halte en de weinige belangstelling van 't publiek
in de publieke zaken Er is nu geen gebrek
aan onbekoookte kandidaturendan zal er ook
geen gebrek zijn aan onbekookte en verwon
derlijke keuzen.
Wat wel 't vreemdste is in de zaak der
census-herziening is, dat het wetsontwerp dat
allen te ver gaat, een paar kamer-leden daar
entegen niet ver genoeg gaat. Wij gelooven
voor 't oogenblik nog niet aan 't bestaan van
een radicale partij in Nederland, maar 't is
toch wel zeker dat er onder de mannen van
den vooruitgang enkele enfcinls terribles worden
aangetroffen. De heeren van Houten en Gratama
zijn zulke enfanls terribles. Beide heeren hebben
elk een nota ingediend als bijlage bij het
afdeelingsverslag en deze nota's zijn ware ra
dicale wetsvoorstellen in de richting van 't alge
meen stemrecht. Als 't ware uit courtoisie aan
de grondwet vasthoudende, die in Art. 76 het
eensus-beginsel heeft vastgesteld, ontwikkelen
beiden echter redeneeringen of liever stellingen,
die 't grondwettig idee van 't Nederlandsehe
stemrecht geheel ontkennen en verwerpen. De
heer van Houten veronderstelt dat de plaatse
lijke omstandigheden overal een census van
f 20 toelaten, hij meent dat de grondwet deze
opvatting niet tegenspreekt en wil derhalve
een uniform-census van f 20 voor 't geheele
rijk. De heer Gratama gaat nog veel ver
der en beweert dat uit den aard van 't recht
dat ieder burger toekomt om aan de wet
geving van den staat mede te werken, het
algemeen stemrecht zoo natuurlijk en na
drukkelijk volgt, dat de regeering of liever de
ééne burger niet mag beoordeelen de bevoegd
heid van den anderen om 't stemrecht te hebben
al of niet. De heer Gratama heeft zich niet
zeer duidelijk uitgedrukt, maar hij schijnt te
te bedoelen dat de (thans bestaande) wetgever
mag decreteeren dat alle Nederlandsehe burgers
de bevoegdheid hebben om kiezer te zijn. Neen
niet allewant ook hij zet de paal bij de f 20.
Waarom dit Ook al uit hoffelijkheid jegens
de grondwet Maar die hoffelijkheid komt niet
te pas, wanneer de stellingen dier beide heeren
waar zijn dan zou de grondwet zonder genade
moeten springen. Elke dag dat zij nog langer
ongewijzigd bleef op dit punt zou te veel zijn.
Binnenland.
Z1ERIKZEE, 14 Maart 1873.
De minister van binnenlaudsche zaken brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat op nader te bepalen
dag een examen zal worden afgenomen van hen, die
dingen naar de betrekking van adspirant-ingenieur bij
het stoomwezen, aan welke betrekking is verbonden
een jaarwedde van duizend gulden. De St. Ct. bevat
de voorwaarden voor het examen.
Gorinchem, 10 Maart. Dezer dagen is bij het
uitgraven der haven voor de fondamenten der nieuwe
keersluis gevonden een zwaard of rapier, blijkbaar,
uit de inscriptie daarop aanwezig, herkomstig uit den
tijd van gravin Jacoba van Beieren.
In Belgie worden de ingezetenen van sommige
plaatsen - zoo meldt het Dagblad - op even schan
delijke als brutale wijze, ten koste van hun gezondheid
eu hun beurs, door de korenmolenaars bedrogen. In
den omtrek van Ottignies zijn twee molens, uitsluitend
bestemd tot het malen van wit zand, dat zulk een
fraai en fijn meel geeft, dat de geroutineerdste bakker
het voor tarwe van de beste soort zou aanzien.
Dit zand kost den molenaar 1 fr. de kub. meter
en die hoeveelheid geeft 700 kilogram meel.
Wij kunnen ons best voorstellen, zegt het blad,
dat er bij het Gouvernement in Belgie van alle kanten
dringend wordt aangedrongen, omdat ongehoord bedrog-
onverwijld en krachtig te straffen en voortaan onmo
gelijk te maken.
Naar wij vernemen heeft men uit onzen grindweg,
in den Zwinpolder, een oud mannetje moeten ver
lossen, die op het punt stond van in den modder te
verdrinken, zeggete versmoren. Wat zegt ge van
zulke grindwegen zijn die niet doelmatig? SW.)
In den Raad van Winterswijk is Donderdag dis
cussie gevoerd over e'ene interpellatie van den heer
Willink, die van den voorzitter inlichting wenschte
te ontvangen over de in omloop zijnde geruchten,
volgens welke een der raadsleden een onware in ede-
deeling zou gedaan hebben over het verhandelde in
de vergadering van 31 Augustus jl. en verteld, dat
er oneerbiedig over den Koning gesproken was. Het
betrof de zitting waarin gehandeld werd over de
plaatsing van eene buste van wijlen Thorbecke, die
aan de gemeente geschonken was, en in welke ver
gadering een zeer onbehoorlijke discussie zou hebben
plaats gehad over de vraag, of de buste des Konings
al dan niet op kosten van de gemeente in de raad
zaal zou geplaatst worden, welke vraag in ontken-
nenden zin zou zijn beantwoord.
De voorzitterdeelde mede, dat van wege den
commissaris des Konings in die provincie inderdaad
een onderzoek werd ingesteld. Daarop stelde dc keer
Willink deze motie voor:
z/üe raad, met verontwaardiging het denkbeeld van
zich werpende dat in de bewuste vergadering ook
slechts één enkel woord zoude gesproken zijn, wat
eenigszins krenkend zoude kunnen geacht worden voor
Z. M. onzen geëërbiedigden Koning, met even
veel verontwaardiging het denkbeeld van zich wer
pende dat eeii zijner leden door lasterlijke aantijgingen
zoude getracht hebben een smet te werpen, niet alleen
op hunnen geacliten voorzitter en andere raadsleden,
maar indirect op de geheele gemeente, verzoekt zijnen
voorzitter om langs ofRciëlen weg de noodige stappen
te willen doen, ten einde te onderzoeken, welke valsche
berichten tot het door den commissaris des Konings
ingestelde onderzoek hebben aanleiding gegeven en
door wien deze zijn verstrekt, opdat de Raad, desge-
vorderd, dïe maatregelen zal kunnen nemen, welke de
wet tegenover lasteraars zal aan de hand doen."
Deze motie, nog door andere leden ondersteund en
vervolgens in omvraag gebracht, werd.aangenomen
met algemeene stemmen op één na, die van het lid
Dericks,, die zich buiten stemming hield. 'N.v.d.D
Sluis, 10 Maart. Heden middag kwam uit het
Zuidwesten een orkaan alhier over, vergezeld van een
geweldigen slagregen en hagel. Er stonden op de
kaai bij het bureau der belastingen drie van die be
kende kermiswagens, waarin eenige familien uit den
Elzas huizen.
Een dier wagens, waarin hunne flesschen met
ingrediënten voor photographie zich bevonden, is het
onderst boven gewaaid. Dat er dus nog al kracht bij
was, is gemakkelijk te begrijpen. De eigenaars hebben
nog al aanmerkelijke schade bekomen, tengevolge van
het breken van flesschen en glazen.
Maastricht, 8 Maart. Op bevel van de Arron-
dissements-Rechtbank hier te plaatse, zijn heden ochtend
de heeren V. T., A. T. en C. B., veunooten van de
firma Tielens-Bruls, (in bankzaken) aangehouden en in
hechtenis genomen. Gemeld huis is door de Recht
bank verklaard in staat van faillissement en tot curators
zijn benoemd de heeren Ch. Moors, J. A. Beekman
en L. van Oppen.
Burg. en Weth. van Amsterdam roepen sollicitanten
op voor de betrekking van directeur-generaal dei-
publieke werken op eene jaarwedde van f 8000, met
eene vergoeding van 2000 voor eventueele vestiging.
Tilburg, 7 Maart. De eerw. heer van Weert,
kapellaan van de groote kerk, Woensdag tusschen twee
en drie ure, voorbij de fabriek van den heer E.Jansen
gaande, zag in de verte een kind in een watersloot
vallen hij snelde er onmiddellijk heen en aan den
sloot gekomen, aarzelde hij niet er in te springen en
het jongetje, vijf en een half jaar oud, een kind van
Arn. van Iersel, te redden. De sloot is een dier
blauwkuilen, waaruit men altijd geverwd te voorschijn
komt. De eerw. kapellaan reinigde zich bij boer
Paulussen. Deze daad van edelmoedige menschlievend-
lieid strekt den kapellaan zeer tot eer.
Haarlem, 7 Maart. Moker en breekijzer vieren
het feest der vernieling. Een der schoonste over
blijfselen van het oude Haarlem verdwijnt: de Kleine
Houtpoort ligt haast ter neder in puin en gruizels.
Nog weinige dagen, en ook deze bloem is verwelkt
en vertreden; //men kent haar standplaats haast niet
meer." Hoe dat? Wat bezielt Haarlems raadsheeren?
Een smalle straat, zonder leven, onbekend met gewoel
van voertuig en voetganger, wordt gesloten door dit
schoone poortje, daardoor beschut tegen windval en
tocht. Het nieuwe Haarlem moet ruimte hebben.
Weg met die poort. Equipage en livereibedienden
stikken in uw engen boog. Een breede brug gelegd
voor een smalle straat; een mondje verwijd tot een
muil met ijzeren tong. Haarlem rnoet vooruit, er moet
leven en drukte komen in die achterbuurt. Zoo willen
het de vroede heeren. O, wat een zelfbegoocheling
Wat zeggen wij daartoe? Geheel anders is het met
deze afbraak. Geen teeken van leven: een teeken
des doods.
Haarlem, gij zijt niet meer wat gij eens waart,
Voor 300 jaren een eigen wil, een onbuigbaren nek,
spierkracht en wilskracht, arbeid en roem. En thans?
Weg met die herinneringen. Vergeet, Haarlem, wat
gij geweest zijt; weggerukt wat u zou kunnen herin
neren aan uw verledenvernield alles, wal over is uit
den Geuzeutijd. Niets daarvan blijve. Dan eerst
gerust voortgeslapen. Dan rest er geen steen meer,
geen spoor van dat alles, waarvan de beschouwing-
het Haarlem van onze dagen een blos van schaamte
op de kaken moest werpen, wat getuigen zou tegen
uw ontaarding, tegen uw nietelingschap. Slaap dan
in, eens zoo schoone Spaarnestad Verheug u in liet
verdwijnen van al wat goed is en schoon, van al wat
van kracht getuigt en van zelfbestaan. Bereik het
toppunt van Hollands modernen roemlafheid, ledig
heid, loomheid, leveuddoodheid. Dat schoone viertal
komt binnen over het puin van den roem van weleer.
A. Ct.
Sedert korten tijd zijn binnenlaudsche postwissels
ingevoerd van een nieuw model, dat het in doelmatig
heid nog verre wint van het vroegere. Er werd wel
eens de opmerking gemaakt, dat afzenders van post
wissels op den wissel vermeldden, waarvoor het montant
als betaling strekte; terwijl toch de adressant geen
blijvend voordeel van die vermelding kon hebben,
omdat de wissel, na ontvangst van het bedrag, aan
het postkantoor verbleef. Thans bevindt zich aan de
nieuw model wissels eeu strook, die door den geadres
seerde er van kan gescheiden en behouden worden,
en waarop door den afzender kan ingevuld worden,
dat de betaling betreftzijnen brief vandes
adressants vanof des adressauts rekening
van zoodat voortaan de laatste b.v. in de
gelegenheid zal zijn, den wisselstrook, door voldaan
teekening op den rug, te doen dienen voor kwitantie.
Omtrent de zaak van den militien Kuysinga bevat
de Tijd van heden het volgende
Een lange rij van jaren vervulde de heer B. P.
Westerhoff, een man door ieder geacht en bemind,
het ambt van predikant te Tinallinge bij Baflo. Zoo
iemand, dan moet deze lieer liet weten, of de militien
Kuysinga protestant was of niet. Heden ontvangen
wij afschrift van eeu brief, waarvan het orgineel te
Breda blijft berusten. Deze brief luidt aldus
L. S.
z/Ter wille van de waarheid en de gerechtigheid
certificeert ondergeteekende B. P. Westerhoff, em.
pred. ven Tinallinge, dat de vier oudste zoons (waar
onder Martinus de militien) van K. Kuysinga en
Adriana "Vermeulen, in het jaar 1856 uit Breda 'iu-
deze gemeente overgekomen, noch door geboorte,
noch door den doop, noch ook door belijdenis tot
de protestantsche Kerk behooren.
(Was get.) B. P. Westerhoff, Em. Pred."
Buitenland.
Spanje.
De telegrammen uit Madrid gewagen voortdurend
van incidenten nopens de crisis, uitgelokt door het
wetsontwerp betrekkelijk de schorsing van de zittingen
der vergadering en de bijeenroeping eener constituante.
De commissie, benoemd om dit voorstel te onderzoeken,
heeft haar rapport voorgesteldzij concludeert tot
verwerping. Het agentschap Iiavas beweert dat de
regeering vast besloten is zich te onderwerpen aan de
beslissing der cortes, maar zich zal terugtrekken indien
de besluiten, waarvan zij het initiatief heeft genomen,
niet zullen worden aangenomen op hunne wezenlijke
grondslagen. Het ware te wenschen dat dit uiterste
nog kon worden vermeden, en dat de beide partijen
mochten eindigen met elkander te verstaan.
De laatste telegrammen uit Madrid kenschetsen
volkomen den toestand van het oogenblik.
//Madrid, 9 Maart. Het hoofd van het uitvoerend
bewind is naar Barcelona vertrokken, om de opschud
ding te doen bedaren, welke aldaar ontstaan was door
het gerucht dat de republikeinsche regeering omver
geworpen zou zijn. Men gelooft dat het gezag der
overheid en de orde aldaar spoedig hersteld zullen zijn.
z/üe gelukkige oplossing van het conflict tusschen
het kabinet en de vergadering verwekt overal groote
blijdschap. Men vleit zich dat al de partijen tot de
republiek zullen toetreden.
z/De Carlisten zijn in de provincie Valencia geslagen.
De krijgstucht bij de troepen herstelt zich."
//Madrid, 10 Maart. Te Barcelona is de foederale
republiek uitgeroepen ten gevolge van liet valsche
gerucht dat de regeering te Madrid gevallen zou zijn.
Men is er echter in geslaagd door middelen van over
reding de orde te herstellen en het volk te doen be
grijpen dat het zich aan de wetten en het gezag der
regeering moest onderwerpen. In openbare vereeni-
gingen werd besloten, dat men den wettigen weg niet
verlaten maar de beslissing der constitueerende verga
dering zou afwachten. Er heeft geene rustverstoring plaats
gehad en alles is weder kalm geworden. Vele personen