ZIERIKZEESCHE COURANT. voor het arrondis- senicnt Zierihaee. 1872, No. 44. Woensdag 5 Juni. 75ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD bekendmaking. Staten-Generaal. Alweder ons Isolement. Deze Couraut verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond uitgezonderd op EEES1DAGEN. Fris per drie maanden ƒ1.— Franco per post 1.- AfëonderJyke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks- Geboorte- en Doodberichten van 1 6 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukke*, dc redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. I-AKKMIAV. Advertentien worden ingewacht tot 's namiddags 3 ure. Advkrtentien en Abonnementen worden voor DniMland, Oostenrijk en Zwitserland aankomen door de HH. HAASENSTEIN VOGLER, tc llamhurg, LM, frankfort a/M., Berlijn, Leipzig, Dresden, Breslau, Keulen, Stuttgart, JPeenen, Praag, Bazel, St. Gallen, Geneve en Lausanne. SfeSS- Oegfiinen tl ie zich. met prirao Juli oj_. tieze Courant nneeren, ontvangen <te voor die» tij tl verschijnende bom mere t"3 11 A. T IS. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van TZieriJcsee maken bekend, dat JOB de WINTER, in dèzB gemeente, vergunning I heeft gevraagd om tot slagthuis te bezigen en alzoo eene ^,e houden, in het gebouw plaat selijk "gemerkt "wijf B, no H34-, op den hoek van de Minderbroederstraat of Blijdenhóek en het Lombard- straatje, en dat de information. de commodo et incom- erzoek zullen worden gehouden oo W oensdag den 5 Junij aanstaande, te twaalf uur fles middag3, in de gewone vergaderkamer van het Bestuur, ten Raad huize zullende allen, die tegen dat mochten, willen inbrengen, alsdan in de gelegenheid zijn om in hun belang te worden gehoord. ZiERlKziEEden 29 Mei 1872. Be Burgemeester en Wethouders B. C. CAU. Be Secretaris, J. P. N. ERMERINS. De Tweede Kamer der Staten-Generaal is in de afgeioopen week weder op reces gescheiden, nadat zij al de aanhangig gemaakte wetsont werpen^ had aangenomen. Trouwens, deze wa ren ook niet van bijzonder groot gewicht. Do verlenging der werking van het Oost-Indisch tarief tot 1 Januari 1874 kon wel geene be- buj'öike debatten uitlokken. En het voorschot aan de Amsterdamsche kanaalmaatschappij moge by Sömmige ieders al eonig bezwaar hebben sebitd, .vaar was zoo geriug, dat een amendement om het bedrag van het voorschot van 1 c-f 1 railiioen te brengen, werd goed gekeurd, ,-c zelfs een der leden liet waagde een voorstel %e doen, cm het voorschot tot 2 million?! te ■heugen, hetgeen echter werd verworpen. Moge er nu a! gesproken zijn over, er. moge,, sommige leden den wensch geuit hebben om térmijn te bepalen voor de op- svering van het werk, ten einde aan den han- .e! waarborgen cn zekerheid te geven, dat er e eik geval - en voldoenden tijd. tot voorberei ding .-.on wezen, - dit is zeker, dat uit de debatten blijkt, welk vertrouwen men nog in dit ministerie stelt, en boe het te betreuren is, dat men dit ministerie het regeeren onmogelijk gemaakt heeft. iedereen, (wij bedoelen de liberale partij) is er dan ook over verbaasd, dat enkele leden der Tweede Kamer door hunne stemming het mi nisterie in de omstandigheid hebben durven om /.ij O ui ik' 0 te vragen. Zelfs on der hen zijn er, enkelen, wier woorden duide lijk te kennen geven, dat zij meenden niet zulk een gevolg te kunnen verwachten. Althans om, van anderen niet te spreken, onze afgevaardigde heeft in een zijner redevoeringen, (die van 25 Mei) duidelijk doen lezen, dat hij berouw had, tegen de inkomsten-belasting gestemd te heb ben. Dit verwondert ons niet. Wij kennen den heer van Kerkwijk te veel gezond verstand toe, dan dat wij zouden durven veronderstellen dat hij, geheel vrij van agitatie, en met bedaard overleg, zijne stem tegen het wetsontwerp van den'.heer Blussé heeft uitgebracht. Dau, het zij zoo, en de heer van Kerkwijk zal zich zelf de vraag kunnen doen, of hij met zijn mandaat als afgevaardigde van een liberaal kiesdistrict kan overeen brengen, tegen dat wetsontwerp zijne stem te hebben uitgebracht. Dit laatste brengt ons tot een ander denk beeld. Men heeft er het district Winschoten een verwijt van gemaakt, dat aan den heer Jonckbloet is gevraagd, hoe zijne stem tegen het wetsontwerp overeen te brengen is, met zijn mandaat van dat kiesdistrict V Wij erken nen de waarheid en het recht van ons consti tutioneel voorschrift, dat de volksvertegenwoor diger moet stemmen volgens eed en geweten, zonder ruggespraak met hen, die hem afvaar digden, maar wij vragen toch, of het getuigt van eene eerlijke opvatting van het mandaat, door liberalen opgedragen, als men een wets ontwerp afstemt, welks aanneming door de mandatarissen wenschelijk werd geacht, en waarvan zij meermalen hebben doen blijken Intussehen, de kamer is op reces gescheiden, en wij behoeven op het gebied van onzen wet- gevenden arbeid in dit zittingjaar niet veel, misschien niets meer te verwachen. Als de Eerste Kamer nog eens bijeen komten de wetsontwerpen behandelt, die door de Tweede Kamer aangenomen zijn, mogen wij al te vre- den wezen. Maar van nieuwen wetgeveudeu arbeid is geen sprake meer. Dat hebben wij ook te danken aan do ver deeldheid in het kamp der liberalen. Reeds meermalen hebben wij het verklaard, en wij moeten het herhalen „Waarlijk de scheurma kers hadden wel mogen bedenken, vóór zij be gonnen, wat zij deden en welke de gevolgen konden zijn. Het laat zich nog volstrekt niet vooruitzien, welke oplossing de ministeriëele crisis hebben zal. Wel hoort men, dat die oplossing geheel zal afhangen van den heer Thorbecke, die zelf bij den Koning en zijne omgeving een grooten invloed moet hebben. Wel verbreidt men, dat ten Hove groot gewicht aan zijne adviezen wordt gehecht. Wel fluistert men, dat de lieer van Reenen is geraadpleegd over de samen stelling van een nieuw ministerie, doek dat deze, na eerst geweigerd te hebben, zich met die taak te belasten, later te vergeefs beproefd heeft eene combinatie in zijne richting tot stand te brengen. Doch zelfs de kwestie daargelaten, of een ministerie, dat tusschen de partijen wil doorzeilen, kracht zou hebben, om zich staande te houden, het is en blijft duister, wat do toekomst ons brengen zal. Wij maken ons niet schuldig aan hetgeen wij in anderen veroordeelen, door aan de con- stitutioneele prerogatieven der kroon te kort te doen, en met den heer Groen van Prinsterer den raad te geven, een conservatief ministerie te kiezen, dat zwak is, of met sommige bladen, den blik te doen wenden naar de geavanceer- den, maar wij uiten alleen den wensch dat de crisis spoedig moge zijn opgelost en de wet gevende macht hare taak weldra moge hervatten. Het ingezonden stuk in ons nommer van Zaterdag 1 Juni geeft ons aanleiding, om nogmaals onze hamer slagen te doen neerkomen op hetzelfde aanbeeld, waarop zij reeds zoo menigmaal geklonken hebben, ons van ouds beruchte isolement. De geachte inzender is, als wij 'tzoo eens in goeden zin mogen zeggen, minder bescheiden clan wij. Hij is niet voldaan met verbetering van den straatweg door Duiveland, een goedkoop veer naar den polder, een weg door dien polder en over St. Philipslaiid en den herstelden clam in 3t Slaak naar den Noord-Brabantschen wal, om zoo een wel wat aartsvaderlijke maar dan toch bruikbare verbindingmetde overige wereld te verkrijgen, - met dit weinige is hij niet te vreden, omdat wij er in den grond toch niet mee gered zouden zijn maar hij wil een directe spoorweg-verbinding van Brouwers haven met het groote Europeesche spoorwegnet. Om de waarheid te zeggen, ons heeft éen dergelijke schoone droom ook wel eens door 't hoofd gespeeld wien zou zulk een stout idee ook niet toelachen Toch beperkten wij onze bij herhaling uitgesproken wenschen slechts bij zeer bescheiden zaken en hoopten we althans de gemoederen wakker te schudden voor een algemeene begeerte naar dat weinige, dat ons toch niet zoo droombeeldig toescheen als een aansluiting aan 't Europeesch spoorwegnet. We waren ook vooral matig in onze wenschen opdat het niet bij enkel geschrijf blijven mocht. Hadden we eerst maar iets verkregen, was eerst maar 't treurige berusten in ouzen verlaten toestand vervangen door 't denkbeeld dat wc toch ook aan de wereld vastzitten, al is 't winter of slecht weer, dan, dachten we, zou later het overige ook wel kans hebben om tot stand te komen. Als we eerst maar een vinger gegrepeu hadden, dan kregen we licht trek om naar de gelieele haod te trachten. Wij willen echter wel eens nagaan wat er al zoo aangaande zulk een spoorweg-verbinding valt op te merken. In de eerste plaats denken wij aan //de dubbeltjes." Dat moest bij een goede zaak van algemeen nut wel niet altoos de eerste bekommering wezen, doch 't is nu eenmaal niet anders, clan dat bij dergelijke zaken de geldkwestie nommer één is. Tot een algeheele verbetering van het gat van Brouwershaven, tot den aanleg van eene met de groote verwachtingen overeen stemmende losplaats en station, tot het bouwen van een brug over 't Zijpe zal zulk een groote som gelds noodig zijn dat de gelieele lijn Brouwershaven-Wouw of Roozendaal een zeer kostbare onderneming zou worden. Wie zal daarvoor de onmisbare kapitalen weten los te krijgen Van 'tRijk is o. 1'. geen heil te wachten voor zulk een spoorwegplan, althans, ora niet al te pessimistisch te wezen, in de eerste honderd jaren niet. De Nieuwe Waterweg, die immers meer is dan een gewone door-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1872 | | pagina 1