ZIERIKZEESCHE COURANT.
voor het arrondis- senient Zierikzee.
1873. No. 28.
Zaterdag 5 April.
76ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Binnenland.
B e k e ii d m a k i n g.
A i A SS ES TED ING.
LEERPLICHT.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden 1.Franco per post f 1.-
Afzonderlijke nomraers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERT EN TI EN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. LARENMAN.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee
zijn voornemens op Woensdag den 16 April 1873, des
middags te uur ten Raadhuize AAN TE BESTEDEN
Het inrigten van het Waaglokaal tot Bureau
van Politie en van een gedeelte der voor
malige Vleeschhal tot Waaglokaal.
BESTEKKEN zijn tegen betaling van 20 cent ver
krijgbaar ter Gemeente-Secretarie, terwijl inlichtingen zijn
te bekomen bij den Gemeente-Bouwmeester.
Zierikzee, den 24 Maart 1873.
De Burgemeester en Wethouders
v. CITTERS.
De Secretaris
J. P. N. ERMER1NS.
I.
Terecht blijft het onderwijs bij ons nog voort
durend een staats- ea volksbelang dat aller
aandacht gaande houdt. Meer dan vijftien
jaren zijn er sedert de invoering der nieuwe
wet op 't lager onderwijs verloopen en de goede
vruchten dier wet zijn niet te miskennen. Naar
mate echter de algemeene belangstelling in het
onderwijs is toegenomen, zijn ook de gebreken,
die het nog altoos aankleven, gedurig meer
opgemerkt en in het licht gesteld. Eu niet
enkel is 't onderwijs, het schoolwezen nog in
menig opzicht niet zooals 't wezen moest en
wezen kon, ook vast niet zooals menig optimist
in 1857 wel verwacht heeft, dat het na vijf
tien jaar wezen zoumaar ook aan onze ge-
heele staatshuishouding ontbreekt nog menig
orgaan, dat in een gezond en goedwerkend
lichaam niet ontbreken mag.
Wat baten goede scholen met bekwame on
derwijzers, zoolang er nog duizenden en tien
duizenden kinderen opgroeien zonder onderwijs
te genieten en honderdduizenden die slechts
een korten tijd de school bezoeken, te kort
stondig om van het weinige geleerde eenige
beduidende vrucht te plukken voor het volgend
leven! Wat helpt een goede wet op't onderwijs
zoó het géheele volk, ook de onderste laag
daarvan, niet de behoefte gevoelt aan onderwijs,
of zoo het die al gevoelt, toch de energie mist
om zich de opoffering te getroosten die onver
mijdelijk is om uit de doode letter der wet
den levenden geest te halenWat baat het
of de deuren der school al wijd openstaan als
juist zij, voor wie de eerste beginselen van
kennis en ontwikkeling zoo onmisbaar zijn,
daar niet kunnen of willen binnentreden?
Wij zullen thans geene dorre cijfers geven
het zij genoeg dat wij constateeren dat er in
ons land nog duizenden kinderen zonder eenig
onderwijs opgroeien, honderdduizenden de school
ongeregeld bezoeken en nagenoeg allen kaar
veel te vroeg verlaten. Dit alles is voorwaar
al ernstig genoeg.
Letten we op deze gemeente, dan moeten
we met blijdschap erkennen dat Zierikzee in
zake van schoolgaan niet onder de zwart ge-
teekende. plaatsen behoort; integendeel, er is
hier betrekkelijk weinig schoolverzuim. En toch
hoeveel kinderen zijn er ook hier niet, die in
't wild opgroeienhoe groot is niet 't getal
dergenen, die de school veel te vroeg verlaten,
vervolgens eenige jaren aan school noch leeren
meer denkeu en, tot de jaren des onderscheids
gekomen, weinig of niets behouden hebben van
de teerkost, die hun is meêgegeven op den
levensweg.
De Grondwet van 1848 bepaalt, dat er overal
van overheidswege voldoend lager onderwijs
wordt gegeven. Of er van de gelegenheid
gebruik gemaakt zal worden, laat de grondwet
aan de consciëntie des volks zelve over. Tal
van stemmen zijn er sedert 1848 opgegaan en
hun getal is na 1857 nog vermeerderd, die
bewereu dat er ook van de opengestelde gele
genheid moet gebruik gemaakt worden, ja dat
de oorsprong van art. 194 der Grondwet juist
moet gezocht worden in de behoefte des volks
aan onderwijs en in de verplichting, die op
dat volk als zedelijk lichaam rust om zich te
doen onderwijzen; natuurlijke behoefte dus
aau ontwikkeling en zedelijke verplichting om
die behoefte te bevredigen. Daarin moet het
meerontwikkelde deel der natie voorgaan en
't onmondige gedeelte moet in de beweging
worden meegenomen. Eigenlijk is dit het grond
beginsel van den geheeleu staat, zonder hetwelk
er aan de instandhouding van recht, wet, orde
en zedelijkheid niet te denken is. Maar zoo
moet men ook ongevoelig komen tot de stelling
wanneer een aanmerkelijk deel des volks niet
inziet, niet wil of niet kan heseffen de nood
zakelijkheid van 't onderwijs, dan moet het
daartoe gedwongen worden, totdat er een ge
slacht gekweekt is dat die behoefte wel inziet
en de dwang dus van zelf vervalt.
Ziedaar de vraag van het verplicht onderwijs
aan de orde gesteld.
Reeds dadelijk kan men onderscheid maken
tusschen twee zeer onderscheiden vormen van
verplicht onderwijs den schoolplicht en den leer
plicht. Schoolplichtdoor de wet geregeld, ver
onderstelt in de eerste plaats het verplichte be
zoek der staatsschool door de kinderen des volks
en omdat de wet ook bijzonder onderwijs heeft
toegelaten en geregeld, laat zij ook toe de ver
vulling van den schoolplicht door 't bezoek van
de bijzondere school. Schoolptieht is een vrij eng
bepaald begrip. Leerplicht is veel ruimer en
milder. Bij het begrip van leerplicht treden de
scholen, zoo openbare als bijzondere meer op
den achtergronden wordt op een gegeven
tijdstip een zekere mate van kennis en ont
wikkeling van de jeugd gevorderd, zonder te
vragen hoe zij er aan komt. Schoolplicht doet
denken aan een huisvader die tot zijn kinderen
zegtziet, de tafel is gedekt, zit aan en eet
Leerplicht doet denken aan een geneesheer die
zegt: gij zijt zwak, gij moet u goed voeden,
zit dus aan en verzadigt u, aan welke tafel
gij wiltalleen zeg ik uvoedt u, anders zult
gij bezwijken en uw plaats onder de levenden
niet ianger meer kunnen innemen.
Zegt men voor schoolplicht en leerplicht,
schooldwang en to'dwailg, dan worden beide
begrippen weder aanmerkelijk gewijzigd. Ver
onderstelt een algemeene wettelijke verplichting
een zekere zedelijke noodzakelijkheid, de staats-
dwang is niet veel anders dan een stoffelijke
beweegkracht, die de staat krachtens haar macht
kan aanwenden, ten goede of ten kwade.
Een vrij volk is afkeerig van dwang. Een
vrijzinnige wetgeving zal slechts noode het
beginsel van den dwang aanroeren.
Maar een vrij volk moet niet afkeerig zijn
van de toewijding aan een zedelijke noodzake
lijkheid; voor een plicht, zij 't ook een zware,
harde plicht moet een vrij en zelfstandig volk,
dat vooruit wil, niet terugdeinzen.
Wij wenschen de aandacht onzer lezers in
een paar artikelen eens te vestigen op den
leerplicht.
ZIERIKZEE, 4 April 1 8 7 3.
Naar men verneemt zal de openingsrede van het
zendingsfeestdat dezen zomer te Oranjewoud in
Friesland zal gehouden worden, uitgesproken wordeu
door prof. J. J. vau Oosterzee te Utrecht.
Zierikzee, 1 April. Heden vertrok van Rotterdam
naar New-York het stoomschip Maas, kapt. E. Deddes,
met volle lading en 506 passagiers. Onder deze be
vinden zich ook een aantal onzer stadgenooten en
inwoners van Duiveland en Schouwen. In de dag
bladen openbaar gemaakte getuigenissen van vroegere
passagiers roemen zeer de goede voeding en de voor
komende, minzame behandeling die de reizigers mochten
ondervinden zoo van den kapitein en verdere officieren,
als van de geheele equipage. Het kan niet missen of
de jonge trans-atlantische onderneming zal slagen en
zoo zij op deze wijze voortgaat den zoo lang verloopen
stroom der emigratie weder over Rotterdam leiden.
Middelburg. 31 Maart. Het Prov. Gerechtshot
heeft heden uitspraak gedaan in de zaak van den
heer P. R. Tak te Wissenkerke, die dezen winter op
de jacht bij ongeluk een anderen jager heeft dood
geschoten. De heer Tak was voor dit feit door de
Arrond. Rechtbank te Goes veroordeeld tot 45| dagen
cellulaire gevangenisstraf en van dit vonnis in appel
gekomen.
Het Prov. Gerechtshof heeft het vonnis vernietigd,
niet aannemende de //onvoorzichtigheid" en derhalve
den heer Tak vrijgesproken.
Zierikzee, 3 April. De uitslag der verkiezing van
één lid voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal
in het Hoofdkiesdistrict Leiden (reeds bij ons per
bulletin gemeld), is als volgt: Er werden uitge
bracht 1708 stemmen; daarvan waren uitgebracht
op den heer v. d. Berch van Heemstede 977, op
Mr. Neeb 709 en op Dr. Nuyens 121 stemmen
waren van onwaarde.