yjiHikznsnii Wmm.
seiiicnt Zicrikce.
voor iet Arrondis-
1873. No. 22. Zaterdag 16 Maart. 75ste jaargang
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
[mm
Een Ridderkruis.
mn\h
itifa.
>U
Feuilleton.
.VER-
liet Lot,
iiiiiis aan
i, dat li ij
Leri voor
do Stalen
im debiet,
resteld.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond
uitgezonderd op PERST D AG EN
ïVijs per drie maanden 1.Franco per post ].-
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER AD V ERTENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks- Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels GO cent.
Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 et.
een ieder j
.Ï.Oxn. I
TT? 1
dub l
Ltste huis of
|i?.en. klikt5!*-
Proefbu?jes ft
ifONG ZIJL- "1
ikken, de redactie betreffende, gelieve men nitcrlijk een dag voor dc uitgave in te zeixlcn aan den uitgever II.
Advei tcnticii worden ingewacht tot 's namiddags 8 «re.
Advebtentien en Abonnementen worden voor Duitscldand, Oostenrijk on ZaUnrUmd aanïenomon door de HH. UAASENSTEIN VOGLElt, te Hamburg,
ï.rjtek, rt alM.Herlijn, Leipzig, Dresden, Brcslaii, Keulen, Stuttgart, Weenea, Praag, Bazel, St. Gallen, Geneve en Lausanne,
Degeneu die zich met
pririio Apri! óp deze Courant
abonneer ontvangen de
voor vei-scliijnentle
nommer. fi R A T I S.
„IJdelheid der ijdeibeden, mijnheer!"
Speelgoed voor groote kinderen!" „Den
vrijen nienaeli onwaardig
Op gevaar n; ran awe gunst to verliezen, maar
ik ben niet gs'c.oci uwe leer! Ik weet bet
anders ook we!Daar loopeii er met een lintje in
't knoopsgat, die dit ah: in heriuneringsteeken
van d, rent 'at- temde daad van den
Hen tang wei.**.; togonbewaren,opdat
teeh vooral hniii-< idkist mede versierd
1.er mocht anders van zoo groote
i en kan -,u te spreken zijn. Ik
wel eens hooren fluisteren, dat de Ne-
■0 -egvar. Staat, dien men op 'toogeiïblik
niet eens meer wist te noemen, bij gelegenheid
eoue beleefdheid wild-: bi ijzen aan „eene be
roemde natie" en aib en maar noodig had eenc
jijst van te begunstigen personen Zoo kregen
mijnheer Die en mijnheer Deze 't bewijs van
's vorsten liooge onderscheiding Of 't hoofd
van een der Republieken van .Middel-Amerika
inderil 1 wilde bekend zijn en van zijne macht en den
roem zijns naams tot ie. den vreemde hooren
gewagen en toen kwamen do sierlijke
doosjes naar Europa over
Toch ben ik niet tegen ridderorden. Immers,
wat nood, zoolang we met onzen Staring kunnen
spreken
de ster, op den rok van een Gek of een Guit,
„Lola het rechterlijke oog van de Menigte uit
„Datschande en spot verplettrend op hom vallen."
Beieren's Koning Leeit, mijns bedunkens, eeno
sc'noone daad verricht, toet: hij niet lang geleden
een eigenhandigen brief deed toekomon aan
lITMAN Jz.
lacUtigce
lest
|n van VAN
TTER, JAN
vei krijs
den onderwijzer Lutz te Würlsburg, van den
volgenden inhoud
„Mijnheer LutzZooals ik tot mijn lecd-
„zen eerst nu vernomen hob, hebt gij den
„12en September 11. 11a een eervolle loopbaan,
„waarin gij U steeds door onvermoeide vlijt
„en ijver hebt onderscheiden, uw 5Gste dienst
jaar volbrachtuit dien hoofde zijt gij voor
gedragen, 0111 tot ridder der Lodewjjksorde
„te worden benoemd, liet doet mij van harte
„genoegen don vader van een man, dien ik
„als bekwaam staatsman en trouwen steunpilaar
„van mijn troon hoogacht, kennis te kunnen
„geven, dat ik dezo benoemingheb bekrachtigd!"
Heil den Vorst, die zoo zijne dienaren gedenkt
Laat de onderscheiding den onderwijzer Lutz
toegekend, voor een deel daaraan tc danken
zijn, dat 's mans zoon onder de raadslieden van
Zijne Majesteit zijne plaats als minister van
onderwijs met cei-e bekleedt, toch Spreekt de
Koning vail de gift als loun voor vijftigjarige
plichtsvervulling door onvermoeide vlijt 'cm ijver
gekenmerkt. Het is edel van den vorst, dat
bij zich verblijdt over 't geluk van den vader,
wiens zoon als een steunpilaar des troons de
dankbaarheid van den Koning verdient.
Heil don Ouderwijzer, die zich dc onderschei
ding waardig maakte 1
„Dc Ster, op do borst van den Braven Man,
Moest door de .wolk van zijn needrigheid stralen,
„En, wat geen zilver, geen goud mocht betalen,
„Daar spreekt de gunst dos Konings' van.
„Zóó strekt de Bravo ten baak voor ons allen 1"
Het is, gelijk Staring zoo schoon zeide 1
Mij dunkt, de Ster van den II. Lodewijkzal
de borst van den. eenvoudigen onderwijzer niet
enkel ten versiersel wezen, zo zal hem tegelijk
ten sieraad verstrekken.
iOO.OOO
Isoiutie van IS
za-ïi ,'j
(HUIZEN
ld XSur-
in drie
hooge
van 13EIN I
CMAA 8 'l
I-' i IN
t:x>
bedrag uit-
T JE IV.
Lliingeti.
toTUSSEN zijn
ICents.
Zicrikzce.
Ik heb eens een feest bijgewoond in do
provincie ecu eenvoudig dorpsfeest.
's Morgens negen ure ging de zeventigjarige
EENE DORPSGESCHIEDENIS.
II.
3>e tien eerste levens
dagen van ?tkind.
/fWceb ge/' hemam de oude naderbij komende en
de. wieg eens een paar malen bits heen en weer
schuddende, /,-v/eet ge. als 't nu weer lichtemaan is,
dau zal ik eens naar de //jufvrouw" gaanzij moet
iets doen voor U en 'fckind!"
«O Moeder,"' smeekte Klara, //hoe kunt gij U toch
zoo iets in 't hoofd halen! Gij weet het 't best, hoe
ondankbaar wij de jufvrouw behandeld hebben; als ik
aan haar denk, aeli dan weet ik me van schaamte
niet te bergen i Dan zou ik wenschen maar dood te zijn
//Dafc 's een mooie wensen, Klaraen wat zou er
dan van 't ongeluïcskmd moeten terecht komen
//Bcit weet God !JJ snikte de jonge moeder en bedekte
haar gezicht met beide handen.
Tien dagen daarna was '1 lichtemaan. Drieka zocht
de rokken, welke ze bezat, bijeen en trok ze aanden
onderwijzer dc school binnen, om, gelijk voor
vijftig jaren, toen hij voor 'teerst als „onder
meester'1 dit zelfde gebouw binnentrad, zijne
leerlingenMaar de vlaggen, die uit alle
woningen wapperden, spraken reeds van't feest,
dat men „den meester" had bereid. De school
was versierd met groen en bloemen, de kinderen
in 't Zondagsclie kleed. Daar kwam de burge
meester binnendo predikant en de pastoor
volgden hein. De kleinen zongen 't welkomstlied.
Door de achterdeur werden de geschenken
binnengedragen van de ouders en grootouders
der leerlingen want ook zij liadden den man
steeds lief, die op deze zelfde banken liun dc
eerste letters leerde uitspreken. De toespraken
van den burgemeester, van de geestelijken van
't dorp, van twee der oud-leerlingen, hoe har
telijk waren ze en welk een diepen indruk
maakte hettoen de eerwaardige man met een
traan op de wangen sprakeloos zooveel zegen
van zijn nederig werk inoogsten mocht. Do
burgemeester hield nog- da zilveren medaille
in do hand door cle Maatschappij tot Nut van
't Algemeen aan den onderwijzer toegekend
toen de post binnentrad met de brieven van
den Schoolopziener en den Inspecteurdie
almede de hartelijkste belangstelling uitdrukten
in 't feest des grijsaards. Ook dc regeering
wilde van hare opmerkzaamheid getuigenzoo
kon de Inspecteur uit haar naam den jubelaris
een geschenk aanbieden als een bewijshoe
trouwe plichtsvervulling op prijs wordt gesteld.
Het paket werd geopend en daar lag 't geschenk
der regeering op tafeleen atlas een inge
bonden alias De oude fronste de wenkbrauwen
en er waren er, die zeiden deze vraagt immers
geen dank voor zijne vlijt en zijn ijver, maar
waarom bespot men hem
Maar dat is heel lang geleden thans kan
zoo iets immers niet meer gebeuren Wc
hopen 't
M.
G.
besten boven! Vervolgens hield ze't hoofd, met haren
vau een span lengte, boven een emmer water en
waschtezich, snuivende als een poedel. Vervolgens plaatste
ze zich voor dc glasscherf, welke voor spiegel diende
en draaide de nat gemaakte borstels, zoo goed en zoo
kwaad 'tgirig, tot lokken achter de ooren. Eindelijk
zette ze eene zwarte muts op, spelde zich een tamelijk
vuilen doek om hals en schouders en floot middeler
wijl een harer postillons-deuntjes.
Klara zat bij 'tvuur; groote tranen biggelden haar
langs de wangen en bevochtigden 't gezichtje van den
zuigeling op haar schoot. Maar ze zeide niets; reeds
voorlang wist ze liet, dat Drieka's leuze was ,/wat
ik wil dat moet gebeuren!"
//Iioud u nu goed, Klara", zeide Drieka, de klink
van de deur in de hand houdende, //indien gij eene
boodschap voor cle juffvroinv hebt mee te geven, zeg
ze me dan spoedig; ge hebt het nu nog voor de
halve vracht."
/,Ocli neenantwoordde Klara, r/welke boodschap
zou ik mee te geven hebben; ik, die haar nooit weer
onder de oogen zal durven komen
z/Er is ook niet veel moois aan haar te zien zei
Drieka, terwijl ze met hare vingers knipte en de schou
ders ophaalde, om de houding van eene gebochelde
aan te nemen.
//Moeder, gij bezondigt u!" ging de dochter voort;
„hoeft ze mij niet opgevoed en als haar eigen kind
behandeld tot tot ik van haar wegging?"
„Dat heeft ze; maar ze deed het slechts, opdat gij
van uwe moeder zoudet vervreemden en worden, als zij,
en daarom raadde ik u, ik uwe moeder, van haar af te
gaan. Maar zij wist het altijd beter en nu nu
heeft ze wat voor hare wijsheid
„En wij hebben het verdriet en de ellende J" zuchtte
Klara met betraande oogen.
//Gekheid gekheid als ge maar wat meer van
uwe moeder hadfc, dan schuddet gij u do zorg van
't lijf als een poedel 't nat, en liet de goede God en
de gemeente Ilusingen voor 't wurm van een kind
zorgen. Dochter, ge moet weten, dat ongegtind brood
't meest gegeten wordt."
Dit waren de laatste woorden van Drieka en, de
deur achter zich toehalende, ging zij op weg naar
de jufvrouw.
't Doel van den tocht onzer wijsgeerige vriendin
was een groot steenen huis, twee uren gaans verwijderd
van Husingen. Boven de huisdeur zag men een groot-
wit bord, waarop een posthoorn geschilderd wasrechts
van de deur stond een vervoegbare kribbe, waaruit de
paarden gevoerd werden, links een groen geverfde
houten bank. Zoodra men de deur opende kwam men
in eene groote keuken, eigenlijk eene kamer met een
leemen vloer en eene stookplaats met schoorsteen, die