J. STATE N-GE¥ËR AAL. Openbare Raadsvergadering V wijzen op drie zaken: de houding der pers, de plannen die deze en gene aan de hand do,et, en hetgeen er reeds wordt gedaan. De pers is druk bezig over 't belangrijke onderwerp, doch zij is verre va.n eenstemmig, noch in toon noch in doel. Betreuren doet ieder het gebeurde, doch terwijl een deel der pers voor 't oogenblik een bepaald oordeel opschort tot dat alle noodige gegevens zullen aan wezig zijn, houdt een ander deel zich onledig met het beredeneeren of ook wel beleuteren van de ooi-zaken des oorlogs, van de diepe koloniale kwe'stiën, van de al of niet goede wapening van 't Indische leger enz., terwijl er boven dien nog enkele partij-organen zijn, die zelfs in deze natio nale zaak, die 't geheele vaderland raakt, nog driest weg toonen dat ze ook niets meer zijn dan partij-organen. Van dezen geest zijn het Dagbladde Standaard, ja zelfs de 'Nieuwe Goesche CourantDe Standaard geeft o. a. te kennen dat de' oorzaak van de koppigheid en weerspan nigheid der Atchineezen te zoeken is bij het Nederlandsch Gouvernement, dat te weinig doet voor de zendelingen. Ware er al sedert lang een expeditie van zendelingen naar Atchin gezonden dan zouden de zeden dier ongeloovige vereerders van Mohammed wel wat zachter wezen. Nu, de Veluwsche broederen weten dus waar ze heen kunnen om tegelijk practisch nuttig te zijn voor onze koloniale politiek en voor de evangelisatie. De Nieuwe Goesche Courant aarzelt niet de schuld van alles te werpen op de liberalen of eigenlijk op de »zich noemende liberalen." Wie dat zijn verklaart het blad niet nader; wij zullen er dus maar de liberalen onder verstaan. Wij vatten niet hoe de N. G. C. er toe komt om bij een feit als deze oorlog de schuld aan de liberale partij te gevenhet blad moest toch weten dat deze oorlog niet als een meteoorsteen zoo op eens onverwacht uit de lucht is komen vallen; het blad moest weten dat deze oorlog het noodwendige gevolg, de onvermijdelijke ont knooping is van verwikkelingen, die nu reeds meer dan vijftig jaren lang al gedurig in omvang en aandrang zijn toegenomen. Gedurende al dien tijd hebben toch de libe ralen niet alléén geregeerd; heeft niet elke partij die in al dien tijd in Indië door de opperste beambten en in Nederland dooi- de min. van Koloniën invloed heeft kunnen uitoefenen ook op haar beurt met deze verwikkelingen te doen gehad? En wat doet liberaal of met-liberaal er toe in een geval als dit! De N. G. C. is ook onhandig genoeg om als voorname autoriteit voor haar smalen op de «zich noemende liberalen" aan te voeren den heer Nierstrasz, omdat hij bij de jongste interpellatie tot voorzichtigheid heeft aangemaand; maar het blad verzuimt zijn lezers er tevens bij te zeggen dat reeds jaren geleden de heer Nier strasz juist de man was, die de Regeering ernstig ver maande om toch met meer kracht op te treden op Soe- matra's oostkust, d. i. tegen de Atchineezen. En natuurlijk, de heer Nierstrasz kent de geschiedenis wel en zal 't Gou vernement noch de liberale partij beschuldigen de oorzaak van den oor-log te zijn. Of de expeditie in allen deele goed voorbereid was is een andere vraag, doch om deze te be- oordeelen ontbreken op dit oogenblik nog de noodige ge gevens en daarin kan de liberale partij, als zoodanig, ook van geen beslissende beteekenis zijn. Te betreuren is het daarom dat men van de geheele treurige zaak materie maakt om politieke munt uit te slaan. Ditzelfde doet ook prof. Vreede te Utrecht in het Utr. Dagbl. en bij dezen kan 't geen onkunde zijn die hem blind maakthij schijnt te laboreeren aan een soort van blindheid die wij de jjartij-staar zouden kunnen noemen in onder scheiding van de zwarte- en grauwe-staar. Toch vertrouwen we dat prof. Vreede het wel goéd meent met het vaderland maar wij betwijfelen of zijn adviezen wel eenige bruikbaar heid hebben voor 't geval waarin wij verkeeren. Wat de plannen betreft om 't échec te wreken, ze rege nen in sommige groote bladen. De eene Oud-Indische officier wil hier te lande een volledig expeditie-leger van 10000 man formeeren en kant en klaar naar Indie zenden. Wij zouden dit plan wel willen amendeeren met 't voorstel orn dan de Great Eastern af te huron, die 't geheele expeditie corps in eens kon overbrengen. Een ander Oud-Indisch officier beweert dat een van hier gezonden corps onmogelijk na aankomst in Indie gebruikt kan worden, maar minstens eenige maanden noodig heeft om aan het klimaat, de voeding en levenswijze gewoon te worden. Wederom een an dei- slaat voor om 't Koloniaal Werfdepot te Harderwijk op te heffen en in plaats daarvan hier te lande een corps op te richten en te organiseeren speciaal voor den Indischen dienst. Aan plannen dus geen gebrek, alleen 1' ambarras du choix kan een keuze moeielijk maken. Van meer belang is het geen er al vast gedaan wordt. Vooreerst worden er vrijwilligers gevraagddie voor zes jaar willen teekenen tegen f 2U0 handgeld, voor korter duur tegen f 120 of f '100. Ten spoedigste gereedgemaakt en uitgezonden worden 4 stoomschepen 4e klasse, waaraan vooral voor den bloccade-dienstgroote behoefte is in aanbouw zijn 10 stoombarkassen300 mariniers worden ook geëxpe dieerd. Van 't garnizoen van den Haag hebben zich reeds een honderdtal vrijwilligers aangeboden om de expeditie mee te makenvan de veteranen van Bronbeek 50 en '1 officier ook een gewezen pauselijke Zouaaf heeft een vaderlands lievende oproeping gericht aan zijn voormalige wapenbx-oeders. Wij twijfelen dan ook niet of de Ilollandsche jongens zullen wel toonen dat zij bereid zijn den smet te helpen uitwis- schen die de Atchineezen onze driekleur hebben aangewreven. Nevens de te wachten geestdrift, wanneer er eens nadruk kelijke oproepingen van de Regeering mochten uitgaan, zal er echter ook zeer voorzichtig en bedaard met gezond ver stand moeten gelet worden op de omstandigheden. Zoo zou 't b. v. wel eens veel meer practisch nuttig zijn als de vrijwilligers zich beschikbaar stelden voor den dienst in Indie gedurende de expeditie en niet zoo bepaald voor die expeditie zelf. Immers zouden er van een 4000 man die zoo direct uit Nederland naar Atchin gevoerd werden om daar een ontzettend vermoeiende campagne te gaan maken, vast niet veel overschieten om ons hun ervaringen te komen vertellen, want ziekte en overspanning zouden meerdooden maken dan 't vijandelijk looden, erger nog, de geheele expeditie kon weder mislukken en dan zou de tweede dwaling erger zijn dan de eerste. Konden dus'de van hier uitgaande vrijwilligers, voor zoover zij vroeger niet in Indie gediend hebben, zich te vreden stellen met de bescheiden rol van de posten te bezetten die in Indie worden ontbloot om een groot expeditie-corps bijeen te trekken, dan zouden ze het vaderland gewis al onschatbare diensten bewijzen en, wat niet te versmaden is, veel kans hebben nog eens goed en wel weder te keeren in het Vaderland. Zoo als te verwachten was gaat de buitenlandsche pers voort met grof en fijn garen te spinnen uit het gebeurde. Natuurlijk staan de Engelschen vooraan in den kring van beoordeelende toeschouwershoe zij evenwel in sommige hunner bladen met name in de Globe zoo op ons smalen kunnen is alleen te begrijpen als men weet hoe de Engel schen altoos jegens vreemden en concurrenten gehandeld hebben. Waarlijk, zoo één natie zich ooit moet schamen bij 't nalezen zijner koloniale geschiedenis, het is de Engelsche. In verband met de betrekkelijk onverwacht opgekomen oorlogsverklaring schijnt dezer dagen uitgelekt Te zijn dat deze o. a. daardoor is verhaast, dat de Amerikanen zich niet ongenegen zouden verklaard hebben om Atchin onder hun protectoraat te nemen. In dat geval zouden we niet alleen Atchin hebben moeten laten geworden, maar ons gezag op Soematra en in geheel Indie zou veel meer bedreigd zijn geworden dan het vóór het laatste tractaat met Engeland door dezen staat ooit geweest'is. Met verlangen zien wij uit naar de lijsten der dooden en gewondende eerst komende mail kan ze aanbrengen. Uit een particulier tele gram weten we dat o. a. de heeren officieren Noordewier, Bink.es, Cornelissen, Haremaker, Winkelman, Vinkhuijzen en Meijboom goed en wel weder aan boord der Soerabaya zijn gekomen. Niet zonder reden was men ook ongerust omtrent den gang der inscheping na de nederlaag, daar het zeer goed mogelijk was dat de vijand, als hij kon, den onzen wel zoo veel afbreuk zou doen als mogelijk was. Met veel belangstelling zien we ook te gemoet wat er in de kamerzitting van heden (Maandag) zal verhandeld worden. De Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft slechts een korte rust genomen. Reeds Dinsdag den 22en April, dus zoo spoedig mogelijk na de Paaschweek heeft zij hare werkzaamheden hervat en de verstreken zeven dagen, waar over ons verslag loopt, zijn zeer belangrijk geweest, al werden er maar twee openbare zittingen gehouden, voorde kennis van het regeerings-systeem, en voor het gehalte onzer wetgevende volksvertegenwoordiging. Het was te voorzien, dat enkele, zoo niet vele leden zeer nieuwsgierig waren, of de regeering ook iets officieels, iets naders zou mededeelen omtrent de expeditie tegen Atchin, ofschoon de regeering zich steeds gehaast heeft, om alle bij haar ontvangen telegrammen, door middel van de Staats courant officieel bekend te maken, nadat of te gelijkertijd dat zij die aan de redactiën der nieuwsbladen mededeelde, en waarin zij alleswat zij wist, ter openbare kennis had gebracht. Die enkeleof zoo men wil vele leden bedachten niet, dat het alleen door den Telegraaf mogelijk is geweest, reeds tijdingen omtrent Atchin te hebben. Ware de telegraaf er niet geweest, dan zou men op dit oogenblik nauwelijks kennis dragen van de oorlogsverklaring, veel minder, dat men iets kon weten van de expeditie en hare geschiedenis. Maar nu dat alles door de Telegraaf bekend is, nu wil men ook alles weten, wat'men maar met mogelijkheid meent te kunnen bedanken, omtrent 'en van de gebeurtenissen aan de Noord-Westkust van Sumatra. Maar daaraan denken zij niet, die voortvarenden, en nog minder zij, die der regeering minder goed gezind zijn of oppositie tegen het tegenwoordig ministerie voeren. Van die laatsten was de heer van Lijnden van Sandenburg de woordvoerder in de Tweede Kamer en op zijn initiatief heeft dan ook gisteren (Maandag) een debat in de vergadering der Tweede Kamer over de expeditie naar Atchin plaats gehad. De vermelding dier bex-aadslaging nemen wij in ons volgend noxnmer op, doch moeten al dadelijk onze bevreem ding te kennen geven over het feit, dat men van den Minister van koloniën, die zoo voox-komend eene uitgebi eide nota overlegde, inlichting vx-aagt, die hij niet geven kan, en hem beoordeelt en veroordeelt op eene wijze, als hij niet verdient. Naar onze overtuiging zal de tijd zijn i-egeei'ings- beleid ï-echtvaardigen en wat men nu be- en ueroordeelt, het is in ons oog niets amlei's, danschermen tegen windmolens. Na de mededeeling van eenige ingekomen wetsontwerpen van ondei-geschikt belang en andei-e stukken, wex-d de zittixxg van Dinsdag gesloten. In de afdeelingen weiden in den loop der week eenige wetsontwei-pen onderzocht, o. a. dat van den heer van Houten omtx-ent den arbeid van fabriekskinderen en den leei-plicht, naar het vex-slag waarvan wij zeer nieuwsgierig zijn, terwijl verslagen omtrent andei'e ontwei-pen werden uitgebx-acht. Jl. Zaterdag is nog eene korte openbax-e zitting gehouden, waarin twee ontwei-pen (verhooging der Indische begi'oo- ting voor '1873 en beschikbaarstelling van gelden wegens verstx-ekkingen door het dep. van ooi-log, dienst 1873) zijn aangenomen, en vervolgens eene regeling van werkzaamheden is vastgesteld. Volgens die regeling zal na de bex-aadslaging over de aangelegenheden van Atchin, de behandeling plaats hebben van de wetsontwei-pen tot onteigening wegens de afsluiting van het Reitdiep, tot wijziging der emancipatiewet voor Sux-iname en tot hulp van de kanaal-maatschappij. gehouden te Zierikzee den 25 April 187 3. Afwezig zijn de heeren Koole, mr. Moolenburgh en van der Vliet. Na resumtie en goedkeuring der Notulen van de vorige vergadering deeld de Voorzitter mede dat de nieuw benoemden Ontvanger den bepaalden borgtocht heeft gesteld en stelt voor hem te beëedigen waarop de heer J. E. Mulock Houwer door den secretaris in de Vergadering wordt binnengeleid en in handen des Voorzitters de bij de Wet voorge schreven eeden aflegt. Na eene toespraak des Voor zitters, die de heer Houwer beantwoordt verlaat deze de vergadering. De Ontwerp-Verordening be treffende het vervoer van lijders aan besmettelijk ziekten wordt zouder discussie goedgekeurd. Komt in behandeling het voorstel van Burg. en Weth. betrekkelijk liet verzoekschrift van Nardten -en Lückerhof Co. om gemeentegrond in gebruik te erlangen, waaromtrent de beslissing in de vorige ver gadering is aangehouden. Dit voorstel strekt om aan die firma's te verkoopen GV2 C. Ares gemeentegrond voor ƒ2,de centiare; uittegeven in erfpacht tot weder opzegging toe* eene oppervlakte grond groot 37 vierk. M., 121/3 vierk. M., tegen betaling eener jaarlijksche. erfpacht van 2 cent per M., onder voorwaarden dat de erfpachters den kaaimuur tot dat gedeelte behoorlijk moeten onder houden onder toezicht eu over eenkomslig de voor schriften van Burg. en Weth. dat de erfpachters gelegenheid moeten geven tot het lossen van schepen op last van het dagelijksch bestuur en dat zij het terrein met een ijzeren hek moeten afsluiten, 3 toe te staan om een cijns ten behoeve van de gemeente op het pakhuis wijk D No. 294 drukkende ten bedrage van ƒ6,80 in het jaar af te koopen voor ƒ136. Na discussie wordt dienovereenkomstig besloten behalve dat conform het voorstel van den heer Blom besloten is daaruit te doen wegvalling de bepaling van het onderhoud van den kaaimuur. De Voorzitter deelt mede: dat de nieuw benoemde muziek-directeur J. A. Kwast heeft kennis gegeven op 24 April zijn functie te zullen aanvaarden dat de levering van 65,000 keijen bij minste schrijving is aanbesteed aan de firma L. Goffin Co. te Luik voor ƒ66,27 per 1000 stuks. Voor kennisgeving aangenomen. De rekening van den straatweg naar Brouwershaven, en de wijziging der begrooting van het Burger Weeshuis worden gesteld in handen eener Commissie bestaande uit de heeren Labvijn Blom en Mulock Houwer tot onderzoek en rapport. Een verzoekschrift van den heer C. J. van Zandijk c. s, verzoekende eener wijziging in het plan van aanleg van het gedempte deel der Oude Haven, wordt in handen van Burg. en Weth. gesteld tot parmadvies. Wordt vastgesteld het Kohier der honden-belasting over 1873 op een bedrag van ƒ430,-. De heer mr. Bolle brengt namens de Commissie adhoc rapport uit op de rekening der Armen-be- waarschool en van het Pensioen en Wednwenfonds van gemeente-beambten, strekkende tot goedkeuring- der 1ste in Ontv. op ƒ834,41. Uit°- f8 4'2>695. Nadeelig Saldo 8,285.; en der 2de in Ontv. op ƒ473,555. Uitg. ƒ428,305. Batig Saldo 45,25. De beslissing op de rekening van het Evangelisch Luthersch Armbestuur wordt ten gevolge van eenige opmerkingen van de Commissie aangehoudeu en deze ter visie van de leden gelegd. Komt in behandeling het Kohier van den Hoofdei.- Omslag van 1873. De vergadering wordt met gesloten deuren voortgezet. Heropend zijnde deelt de Voorzitter mede dat is ingekomen een schrijven van de geinterreseerden van de Meestoof //de Zon" houdende mededeeling dat zij vooralsnog niet kunnen besluiten het Stamphuis te verplaatsen, maar genegen zijnde de Meestoof //de Zon" ouder voorsvaarde dat zij voor afbraak wordt verkocht met al haar toebehooren aan de Gemeente af te staan voor eene som van ƒ32000,dat Burg. en Weth. dit aanbod echter niet aannemelijk achten maar den Raad in overweging geven een tegen voorstel te doen. Aldus besloten. Hierna wordt de Vergadering gesloten om heden avond te 7 ure te worden voortgezet. Reeds vergadering gehouden te 7 ure. Na opening der Vergadering waarin afwezig waren de heeren van der Grijp, mr. Moolenburgh van dei- Vliet en Zuurdeeg, wordt de zitting met gesloteu deuren voortgezet. liieropend zijnde wordt het Kohier van den Hoofdei.- Omslag vastgesteld op 18,432,21. Hierna sluit de Voorzitter de vergadering. Binnenland. ZIERIKZEE, 25 April 1 8 7 3. Zierikzee 28 April Met genoegen constateeren we dat de schrijver in de Nieuwsbode weder van de can- didatuur van Multatuli schijnt te hebben afgezien althaus hij geeft, naar aanleiding van de kwestie van den afkoop der tienden, een klein compltmentje aan 't adres van den hoer van Kerkwijk, zoodat deze heer voorshands weder gerust zal kunnen zijn. Een //Nederlander" vraagt aan den //Weerbaarheids- bond, die zooveel geld door de leening heeft gekregen", wat deze denkt te doen bij de hervatting der expeditie naar Atchin.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1873 | | pagina 2