I'l'cij- B u i t e a 1 a a d. |dih nns tijds I mister sturen )or de s den r der die Bonder A. dat kIcr- OM. van 1 be- Id in com- Ider- door het ■rinm Trfniii fyke |ngs- dijk I vim aan- wo men eide >lks, oete he- na- >ete. op tr.r- 150 *en bij te Iër- iiicl be- ze, dé bet te But- lde. Iels per M- er- lote de verrotte en bemorste dek rondkruipende, terwijl hun voet daarin sporen achterlaat als in den modderigen grond van een dompig moeras. Een zeer kunstig aangebrachte bovennatuurlijke liclitvloed stroomt uit op de hoofdfiguur van de groep. Zie hem daar staan, de eeuwenoude schipper, met zeekaart en passer te berekenen, voor de duizendste maai te bepeinzen of er dan nimmer een haven zal gevonden worden met een rustig kerkhof in de nabij heid, of anders een klip om zicli op te pletteren te loopen en rust te vinden in den schoot der golven Treilend is de uitdrukking van dat gelaat; al 't wicht der eeuwige verantwoordelijkheid voor den vervloekten bodem en al de jammer, dien de eeuwige schipper al gedragen heeft, staan daarop uitgedrukt. Al de ver schillende phisiouomiën der benaming zijn vol uit drukking en de gewaarwording, die zij bij den aan schouwer opwekken is, vreemd genoeg, niet die van af keer, maar eerder die van sympathie. Mochten zij toch eindelijk de rust vinden i is de gedachte die de schep ping van den kunstenaar ons ontlokt. Doch, lezer i ga zelf //de Vliegende Hollander" eens zien en ontvang zelf uw impressiën F r a n k r ij k» Het Journal des Debats zegt omtrent Gambetta s staatkundige rondreis het volgende//De reis had on tegenzeggelijk ten doel om eeue ag'itatie ten gunste der radicale Republiek te verwekken, een doel, dat ons vooral laakbaar is toegeschrevenomdat het oogenblik hiertoe niet slechter had kunnen gekozen worden. Heeft de heer Gambetta in deze reis een bewijs wil len geven van zijn gemis aan staatkundigen tact, dan is hij volkomen geslaagden dit is dau het voor naamste resultaat, dat zijn tocht hoéft opgeleverd; want men zou ve.keerd doen, wa.. eer men aan de manifestation, die zijn tegenwoordigheid en zijne toe spraken in iiet zuidoosten hebben uitgelokt, een te groot gewicht hechtte. Dit een van eene zeer geloof waardige zijde door ons uit Annecy ontvangen schrij ven blijkt ons, dat in de verhalen, die door de dag bladen van verschillende kleur omtrent den bedoelden tocht zijn medegedeeld, zeer veel overdrijving lieerscht, en dat hier zelfs in de verte niet van een triuraf van het radicalisme spraak kan zijn. Dat zij, die zich den heer Thier reeds als door den redenaar van Gre noble overwonnen en verdrongen voorstelden, die in den waan waren geraakt, dat het met de conser vatieve Republiek gedaan was, en dat Frankrijk voor taan aan Gambetta zou toebehooren, zich geruststellen. Het is eene 'waarheid, dat Gambetta zich ongelooflijk veel moeite heeft gegeven, maar tevens is het waar, dat zijn tocht in Savoye eene wezenlijke misrekening voor hem is geweest, op enkele opgewonden volgelin gen na, heeft hij overal te Thonou zoowel als te An necy, slechts het woord gevoerd voor onverschilligen en vooral nieuwsgierigen, die derwaarts gegaan waren als naar een schouwburg, om den tribun-phenomène te - zien en te hooren. Dc republikeinen van allerlei s<?ha- keering die van den vorigeu dag biet uitgezonderd, gaven duidelijk hun misnoegen te kennen. De geheele tournee van den heer Gambetta laat zich beschrijven met den titel van het bekende tooneelspel"Veel ge schreeuw en weinig wol." Men verneemt uit het door de Debats aangehaalde schrijven, dat de heer Gambetta, behalve door zijnen secretaris Spulier, op zijnen tocht door twee afgevaar digden, de heeren Parent eu Taberiet, vergezeld wordt. Te Bonneville heeft hij meer sijrapathie dan te Thonon en te Annecy ondervonden. Toen te Thonon door een der aanwezigen //Leve de commune!" werd geroepen, werd die kreet terstond onder een luid gemor gesmoord. Aan den aldaar gehouden maaltijd zeide een Savooisch radicaal bij het uitbrengen van een dronk//Savoye ^zal met Fraukrijk verbonden blijven zoolang Frankrijk Sipublikeinsch zal zijn; maar levert Frankrijk zich aan de monarchie over, dan vereenigt Savoye zich met Zwitserland." Volgens den berichtgever van de Debats uit Annecy heeft Gambetta hierop met groote leven digheid geantwoord, „Meu moet zijn laud niet lief hebben omdat het rcpublikeiiiscli, dat is, gelukkig is en vrij is, maar men moet het liefhebben, omdat het zijn vaderland is." Die woorden waren met geest drift toegejuicht. Volgens een ander blad heeft Gambetta tot de radicale separatisten te Thonon gezegd, //Bemint Frankrijk in de republiek, en de republiek in Frankrijk." Helpt ons haar voor altijd grondvesten, tot beschaming der kroondragers en dei- zwartrokken die republiek, waarvan wij reeds de formule hebben en waarvan wij weldra de werkelijkheid zullen kennendie republiek, die ons recht, vooruitgang \en vrijheid verzekert; die u tot patriotten gemaakt ïieeft en die ons voor altijd medeburgers zal maken. De minister voor openbaar onderwijs, de heer Jules Simon, heeft eene circulaire aan de provisoren der Lyceën gericht, waarin hij de denkbeelden, die door hem, bij de jongste prijs uitdeel itig in de sorbonne omtrent eene hervorming van het middelbaar onderwijs reeds in de hoofdzaak zijn medegedeeld, nader en zeer breedvoerig uiteengezet. Hij wil, dat voortaan in dat on derwijs de levende talen eu de gymnastiek eene veel breeds plaats innemen dan tot dusver het geval was. Het onderwijs in de doode talen moet geenszins worden opgegeven, maar het aanleereu daarvan moet veel ge makkelijker worden gemaakt en veel minder tijd kosten. Het latijn, zegt hij, behoeft niet meer geleerd te worden om te worden gesproken, eu hij noodigt" de vereeni- o-in ge 11 van leeraars - die zich naar zijner wcnsch, ter bevordering der samenwerking en van de discipline in elk Lyceum behooren te vormen - uit, om hem nieuwe methoden voortestellen, door welke dit doel naar hun inzien het best zou kunnen worden bereikt. Het Journal Officieel van jl. Zondag behelst een op voorstel van den bovengenoemden minister genomen decreet, waarbij de wijze van bezoldiging der leeraren van het middelbaar ouder eene belangrijke organisatie ondergaat. De Lyceën, niet. uitzondering van die van Parijs, Vanves en Versailles, worden daarbij, uit het oogpunt der wedden hunner leeraren en beambten, in vier categorien verdeeld, in welke na verloop van elk vijftal jaren, verandering kon worden gebracht. De heer Laurent Sevez, vroeger hoogleeraar aan de hoogeschool te Oharabery, na de annexatie van Savoye naar Italië vertrokken, waar hij een aanstelling ver kreeg bij een der ministerien, werd dezer dagen, bij een uitstapje in de Alpen, door de Fransche autori teiten gevangen genomen, acht dageu laug onder allerlei gespuis opgesloten en zonder verderen vorm van proces weder losgelaten. Waarschijnlijk hield men hem voor een spion die de Alpenpassen bestudeerde voor een eventueelen oorlog tusschen Italië eu Frankrijk, waar aan men in dat gedeelte van Frankrijk vrij algemeen gelooft, 'tls een niet onaardige illustratie tot de be weging over de gevangenneming van About gemaakt. Geen der Parijsche bladen maakt van die feit melding. n o- e 1 a u d. Verleden week voorspelde de Economistdat de bank van Engeland geuoodzaakt zou ziju deu koers van het disconto te verhoogen. Deze verwachting is gebleken juist te zijn. Toen Woensdag de weekstaat openbaar werd gemaak, bleek het dat de maatregel niet lang zou uitblijven. De reserve was aanzienlijk ver minderd en eene verdere vermindering was te voorzien. Dit maakte de verhooging noodzakelijk. Wij hopen, zegt de Economistdat de verhooging thans vol doende zal zijn, en gewis zóu dit het geval ziju geweest, indien het bestuur der bank veertien dagen of drie weken geleden den maatregel had genomen. Het geld zou dan naar Engeland zijn gevloeid en de reserve zou 'zijn toegenomen. Maar nu is Duitschland onze concurrent. Te Berlijn en'té Frankfort bedraagt de koers 5 pCt., te Weenen staat hij hooger. Thans hebben wij minder zekerheid om het geld te krijgen, dat wij noodig hebben. Daarbij komt nog dat, hoe zonderling het ook moge zijn, wij misschen goud naar Amerika (het goud produceerende land) zullen zenden, liet is geenszins onmogelijk, dat dit zal geschieden. Dit spruit hieruit voort, dat er eene buitengewone hoeveelheid graan, katoen en effecten naar Europa is gezonden, hetgeen door ons moet betaald worden, en de stand van den wisselkoers kan het noodzakelijk maten, dat door Engeland goud moet worden gezon den. Intusschen maakt de speculatie in goud op de Amerikaansche markt de wisseloperatiën hoogst on zeker, zoodat het onmogelijk is te bepalen, welke waarde het goud zal hebben, als het, van hier gezon den, te New-York aankomt. Het is dus moeilijk te zeggen, of die zendingen zullen plaats hebben of niet. Alzoo, dus eindigt het blad, ofschoon wij hopen, dat de verhooging van het disconto voldoende zal zijn, hebben wij dienaangaande geene zekerheid en het is zeer te betreuren, dat de maatregel der verhooging van deu koers van het disconto niet vroeger genomen werd, toen de omstandigheden het noodig maakten. De wedstrijd tusschen artilleristen en scheepsbouw meesters heeft in Engeland geleid tot het bouwen der met 12 duim dikke platen gepantserde schepen Devastation, Thunderer en Fury, en het vervaardigen van kanonnen van 35 ton, ten einde die platen op een afstand van 1000 ellen te doorboren. De Deva station, metende 9188 ton en over 5600 paardekracliten beschikkende, is het eerste zeebouwende oorlogschip zonder zeilen. Het voert 1600 ton kolen met zich en zal, met eene snelheid van 5 knoopen, 9200 mijlen kunnen loopen zonder nieuwe kolen in te nemen. De pantsering zijner zijden is 12 duim dik en kan alleen door een stuk van 25 ton doorboord worden, mits zij loodrecht getroffen wordt en binnen een afstand van 200 a 300 ellen. De platen van 14 duim dikte, waarmede het front der torens gepantserd is, kunnen niet door de tegenwoordige Engelsche stukken van 25 ton doorboord worden. Het gewicht der pantse ring van de Devastation is twee malen grooter dan dat van de pantsering der 8322 tonnen metende Monarch, en staat gelijk met drievierde gedeelten van de zwaarte der romp welke haar draagt. Dit is het grootste der drie in den aanhef genoemde schepen zonder masten, waarvan elk gewapend zal zijn met 4 stukken van 35 ton, in twee torens, die bij elk schot 2800 pond ijzer werpen. De eigenaars der ijzer- eti kolenmijnen in Engeland, ten einde raad tegenover de steeds klimmende eischeu van de mijnwerkers, hebben liet voorbeeld hunner 011- derhoorigen gevolgd en eene vereenigiug gevormd. Op de eerste vergadering, Zaterdag te Cardiff gehouden, is besloten daar reeds voor laug aan alle billijke eischen was voldaan om liever alle werkzaamheden te staken dau toe te geven aan nieuwe eisclien. Even, ja meer dan elders, levert de jachtwet in Engeland vele bezwaren voor de pachters. Om in overleg te treden hoe daar het best aan kan worden tegemoet gekomen, is ten vorigen jare in Schotland een conferentie tusschen de landheereu en de pachters gehouden, waarbij de laatsten verklaarden tevreden te zullen zijn, indien hazen en konijnen als gemeen goed werden beschouwd en zoo goed door den boer als den landeigenaar mochten geschoten worden. Het edel en vliegend wild bleef dan het eigendom van de groote jagers eu de pachters zouden het ongemoeid laten. Op eeue deze week gehouden conferentie van jagers is echter dit voorstel verworpen en zullen de boeren met de vernieling van den wildstand voortgaan, voor zoo ver zij kans zien dit ongestraft te doen. Zweden. De Correspondence Scandinave deelt eenige bijzon derheden mede uit het leven van den onlangs overleden koning van Zweden, Gedurende den krim oorlog aar zelde Oscar welke partij hij zou [kiezen, want, zeide hij tot den toemaligen kroonprins, in IS 14 heeft Bus- land deZweedsche kroon voor de Beruadottes behouden en een familieverdrag met Rusland gesloten, biedt nog altijd zekere waarborgen aan voor de dynastie Berna- dotte. i/Ol mijn Vader," riep alstoen de kroonprins, naar den duivel de verdragen en waarborgen. Het beste familie verdrag voor een dynastie is de band van liefde en vertrouwen tusschen een koning en zijne onderdanen. Zijne populaiteit dagteekent van den dag waarop dit woord bekend werd. Hij beminde koningin Louise van ganscher harte, en al was hij niet in alle opzichten een model-echt genoot, naijverig was hij in hooge mate, op de waar digheid zijner gade en indien iemand de égards voor de koningin vergat, werd hij niet gespaard. Men deelde hem eens zulk een verzuim mede, door een personen van het hof begaan. De koning liet hem roepen. „Men heeft kwaad van mij gesproken," zeide hij op zijn brusquen toont //dat is mij onverschillig, gij kunt van mij zeggen wat gij wilt, maar gij hebt de égards aan de koningin verschuldigd, uit het oog verloren en dat is eene zaak, die ik u niet vergeef. Ziedaar! en met ziju koninklijke maar herkulische hand gaf hij den zondaar een krachtigen slag in't aangezicht. Deze maakte dat hij uit de voeten kwam bij zich zelf de een weinig late belofte afleggende, dat hij zich nooit meer aan dergelijke parate executie zou blootstellen Duitschland. Prins von Bismarck is, gelijk men weet, 1ste kan selier van het Duitsche rijk, 2de minister-president van Pruisen, 3de Pruisisch minister van Lauenburg. De Dank- und Handelszeitung schrijft over de drie Bismarcken het volgende: Nadat de Lauenburgsche Landdag de wet betreffende de domeinen van het hertogdom had aangenomen, is door deu Lauenbnrg- schen minister Bismarck aan den Pruisische 11 minister president den weusch naar inlijving officieel te ken nen gegeven. Naar men verneemt heeft de Pruisische Bismarck op zeer voorkomende wijze hierop geantwoord. In den laatsten tijd waren de twee ministerien ten gevolge van geschillen over de grensscheiding in een ineer of min gespannen toestand tegenover elkander geraakt. De Lauenburgsche Bismarck had zieli bij den Pruisischen over de handelwijze der regcering in SJeeswijk bitter beklaagd. Daar echter de Prui sische Bismarck 4 zijne regeering met vastberadenheid beschermde, bleef den Lauenburgsehen Bisinarek 11'ets anders over dan de tusschenkomst van den rijkskan selier in te roepen. De zaak is thans' nog bij deu rijkskanselier aanhangig. Volgens de National Zeitung heeft de Duitsche ge zant in Frankrijk aan den minister van buitcnlandsclie zaken aldaar medegedeeld, dat, te beginnen met 1 Novem ber, Fransche onderdanen slechts dan op Duitseh grond gebied zullen worden toegelaten, als zij voorzien ziju van een Dnitsch visum. Het gerucht dat in Prulsseu de ministers van ecre- dienst en justitie zouden aftreden, wordt door de oflicieuse bladen tegengesproken. Volgens een bericht uit Maintz, is aldaar bevel ge geven tot liet instellen eeuer gerechtelijke vervolging wegens het bevorderen eeuer agitatie tegen de wet van 4 Juli, de wet tot beteugeling der jezuiten. De aanleiding daartoe zijn niet slechts de redevoeringen, gehouden op de vergadering in het katholieke casino in gemelde stad, maar ook in het Mainzer journal, dewijl gemeld dagblad de resolutie», op bedoelde vergadering aangenomen, openbaar heeft gemaakt. De vervolging geschiedt op grond van art. 131 vau het Duitsche strafwetboek', wegens verbreid in»- van beweringen, in strijd met dc waarheid en verkeerde voorstellingen van feiten, waardoor een blaam wordt geworpen op de verordeningen door de regeeriu»- of hare vertegenwoordigers uitgevaardigd, enz.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1872 | | pagina 3