sement r' voor feci arroiidis- 4 f 2289/, i 35 ,/.i pCt.i 933 93 f <3OT, 1ÜU/. 115 733/» 793/t 3j— - 6,50 O 9 - 8,75 iN 1JH U W ö- «II xxa-p v x JuJxm ,j. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG- avond uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden 1.Franco per post 1. Afzonderlijke noinmers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER ADVERTENTIEN Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks- Geb oor te en Doodberichten van 1 6 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de reductie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. EAKENIIA1V. Advertentien worden ingewacht tot 's namiddags 3 ure. A „TV AnnNWKMESïBS worden voor Duitschlmd, Oostenrijk en Zwitserland aangenomen door de HH. HAASENSTEIN Sc VOGLER, te Hamburg, Advertentie?. -vnu. FrmhfoH ajM mz en roor mterdaM door de UH. NIJGH VAN UITMAK, te Rotterdam. gi f» 30V, 30'/, «3/. ■«3/s ÖS3/, 9/% agv: 7 5 751/, u33/. 247 59«/„ 50 3/ls •159 51«/„ 995/ie 95 5/s "'/l. K> Degenen die zicht metpri- mo October op deze Courant abonneereu, ontvangen de voor dien tijd verschijnende jommers Gr JR. A. T X. S. Sluitip:; en opening van het politiek jaar. i. De Grondwet wil, dat de vergadering der Staten-Generaal jaarlijks op den derden Maan dag' van September wordt geopend, en minstens lm ui tig dagen bijeeu blijft, tenzij de koning ge bruik make van zijne bevoegdheid, om eene of beide de kamers te ontbinden. Op de opening der vergadering moet natuurlijk eene sluiting t olgen, anders zon de bijeenkomst eeuwig du ren, en zou niet aan het grondwettig voorschrift gevolg kunnen gegeven worden, om eene nieuwe vergadering te openen. Opening er. sluiting der zitting gaat steeds vergezeld van eenig ceremo nieel, en geschiedt met eene rede, die in meer dere of mindere mate (naar gelang van de tijdsomstandigheden) van gewicht te achten is, en altijd een staatsstuk mag heetan. De ope ning wordt meestal door den koning verricht, de sluiting geschiedt van zijnentwege door een of meer ministers, en terwijl de openingsrede de beloften behelst van het indienen van wets ontwerpen, wordt in de sluitiugsrede een blik geworpen op Jen wetgevenden arbeid van het afgeloopen jaar. Die sluiting en opening van liet politiek jaar heeft weder op jl. Zaterdag en Maandag plaats gehad. Aan den minister van Binnen- landsche Zaken was de sluiting opgedragen en terwijl wij voor ditmaal diens rede tot een on derwerp onzer beschot'.vingen nemen zullen wij in ons volgend notnmer eenige woorden zeggen over de openingsrede, welke openings rede, (de troonrede genaamd) wij hier achter in zijn geheel opnemen. Met belangstelling werd de sluitingsrede te gemoet gezien niet alleen omdat het de eerste •ontmoeting van het nieuwe ministerie met de vertegenwoordiging was, maar ook, omdat men verwachtte, dat met een enkel woord de groote staatsman zou herdacht worden, die ons in het afgeloopen parlementaire jaar ontvallen was. Die laatste verwachting is vervulddoch als men gehoopt had, de redenen van het optreden der nieuwe raadslieden van de kroon en hun pro- 'j gramma te vernemen, dan is die hoop niet verwezenlijkt. De reile was kort, zelfs sober in hare uitdrukkingen, doch had leze verdienste, dat ieder woord met juistheid gekozen was, en veel te denkeu gaf. Reeds de eerste zinsnede verkondigde eene waarheid, die voor velen hard om te hooreu was, maar tevens der liberale partij herinnerde aan de verdeeldheid, die onlangs onder hare leden zulk eene scheuring en de aftreding van het ministerie veroorzaakte. Het was een klein, maar fijn gevoelig verwijt, dat de minister uitte, toen hij er van gewaagde, dat op wetgevend gebied minder was tot stand gekomen, dan bij deu aanvang verwacht werd, doch de scherpte van het verwijt, werd met echte delicatesse ver borgen achter het slot der zinsnede„de oor zaken dezer vertraging zijn algemeen bekend." Het was, alsof de minister de wonde niet weder 'vilde openrijten, terwijl hij er niet van zwijgen mocht. Hij vermeed, wat wij altijd veroordeeld hebben en blijven veroordeelen: het napleiten. En, als om dadelijk een pleister op de wond te leggen, wijst de minister vervolgens op het overlijden van rnr. Thorbscke, „die gedurende meer dan bet vierde eener eeuw onmiskenbaar grooten invloed op de ontwikkeling onzer staatsinstel lingen heeft uitgeoefend. Eene sluitings-rede zonder herinnering aan dien staatsman ware dan ook in ons oog onmogelijk geweest. En het Dagblad moge met zijne gewone wijze van zich te uiten, spreken van „pogingen tot doodmar telen van een vroeger vereerden chef," wij trekken ons die lage insinuatie niet aan, maar roemen er op, dat de liberale partij, waar zij vroeger misschien den meestor al eens te veel naar de oogen zag, eindelijk, toen zij de kinderschoenen was ontwassen, een eigen oordeel durfde vellen en volgen en geene slaafsehe onderworpenheid meer huldigde, gelijk dit maar al te veel iu de partij van het Dagblad kan opgemerkt worden. Doch ondanks de vertraging in het werk der wetgevende macht, was toch de arbeid dei- volksvertegenwoordiging niet geheel onvrucht baar. „In den geregelden dienst, zoo in Neder land als in onze Overzeesche bezittingen werd door U voorzien, voorstellen tot gedeeltelijke verbetering van ons strafrecht, tot af koopbaar stelling der tienden en tot buitengewone araor- titatie van staatsschuld werden aangenomen, terwijl gewichtige tractaten tot regeling van onderscheidene koloniale belangen uwe goed keuring mochten verwerven." Ziedaar, hoe de wetgevende arbeid van het afgeloopen jaar geteekend wordt, en die teekeuing wekt toch, bij al het bedroevende van de geringheid, aangename herinneringen bij ons op. De ont wikkeling onzer staatsinstellingen moge'slechts eene kleine schrede voorwaarts gedaan hebben gekeele stilstand was er toch niet te veroor deelen, en hoe verschillend de denkbeelden mo gen zijn over de „regeling van onderscheiden koloniale belangen," voornamelijk wat betreft de afstand der bezittingen ter kuste van Guinea, dit is zeker, dat de Staten-Generaal toch ook met betrekking daartoe niet onvruchtbaar zijn vergaderd geweest. En zoo ligt het politiek jaar 1871/72 geslo ten achter ons, en is reeds het jaar 1872'1873 geopend. Wat wij liet eerst in den nieuwen kring vernomen, is belangrijk genoeg, om er een afzonderlijk artikel aan te wijden. STATEN GENERAAL TROONREDE. De zitting der Staten Generaal van Maandag 16 September is door den Koning geopend niet de vol gende Troonrede: I/Mijne lieer en //In uw midden gekomen, om uwe gewone verga dering te openen, waardeer ik dankbaar het voor reek t u op het vele goede te mogen wijzen, dat- ons vaderland ten deel valt. //Vriendschappelijke verstandhouding kenmerkt onze betrekking met alle mogendheden. //Wij verheugen ons in een gezegen den oogst. z/De veestapel bleef van groote rampen bevrijd. De maatregelen tot bestrijding der besmettelijke veeziekten genomen schijnen doel te treffen. z/De zeevisscherij bloeit. //Vrije ontwikkeling van handel en nijverheid te bevorderen, blijft mijn streven: r/s Lands geldmiddelen bevinden zich in niet 0:1- gunstigen toestand. De opbrengst der belastingen nam ook weder in den loop van dit jaar aanmerkelijk toe. Uit de aan uwe overweging, eerlang te onderwerpen staatsbegrooting voor het volgende jaar zal u blijken, dat de beraamde uitgaven, behalve voor den ver deren aanleg der staatsspoorwegen, zonder buitenge wone middelen kunnen worden bestreden. z/De zee- en landmacht kwijten zich bij voortduring op loffelijke wijze van hare verplichtingen. In de overzeesche bezittingen hebben zij ons gezag- niet eere gehandhaafd. //Zal echter liet leger in staat wezen in tijden van gevaar zijne moeielijke taak waardig te vervullen, dan is het noodig dat zijne samenstelling en gehalte worden verbeterd. Voor dat doel zal in de eerste plaats uwe medewerking tot wijziging der wet op de nationale militie worden ingeroepen. //In afwachting dat het stelsel van 's Lauds ver dediging door vestingwerken, uwe goedkeuring vcr- werve, kan de uitvoering van die werken, omtrent welker noodzakelijkheid geen verschil van gevoelen bestaat, met kracht worden voortgezet. //.Daartoe worden bij de begrooting middelen aan gevraagd. z/De verandering der rechterlijke inrichting blijft aan Uwe overweging aanbevolen. Mag het gelukken dit gewichtig onderwerp tot beslissing te brengen dan zal de hinderpaal, die zoolang elke omvangrijke hervorming van ons rechtswezen heeft in den we°- gestaan, zijn opgeruimd. //Intusschen zullen enkele voordrachten, bestemd 0111 op bepaalde punten verbeteringen in onze wetboeken aan te brengen, u worden aaugeboden. z/Tot uitbreiding vau het kiesrecht daar, waar het binnen te enge grenzen is beperkt, kan eerstdaags eene wetsvoordracht worden tegemoet gezien. z/Eeu^ nieuw ontwerp tot regeling van het hooger onderwijs wordt voorbereid. /,In weerwil van plaatselijke rampen, veroorzaakt door aardbevingen en overstoomingen. was de algemeene toestand in Oost-Indie bevredigend. //In meer dan een opzicht waren de uitkomsten van landbouw, handel en nijverheid, zoowel voor de inlanders als voor de Europeesche oudernemers gunstig. z/Ter verdere ontwikkeling van die bronnen van welvaart, is verbetering der middelen van gemeenschap eene dringende behoefte. Voorstellen zullen u worden gedaan om ondernemingen, welke in die behoefte

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1872 | | pagina 1