i
0!
1873. No. 91. Zaterdag 16 November. 75ste jaargang.
y p i1 II ¥17 r#rimm* *Tm
Imi
^KE^T'
B IJ B L A D
BEKE
STATEN
ZIERIKZEESCHECOURANT
Openbare Raadsvergadering
eïi
\ngham,
ileii
Iftreden
aantal
Iaj, dat
an, ten
>n Heer
•OK,
echt
beren
van de
werk
in steen-
^lijvee wijze
gedichten
en zullen
bewonde-
A. C.
schoone
r:mga, n. 1.
en van den
zoodat zij
uitlokken,
Eden dat ze
at een her-
studie in
F. C.
Deze Couv
Prijs per dr
Afzondei
Alle stukken, de
Advertentien en Abi
De BURGEMEESTER
hij in zijne qualiteit voo'
de gewone werkdagen, niezen.
Raadhuis van des voormiddags t;
uur, en voor belangen van -
andere tijden te zijnen -
Zierikzee, den 12
ALGEMEENE SGF
De Burgemeester
Gelet op art. 8 d
- m de gevolgen v.
raken bekend: d:
schouwing op de vlc
hoort, zal worden g
vember aanstaande,
Zij herinneren de
verordening, dat de
zijn buitengebragt f
Zierikzee, den 13
De Eerste Ka'
(Woensdag avoi)
ofschoon het vroi
reeds een tal vai_
te beraadslagen he
worden „afgehair""
zeer belangrijk te
men wij hier all;
Indische tariefwr
van wijlen mr. 3
beteugeling der e[
Als wij die we
heugen roepen e
gewichtige beraad
Kamer daarover pi:
kan het niet ander
ruime gelegenheid,
troon," en als temper*,
harer zuster te toone
begrijpt.
De Indische tariefw
kanten van het nijve
boekschriften hebben in.
vij hopen, door de
aangenomen. Dat die wet niet naar den zin
lier fabrikanten is, hebben wij vroeger reeds
termeid, en de stem, die de afgevaardigden
it de districten tegen het wetsoutwerp uit
dachten, deed de verzoekschriften voorzien.
Toch verwondert het ons dat Twenthe, hetwelk
steeds aan de spits der liberaliteit stond en wil
staan, thans zulk een bewijs van bekrompen
heid geeft. Of zou het met het liberaliteits-
beginsel aldaar zijn, gelijk men meermalen
ontdektdat het niet de beurs moet raken of
men werpt het over boord.
De wet der dotatie zal wel naar wij ver
trouwen zonder discussie worden aangenomen.
behoorende bij de
van Woensdag 13 November 1872.
gehouden te Zierikzee, den 11 Nov. 18 7 2.
Afwezig zijn de lieeren mr. van Dongen en jhr.
mr. Schorer.
De Voorzitter, de Wethouder mr. Fokker, geeft te
kennen dat deze vergadering is belegd tot installatie
"an den nieuwbenoemden Burgemeester jhr. van Citters,
doet voorlezen het koninklijk besluit van benoe-
ing en het proces-verbaal van eedsaflegging.
Daarna verzoekt hij dat de Wethouder jhr. de Jonge,
het oudste Eaadslid, de heer Nauta van der Grijp en
de Secretaris, de heer mr. Ermerins, als Raadscom
missie den nieuwbenoemden burgemeester in de ver
gadering binnen teleiden.
Dit geschied zijnde neemt mr. Fokker het woord
en zegt ongeveer het volgende
Mijnheer van Citters, nieuwbenoemd Burge
meester dezer stad I
Leden van den Baad
Geachte ingezetenen dezer stad
Het oogenblik van heden is zeer zeker voor ons allen
van groot gewichtgewichtig niet alleen voor de
ingezetenen, maar ook voor u, die geroepen zijt de
belangen der gemeente voor te staan.
Wanneer wij alles in aanmerking nemen dan voorzeker
kan in de eerste plaats de betrekking van Hoofd
dezer gemeente en Voorzitter van den Gemeenteraad
aanspraak maken op den naam van gewicht.
Gedurende ongeveer de helft van eene eeuw waren
hier slechts twee Burgemeesters. Dit oogenblik is dus
niet alleen gewichtig, maar ook zeldzaam.
Toen de vacature bekend was, werd er niet belang
stelling en spanning uitgezien naar de vervulling.
Voor U, Mijnheer van Citters! is deze dag gewichtig,
Gij gevoeldet eene edelaardige aandrift om Uwe krachten
te wijden, zooals zoovelen van Uw oud geslacht, aan
de belangen van het algemeen.
Door den wil des Konings is het U gegeven aan
die aandrift te voldoen en wel in eene gemeente van
de provincie waar Gij oorspronkelijk thuis behoort.
Uwe betrekking is een edele werkkring. Gij zijt
dus in staat veel goeds te doen en het kan voor U
een rijke bron van zelfvoldoening zijn.
Ik zal niet spreken van de vereischten van het
Burgemeesterschap zoo hier als elders zijn zij dezelfde.
Gij weet hoeveel van een Burgemeester wordt geëischt,
hoe zwaar zijne taak is. Ik zal ook niet gewagen van
hetgeen meer eigen is aan deze gemeente. Wat zouden
die woorden tegen U anders zijn dan eene ijdele
klank; alleen de ondervinding kan U daaromtrent
licht geven.
Tot nog toe waren wij elkander vreemd. Wij ken
den U niet en Zierikzee was U onbekend. Van nu af
is dit anders en er is eene gemeene baud, die ons
vereenigt. Gij hebt de bevoegde macht gezworen de
belangen van Zierikzee met al Uw vermogen te zullen
voorstaan en bevorderen. Dezelfde eed hebben wij
leden van den Eaad allen ook afgelegd, hetzelfde doel
wordt nagestreefd door ons, cn door alle ingezetenen,
die aanspraak kunnen maken op den naam van
goede ingezetenen.
Ziedaar de band die ons vereenigt. Op dien band tot
grondslag met het vaste voornemen, om de belangen
der gemeente te bevorderen, zullen wij gezamenlijk
werkzaam zijn en ons onze taak gemakkelijker maken.
Namens mijne mede-leden van den Eaad durf ik
U verzekeren dat er niet één is, die niet zijne volle
medewerking zal geven tot alles, wat van U uitgaat
om de welvaart der gemeente te bevorderen. Dat er
tusschen ons besta welwillendheid en vriendschappelijk
heid is onze wenscli.
Wij bevelen onze personen aan in uwe vriendschap
en welwillendheid.
Wij wenschen, dat Uw bestuur moge dragen, voor deze
stad vruchten rijk en overvloedig en voor U een gestadige
stof van zelfvoldoening moge opleveren. Daartoe bid
ik, dat God zijn zegen verleene
Ik verklaar U alsnu geïnstalleerd als Burgemeester
dezer gemeente, en noodig U uit U met de teekenen
uwer waardigheid te bekleeden en den voor U be
stemden zetel in te nemen.
De Burgemeester hieraan voldaan hebbende neemt
het woord en zegt het volgende
Mijne Neer en
Ik stel het mij niet voor als eene gemakkelijke taak
om den opvolger te zijn van den algemeen geachten
en beminden Oud-Burgemeester Cau, die gedurende
vele jaren de betrekking van Burgemeester dezer ge
meente met zooveel kunde en ijver heeft waargenomen.
Ofschoon het mijn streven was eene betrekking te
verkrijgen in mijne voorvaderlijke provincie had ik mij
niet durven vleien met eene benoeming zoo als deze.
Ik stel derhalve deze onderscheiding op lioogen prijs
en hoop, gerugsteund door Uwe medewerking en in
lichtingen omtrent de belangen dezer stad mijne beste
krachten aan te wenden voor den bloei dezer gemeente.
De negentiende eeuw is een tijdperk, waarin voor
zeker met rassehe schreden wordt vooruitgestreefd en
alhoewel geen onvoorwaardelijk partijman doch voor
alles gehecht aan de aloude vrijheid en Oranje, ben
ik tevens een groot voorstander van vooruitgang en
in het bijzonder van goed onderwijs, van goede politie
en van goede communicatiemiddelen waaraan wat
het laatste betreft, niettegenstaande het vele en groote
dat reeds geschied is, deze provincie voor een aan
zienlijk gedeelte nog groote behoefte heeft.
Hopende een waarborg te mogen vinden uwer
welgezindheid jegens mij in de vereerende en harte
lijke woorden mij door den heer Fokker toegesproken,
zoo neem ik de vrijheid mij in uw aller vriendschap,
genegenheid en welwillende medewerking aan te be
velen, inzonderheid in die van de wethouders en den
secretaris wier hulp ik vooral in den aanvang zoo
zeer zal behoeven.
Onder inroeping van den zegen des Allerhoogste»
verklaar ik het Burgemeesterschap te aanvaarden.
Op zijne vraag of nog iemand het woord verlangt,
zegt de heer mr. Cau ongeveer het volgende
Mijnheer de Voorzitter
Ik dank u voor de woorden, die U hebt willen
uitspreken. Na hetgeen de waarnemend Voorzitter heeft
gezegd zou het ongepastzijn daaraan iets toetevoegen.
Ik wil alleen er mede instemmen en verklaren dat
de betrekking van Burgemeester haar Wel en Wee heeft.
Dat Wel bestaat in de achting en het vertrouwen
van alle goedgezinden en het bewustzijn, dat meu
werkzaam is ten algemeen en nutte.
Ik wensch u toe dat dit Wel u in ruime mate
zal ten deel vallen.
Hierna wordt de zitting gesloten.
Snelpersdrukkerij van H. Lakenman te Zierikzee.
5 ct.
IV.
urg,
vele
'aliog
en in
rilen,
ie be-
ment
Ged.
ment
Iburg
,d der
i., De
van
bet
iland
.ar bij
cben
3ede,
>t.
idres
jgen.
i den
van
ïdwet
at het
tppen
n deel
iging
de
trden
ment
voor-
insch
ng te
iezer
er aal
Mi-
arner
Heen
ver
ende
plat-
voor
v,* \iiniriiA o,iö ucio neb uus genoegen ooer,
dat 'de Staten liuune belangstelling in deze zaak
wilden betuigen. Zij verlangden evenwel nadere
inlichtingen, omtrent de uitvoering der ontwor
pen richting, en ofschoon daardoor de beslis
sing een halfjaar is uitgesteld, geeft het toch
blijk, dat de zaak in gedachten blijft.
Het algemeen reglement voor de polders en
waterschappen in de provincie is jl. Vrijdag, na
beraadslaging met 30 tegen 5 stemmen aange
nomen. Het is te hopen, dat dit reglement,
waarin zeer goede voorschriften voor het beheer
dier instellingen voorkomen de Koninklijke
goedkeuring moge erlangen.
Het reglement op de kunstwegen, zooals dit
dan
Jene
die
«u vmi net Kiesrecnt zijn uitgesloten, zullen dan kiener
zijn en deel kunnen nemen aan de benoeming vayt hen,
die de belangen van vaderland, provincie en geriieeute
moeten behartigen.
Ook nu weder verhengen wij ons in die verbete
ring; maaris zij afdoende? "Wij nemen de
vrijheid dit te betwijfelen. Er moeten andere of
liever meerdere vereischten in den kiezer gevorderd
worden dan de opbrengst eener zekere [som,, in de
rijksbelastingen. Het geld, de bezitting, het vermo
gen mogen niet alleen den toegang naar de stembus
openen, er moeten betere en zekerder waarborgen
zijn voor eene goede verkiezing.
Die waarborgen zoeken wij i» ontwikkeling en
beschaving. Hoe meer ontwikkeld eii beschaafd het
kiezerspersoneel is, hoe juister ea geschikter de per
sonen kunnen wezen, die het mandaat van volksver-