Openbare Raadsvergadering Buitenland. ich niet te onderwerpen, maar de stad tegen het Spaansche eger te verdedigen, het krachtig afslaan van een tot drie malen toe hervatte bestorming, het met gelukkigen uitslag doorstaan van een geregeld beleg, bij een verdediging van 1800 weerbare burgers en 8000 soldaten tegen een leger van 16000 man, een bijzondere herinnering, een blijvend gedenkteken? De groote beteekenis van het belangrijk feit treedt echter eerst volkomen in het licht, wanneer men het beschouwt in verband met hetgeen voorafging en volgde, als onderdeel van den grooten strijd. De opstand, met de inneming van den Briel begonnen, had zich spoedig over het geheele land uitgebreid maar don Frederik's leger hield vreeselijke strafoefening, en bijna geheel Noord- Nederland werd op nieuw tot onderwerping gebracht. In dien nacht was Alkmaars zegevierend verzet het eerste lichtpunt. In de bevrijding dier stad op 8 October en de vernieling der Spaansche vloot op de Zuiderzee, drie dagen later brak de dageraad aan van een nieuwen dag, den dag der herwonnen vrijheid. «Alkmaar" schrijft Bilderdijk »had de eer van de eerste stad te zijn die den Spaanschen moed voor haar muren bezwijken zag, en aan Leiden het voorbeeld gaf." De Spaansche soldaat had geweigerd den aanval te hervatten, hij verloor het geloof aan zijn onover winlijkheid, de krijgstucht leed een gevoeligen slag, en de muiterij deed het leger haar verlammenden invloed onder vinden. »Met deezen slagh op Zee in de versche wonde van Alkmaar" schrijft Hooft»was de Landtvooght zelfs tot Amsterdam, niet alleen in haat, maar in d'uiterste ver achting gekomen". Nog vóór het einde van 1573 verliet hij ons land. Het spreekwoord in den mond van den tijd genoot: «Van Alkmaar begint de Victorie" is inderdaad een waar woord, en doet Alkmaars overwinnenden weerstand in zijn volle beteekenis kennen. Zulk een gelukkig keerpunt in den grooten strijd, voor heel het land van zoo belang rijke en zegenrijke gevolgen, behoort inderdaad gekenmerkt te worden door een gedenksteen, een mijlpaal op den weg waar langs wij zijn geworden wat wij zijn. Doet het iets af. of daar later weer stemmen zullen opgaan, die een gedenkteeken zullen voorstellen voor andere feiten, op andere plaatsen? Na Alkmaar en Leiden is het niet waarschijnlijk. Overwinningen van het Staatsche leger, gelukkige verrassingen als die van Breda zijn feiten van een geheel anderen aard dan de kloeke burgerdeugd, die in Haarlems, Alkmaars en Leidens beleg uitblonk. De Unie van Utrecht en de afzwering van Graaf Philips zijn de groote gebeurtenissen die den opstand besluiten. Daarna neemt de strijd meer het karakter aan van een gewonen oorlog, aan of over onze grenzen gevoerd. Maar laat men elk feit op zich zelf beoordeelen. Thans hebben wij alleen met Alkmaar te doen. Nog karig, uiterst karig is onze rijke geschiedenis door beeld en gedenkzuil voor de oogen des volks in dagelijksche herinnering gebracht. Grijpen wij de gelegenheid aan om te doen wat werd nagelaten. Arbeiden wij daardoor tevens aan den goeden smaak en den kunstzin van ons volk. Schragen wij te gelijk den ijver en de opgewektheid van onze kunstenaars die naar werk zoeken. Nederland met zijn 1100 hoogstaangeslagenen, met zijn welvarende bevolking, is niet te arm om van tijd tot tijd eenige duizenden guldens bijeen te brengen voor een nationaal monument. Daartoe krachtig te kunnen bijdragen is het benijdbaar voorrecht van den ruim bedeelde. Daaraan ook maar door eene kleine gift mee te werken moet de eer zijn van elk rechtgeaard Nederlander. W. v. d. IC. gehouden te Zierikzee, den 26 Febr. 1 8 7 3. Voorzitter Jhr. van Citters, Burgemeester. Afwezig de heer Jhr. Mr. G. L. Schorer. Na lezing en goedkeuring der notulen van de vorige vergadering wordt medegedeeld a. dat door Ged. Staten is goedgekeurd het 2e suppletoir kohier van den hoofdei, omslag over 1872 b. eene missive van de commissie voor liet middelbaar onderwijs, houdende kennisgeving der benoeming van dr. P. J. Audrem tot voorzitter en mr. Schnei ders van Greyffensweert, tot secretaris beiden voor kennisgeving aangenomen. c. een brief van het Ev. Luth. armbestuur, verzoekende machtiging tot het doen van af- en overschrijving, van- en op begrootingsposten van 1872. Overeen komstig voorstel van Burgem. en Weth. wordt die machtiging verleend. Op voorstel van Burgem. en Weth. wordt besloten aan J. Manni en W. van Westen, eene overdekte vroon in erfpacht te geven tegen een jaarlijkschen cijns van 2 cents per vierkante meter. Idem aan L. G. de Bie, gratis in gebruik te geven een stuk grond tot het bergen van mest. In handen van Burgem. en Weth. wordt gesteld een verzoek van L. G. de Bie, tot vermindering zijner pachtsom van de wegen in den Zuidhoek met/ 25, of ontslagen te worden, op grond dat hij het gepachte niet krijgt gelijk hij het heeft gepacht, of wel het ge not er van te hebben zoo als dit door den vorigen pachter werd bezeten, in welke veronderstelling het door hem is gepacht. Aan J. van den Hamer, wordt overeenkomstig het voorstel van Burg. en Weth. in gevolge zijn verzoek eenige grond in eigendom afgestaan, onder zekere voorwaarden en tegen een koopprijs van 80 cents per vierk. meter behoudens goedk. van Ged. Staten. Overeenkomstig het voorstel van Burgem. en Weth. wordt besloten tot wijziging der overeenkomst met J. Morijn aangegaan, betrekkelijk het gebruik van een overdekte vroon en wel dat er geplant zal mogen worden op dat gedeelte waar geen vroon ligt behoudens goedkeuring van Ged. Staten. Idem tot het aangaan van eene overeenkomst met de directeuren der Garancine-fabriek voor het maken van een vergnarput voor het ketelwater uit de stoom ketels met 11 tegen 1 stem. Komt in behandeling het door Burgera. en Weth. ingediend plan tot aanleg van het gedempte deel der Oude Haven met daarbij behoorde voorstellen. (Uit plan is in het vorig raadsverslag medegedeeld.) Na langdurige discussie wordt het met algemeene stemmen aangenomen, behalve het le gedeelte van het plan dat met 11 tegen 1 stem is aangenomen. De behandeling van het voorstel tot wijziging der gemeentebegrootingen van 1872 en 1873, wordt tot eene volgende vergadering uitgesteld omdat de com missie ad hoc met haar rapport nog niet gereed is. Komt in behandeling het plan tot verandering van de tegenwoordige inrichting der politie, hetwelk mede in het vorig raadsverslag is medegedeeld. Nadat de discussiën daarover waren aangevangen, wordt besloten de zitting met gesloten deuren voorttezetten. Na heropening wordt het voorstel van Burgem. en Weth. overeenkomstig het genoemde plan tot uitbrei ding der politie met 7 tegen 5 stemmen aangenomen. Op voorstel van Burgem. en Weth. wordt overeen komstig het verzoek van iï. de Graaf bij zijn aanstaand eervol ontslag als nachtwacht wegens ouderdom, eene jaarlijksche gratificatie toegekend van 50,in te gaan met den dag van zijn ontslag met 11 tegen 1 stem. De verzoekschriften der hulponderwijzers om ver hooging hunner jaarwedden, en van den hulponder wijzer Silvius om eervol ontslag wegens vertrek naar Noord-Amerika, worden gesteld in handen der school commissie om advies. Een voorstel der comissie voor de strafverordeningen tot aanvulling van het politie-regleraeut wordt met algemeene stemmen aangenomen. De rekening der comraerciewerf over 1872 wordt gesteld in handen der heeren Houwer, van der Grijp en van der Vliet tot onderzoek en rapport- Wordt medegedeeld eene missive der raadsleden mr. Moetis, Koole en Labrijn begeleidende voorstel tot op dracht van een onderzoek van Burgem. en Weth. naar de plaatsen in de gemeente waar zich zelkasch bevindt en op welke wijze de uitgraving met het meeste voordeel voor de gemeente kan geschieden. De opdracht wordt door Burgem. en Weth. aangenomen. Idem eene missive van den Min. van Justitie be richtende goedkeuring tot het betalen van een huurprijs van 200 'sjaars voor het gebruik der lokalen van het kantongerecht, welke wordt gesteld in handen van Burgem. en Weth.. Hierna wordt de zitting gesloten. ERRATA. In het vorig Raadsverslag stond abusivelijk vermeld dat de heer Zuurdeeg afwezig was. ZEd. was bij de opening der vergadering afwezig en kwam onder het lezen der notulen binnen. Binnenland. ZIERIKZEE, 28 Februari 1873. Te Rosmalen zijn Woensdag 12 Februari twee levende varkensdassen gevangen, en denzelfden dag schoot tusschen Boxtel en Oirschot C. van der Schoot het wilde zwijn, dat in dien omtrek sedert 4 maanden de jagers tartte. De minister vau oorlog heeft een circulaire gericht aan dc eerstaanwezende officieren van gezondheid bij de garnizoenen en de toeziende chefs over de militaire ziekeniurichtingen, behelzende, dat er voortaan geen godsdienstleeraren mogen worden toegelaten in de militaire ziekeniurichtingen dan op uitdrukkelijk ver langen van den lijder en met vergunning van den officier van gezondheid, alsmededatde verschillend eeerst- aanwezenden godsdienstleeraren zich slechts uilsluitend zullen mogen bezig houden met den patient, te wiens behoeve hun geestelijke bijstand wordt ingeroepen. Bij overtreding van dezen maatregel, zullen zij de ziekenin- richting oumiddellijk moeten verlaten. Yolgens het Vaderland moeten er in den Haag ver ontrustende tijdingen uit Indie zijn ontvangen. Het gerucht loopt dat er een groote expeditie zou moeten uitgerust worden tegen den Sultan van Atchin op Soeraatra. De kern dezer expeditie, 3000 man, zou van Nederland moeten uitgaan Men spreekt er ook van dat het regement grenadiers en jagers met 1 Nov. van de residentie naar Araster dam zou worden verlegd. Z. M. heeft aan H. K. Persant Snoep, op zijn ver zoek, eervol ontslag verleend als burgemeester der ge meente Hoedekeuskerke en in zijn plaats als zooda nig benoemd W. L. Kakebeeke. In no. 13 van ons blad melden wij dat de heer Maarten of Martin Kalbfleisch, oud-burgemeester van Brooklijn, in Noord-Amerika, stervende was, en dat hij een onnoemeiijk groot fortuin zoude nalaten. - Zijn alhier wonende eenige en minder door de fortuin bedoelde broeder, die nooit iets van hem had gehoord, begeeft zich deze week in persoon naar Amerika, om te onderzoeken in hoever 't bedoelde bericht waarheid bevat. jV. M. Ct. Maandag jl. werd te 's Heerenhoek eene vrouw, genaamd Elisabeth Koster, huisvrouw van Cornelis van de Dood, zoodanig door een molenwiek aan het hoofd getroffen, dat zij onmiddellijk op de plaats dood bleef. Te 's Hage is op 76jarigen ouderdom overleden de heer C. A. Braam Houckgeest, lid van den Raad van State, sedert de instelling van dat College, en voormalig Schout-bij-nacht, Vrijdag avond is te Leidpn overleden de heer P. H. baron Taets van Araerongen tot Natewisch, sedert 1850 lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Z. M. heeft o. a. bevorderd tot luitenant ter zee 2de kl. den adelborst. 1ste kl. P. F. H. Volcke. Span j e. Terwijl de ongunstige indruk door de Fransche commissie van dertig te weeg gebracht, geenszins geweken is, schijnt Spanje die instelling zoo heilzaam en doelmatig te hebben geacht, dat het thans even eens op weg is dergelijke commissie in het leven te roepen. De radiacle en republikeinsche afgevaardigden hebben Zondag eene bijeenkomst gehouden en ieder eene commissie van twintig leden benoemd, die belast werd met het formuleeren van voorstellen, geschikt om de bestaande crisis tot eene oplossing te brengen. De commissien hebben ieder een sub-comité van 7 leden benoemd. Deze zijn, na langdurige beraadslaging, tot geen resultaat gekomen. Gewoonlijk is het een veeg teeken, wanneer de zaken commissoriaal worden gemaakt, en de Spaansche Cortes zouden verstandiger hebben gedaan, indien zij het initiatief tot oplossing der crisis overlieten aan hen, die zich met de regeering belast hebben. Deze hebben al met moeielijkheden genoeg te kampen, om hen ook niet lastig te valleu met commissoriale voor stellen. Het gouvernement blijft officieel die moeie lijkheden ontkennen, maar langs anderen weg, ditmaal over Engeland, ontvangt men verontrustende berichten omtrent den toestand des lands. Zoo duchtte men eene oproerige beweging van de partij van den prins van Asturie, die, meende men, van de carnavalsfeesten gebruik zou maken om haar toeleg door te zetten. Uit Barcelona wordt voorts gemeld dat de soldalen van het garnizoen eene demonstratie hebben gemaakt en het verlangen aan den dag legden, om uit den dienst ontslagen te worden. Mocht die neigiug zich krachtiger openbaren, dan was de toestand onhoudbaar Spanje kan wel een koning missen, maar geen soldaten. Thans is de orde wel hersteld, maar het blijft toch een onrustbarend verschijnsel. Daarentegen heeft het gouvernement eene demonstratie ontvangen, die het eenig vertrouwen kan schenken. De officieren der nationale garde hebben zich Zondag- naar de souvereine Cortes begeven, om haar geluk te wenschen met hare besluiten en haar te verzekeren, dat zij onder alle omstandigheden op hen kunnen rekenen. De heer Martos, president der Cortes, heeft de officieren bedankt en verklaard, dat de Cortes de eenige wettige macht zijn. Ze zijn besloten de republiek te behouden en vrijheid en orde te verzekeren. De vertegenwoordigers van het volk zouden zich door niets vrees laten aanjagen. Zij zouden veeleer op hunnen post sterven, dan toegeven aan geweld. Zij zullen de republiek redden van de gevaren, van welke zijde die ook komen mochten, van de reactie of van de demagogie. Zij rekenen hierbij op het leger en de vrijwilligers der republiek. De toespraak werd met gejuich begroet, zegt het officieele telegram en wij willen gaarne aannemen, dat er luid gejucht is; de regeering zal echter wel doen met op juichende menigten geen te groot vertrouwen te stellen. Maar ook de carlisten rusten nog niet. Uit Lon den wordt bericht, dat het daar gevestigd carlistisch comité eene inschrijving heeft geopend om de belarn gen van den pretendent met kracht ter hand te nemen. In Barcelona heeft, zooals wij reeds mededeelden, de overgang tot de republiek niet zoo rustig plaats gehad als te Madrid. Niet zoo zeer omdat daar de republikeinsche geest zich niet zoo sterk zou doed gevoelen, maar omdat een deel der republikeinen en

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1873 | | pagina 2