ZIERIKZEËSCIIE COURML
voor het arroniis-
sement Zierikzee.
1873. No. 10. Zaterdag 1 Februari. 76ste jaargang.
NIEUWS- en
ERTENTIE-BLAD
Feuilleton.
PUBLICATIE.
BEKENDMAKING.
[Touwen.
Wanneer de kinderen groot zijn.
i.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en YRIJDAG avond
uitgezonderd op FEESTDAG-EN.
Prijs per drie maanden 1.Franco per post f 1.
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. LARENMAl,
Loting voor de Nationale Militie.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente
Zierikzee
Gelet op artt. 28 en volgende der wet van den 19den
Augustus 1861 (Staatsblad no. 72);
Brengen bij deze ter kemiis van belanghebbenden:
dat de loting der in het vorige jaar voor de militie
ingeschrevenen, zal plaats hebben te Zierikzee op het
gemeentehuis Vrijdag den 14 Februarij e. k. te beginnen
des middags ten 12 uur;
dat gedurende vijf dagen, te rekenen van den dag waarop
de loting heeft plaats gehad, tegen de wijze waarop zij is
geschied, bij Gedeputeerde Staten bezwaren kunnen worden
ingebragt door belanghebbende lotelingen of door hun
vader of voogd;
dat de bezwaren moeten worden ingediend door middel
van een door de noodige bewijsstukken gestaafd verzoek
schrift op ongezegeld papier, onderteekend door hem, die
ze inbrengtwelk verzoekschrift bij den Burgemeester moet
worden overgebragt, tegen bewijs van ontvang;
dat op Zaturdag den 15 Februarij 1873, des voormiddags
van 10 tot 12 uur, in het gemeentehuis zitting zal worden
gehouden tot het opmaken van de getuigschriften ter be
koming van vrijstelling wegens broederdienst of op grond
van te zijn eenige wettige zoonbedoeld in de 2de en 3de
zinsnede van art. 53 der bovengenoemde wet;
dat zij die op zoodanige vrijstelling aanspraak maken,
op gemeiden tijd in het gemeentehuis zullen moeten ver
schijnen, vergezeld van twee bij den Burgemeester bekende
meerderjarige ingezetenen; terwijl op broederdienst recla
merende, zij zullen moeten medebrengen de bewijzen van
geboorte van henzelve en van de nog in leven zijnde broe
ders, benevens het paspoort of ander bewijs van ontslag,
of een uittreksel uit het stamboek of een bewijs van wer
kelijke dienst van den broeder of de broeders op wiens of
wier dienst zij hunne reclame gronden.
Zierikzee, den 28 Januarij 1873.
Be Burgemeester en Wethouders,
v. CITTERS.
Be Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
AANBESTEDING.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee
zullen op "Woensdag den 5den Februarij 1873, des namiddags
ten 12i/a uur, ten Raadhuize AANBESTEBEN
Het HERSTELLEN van een gedeelte der Beschoeijing
langs den Visschersdijk.
Inlichtingen zijn te bekomen bij den Gemeente-Bouwmeester-
Bestekken zijn van Dingsdag 28 Januarij a. s. af verkrijg
baar ter Gemeente-Secretarie, tegen betaling van 15 cent.
De locale aanwijzing zal plaats hebben op Donderdag den
30sten Januarij, des voormiddags om half tien ure.
Zierikzee, den 24 Januarij 1873.
Be Burgemeester
v. CITTERS.
Be Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
Wie in de laatste maanden een wandeling
door Zierikzee gemaakt lieeft, kon gewis een
uitroep van Verrassing, niet weerhouden over
den allerwegen optemerken bouvvlust. Er is
inderdaad in het afgeloopen jaar veel gebouwd.
Inzonderheid nieuwe arbeiderswoningen zou
men wel een vijftig kunnen tellen en daaren
boven een goed getal wel niet geheel nieuwe
maar toch aanmerkelijk opgeknapte huisjes en
huizen. Voorwaar een verblijdend verschijnsel.
We herinneren ons nog levendig wat we een
jaar of wat geleden alzoo hoorden op de meeting,
die destijds belegd werd om over woningen
en bouwvereenigingen te spreken en waartoe
de wakkere heer Heyse het initiatief had ge
nomen, terzijde gestaan door eenige mannen
van hart, die ook belangstelden in het welzijn
der burgerij. Daar was toen wat te hooren
op die meeting: aan het bestaan der behoefte
aan goede en goedkoope woningen twijfelde
niemand; dat er maar al te veel afschuwelijke
krotten en door menschen bewoonde varkens
hokken in de stad gevonden werden, werd door
ieder erkend; dat verbetering dringend noodig
was met het oog op de volksgezondheid, de
zedelijkheid en het levensgeluk van de lagere
klassen, werd almede niet weêrsproken. Doch
de bezwaren waren zoo groot en zooveel, het
bouwen was hier zoo duur, grond niet te krijgen,
de huren zouden te hoog moeten worden, enz. enz.
Kortom, de meeting ging uiteen, zonder dat er
eigenlijk zaken gedaan waren, de poging was
ijdel, als zooveel andere goede pogingen. Toch
niet geheel. Wie zijn brood werpt, al is 't ook
op 't water, vindt het, al is 't ook na vele
dagen. Deze waarheid bleek ook hier. 't Eens
aangegeven idee ging niet verloren, 't uitge
strooide zaadkorreltje droeg vrucht. Thans is
er de bouwvereeniging en zij kan reeds met
billijke zelfvoldoening wijzen op 't gewrocht
barer handen, de nette en doelmatig ingerichte
arbeiderswoningen, die zij reeds heeft opgericht.
En niet alleen is de philanthropie wakker ge
worden en aan 't werk getogen, zij heeft ook
de particuliere industrie een stootje gegeven
en deze is, hoewel niet philantropisch, toch ook
nuttig, als ze maar werkt.
De uitkomst bewijst al dagelijks meer dat
de bezwaren, waartegen men aanvankelijk zoo
heeft opgezien, toeh geenszins onoverkomelijk
waren. Kon men al den grond niet bekomen
waar men dien gaarne gehad zou hebben, men
heeft genomen wat men krijgen kon en dit zal
er later wel toe leiden om op nog beter gelegen
terrein de eigenaars wat redelijker te vinden.
Waren de van ouds gebruikelijke Hollandsehe
Wanneer de kinderen groot zijnmijn lief
mijn levenslust!
Ban komt er, na een tijd van zorg, een tijd
van zoete rust. Beets.
Ge kent allen dat schoone gedichtje van Beets niet
waar? waarvan we de twee eerste regels boven aan
schreven, omdat zij in 't kort datgene weergeven, wat
vervolgens meer uitgewerkt wordt. Een vader wordt
door den dichter opgevoerd, die tot zijne vrouw spreekt
van het //vele werk bij dag" en de //vele zorg bij
nacht", die zij voortdurend door hare kinderen heeft.
Niets kan ze meer zijn voor hare kennissen en vrien
dinnen, al haar tijd wordt door haar huisgezin inge
nomen. Ze slooft en ze zwoegt den ganschen dag
voor hare vier dochteren en drie zonen
//De jongste nog geen twee jaar oud en de oudste
driemaal vijf." Zij weet er bijna niet door te komen
's avonds is ze af. //Wanneer de kinderen groot zijn",
dan zal dat alles veranderen. Dan heeft ze de han
den meer vrij, dan kan ze weer eens een boek ter
hand nemen en zal ze niet meer als van de wereld
afgestorven behoeven te zijn. Dan zal ze eens te
samen met haar echtgenoot kunnen op reis gaan, die
als hij alleen in den vreemde toog, toch maar half
genoot en haast elk genot verslond om weer maar
spoedig te huis te zijn. Dan zal hij haar aan Rijn
en Moezel, Clyde en Theems rond leiden en haar de
bekoorlijkste plaatsen wijzen, in 'tkort:
//Wanneer de kinderen groot zijn, en dat gaat
immers gauw.
z/Dati komt er weer een gulden tijd
Hoevelen droomen en hebben er reeds gedroomd
van dien gulden tijd!
'tls winter. De vorst heeft de vaarten bevloerd,
de sneeuw ligt voeten hoog. Snerpend snijdt de wind
u in het gelaat, en de dichte drom van sneeuwvlokken
belemmert u het gezicht. Ge komt zoo juist van de
soiree, die u zoo uitnemend beviel. In een helder
verlichte, heerlijk verwarmde zaal genoot ge met wellust
en ge spoedt u ijliugs voort om in een fauteuil, bij
een flikkerenden haard, aan een heerlijk souper over
het gehoorde nog eens na te denken. Doch houdt met
mij voor dit kleine huisje even stil. Uw dikke pels
beveiligt u toch genoeg tegen de koude. Ziet ge daar
door de reet van dat blind die magere, bleeke vrouw
met de handen onder het hoofd zitten? Hoort, ze
verhaalt haren man hoe ze lieden weer een bezoek van
den huisbaas gehad heeft, die haar nu voor de laatste
maal heeft aangezegd, dat zij de achterstallige huur
moeten aanzuiveren. Hij zal hen nu niet meer dreigen,
maar, zoo 't verschuldigde morgen niet is betaald, een
voudig de deur uitzetten. De arme vrouw ziet geen
uitkomst; waar toch zullen zij al dat geld van daan
halen De bakker krijgt nog zóóveelJan moest
zoo noodig een nieuwe pet en Mietje een Zondagsch
jurkje hebben; de kinderen loopen voor schandaal.
De kachel is de geheele week nog niet aangeweest,
schaamte heeft haar belet nieuwe kolen op de oude
rekening te halen en nu moet zij haar van het werk
verkleumden man in de kou laten zitten. De laatste
hoort al die klachten aan en is niet zoo zwaarmoedig,
hoewel hij 'tzelf het best weet, dat het zoo dringend
benoodigde geld ontbreekt. //Kom, kom, moeder, 'tzal
wel schikken; de huisbaas is zoo kwaad niet, maai
de man moet toch ook zijn geld hebben, dat spreekt.
Wees gerust, ik zal nog wel eens met hem praten,
't Is nu ook net ongelukkig 't slapst met de verdien
sten, maar al gauw wordt dat beter en //als de kin
deren maar eens groot zijn" dan zijn wij boven Jan.
Dan zorgen zij voor ons. Als wij dan te oud zijn
om te werken dan hebben wij 't bij hen goed, kijk
als ik daar aan denk hoe ze zich later zullen opoffe
ren voor ons, dan valt geen werk mij te zwaar, dan
zie ik de toekomst wel eens zoo helder in. //Als de
kinderen groot zijn
X.