de Straits-
Times te Singapoer uitkomende, onder dd. 26 Maart,
geschreven wordt is nog al opmerkelijk. Er blijkt uit,
dat men daar, en te Penang, om zoo te zeggen in de
buurt van Atchin, van de hulpbronnen der Atchineezen
of van de' hindernissen waarop de Hollanders konden
stuiten, al even weinig vermoeden had als wij hier.
Integendeel 't succes en zelfs 't nuttige gevolg dei-
expeditie komt daarin voor als een boven allen twijfel
verheven zaak.
De Levant-Herald, te Konstantinopel verschijnende,
heeft, het bericht gegeven 't welk ook door andere
vreemde bladen is overgenomen, dat te Konstantinopel
den 25 April een gezant van den sulta.. an Atchin
was aangekomen om hulp te vragen tegen de Nederlanders.
De inscheping der troepen aan de plaats op de kust
waar zij eenige dagen te voren zoo welgemoed aan
land gestapt waren, is volgens regeerings-t'elegram niet
verontrust door den vijand. Men was hieromtrent,
en met reden, niet gerust. Dat de vijand niets gedaan
heeft om onze troepen te vervolgen en de inscheping
te belemmeren, kan misschien bewijzen dat hij, of
schoon voor 't oogenblik overwinnaar, toch zulke
gevoelige verliezen geleden heeft dat vervolging on
raadzaam of onmogelijk geoordeeld is.
Er zijn thans weder eenige namen van gesneuvelden
bekend gemaakt en wel behalve de generaal Kohier,
de luit. Ie kl. Engelvaart en de adelborst Zimmer,
de volgende officieren le luit. J. J. Brondgeest van
het 3e balaillon, 2e luit. G. A. II. I. Gandenberger
van het 2e bat., le luit. J. Vogelenzang van 't 9e
bat. en le luit. J. Surber van het 12e bat. Weldra
wordt een volledige lijst der verliezen te gemoet gezien.
De geestdrift om mede te werken tot het herstel
van Neerlands eer op Soematra is hier te lande al vrij
groot, ofschoon de Regeering tot heden toe nog maar
om zoo te zeggen //dood bedaard'3 of //tout doucement"
te werk gaat en tot geen enkel buitengewoon opwek
kingsmiddel is overgegaan. Dubbel te waardceren zijn
dan ook de teekenen van nationale belangstelling die
zich zoo, als van zelf, openbaren. Een groot g^tal
vrijwilligers hebben zich reeds aangemeld zoowel bij
de verschillende regemetiten van het leger als onder
de oud-Indische militairen. Inzonderheid moet onder
de veteranen van Harderwijk en Putten (zoogenaamd
Klein Bronbeek) veel geestdrift heerschen. De werving
van onder-officieren en manschappen die naar Indie
willen overteekenen is opengesteld, met bepaling dat
op elke 125 man ook 8 onder-officieren en 14 kor
poraals kunnen aangenomen worden. Volgens de
berichten en aanvragen uit Indie is ook behoefte aan
officieren en kunnen 50 luitenants en 10 kapiteins
geplaatst worden. In verband hiermede is door den
minister aan de officieren van het leger gelegenheid
gegeven om zich voor detacheering naar Indie beschik
baar te stellen. Het Utr. Dagblad meldt dat zich al
reeds meer officieren hebben aangeboden dan noodig
zullen zijn.
Voor dienstneming bij de marine is minder animo,
't Schijnt zelfs zeer moeielijk te zullen gaan om man
schappen te huren, om de uitgeruste kleine oorlogs
bodems naar Indie te brpngen. Het is dus in dit
opzicht thans anders dan in 1639 toen Tromp de
Spanjaarden in Duins schaakmat gezet hadtoen
hadden de Hollandsche jongens nog lust in den
zeedienst.
Als een merkwaardig-geval vinden we nog opgegeven
dat vijf zonen van een predikant op Texel, waarvan
2 als officieren en 3 als onder-officieren dienen, zich
allen hebben aangemeld om naar Atchin te gaan.
Binnenland.
ZIERIKZEE, 6 Mei 187 3.
Zierikzee. Door het Eransche Gouvernement is
de zilveren medaille le klasse toegekend aan schipper
G. van Duin van de ReddingscJioJcker no. 2. wegens
door hem betoonde hulp aan 't Eransche schip Jeanne
Uoémiedat den 22 Oct. 1872 nabij deze stad schipbreuk
leed. Aan de bemanning van de schokker is een
gratificatie van 120 frs. geschonken.
Te Rotterdam werden in de afgeloopen week de
Zeeuwsche jammen aan het schip verkocht tegen 1,70
per H. L. thans ligt te Gorinchem een schip in
lossing dat de puike Zeeuwsche jammen levert a 1,60
de II. L. Hoe komt het nu dat hier te Zierikzee geen
goede aardappelen beneden de f 4 per IT. L. te
krijgen zijn
Heden morgen waren, wij getuigen van een merk
waardig schouwspel. Een zestigtal invaliden, die te
Bronbeek zich gevestigd hebben, zagen wij, met slaande
trom vooruit en onder geleide van een onder-adjudant,
naar de kazerne marcheeren, ten einde daar te worden
gekeurd. Het waren diegenen, welke zich hadden
aangemeld voor den dienst bij het Indische leger.
Bereids zijn eenigen naar Harderwijk vertrokken, om
aan hunne vaderlandslievende gevoelens gevolg te geven.
Moge dit prijzenswaardige voorbeeld de Neder
landsche jongelingschap aansporen, en tot bewijs strek
ken, dat het waarachtige Nederlandsche bloed alsnog
met warmte en vuur in hunne aderen stroomt.
Arrih. Ct.
Het is niet te verwonderen dat de uitslag der
jongste verkiezing te Parijs een diepen indruk ge
maakt heeft zoowel in Erankrijk als daarbuiten. Dat
te Parijs de kolonel Stoffelde candidaat der bona-
partisten, legitimisten en Ultramontanen, weinig kans
had om gekozen te worden mag niemand verwonderen.
Maar dat, bij een keuze twsschen de gemagtigd re-
publikeinsche beginselen en het uiterste der radicale
partij, dit laatste de overwinning zou behalen, hadden
zeker niet "allen 'gevreesd, slechts weinigen als zeker
vermoed. De candidatuur van Barodet was inderdaad
allergewichtigst; hem steunden de radicale aanhangers
van Gambetta de voorvechters der republiek, de vrienden
en bloedverwanten van de communards en petroleurs,
omdat zij van hem de amnestie verwachten, en verder
allen die tegen de wijfelende, verzoenende, middelen
de politiek van Thiers zijn. Vereenigt dan de heer
Barodet in zich al de vereischten om die verschillende
gemoederen te bevredigen Hoe zou men het kunnen
denken, daar hij zelf in zijn manifest na zijn ver
kiezing, een rectificatie heeft gegeven, die als inzon
derheid tegen de illuzies der radicalen gericht, is aan
te merken.
Barodet zelf zegt dat zijn verkiezing is een vinger
wijzing voor het gouvernement van den heer Thiers
om dezen te doen inzien dat hij wèl zal doen met het
onmogelijke idee der conservatieve republiek te laten varen
en dat der republikeinsche republiek te omhelzen. Wan
neer nu de stelling nog opging dat Parijs Erankrijk was,
dat dus de stem van Parijs den geest des lands
uitsprak dan was de weg dien Thiers te volgen had
hem duidelijk genoeg aangewezen. Ontbinding der
Nationale, derhalve niets meer of minder dan een
coup d'état zou dan zijn eerste zorg moeten zijn.
Immers is die ontbinding een der vurigste wenschen
van zoovelen, niet enkel te Parijs, maar ook in het
radicale Zuiden. Vervolgens zou hij zich geheel in de
armen der radicalen moeten werpen en willens en
wetens de wegbereider moeten zijn voor een radicaal
kabinet met een jongen radicalen presidentdan zouden
er geheel nieuwe mannen komen. Nu kan het niet
tegen gesproken worden dat Thiers zich in de laatste
weken meer naar den kant der uiterste rechterzijde
heeft laten verlokken dan wel in zijn program te pas
kon komen maar evenmin zou een omzwaai naar de
andere uiterste zijde daarin te pas komen. En in
elk geval zou de heer Thiers zijn politieke figuur
voor goed schenden, zoo hij aan de revolutie toegaf
in welken zin dan ook, 't zij naar de demagogie en
daardoor heen naar tyrannie, 't zij naar de monarchie
en met deze naar 't verouderde arabsolutisme van de
aristocraten en ultramontanen.
Voor 't overige komt het ons voor dat Erankrijk
toch te avond of te morgen aan dit dilemna niet
kan ontkomen. Voor de redelijke, fatsoenlijke repu
bliek is Erankrijk niet geschiktook de republique
conservatrice van Thiers is een illuzie; de omstandig
heden hebben deze illuzie tot nog toe laten leven,
doch naarmate de zoogenoemde bevrijding vordert, naar
mate de geduchte lessen van'70'71 vergeten worden,
keert de Eransche natie terug tot haar normalen
toestand van onhandelbaarheid, zoo niet een krachtige
hand den teugel houdt en zweep en sporen nu. en
dan weet te doen voelen.
Reeds nu zijn er geweest die den heer Thiers
hebben aangezocht om de feiten te accepteeren, met
de rechter voor goed te breken en de Nationale op
te ruimen; de staatsman is echter veel te veel een
man uit een stuk al is hij klein, om zich geheel over
te geven.
liet is niet ongepast hier enkele levensbezonderheden
in te lasscheu van den nieuwen afgevaardigde van
de stad Parijs.
Barodet is de zoon van een onderwijzer te Sermèze,
departeraeut Saöne-et-Loire, en 49 jaar oud. Op zijn
21e jaar werd hij ook onderwijzer op een dorp in
de Jura. Daar hield hij zich bezig met de politiek en
predikte den boeren de rechten van den mensch. In
Eebruari 1848 opende hij een geregelden cursus in
de politiek, doch dit werd hem kort daarna verboden
en door de onderwijs-wet van 1850 verloor hij zelfs
zijn betrekking. Nu opende hij een bijzondere school
te Cuisery doch door de regcering steeds verontrust
liet hij na den coup d'état het onderwijs varen en
en werd boekhouder in een fabriek te Lyon. In
1869 trad hij op als directeur eener brand-assurantie-
maalschappij en werd in 1871 door het democratisch
Lyon tot Maire van die stad verheven. De onlangs
aangenomen wet, bij welke Lyon buiten 't gewone
staatsrecht eu onder speciale voogdij gesteld werd,
deed hem zijn post verliezen. Zijn verkiezing is
dus een sprekend protest van Parijs tegen de hande-
lingeu der regeering jegens Lyon.
Barodet is volbloed republikein, doch tevens een
gematigd man en in dit opzicht zullen communards
en petroleurs in hem bedrogen zijn. En wie weet
ook, was niet Robespierre, toen hij nog niets was,
ook gemachtigd, zachtaardig, teeder ze^ en senti
menteel, en nochtans
Een merkwaardig bewijs van de gewichtige betee
ken is, die er door sommigen aan de verkiezing van
Barodet gehecht wordt, is de aftreding van den heer
Vilemessant den hoofdredacteur van den Figaro
Figaro, in schijn een Uilespiegel op groote schaal,
is een blad dat zeer bonapartische en in 't algemeen
anti-democratische gevoelens is toegedaan. Toornig
en wanhopig heeft de heer Vilemessant thans zijn
pen in de distelen geworpen en biedt hij tevens zijn aan
deel in den Figaro te koop aan. Alvorens evenwel