scmeiit Zierifeee. voor het arrondis- 1872. No. 57. Zaterdag 20 Juli. 75ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD e n n i a g e v i ng. B e k end making. Vermindering van Vrees, FEESTVIERING TE ZIERIKZEE, Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond uitgezonderd op REESl DAGEN. Prijs per drie maanden ƒ1.— Franco per post 1.- Afzop.derlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. ERIJS DEE ADV ERTENTIEN-. Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks- Geboorte- en Doodberichten van 1 6 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 ct. llle stukken, de redactie betreffende, gelieve men ui terlij li een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever 11. LAKENMAN. Advertentien worden ingewacht tot 's namiddags 3 ure. UnvRTF* r. ,N en Abonnementen worden voor BuitacUandOostenrijk en Zwitserland, aangenomen door de HH. IIAASENSTEIN VOGLEE, te Hamburg, Am lX>'. Frankfort ajM., enz. en voor Botterdam door de HH. NIJGH VAN D1TMAR, te Botterdam. Dg BURGEMEESTER van Zierihzee brengt ter kennis van de fngezfetenèn, dat er op Maandag den 22ste 11 vulij e\ k., des namiddags te één «re, op het Raadhuis alhier? eene openbare Vergadering van den Gemeente-Raad zal gehouden worden. Zïeiukzee, 17 July 1872, De Burgemeester B. C. CAU. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierihzee maken bekend dat 1® ROELOF ORNEE, en 2° MACIIIEL KOOLE, beide wonende in deze gemeente, vergunning heb ben gevraagd >m bei plaatsen in te rigten, de eerste van STEENKOLEN Tn den kelder van het woonhuis, staande op de Nieuwe Ba- ,i, wijk D, no. 4, en de tweede van PET ROLE UM in het pakhuis, staande op de Bree- straat, wijk O, no. 307 en dat de informatien de commodo et incommodo betreffende deze verzoeken zullen worden gehouden op Maandag den 22 Julij e. k., te één uur des namiddags, in de gewone vergaderkamer van het Bestuur, -ten Raadhuize; vallende aicew, die tegen die verzoeken be zwaren mogten willen inbrengen, alsdan in de gelegenheid zijn om in hun belang te worden gehoord. ZlEïUKZSE, den 17 Julij 1872. De Bilvgemeester en Wethouders. B. C. CAU. De Secretaris J. P. N. ERMERINS. Onlangs spraken wij van bet verslag der Tweede Kamer omtrent bet wetsontwerp op r.i-iwe Rechterlijke Organisatie, en wezen wij op eene zinsnede iu dat verslag, waarbij men onze Rechtbank dreigde ta supprimeren. Te recht waren wij eenigszins bevreesd, ofschoon ons vertrouwen op ons goed recht, om de recht bank te behouden, vooral bij den geïsoleerden toestand, waarin wij verkeeren, nog niet ge- .schokt was. Het Weekblad van hel Regl wijdt in een zijner laatste nommers een hoofdartikel aan dat wetsontwerp, of liever aan de wetsontwerpen op de rechterlijke organisatie, die reeds bij de volksvertegenwoordiging zijn ingediend, in het algemeen. Ku zoo wij nog eenige bezorgdheid mochten hebben, dan wordt zij ons door dat betoog geheel ontnomen. De kundige en op dit terrein guns'ig bekende schrijver, wiens initialen (d. I'.) ons zijn naam duidelijk spellen, neemt uit bet optreden van een nieuw ministerie de justitie aanleiding, om te vragen „wat er gebeuren zal met de rechterlijke organisatie en antwoordt dan dadelijk daarop„wij kunnen er u niets van zeggen, wij weten bet nietterwijl hij er op iaat volgen„ééne zaak is voor ons zeker, wij kunnen ontwerpen en plannen maken, toelich tingen en verslagen schrijven, redevoeringen houden en amendementen voorstellen, zooveel wij willen. Maar dit is zeker, dat er toch nooit iets van komt." De schrijver put die zekerheid daaruit, dat wij nu reeds, om niet van vroeger ie spreken, bijna vijf-en-twiutig jaren bezig zijn om het land betere rechterlijke instellingen te geven, en al ons tobben en zwoegen ons alleen geleerd beeft, dat wij niet in staat zijn dat werk tot een einde te brengen. En bij durft den nieuwen minister van justitie ook niet aanra den, om na de zeven vruchtelooze pogingen, door zijne voorgangers aangewend, eene achtste proeve te wagen. Hij acht het beter zijne onmacht te erkennen en van de zaak voor goed af te zien, dan den kostelijken tijd te besteden aan het nemen van nog meer wanhopige proe ven. „Wil men zegt d. I*. het echter nogmaals beproeven, dan zal men tot deze twee zaken moeten besluitenbehoud van alle recht banken en kantongerechten; behoud van het volle traetement als pensioen voor het uitvallend personeel der Hoven. Zonder dat is zeker iedere orgauisatie feitelijk onmogelijk. Of zij echter daarmede mogelijk zijn zal, achten wij ten hoogste onzeker, on zelfs niet waarschijnlijk." Onze vrees voor het verlies onzer rechtbank is daardoor zeer veelzoo niet geheel ver minderd, want wij weten, dat de heer d. P. nog iets meer is, dan redacteur van het Week blad van het Regt en dat meerdere is juist de oorzaak, dat wij met ingenomenheid van zijn gevoelen melding maken. Maar, zegt misschien deze of gene, vordert de Grondwet niet, dat de rechterlijke indeeling op nieuw geregeld worde. Ook d. 1*. heeft daaraan gedacht, maar hij leest in de Grondwet alleen, dat de regeering een daartoe strekkend ontwerp moet voorstellen, en hij is in dit opzicht gerust, want aan den eisch dier Grondwet is niet eens maar zevenmaal voldaan. En de Grondwet kan toeh het onmogelijke niet willen. Met de grondwet is dus afgerekend." Laat ons dan gerust zijn, want terwijl de voorschriften der Grondwet niet verscheurd wor den, behouden wij onze tegenwoordige rechter lijke indeeling en blijft dus ook do Zierikzeesche rechtbank in wezen. op 16, IT en IS Tnli TER HERDENKING VAN HET DRIEHONDERD BESTAAN VAN NEDERLAND'S ONAF- HANKEIjIJHEID. AI sloot ons feest der feestenrij, Wij vierden liet niet minder blij Ous feest, van 1 April bespaard, Heeft meerder gloed vergaard. Getuigden dit reeds de vele toebereidselen, de feestdag deed het niet minder, en geen wonderals rijk eii arm zich vereenigen om een grootsch feitde eerste steenlegging onzer vrijheid te herdenkenwanneer allen als om strijd het hunne er aan toebrengen als ijverige en kundige mannen zicli leenen om°den volkswil te vertolken, dan schept men iets schoons, schooner dan men vooraf had durven hopen. Zoo was het te Zierikzee. Onder leiding van talentvolle voorzitters werkten de verschillende commissien eenpa rig samen, onder haar opzicht groeide het feest als 't ware merkbaar aan, verkreeg het gloed en leven, werd het een harmonisch geheel. Ieder verbeidde het met gespannen verwachting en aller bede bepaalde zich tot mooi weer. Aan den vooravond van het feest was de geheele stad, en niet het minst de achterafstraten, reeds in groen gehuld. Hier waren de straten aan weerszij den beplant met sparreboompjes d'oor looffesfcoenen aaneen verbonden, ginds prijkten fraaie -poorten, aan de vrijheid gewijd, elders waren de huizen smaak vol met guirlandes, kransen of trophaën getooid. Bij velen prijkte het beeld des Zwijgers in eene lauwer krans of in eene keurige groene nis. Hier zag men de inneming van den Briel, daar een kloeke Water geus en boven alles golfde, toen Dinsdagmorgen te 7 nre kanonschoten de opening van het feest aankon digden, onze driekleur, meestal met een oranje wim pel. In de straten begon drukte en gewoel te heer- schen, dat door de Militaire Wandeling, die tus- sehen 7 en 8 ure plaats had, met het muziekkorps onzer schutterij aan het hoofd, onder leiding van den -lieer Griiters, niet weinig verlevendigd werd. Middelerwijl spoedden velen zich naar de Nieuwe Kerk, welke reeds vóór 8 ure geopend was, ten einde te 9 ure de feestcantate en de feestrede te kun nen hooren. Een glanspunt van ons zoo luisterrijk afgeloopetl vrijheidsgeest achten wij wat daar heeft plaats gehad. Wijden wij een kort woord aan die indrukwekkende, plechtige samenkomst. Wie zag ooit die ruime tempelzaal zoo vervuld van zulk een schare aandachtigeu Wie vernam ooit van zulk een aantal, die geen plaats meer konden vindenHet was een verheffend schoone aanblik over die vergadering van arm en rijk, groot en klein in de wereld, maar toch allen gelijk zich gevoeleude in het vrije Vaderland en voor Gods aangezicht. Jt Was niet minder treffend dat men daar allerlei richting, allerlei gezindheid kon opmerken en toch allen eendrachtelijk bij elkander en één in 't geloof dat het nationale vrijheidsfeest gewijd diende (e worden door den adem van dien godsdienstigen geest, die de kinderen van 't zelfde voorgeslacht en 't zelfde Vaderland heen trekt naar den troon van den God der vaderen. En nu de feestrede. Het is ons niet gemakkelijk die in weinige woorden te schetsen of te overzien met een enkelen blik. De kernachtige toespraak was geheel samengeweven met de indrukwekkende feestzangen, die zoo schoon werden uitgevoerd. Nauw was de laatste galm der orgeltonen vau Handels prachtig Halleluja weggestorven in de ademlooze stilte der schare of de feestredenaar, de heer IT. A. Gillot, maakte dit Halleluja tot het zijne, tot het onze en deed het in welsprekende woorden opstijgen als een dankgebed tot Hem, wiens machtige arm ztdke groote dingen aan ons gedaan heeft en die onzen vaderen heeft geschonken den wil, de kracht en de overwinning. In schoone taal schetste hij vervolgens den aard van het feest en wat liet dus voor ons zijn moest een nationaal feest van een volk, dat behoefte en vurige begeerte gevoelt om het luide uit te spreken, dat het zijn roemruchtige geschiedenis en zijn grootsch verleden niet vergeten heeft, noch ontaard is van der vaderen kracht en moed; een Uerinnerings- en dank feest aan den Vader des Vaderlands, Willem van Oranjeeen Rederlandsch feest dat ons te binnen brengt wat onze vaderen vermochten door trouw aan beginselen, liefde voor de waarheid en geestdrift voor de vrijheid een Zeeuwsch feest dat in de har ten der hedendaagsche Zeeuwen nog 't vuur doet herleven, dat tintelde iu de borst der edele vaderen

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1872 | | pagina 1