Buitenlandsch Overzicht. Zeetijding van Zierikzee. ADVÊR T E NTÏÊN. Tijdens het verblijf des Konings te Amsterdam werden o. a. bij Z. M. ter audiëntie toegelaten de heeren Victor Driessens, Stumpff en Veltman bij die gele genheid heeft Z. M. aan de heeren Stumpff en Veld man, directeuren van het gezelschap der Stadsschöuw- burgtooneelisten een subsidie van 10,000 toegezegd, 't Schijnt dus dat de geruchtmakende zaak van de //bespeling" van den vernieuwden schouwburg te Am sterdam weder een nieuwe phase is ingetreden immers bewijst de handeling van Z. M. niet onduidelijk dat men in de hoogste kringen niet te vreden is over de gebeurde feiten. Te Vlissingen is tot griffier der Gemeente-secreta rie benoemd de heer A. F. Schattenkerk, ter vervan ging van den heer mr. A. E. Dronkers. Te Charlois, tegenover Rotterdam is vrijdag op Zaterdag nacht door een feilen brand een groot ge bouw in de asch gelegd door 14 gezingen bewoond. Ofschoon het ongeval plaats had midden in het dorp nabij een der scholen en met veel rieten daken in den omtrek mocht het gelukken het vuur lot dat ééne pand te beperken. Een man is door de vlam men gewond geraakt toen hij 't brandende gebouw weder binnendrong in de meening dat een zijner kinderen er nog in was. Van de 14 inboedels waren slechts 3 verzekerd. Giethoorn, 24 April. De Gemeenteraad alhier heeft verleden week een besluit genomen, hetwelk misschien eenig in zijn soort is Het tracteraent der hoofd- en hulponderwijzers is gelijk gesteld en beide op 400 bepaald. Assen, 23 April. Het aantal deelnemers aan den grooten schietwedstrijd, op 7 Mei a. s. ter gelegen heid van Z. M. verblijf in onze stad, is nu reeds gestegen tot 484. Het weder is in de laatste dagen weder op nieuw guur en koud geworden de scherpe Noord-Ooster strijkt aanhoudend met zijn killen adem over velden en steden sneeuwjacht en hagelbui komen ons nu en dan nog vermanend herinneren dat de lieve lente nog niet voor goed haar zijden wieken ontplooid heeft, leder is verkouden en voelt zijn oude kwalen en corrupties met verdubbelde hevigheid. Geheele volken moeten in zulk weer wel onlekker zijn; want van hen heeft ook elk zijn oude kwalen, zijn chronische corrupties. Oud Nederland kucht en zucht, hoest en proest: Atchin Atchin en een meewarig lachje komt om de lippen spelen, omdat in die niesbui juist onze tegenwoordige aanval van onlek kerheid zoo spottend wordt uitgedruktAtchin! Mocht het seizoen maar wat beter worden, 't warme zonnetje der hoop en van het vertrouwen weer helder en vriendelijk gaan schijnen op oud-Nederland hier en daar ginds waar 't rijke Insulinde zich slingert om den evenaar als een gordel van smaragd, edoch een gordel met scherpe weerhaken die de vingers kunnen zeer doen van degenen die hem moeten aanhalen en vast gesloten houden. Frankrijk is ook ganscli niet frisch, 't is als een herstellende kranke, te nainvernood aan levensgevaar ontkomenaan 't opknappen is het, ja, gelukkigdoch nog voortdurend sukkelt het aan pijn in de inge wanden, vooral in de rechterzijde en gewoon aan kwakzalvers en knoeiers, spartelt het tegen als een eigenzinnig kind telkens als knappe, radicale genees- heeren 't goede medicijnen willen ingeven. Trouwens ook die geneesheeren zijn oneens over de behandeling van den patient]; zij zien wel in dat het in de eerste plaats noodig is om weder aauvoer van nieuw bloed in de slag aderen te brengen tot vergoeding voor het verlies dat er geleden is onder die zware aderlating van vijf milliards. Maar het is dit niet alleen, wat hun zorg baart; de oude kwakzalvers of hun plaatsvervangers weten maar al te wel dat er in den patient nog een heimelijke trek naar liun zalfjes en wondermiddeltjes schuiltdaarom blijven zij hem beloeren en de goede, bekwame dokters kunnen geen oogje dicht knijpen of de een of andere kwakzalver van een Bonapartist of een Legitimist schiet op den patient toe om hem zijn potjes aan te preeken, en zoowaar deze zou ze nog aannemen ook. En al die kwakzalvers zijn brutaal en impertinent, als allen van hun gild, zoodat ze soms haast kans hebben de echte dokters te over bluffen en hun den winstgevenden zieke te ontfutselen. Moge ook in Frankrijk de rijzende lentezon meer warmte, meer echt, gezond leven doen ontwaken uit den winterslaap van koude zelfzucht en kille, dompige bigotterie Spanje is alsmede zeer onwel, geheel van streek, alsof al zijn kwalen van eeuwen her weer met hun kwellingen komen om het geen uurtje nachtrust te gunnen en alle oude wonden weder gevoelig geworden of opengegaan zijn. 't Komt daar ook al van 't Noorden en als gure buien dalen de Carlistische bandieten van de Catakmische en Biscaische bergen om verwoesting ie verspreiden in "de vlakte. Door 't geheele lichaam heen woelt de koorts, maar vooral 't hoofd, Madrid lijdt veel; daar is het brein verward door overspan ning en misschien ook omdat de wil van den daar gezetelden geest niet bij machte is zich floor de zenuwen van het door en door kranke lichaam te doen voort planten naar de strekkende eti opheffende spieren. Vreeselijk kan het nog zijn als eens de beslissende crisis komt, als de betere elementen den grooten kamp aangaan om de verdorven en onnutte leden af te snijden, weg te werpen, te verdoenmaar eerst daarna zullen betere dagen van nieuw jong, krachtig leven kunnen aanbreken. En nu Italië. Italië zelf is niet zoo zeer ziek, men zou 't eerder kunnen vergelijken bij een aan komenden knaapdie lang gesukkeld heeft en ge kwijnd, lang klein en zwak gebleven is, en die nu in korten tijd is opgeschoten en grooter geworden dan hij ooit gedacht had te zullen worden. Maar bij dien overmatigen groei faalt het aan krachten en deze kunnen alleen komen door goede voeding en gezonde lucht om deze te genieten spant het zich wel in doch de aanwas van kracht is nog geenszins voldoende, de innerlijke zwakte van den jongen struischen aankomeling onder Europa's grootmachten zal nog lang kunnen duren maar daar is goede hoop: Italia far a da se! Één wezenlijke zieke is er nochtans op Italie's classieken bodem. In 't paleis van het Vaticaan doorsukkelt een krachtig grijsaard, doch die niettemin zichtbaar achteruitgaat, zijn laatste levensdagen. Of de Ultramontaansche bladen 't willen weten of niet, de Paus is ziek en 't zal binnenkort wel afloopeti met hem. Doch waarom zouden ze 't niet willen weten Daar is immers niets bijzonders in gelegen dat een afgeleefd oud man, wiens taak is afgesponnen, wiens geestkracht aan 't verslappen is, wiens beenen te nauwernood het lijf meer kunnen dragen, dat zulk een oud man kwakkelend wordt en sakkelt, dat het met hem gaat op 't bed en van 't bed zooals met ieder ander op zulke hooge jaren en na zulk een veelbewogen leven. Niemand is hier beneden boven den lex suprema der natuur verheven. Toch is 't alsof de Heilige Vader niet ziek mag wezen. Zou 't zijn omdat het mogelijk den schijn kan hebben, dat niet alleen de man, Mastaï Feretti, naar zijn levenseinde schreed, maar dat met - hem 't geheele systeem, de geheele constellatie die zich om hem wentelt en van welke hij 't middelpunt is, in een uiterst gevaar zou verkeerenMaar daarvoor bestaat vooreerst nog geen vrees; de paus sterft te eeniger tijd, 't pausdom 't systeem is nog geenszins verkwijnd en verouderd tot stervens toe. Maar wie zal niet erkennen dat de verdwijning' van Pius IX van 't wereldtooneel een allergewichtigste gebeurtenis zal blijken te zijn voor de geheele staatkundige zoowel als kerkelijke wereld? Ja, om den wille der alge- meene rust zouden we wel mogen wenschen om nog een lang leven voor den doorluchtigen patient van 'tVaticaan. Te midden van een hem om strengelend en beheerschend weefsel van verachte lijke intrigue en leugen, blijft de mensch Mastaï Feretti een beminnelijk grijsaard door aanhangers en tegenstanders beiden evenzeer geacht. Dit zou van de nieuwe grootheid nog afgewacht moeten worden. Ziet, Lezers! waarheen ons de inblazingen van dien naren Noord-Ooster al heen voert. Als we hem maar volgen dan gaat ons zieken-bezoek de lieele wereld rond en we makeu van de geheele staatkundige familie één groot kranken-gezelschap. Kunnen wij 't helpen Is de menschheid niet als 't kruid en 't gras des velds; als de kille, dorre Noordenwind daarover gaat krimpt 't als 't ware weg en ziet er een tijd lang verschrompeld en ontdaan uit. De landman zegt: dat geeft een stevig gewas en we willen dit ook gaarne aannemen. We gelooven ook aan vooruitgang, aan betere dagen, wij houden steeds 't oog vooruit in de verte en dan ook naar boven, Excelsioris ook onze leus. Nochtans kan de wereld-beschouwer wel eens van die oogen- blikken hebben als hij zich zelf niet frisch gevoelt, als hij verkouden is en gedurig vol landerigheid proest Atchin Atchilidat hij al 't andere ook donker en naar inziet. Mais cela passera. Daar is, om voort te gaan, Duitschland, das machtge Deidscliland, heeft het ook niet zijn builen en zweereu. Zijn stoute en hardvochtige lijfarts heeft ze lang gepapt en gebroeidten laatste is hij ongeduldig geworden en heeft ze uitgesneden en weg geworpen over de grenzen bij de buurtjes. Maar ook dat uitnijden doet zeer en iedereen is er zoo maar niet gereed voor dat de meester er 't mes inzet; daar zijn er ook onder de geneesmeesters nog wel die geadviseerd hebben nog niet snijden, nog niet kerven, eerst nog wat pappen Maar we kunnen al de patiënten thans niet in 't bijzonder bezoeken. Bovendien 't zijn de staten niet alleen, die huiveren en rillen onder den invloed van den Noord-Ooster. Lijdt niet nog altoos de geheele maatschappij aan haar algeraeene groote kwaal? Blind moest hij zijn die 't niet zag, hoeveel onlust, hoeveel walging en bitterheid de trekken van gelaat der maatschappij misvormen. Gevoelloos moest hij zijn die niet smartelijk werd aangedaan op 't gezicht van zooveel ellende als er woont te midden van den bluf en 't verguldsel onzer hedendaagsclie maatschappij. Hier honger en gebrek, daar ontevre denheid en woeling, ginds druk en moeite en overal 't ge voel van behoefte aan iets beters overal trek naar gezonder en krachtiger leven naar omstandigheden meer waardig den edelen mensch. die heer der schepping heet en toch nog in zooveel millioenen arme wurmen in dit leven een protest ziet aangeteekend tegen die groot spraak. Werkstakingen, onwil, woeling, wanhoop hier, moedeloosheid daar, algelieele afkeer van oud-Europa en emigratie naar 't betere onbekende land elders, ziedaar bedenkelijke verschijnselen van de groote maatschappelijke kwaal, Moge de lieve Lente in alle opzichten weldra komen en haar teuten opslaan in de landpalen KUNSTN1JËU WS. Naar men verneemt heeft de heer Yalois voor 't zomerseizoen een nieuw, echt vroolijk kermisstuk in gereedheid, getiteld AsschepoetsierHet stuk moet uitmunten door komischen inhoud, fraaie monteering en de rollen zullen goed bezet zijn. Ook heeft de lieer Valois daarvoor nog twee met lof bekende dames geëngageerd, zijude Mevr. Strlitski—Orgelist en Mej. Belinfante. Men verneemt verder dat het voornemen bestaat bij een deel der artisten van den Kon. Holl. Schouw burg, om gedurende liet zomerseizoen voorstelling en te geven in de provinciën. K e r li- en Schoolnieuws. Beroepen bij de Ev. Luth. Gemeente te Maas tricht, ds. F. G. Lagers alhier. Beroepen bij de Ned. Herv. Gem. te Wilhelraina dorp ds. J. H. Jansen, te Groede. Bedankt voor Domburg ds C. C'. J. Hiebendaal te Driel voor de Chr. Ger. te Tholen, ds. W. Raman te Vlissingen. Ds. Koeken te Moerdijk is door de Prov. Synode van Noord-Brabant ontzet van het predikambt en van het lidmaatschap der Ned, Herv. Kerk. Te Vlissingen is tot hoofdonderwijzer der bijzon dere school benoemd de heer P. J. Kloppers in plaats van den heer vau Rosmaten, die naar 's Hage ver trekt. Van den uitslag der voorjaarsexaraens te Mid delburg vermelden we nog dat toegelaten zijn voor 't Fransch de heeren W. C. Crucq, te Brouwershaven en C. Heule te Ouwerkerk voor de gymnastiek de sergeant der infanterie J. D. Augustijn te Middelburg. In 't geheel zijn van de 50 gevraagde acten toege kend 31 aan 25 personen. BINNENGEKOMEN: 28 April. Mary, Agnes Johnson, Sunderland,Zierikzee. y ondergeteekenden COMMISSARISSEN der ONDERLINGE BRANDWAARBORG MAATSCHAPPIJ, onder directie van de Heeren de JONG Co., gevestigd binnen Amsterdam, hebben het genoegen aan alle daarbij belanghebbenden te berichten, dat heden door voornoemde Heeren Directeuren aan ons, in tegenwoordigheid van eenige Heeren Correspondenten en Deelgenooten, is gedaan Re kening" en Verantwoording hunner gekoudene Administratie over het jaar 1873, welke, door ons in de meest mogelijke orde bevondeu zijnde, met. onze volkomene goedkeuring is bekrachtigdtevens is daarbij overgelegd een alleszins nauwkeurig overzicht van den gunstigen staat en steeds toenemenden bloei dezer Maatschappij, waaruit ons op nieuw gebleken is, dat deze Inrichting het algemeen vertrouwen, hetwelk dezelve in steeds klimmende mate geniet, ook teil volle waardig is. Amsterdam, 25 April 1873. Commissarissen binnen I Commissarissen buiten de Stad. de Stad Mr. J. Messchert van L. G. A. Graaf van Lim- Volleniioven. burg Stirum. Mr. C. H. B. Boot. Zijnde de Heeren H. W. Baron van Aylva van Pallandt en Mr. P. J. Teding van Berkhout verhinderd deze vergadering bij te wonen.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1873 | | pagina 3