'yirim 6000 vaten minder is dan er een jaar vroeger ■\verd geproduceerd, is zij echter zeer aanmerkelijk. Een hoeveelheid van circa 500 millioen //borrels" toch - als ik mij ten minste op deze' becijfering mag verlaten - is zelfs voor het brein van den stoutsten drinker verbazingwekkend. In de 60 mouterijen werden 719 100 hectoliters gerst bewerkt. De elf korenmolens leverden met de stoonrmoJens gezamenlijk ongeveer 73'milliocn ponden rogge en moutmeel ten gebruikc van de branderijen. In cle N. Rntt. Ct. lezen wij het volgende: //Men schrijft ons uit-Zeeland: Het denkbeeld, onlangs door ons aangegeven, dat de Staat eene Spoorwegliju zou leggen van Iloosendaal, in de rich ting van Terhèijdfm, naar 'de brug over de Mark, ten einde het Zuidernet van den Staatsspoorweg te voltooien en van eene vreemde maatschappij onaf hankelijk te blijven, heeft in onze provincie en ook daarbuiten weerklank gevonden. Reeds hebben de Gemeenteraden van Middelburg, Vlissingen en Tholen een adres gezonden aan den Minister van «Binaen- landsche Zaken, ten einde den aanleg van die lijn te vragen. Bergénopzoom heeft zich daarbij aangesloten en Goes is eindelijk ook toegetreden. Dat men uit Zeeland adressen in dien'geest zenden zou liet zich verwachten, want dagelijks wordt hey ongerief on dervonden van de afhankelijkheid van den Grand Central Beige, waardoor de. gewenschte en onmisbaar noodige aansluiting steeds bemoeilijkt, zoo niet geheel hersenschimmig wordt. Maar terecht is er in'het Middelburgscheadres op gewezen dat het hier een algemeen, een Staatsbelang geldt. 'Of is het niet ge heel onredelijk, dat de Staat met groote kosten eene lijn aanlegt om ons met- liet Noordelijk Nederland en met Duitschland te verbinden, en het middel niet aangrijpen zou, 'om die lijn tot een geheel temaken? Is het niet even 'ondenkbaar dat de Staat, door ver- 1 bintenissen aan te gaan met eene vreemde Maat schappij, zich voor altijd de gelegenheid benemen zou om die voordeden te verkrijgen, die met den aanleg werden bedoeld 'en die alleen de beoogde vrucht van zooveel inspanning en opoffering kan aanbrengen Misschien is men in andere deelen van ons land, ten ge.volge van mindere locale kennis, niet genoeg •op de hoogte, om het belang der zaak te begrijpen; en het zou daarom wel kunnen zijn, clat het verzoek der Zeeuwsche steden verkeerd beoordeeld werd. De reizigers die van -Rotterdam naar Zeeland komen, reizen door, behoudens -het soms vervelende opont houd te Roosendaal, maar deuken er misschien niet altijd aan, dat zij vrij wat aangenamer reis zouden maken, wanneerVzij niet met twee maatschappijen te doen hadden, die elk een eigen belang hebben en daardoor elkander soms in den weg' staan. Het is te hopen, dat de algemeene aandacht op de zaak gevestigd worde en de stem van velen zich verhefte, ten einde kracht bij te zetten aan het gedaan verzoek. Als onze handelaars in 'Holland* en elders hun belang inzien, zullen zij zeker niet achterblijven om liet te ondersteunen. Weldra moet de Tweede Kamer beslissen, of men aan vreemden eene concessie verleen en zal, die Nederlands belar.g voor^ altijd in den weg staat; -er is dus geen tijd te verzuimen." F1r a ii li i* ij De officieuse bien Public schreef dezer dagenAlle tijdingen, die wij uit de departementen onifangen, be vestigen onze meening, dat de kalmte van dag tot dag meer in de gemoederen terugkeert - in'de midden- punten der industrie heerscht eene levendigheid, die -ons herinnert aan cle goede dagen van Frankrijk." Tout pour le mieux dus! Men vatte dit echter niet al te letterlijk op en meene bovenal niet, dat ook op politiek gebied de zoo hoog noodige kalmte heerscht. Twee partijen bovenal doen alle moeite om de rust te verstoren. De eene-de royalistisch - legitimistische stookt in de permanente commissie, die nn voor enkele weken de vulcaan, welke men nationale ver gadering noemt, tot rust is gekomen, dagelijks verga deringen houdt-, de andere - de antiduitsche partij bij uitnemendheid schuilt in het duister en heeft het middel gevonden om telkens, wanneer de politieke hemel wat helderder geworden is, uit den duisteren afgrond des lasters donkere wolken te doen oprijzen. De eerste verkondigt steeds luide, clat, wanneer cle commissie geen votum van wantrouwen heeft uitge sproken -tegen Thiers, omdat hij het Elysée voor recepties gebruikt (waarvan de laatste schitterender is.geweest dan een der voorgaande en bijgewoond werd Roor .meest alle notabiliteiten), zij dit eenvoudig gelaten heeft uit deferentie voor den president, niet omdat zij 't recht er niet toe had, en verkondigt da gelijks, clat het haar voornemen is Thiers te dwingen om zich te scheiden van zijne republiekeinsche vrienden, met wie hij tegenwoordig op zeer goeden voet staat, en alleen te steunen op de trouwe rechterzijde. Bij de her opening der Nationale hebben wij dus op nieuw een debat te wachten, dat Èrankrijk geen stap verder brengt. Gdukkig' is ieder overtuigd, dat Thiers een te ervaren loods, is dan dat hij 't schip vau staat zou laten stranden op deze overal verspreide royalistische klippen. De tweede partij van Welke wij spraken heeft een' idéé lixce oorlog. Frankrijkst leger is nu bijna gereorgani seerd. Duitschland wordt bang voor revanche. Daarom (zoo luidt het gerucht) heeft Bismarck aan zijnen ge zant opgedragen den heer Thiers duidelijk te maken, dat wanneer deze -wapeningen niet gestaakt worden, Duitschland zoodanige punten zal bezetten als noodig zijn om geheel Frankrijk te beheerschen. Elk verzet zal beschouwd worden -als eene oorlogsverklaring. Een formeel ultimatnme dus. De Pruissische officieren koopen Russische boeken. De Pruissische ingenieurs hebben een middel gevonden om in een oogenblik de Pruissische spoor waggons' geschikt te maken om ge bruikt te worden op het breecie Russische spoor: twee teekenen van oorlog. 'Oorlog tusschen Rusland en Priusseu. Eu dan zal Frankrijk plotseling als een deus ex machina -een leger uit den grond stampen om Pruissen te verpletteren. Voor de vreesach- tigen hebben wij achter één troost, .het woord van cle ■Köln. Zeituug:. //niemand in.-Europa wilk rijg voeren. Wij verzoeken clan ook onze lezers eens voor al in dit jaar hoegenaamd geen geloof te slaan aan zulke onrustbarende geruchten. Zij behoeven niet eens we derleg te worden. Zij weerleggen zich zelve." In dit jaar kunnen we dus gerust zijn. Maar dan! Ach! In Frankrijk en Duitschland beide hebben de ge- ■sehiifcgiefcei'ijen 'tzoo druk! eu de proeven met nieuwe geweren zijn zoo vele! en de regimenten worden zoo snel aangevulden 't kader is zoo voor treffelijk! Zoo voortreffelijk, dat het zonde zal wezen om het niet te gebruiken. Parijs, 15 April. Gisteren had te Villers Cotterets de lijkplechtigheid plaats van Alexandre Dumas. Eene menigte schrijvers verzelden'het lijk grafwaarts. Victór Hugo had zich onder opgave van redenen verontschul digd. Voor de curiositeit deelen we uit dezen brief dat gedeelte mede, waarin „de grootste dichter(zooals dc Franschen V. H. liefst noemen) spreekt over den invloed welken Dnmas heeft uitgeoefend. z/Geen schrijver in onze eeuw kan roemen op eene populariteit zoo groot als die van A. Dumas. Zijn succes is meer nog dan succes, 'tis.een triomf, die klinkt als een fanfare (ila l'eolat cle fanfare.) De naam van Alexandre Dnmas behoort niet-aanFrankrijk maar aan Europa, niet aan Europa maar aam-het heelal (univers.) En voorts - 'risum teneatis amicidie ook meent te bouwen aan den tempel der beschaving //Al. Dumas is een van die menschen, die men zou kunnen noemen de zaaiers der beschaving. Hij maakt cle geesten gezond en 'versterkt1 ze door ze eene bijna onnoembare helderheid te geven.Hij maakt de ziel des menschen, zijne hersenen, zijn verstand vruchtbaar. Iiij wekt de dorst naar lectuur (o dame anx camelias Hij ploegt cle voren in het menschel ijk- hart en zaait er het zaad in." Wat hij zaait //De Fransche idee !-! Deze bevat zooveel humaniteit, dat overal waar zij gezaaid wordt ook cle vooruitgang ontkiemt. En dat deed A. Dumas." De heer Charles ^31anc,-die gekomen was als afgevaardigde van den minister van onderwijs, verklaarde clat Dumas zeer bepaald behoorde onder 't geen Molière uoemde les honnétes geuswant„de Muze van Dumas is somtijds naakt gewenst als een antiek -beeld, nooit was ze deshahillceWij' zouden willen vragen, of 't succes van Dumas niet vooral ook daaraan is toeteschrijven dat zijne Muze- niet gedes- hahilleerd kwam in 't publiek, maar optrad in groot toilet om zich langzamerhand te deshabüiereu. Wanneer zal Frankrijk (en ook Nbderland) zoeken naar andere auteurs, die vrucht-baar maken „de 'ziel, de hersenshet Spanj e L'imparcial beweert, dat de troonrede, waarmede cle koning de zitting der Cortes zal openen onder anderen deze woorden zal bevatten: //Ik zal mij niet opdringen aan het land wanneer de meerderheid des volks niet met mij ingenomen is maar indien eene woelige minderheid haren wil tot wet mocht verheffen, dan zal ik mijn plicht doen." Verstaan wij iets van de troonredetermiaologie dan beteekent ditde meer derheid des volksvertegenwoordigd in de Cortes wenscht dat ik blijve; ik blijf dus maar er is eene woelige minderheiddie haar wil wenscht door te drijven en tegenover deze zal ik gestreng zijn. Intus- schen merkte reeds eenige dagen geleden een correspon dent van den Temps aandat onder deze woelige minderheid ook begrepen is de partij van Zorilla, die toch eigenlijk vorst Amedeus op den troon riep. In 'teerste gelid staan natuurlijk de Carlisten. Of en wanneer hun haat tegen deze regeering zich zal .open baren in een opstand is geheel onzeker. Nu eens heet het dat //morgen het sein tot de revolutie in de -Bas- kische provinciën zal gegeven wordendan weder verklaren cle Carlistische afgevaardigden dat er geen sprake van kan zijn, om tot zulke uiterste maatregelen de toevlucht te nemen. Zelfs verzekert de M Puente de Alcoleadat de generaal Cabrera niets te maken wil hebben met deze beweging en een manifest zal uitvaardigenwaarin hij dit ronduit aan zijne partij- genooten verklaren zal. Merkwaardig is ook eene correspondentie in de Köln. Zeitung van hedenwaarin o. a. gezegd wordt: //onophoudelijk worden geruchten verspreiddat er in verschillende provinciën opstanden zijn uitgebroken, 't Zijn evenwel geruchten die weini0* betrouwbaar schijnen. Het komt mij voor, dat de regeering met opzet de beweging van meer belang doet voorkomen dan zij werkelijk is om een voor wendsel te hebben, om gedurende de eerste zittingen van de Cortes een vrij groot aantal troepen op° de been te kunnen houden. Er zijn bladen, die be weren dat de geheele Carlistische opstand slechts in de verbeelding bestaat. Tot nu toe is ten minste geen enkel rebel gevangen genomen. Ook de tijding dat op de grenzen van Frankrijk eenige Carlisten zijn doodgeschoten wordt niet bevestigd. En wanneer er gesproken wordt va.i republikeinsche strooptochten, dan moet waarschijnlijk.gedacht worden aan de helden daden van eene bende roovers die tot nu toe aan den arm der wrekende gerechtigheid is ontsnapt." De houders van Spaansche effekten ten onzent zouden dus vrij gerust kunnen zijn, wanneer niet juist dezer dagen uit Loudon bericht was gekomen dat de fluantié'ele vertegenwoordiger van Spanje te London geweigerd heeft, de vervallen coupons te betalen, omdat hij geene remises meer kreeg uit Madrid. Zullen dc Cortes geld kunnen slaan Misschien wanneer ze iets overnemen van dien praktischen geest, die dezer dagen voorzat in de vergadering van den departemoutalen raad van Seine et Oisewaar men besloot van deu Staat t.e vorderen eene som van 100,000 francs voor huur van de prefectuurin welke cle heer Thiers zijn verblijf houdt. Toen de secretaris van het ministerie van binnenlandsche zaken opmerkte, dat het eene groote eer was voor het departement, dat de hoogste macht shebber gebruik maakte van dit paleisantwoordde 1 men eenvoudig„Her is geen geld Praktisch België Brussel. Tot zelfs de verwikkelingen tusschen Italië en België over 't verblijf van den Belgischen gezant te Florence kiynen niet mee! de aandacht onzer naburen boeien, sgfoert de rechtbanken aanvang heeft gemaakt met de behandeling van hv Éftechtsge- ding tegen het krankzinnigengesticht te EveBK' (waar, zooals onze lezers zich zullen herinneren, n^eseüjke gruwelen bedreven zouden zijn. Wat daarvan nu word't medegedeeld schijnt inderdaad ongelooflijk. Enkele- voorbeelden zullen genoegzaam zijn om te bewijzen hoe ook nog in onze clagen onder de oogen bijna hadden we gezegd met medewerking van de politie-- dingen gebeuren kunnen .waarvan 't verhaal ons de haren te berge doet rijzen. Als.eerste getuig, trad op eene arme vrouw, moeder van verscheidene kinderen,. Haar man was ten gevolge van'eene ziekte krankzinnig geworden. De autoriteit zond hem ais verpleegde naar het gesticht te Evere. De eerste keer wist de onge lukkige - die dikwijls nog heldere oogenblikken had - aan de waakzaamheid zijlier gruwzame beulen te ont snappen. Hij kwam weer 't huis. Zijne vrouw hield hem eenigen tijd Jt huis, in de hoop, dat zijn verstand zou zijn teruggekeerd en dat hij zijn arbeid zou kunnen hervatten, om met haar het brood te verdienen. Maar weldra kwam de oude knaal met vernieuwde kracht terug. De ongelukkige werd op nieuw naar Evere gezonden. Hij ondervond er hetzelfde lot als die andere ongelukkigen, die zich in dit hol bevondeu en die niet bezweken onder de slagen der krankenoppassers. //Eens bracht ik," zoo verhaalde de vrouw, //mijnen man een bezoek. Men bracht mij in zijne tegenwoordigheid. Hij had een touw om zijne beenen en zijne armen waren aan zijn lichaam vastgesnoerd. Hij kon zijne handen niet naar zijn mond brengen. Later vond ik hem terug in eene cel, waar in den ruwen winter niets hem verwarmde, waar hij niet eens kon zitten. Zijn bed was een bak waarin men wat stroo had geworpen. Hij stierf bijna van den honger. Hij was er erger aan toe dan een ter dood veroordeelde misdadiger. Tk zeide dan ook schreiende: mijn arme man, gij hebt het hier erger dan een misdadiger. Later keerde ik nog eens terug. Hij zat toen ra eene cel, waar hét zoo stonk, dat ik bijna niet naderen kon. Zij waren er met hun tweeën. Zijn medgezel bieef den geheelen dag liggen en deed al zijne behoeften op den grond der cel. Vlak naast hem was een dergelijk hok, waarin twee krankzinnigen zulk een leven maakten clat er nacht noch dag aan rust te denken was. Eens heb ik bij mijn bezoek te Evere mijnen man ook nog buiten zijne cel gezien. Hij was toen zeer dik geworden. (De man had het water gekregen.) Ik ging naar den docter van Ilolsbeck om hem wat voor mijn man te vragen. Hij outfing mij als hcr.dt Ik schrikte zoo "bij dezen onttangst, dat ik hem niet eens kon vragen aan welke ziekte mijn echtgenoot leed Hoezeer ik moeite had, om voor mij en mijne kinderen brood te verdienen, dwong het medelijden mij lonh cm mijn man weder bij mij te nemer.. Iiij was toen als een kind zoo zacht, zoo kalm. Evenals de eerste keer moest, ik al de lompen, die hij aan het lijf droeg, verbranden omdat zij krioelden van ongedierte. Mijn arme man was zeer onzindelijk geworden. Het was mij onmogelijk hem bij mij te houden, daar ik den ganschen dag uit werken was. Ik. .ver-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1872 | | pagina 2