ZIKKIkZCKSCIIi: roi itiM. 1872. Na 45. Zaterdag 8 Juni. 75ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD voor liet, arrondis- Kcmcnt Zifrikzoo. B e k e d m a ki n g. BEKENDMAKING. KENNISGEVING. Een groot verlies. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VKIJDAQ avond uitgezonderd op FEESI DAGEN. Trijs per drie maanden ƒ1.— Franco per post 1.- Afzonderlijke nonuners 5 centmet Bijblad 10 cent. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Per gewonen regel 10 cent.. Huwelijks- Geboorte- en Doodberichten van 1 6 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. I.AIv ÜVHAV. Advertentien worden ingewacht tot 's namiddags 3 ure. ADVHaTEiVTiKiV eu Abonnementen worden voor B/dtschlandOostenrijk en Zwitserland aangenomen door de HU. HAASENSTEIN Sr VOGLBli, te Hambitrg, 'Lubek. Frankfort ajMi., Bei-lijn, Leipzig, Dresden, Breslau, Keulen, StuttgartWomen, Vraag, BazelSt. Gallen, Geneve en Lausanne Degenen die ziclx met primo Juli pp deze Courant abonneei-en, ontvangen de voor dier» tjjd -yersclxijiiende oormxiers* O .R, /V TIS. 'Vaststelling der 279ste Staats-Loterij De BURGEMPlESTER en WETHOUDERS van Zie rikzee, brengen ter kennis van belanghebbenden dat Z. E. de Minister van Financiën, ingevolge Koninklijke magtigi.ng heeft vastgesteld de S'T'Osto Staats- ijpterijdie bestaan zal uit 20,000 loten, IO5OOO prijzeu eu premiën, verdeeld in vijf klassen, waarvan de collecte wordt geopend op Maan dag den 17 Junij en gesloten op Zaturdag den 29 Junij 1872, terwijl de trekkingen, als gewoonlijk, plaats zullen hebben te ft Gravenhagc, te weten: de eerste klasse op dei» 15, 16, 17 en 18 Ju lij; de tweede klasse op den 29, 30 en 31 Julij en den 1 Augustus de derde klasse op den 12, 13, 14 en 15 Augustus; de vierde klasse op den 36, 27, 28 en 29 Augustus, en de vijfde klasse op den 9, 10, 11, 12, 17, 18, 19, 20, 24, 25, 26 en 27 September, den 1, 2, 3 en 4 October, terwijl de laatste liondcrd. num.— mers op Zaturdag den 5 October a. s. zuilen gptrokken worden. Voorts dat de prijzen der lote" n de wijze, waarop de uitgifte en trekking der loten'zullen geschieden, dezelfde zijn als van voorgaande loterijen, en dat de lo ten en gedeelten daarvan alléén in koop verkrijgbaar zijn. Zierikzee den 31 Mei 1872. De Burgemeester en Wethouders B. C. CAU. De Secretaris, J. N. ERMERINS. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee, «u-kou bekend dat de heer P: O. OLIVIER, wonende in deze gemeente, vergunning heeft gevraagd, - - traai bekend sectie A nis. 1327 en 1328, gelegen aan de Noordzijde der Verrenieuw- straat in deze gemeente, voor de opterigten firma OLIVIER eene Meekrap-Fabriek te stichten, en dat de in format iën de commodo et incommodo be tredende d't verzoek zullen worden gehouden op Woensdag den 12 Junij aanstaande, te 12 uur des middags, in ft vone vergaderkamer van het Bestuur, ten Raadl zullende allen, die tegen dat verzoek bezwaren meuten willen inbrengen, alsdan in de ge- Tog"óühcifi zijn om in hun belang te worden gehoord. 'Ziter.zee, den 5 Junij 1872. De Burgemeester e B. C. CAU. De Secretaris J. P. N. ERMERINS. De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter kennis van de Ingezetenen, dat er op Maandag, den 10 Junij e. k. des namiddags te een ure, op het Raadhuis alhier, eene openbare Vergadering van den Gemeente-raad zal gehouden worden. Zierikzee, den 7 r~ 'J 1872. De Burgemeester B. C. CA U. De heer Mr. J. R. THORBECICE, Minister ran Staat en ran Binnen landsche zaken is den 4 Juni jl., des avonds ten 9 ure, in den ouderdom van 74 jaren overleden. Bovenstaand bericht, uit 's Gravenhage ont vangen, en waarschijnlijk reeds aan al onze lezers bekend, heeft ons, ondanks wij daarop voorbereid waren, diep getroffen, en wij aarze len niet, om aan het hoofd van ons st.uk, aan zijne nagedachtenis gewijd, de woorden te plaat sen „een groot verlies." Wij wachten geene tegenspraak als wij beweren, dat ons land groote verplichtingen aan Mr. J. R. Tliorbecke heeft, en iedereen zal met ons erkennen, dat hij veel, zeer veel voor de ontwikkeling van ons con stitutioneel volksbestaan gedaan heeft, ja, de vader daarvan kan genoemd worden. Zullen wij moeten herinneren aan zijne on vermoeide pogingen, om de verouderde grond wet in een nieuwen vorm te gieten. Den onderen zal het nog zeer goed heugen, hoe er eene ril ling, neen een levenswekkende gloed door het land ging toen het onvergetelijk „nu of nooil" werd gehoord op het voorstel der 9 mannen, die in 1844 het eerst aantoonden, hoe eene grondwetsherziening niet alleen wenschelijk maar noodzakelijk was. Van die negen edelen, was Tliorbecke een der voornaamste. En al zag hij toen de poging mislukken, toch gaf hij den moed niet op, en toonde zich bereid, de taak weder op te vatten, toen Neerlands Ridderlijke Koning in 1848 hem m de commis sie voor de grondwetsherziening riep. Die herziening kwam tot stand, en tot recht begrip barer voorschriften, verscheen van Tlior becke een werk, dat nog in bet kabinet van eiken staatsman, in het studeervertrek van iederen beoefenaar van ons staatsrecht gevonden wordt. De „Aanteekeningen" van Tliorbecke is een boek, dat nimmer zijn waarde verliezen zal, en onmisbaar is voor hem, die iets meer dan een oppervlakkig begrip vau het verband en de be doelingen onzer staatsinstellingen wil verkrijgen. Zijne theoretische denkbeelden zon Tliorbecke weldra in praktijk moeten brengen, want hij werd al spoedig geroepen om deel uit te maken van bot ministerie, dat de nieuwe grondwet moest toepassen. Van 1849 tot 1853 stond hij aan bet hoofd van het departement van Binnenlandsehe Zaken, en al moest hij zijne betrekking verlaten, gedwongen als de vorst bijna werd door de agitatie, die onder de natie was verwekt, tengevolge van een verkeerd be grepen maatregel, om alle ingezetenen gelijke vrijheid van godsdienst en van de regeling hunner kerkelijke aangelegenheden te verzeke ren, wat hij in die jaren zijner eerste mi- histerieele loopbaan heeft gedaan, getuigt van een helder hoofd, van eene gezonde toepassing der grondwettige voorschriften, van eene heldere uitwerking van hetgeen door de grondwet ge vorderd werd. Wij wijzen alleen op de kies-, provinciale- en gemeentewetten, om van geene andere te gewagen. Tliorbecke heeft zich door die wetten een monument gesticht, onverganke lijker clan van arduin of metaal. Zelfs, al mogen die wetten te eeniger tijd voor anderen moeten wijkeu, dewijl de tijd en daarmede de ontwikkeling der zuiver constitutioneel begrip pen niet stil staat, toch zullen die wetten blij ven getuigen van het ernstig streven van den man, om Nederland de zegeningen eener con- stitutioneele monarchie deelachtig te maken. Met zijne eerste ministeriëele loopbaan was zijne parlementaire werkzaamheid niet geëin digd. Als lid der tweede kamer heeft hij met zijne voorlichting dien tak onzer wetgevende macht steeds ten dienste gestaan en noode misle men zijne tegenwoordigheid in 's lands verga derzaal. Hot lust ons niet na te gaan, wat hij, zoo als lid der kamer, als later, toen' hij voor de tweede en derde maal door 's konings vertrouwen geroepen werd, om zitting te ne men in een ministerie, gewrocht heeft. De „ad viezen" die wij in de eerste, de „wetten" die wij in de laatste betrekking aan hem verschul digd zijn, zijn welsprekender getuigenis, dan onze pen in staat is af te leggen. Het is waar, zijne tegenstanders hebben me nigmaal beproefd, zijn naam te bezwadderen, door hem nu eens van min-eerlijke bedoelingen, dan van achteloosheid, ook wel van „meester achtigheid" of zelfs van stijfhoofdigheid te be schuldigen, maar de uitkomst of het gevolg toonde op onwederlegbare wijze, dat men mis gezien had. En de eenige troost, maar ook de grootste zelfvoldoening, was voor Tliorbecke dat de kiezers in meerdere districten hem afvaar digden, of dat het hoofd des lands, hem in de regeering riep. Eii niet alleen op het gebied van het staats leven, maar ookin andere betrekkingen verdient Tliorbecke den naam van een werkzaam man. Ons bestek gedoogt niet, dat wij nagaan wat Tliorbecke als Hoogleeraar, eerst in de Znid- Nederlanden, en na den opstand van 1830, in Leiden beeft gedaan. De vele leerlingen, die thans in onderscheidene ambten geplaatst zijn, maar meer nog de achting, die deze hem toe dragen en de warme hulde, die zij hem bij elke passende gelegenheid bewezen, kunnen beter en meer dan wij daarvoor ten bewijze strekken. Bovendien weet onze bibliographie verschillende pennevruchten van Tliorbecke op te noemen, om te verkondigen, dat hij ook op ander terrein zich weet te bewegen, dan op het woelige ge bied van staatkunde en staatsrecht. Wij noemen alleen zijne „Historische Schetsen," omdat die uit een vroeger tijdvak van zijn leven zijn en nog met graagte gelezen worden. Hij is niet meer. Had hij zijn ontslag als-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1872 | | pagina 1