ZIERIKZEESCIIE COURANT. voor het arrondis- semeiit Zierikzee. 1872. No. 59. Zaterdag 27 Juli. 75ste jaargang NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Afkon diging. HET EINDEXAMEN DER H00&ERE BUiOERSCMOLEfj IN ZEELAND. Is het oprechtheid? I)eze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond uitgezonderd op FEESTDAGEN. Priis per drie maanden ƒ1.Franco per post 1.- Afzonderlijke norauiers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER ADVERTENTIEN Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks- Geboorte- en Doodberichten van 1 6 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 ct. Die stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. LAKENHAN. Advertenticn worden ingewacht tot 's namiddags 3 ure. a onvuFwrvTEN worden voor Diiitsc/Uaud, Oostenrijk en Zwitserland aansrenomen door de HH. HAASENSTEIN VOGLEB, te Hamburg, lAtbek Frankfort a/M., enz. en voor Rotterdam door de Utl. NIJGH VAN D1TMAB, te Rotterdam. Advertenties en KENNISGEVING. ..xemeenterekening 1^71. riVu, V V en WETHOUDERS van Zierikiee mai;ü;i bij uur. tic Ingezetenen bekend, dat de Reke ning Ier "en te over het jaar 1871, ingevolge art. 219, der gemeente-wet, van heden af, gedurende veertien dagen, voor een 'c-cier ter inzag-.op -J Secretarie is nedergelegd, en tegen Jefalmg der kosten verkrijgbaar gesteld. ijt5&fikv.KE> uöïi 22 JuUj 1872. 7 e Burgemeester en Wethouders B. ,C. CAU. Be Secretaris J. P. N. ERMERINS. De B IJ It G E MEES T E R van Zierikzee maakt bekend dat het kohier van het Patentrégt, le deel van deze ge- Uunstjaav 1872/73 den 22sten dezer maand door beer Proy. Inspecteur der Dir. Belastingen enz. in provincie executoir verklaard, op heden aan den heer Ontvanger dei- Directe Belasting alhier wordt ter gesteld ten fine van invordering, eu dat ieder ver- pi j. zijnen aaiirdag, op den bij de wet bepaalden voet, te voldoen. Zuuukzee, den 25 Julij 1872. B. C. CAU. Einde kroont het werk. I. Gelijk wij reeds in 't vorig nommer onzer Courant mededeelden, zijn alle kandidaten, die zich aan 't eindexamen der hoogere burger scholen in deze provincie hebben onderworpen, geslaagd en is htm 't verlangde diploma toege kend. Die gelukkige, uitslag heeft ons verblijd in zoodanige mate, dat we ons genoopt gevoelen eenïge gedachten over 't middelbaar onderwijs in 't algemeen en over de middelbare scholen hier ter stede in 't bijzonder aan onze lezers ten. byte te geven. Wat wil het middelbaar onderwijs Zoo vraagt zelfs nu nog menigeen, 't Antwoord kat' ko. *jjs de middelbare school wil van hare leerlingen zedelijk en verstandelijk vrije men- schen maken. Zij schrijft daartoe in haar pro gramma. op elke bladzijde kennis geene opper vlakkige kennis, maar een grondig weten; geen licht vernis, dat afslijt bij elke aanraking, maar eene beeltenis, die ingebrand wordt om voor 't heeie leven in zuivere omtrekken bewaard te blijven. Maar die veelheid van leervakken, vraagt menige bezorgde moeder, als ze haar zoon met zijn boe' utas over den schouder naar school ziet gaan kan dat alles wel in een men- schenhoofd'? Ku is dat «eeiweten niet in strijd met het ppedweten, waar ik zooveel van houd, zegt zekere geheimzinnige opinie, welke in de gedaante van vijand A. en vijand B. aan de middelbare scholen een kwaad hart toedraagt Lieve hemel 1 wie is er, die waarlijk 't middel baar onderwijs van nabij heeft beschouwd, en de bezorgde huismoeder niet gerust durft stellen, en waarom zoude men 't ons euvel duiden, dat wij den gemaskerden vijand den rug toe wen den Keen, de hoogere burgerschool wil geene veelweterij zij wil, ja elke bron van kennis samen doen vloeien tot ééne beek, maar helder en klaar moet het water wezen, dat zij stroomen doet. Ik wil zeggen de veelheid der vakken is geen bezwaar, omdat deze vakken allen sa menwerken tot het ééne doel „algemeene ont wikkeling." De middelbare school heeft de wiskundige we tenschappen in eere gesteld, omdat zij den in gang openen tot de natuurkundige, omdat zij voor 't practische leven den sleutel aanwijzen tot alles, wat door getal en maat wordt be- heerseht; maar naast het wal plaatste zij het hoe, naast de leerstof, die wordt opgenomen treedt het hoe en waaromwelke het oordeel scherpen Maar geschiedenis en aardrijkskunde is im mers bloot geheugenwerk en worden slechts ge leerd om ze weer te vergeten Onnoozele vraag >De geschiedenis is de leidsvrouw door 't leven" en „de aardrijkskunde heeft als hoogste doel den jongeling te leeren dat en hoe deze wereld is de opvoedingsplaats van 't menschengeslacht." Zoo komt het ook, dat deze beide wetenschappen elkaar telkens de hand leenen. 't Goed recht van de studie der talen behoeven we gelukkig voor niemand bepleiten en ook met het hand- en lijnteekenen is iedereen zoo niet in genomen, dan toch reeds verzoend. Erger is 'tmet de staatswetenschappen. Die zijn onnoodig voor burgerzoons. Ik zal mij moeten bekorten daar om dit ééaekiesvereenigingen klagen over weinig deelneming; de verkiezingen worden door velen verzuimd sommigen uiten de klacht van alge- heele onverschilligheid en over de huishouding van den Staat hoort men niét zelden macht spreuken, waar men logische redeneering ver wachtte. Zoodat ik maar zeggen wil, staatsin richting en staathuishoudkunde hebben recht van bestaan in de scholen van een constitutioneel land, al was 't alleen maar om de nuttigheid. En alles samen genomen, is 't dan niet waar, dat het middelbaar onderwijs de jongelieden op leidt tot verstandelijk vrije menschenV Maar de zedelijke vrijheid? 't Is waar, alle dogmatiek blijft buiten de deur der burgerschool, edoch leert de geschiedenis niet, dat het goede uit en door zich zelf kracht heeft om te bestaan, en dat zij alleen waarlijk groote mannen waren, die 't goede beoefenden buiten bijbedoelingen? Laten we ook vooral waardeeren den vormen den invloed van de studie der letterkunde, want wat is meer in staat weldadige indrukken natelaten dan 't schooue en goede, en wat wei- luidt. Welnudat hebben ons de genieën der letterkundige kunst als erfdeel van hunne grootheid nagelaten en het is de middelbare school, die er den jongeling van leert genieten Lezers, wij verheugen ons over den uitslag der eindexamens in onze provincie. Elke over winning van 't middelbaar onderwijs is eene overwinning van 't verstand op de onkunde van de vrijheid op de dienstbaarheid. En de jongelieden, welke 't diploma verwier ven, zij houden zich aan de heilige verplichting om 't middelbaar onderwijs en de Zeeuwsehe hoo gere burgerscholen tot eere te zijn 1 De heer Mr. Groen van Prinsterer beschuldigt in no. 32 dor Nederlandsche Gedachten de libe ralen, althans sommigen van beu, van onoprecht heid bij de verearing van wijlen Mr. Thorbecke, en waar hij ze vrijpleit van onoprechtheid, meent hij, dat zelfbedrog of overdrijving, voor barigheid of opgewondenheid in het spel zijn. Onoprechtheid is eene leelijke ondeugd, die te zwarter behoort gekenschetst te worden, naar mate de persoon, tegenover wien zij gepleegd wordt, hooger geplaatst is, maar geene woorden zijn sterk genoeg, om haar te veroordeelen, waar het geldt een overledene, en nog wel een overledene, die veel, zeer veel verricht heeft, en zich als het ware voor zijn levensdoel opofferde. Nu dit laatste ten opzichte van de beschuldi ging des heeren Groen het geval is, achten wij ons verplicht te onderzoekeu, waarop de redac teur der Nederlandsche Gedachten zijne ver oordeeling bouwt, en zoo mogelijk ons rechtvaar digen voor den aangewreven blaain. Thorbecke, zegt mr. Groen, was sedert lang meer conservatief dan liberaal. Wij weten niet, op welke wijze mr. Thorbecke zijn conservatisme heeft geopenbaard, maar wij hebben niet kunnen ontdekken, dat hij tot onze tegenpartij behoorde. Wel erkennen wij, dat liij niet de geavanceerde beginselen van de heeren van Houten c. s. was toegedaan, maar daarom kan van hem toch niet gezegd worden, dat zijne beginselen meer naar die der conservatieven overhelden. Men vergete toch niet, dat de vooruitgang en ont wikkeling ook van het politieke leven eener natie, geen stilstand gedoogt, doch tevens, dat niet iedere nieuwigheid dadelijk door allen wordt gehuldigd. Men verlieze niet uit het oogdat er groot verschil van aanleg was tusschen Thorbecke en van Houten, en dat daarin meer dan iets anders, de oorzaak moet gezocht worden, dat deze twee staatslieden niet met elkander harmonieerden, ja, elkan der als het ware hebben afgestooten. Thor becke, de practicus bij uitnemendheid, vroeg altijd en allereerst, wat in een gegeven toe stand verkrijgbaar wasvan Houtenmeer theoreticus, lette alleen op wat de logica der beginselen vorderde. Wij veroordeelen van Houten niet, maar evenmin dwepen wij met zijne theorie. En veel minder zien wij in zijne leer het liberalisme gepersonificeerd. Men heeft dit vroeger wel gedaan ten opzichte der denkbeelden van Thorbecke, maar wij hebben onze hulde nimmer aan dat idee gebracht, en zijn verheugd dat die tijd reeds bij het leven des meesters lang voorbij was. Wat wij in Thorbecke vereeren en hoogachten, waarvoor wij hem dankbaar zijn, en dan ook oprecht onze hulde bewijzen, is,

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1872 | | pagina 1