WOENSDAG 3 JANUAlil 1872. 1; Ui (UT! i. erschgnt op WOENSDAG PB IJS der A D VE R T E NTÏ E N. Cents per Regel. De Inzending kan geschieden uiterlijk tot Dinsdag en Vrijdag morgen 11 ure. A B O N N E M E N T S-P B IJ S. Per drie maanden f 1,Franco per Post f 1, Het Telegraafkantoor is geopenddagelijks Van 8 u. 's yoormidd. tot 9 u.i 's namidd. Op Zondag Van 89 's voorm.van 13 en van 79 u. 's namidd. Het Postkantoor is geopend met uitzondering van Zon- eii Feestdagen Van des voormidiags van 812 uur. namiddags 25 avonds 710 Des Zondags van 912 vm. 24, 77,30. en van 9,3010 nam. Voor liet deponeeren en uitbetalen der geldartikelen van 912 voorm. en van 35 nm« Op Zon-en Feestdagen worden postwissels afgegeven van 9 u. 's morg. tot 12 u. 's midd. TfBN waarvan' de plaatsing driemaal -toordf/ï slechts t 10 e-e ma al in kt. Aanbiedingen van Dienstboden 'e?' Advertentie. Geboorte- Huwe- x. richten van 16 regels 30 CtSo De Uitgevers. NNENLAND. gezeten." Onder dit opschrift deelt den dag het volgende verhaal mede Iaatnu tien jaren geleden toen hij dein rergrijp schuldig maaktewaar- nnis kreeg van achttien maanden, ag uit d gevangenis had hij gedurende :rlei betrekkingen zich uitstekend ge- liij harl gezeten. Zoodra dit be- •-Suiiij weg, «wie wil iemand in zijn die gezeten heen.«Daar moeten •or 'zorgen' Wie v razend te worden Zelfs leden van •den hem den rug toe. Het was om e gevangenis te willen kte het hem weder een vaste betrekking- Zijn vonnis bleef een geheim - we r Hij genoot liet- wille, vertrouwen van lijn kameraden hielden van hem. H j :i goed hart. "Van zijn vader had b j ;elds geërfd. B/.it was niet veel, maar zijn stand een schat. Haar konft tem en vraagt hem om dat geld-het nders was die vriend verloren- h j redt. •erzinseltje, mijnheer, dat is waarheid - niet waar - die balling in cl ;schappij aan haar een les gevend var. j had hij dus weer trouw gediend iu ekking Daar wordt het geheim ook Hij heeft gezeten. - Ge hebt wel eens urg gezien hoe de decoraties op eens >o ging het ook hier. Zijn kameraden scholden hemtot op straat toe. patroons verweet hem hooghartig zijn nder bleef hem trouw. - Hij moest Alles werd in het werk gesteld om betrekking te bezprgen maar - hij :t hem nu nog rest - Het land te Ip^Aiïi^ika ie. gaan. Ja - er is geen n man, die eerlijk zijn brood wil i plaats voor hein inpons Christelijk ink tij eenigë mensenenvrienden zal lijk gelegenheid worden verschaft om -véreld een plaats te zoekenwaar hij yrcczen voor dat eeuwighij heeft geschiedenis En nog eenszij is Het* is de waarheid de volle waar- an die tienregge tien jaren lang eeft gedragen Nederland moet ver- 1871 onzer christelijke jaartelling, ft - gezeten, is er van den nacht - de schipbreuk van het Amerikaansche wordt uit Nieuwediep nog liet vol baard, van het brikschip Santa Itcsa [en in Texel binnen rapporteert 13 24 min. NB. en 49 gr. 21 min. ge- erf bark tot aan het dek öiider waior ven inèt gewéld -heensloegen. De ï'ioch mét' gebroken marsra, de beide met het tuig overboord. Dichterbij e men2 man, die up de voorurarsra n gaven om hulpvervolgens zag men dc mars. Men zeilde toen zoo dicht wrak en zette de boot uit om de te redden. ui mocht dit gelukken. Een ieder erd van de Santa Kosa op het gezicht tgeputte, wezens. Nadat op 26 No- 'p door een geweldigen storm was oor dc voorsteven gebarsten was en likkelijk tot aan het dek zonk, moesten ,st vluchten en zich daarin vastbinden Zij hadden niets van hunne kleeren en slechts een weinig gezouten vleesc'n kunnen redden en in dien vreeselijken toestauu hadden zij zeventien etmalen door gebrachtten laatste zich alleen voedende met kleine vischies en. krabbendie zij in het zeekroost vonden. Twee hunner kameraden waren reeds van ellende en uitputting omgekumenen lang zouclen zij het in dien benardeu toestand niet meer hebben kunnen uit houden. Kapitein de Waard liet hen dadelijk van kleeren en voedsel voorzien en zorgde gedurende het verder gedeelte van de reis voor eene nauwgezette ver pleging. Heden morgen werden zij na aankomst alhier ontscheept. Hec afscheid, dat de aan den dood ont rukte equipage van kapitein de Waard eu zijne be manning nam laat zich eer denken dan beschrijven. Zij zijn vervolgens onder de hoede gesteld van den consulairen agent van Auierika alhier. De naam van het Amerik. barkschip is Volunteer, kapt. Field, met pijpduigen van Norfolk naar Marseille. Een volksuitgave van Walter Scott. Met groote ingenomenheid begroeten wij de eerste aflevering in het prettig postformaat van een nieuwe uitgave van de romantische werken van Walter Scott, en wij vestigen de bijzondere aandacht onzer lezers op deze smaakvol uitgevoerde ondernemingvan de heeren S. O. van Doesbürgh en IJicema van Gijn, te Leiden en Delft. Do werken van Walter Scott i.u het oorspronkelijke te lezen is lang niet ieders zaak, men weet hoeveel moeilijk te begrijpen uitdrukkingen de lectuur onaangenaam maken voor ieder, die niet volkomen meester is van de vreemde taal. De prijs van de eerste vertaalde uitgave was voor menige beurs al te hoog en daarom hebben vele slechts kennis gemaakt- met Wcmerlgy Ivanhoe en andere prachtige romans van den Engelsehen dichter door de bedui melde exemplaren der leesbibliotheken. Menigeen zal zich dus verheugen over de nieuwe zoogenaamde volksuitgave die per aflevering van 4 vel slechts 35 ets zal kosten. Het eerst zullen verschijnen Waverley of zestig jaar geleden, Guy Mannering, de Oudheidkenner Robert Roodhaar, de Kerkhof gang er, de Zwarte Dwerg en eene legende van Montrose, de Bruid van Lammermoor, het hart van Midlothian en Ivanhoe. Een woord tot aanbeveling van de werken van Sir Walter Scott te schrijven, zou een beleedigingzijn van ons publiek ook over de bewerking zwijgen wij. Dr. M. P. Lindo, "die de vertaling op nieuw bewerkte, is zeer ver boven onzen lof verheven, maar wij vragen een ruime inteekening voor deze ondernemingen inzonderheid dringen wij daarop aan bij onze lezeressen, daar toch over het algemeen de Nederlandsche dames niet zeer geneigd zijn tot het koopen van boeken en niet genoeg bedenken dab - wil men goede werken in een klein land zien verschijnende eene hand de andere moet wasschen. Eene dergelijke uitgave -ver- ei scht veel zorg en kapitaalen dient dus door de belanghebbenden - en wie die beschaving en verlichting ter harte gaatrekent zich daar niet onder - ge steund te worden. Dat Dr. N. Beets een opstel getiteldhet eeuwgetijde van Sir Walter Scott, bij deze uitgave zal voegenzal stellig velen genoegen doen. EIGEN HUIS ETST HAA R, O. (gedachten van een werkman.) Ik ben maar een gering werkman en heb niet veel 1 en weet niet veel. Maar ik heb huis en haarden daarover weet ik heel wat te zeggen. Die woorden huis en haard hebben voor mij een klank als de wel- luidenste tonen van het schoonste lied. Zij klinken mij oneindig liefelijker dan de heerlijkste muziek op de bruiloft van een jeugdig paarhun toon is voor mijn oor en hart als de klank van het reinste zilver. //Arm e;i .icMg is mijn hutje," mag ik ook wel zingen Het staat daar even buiten de poort, en wie er voorbijgaat ziet het niet eens aan. Maar al steekt er geen toren boven uitvoor mij is die geringe woning toch een paleis. Want het is mijn tehuis; voor mij de beste piaats ter'wereld. Geen groen is mij aangenamer dan het huislook en mos op mijne dakpannen; en het sjilpen van musch en zwaluwals zij hun nest aan mijn huis bouwen is muziek in mijne ooren. Ieder vogel heeft zijn eigen nest lief; de uil houdt zijn bouwval voor een ondermaansch paradijs en de vos rekent zijn hol i.n den heuvel een vorstelijk bergkasteel. Als mijn meesters bles zijn'stal ruikt, heeft'hij geen zweep meer noodig en zet hij al zijn stoom bij, om te huis te komen. En ik zelf ben niet veel anders; want de weg naar huis is het beste pad f dat ik ooit gezien heb Ik zie liever den rook uit mijn eigen schoorsteen dan het vuur op eens anders haard; en ik ben enkel bewondering als ik 's avonds van ver de blauwe wolkjes uit mijne woning zie opgaan gelijk een lint van zilver tegen het donkere groen. Een koude aard appel op mijn eigen tafel smaakt mij nog wel zoo goed als gebraden vleesch bij mijn buurman, en geen bloem ruik ik liever dan de kamperfoelie om mijn eigen deur en vensters. Als ga eens een dag uit zijt, zetten uwe vrienden het beste beentje vooren toch zijt gij niet //tehuis." //Doe alsof gij tehuis waart," zeggen zij dan, omdat ieder weet dat men op zijn ge mak is, als men zich //tehuis" gevoelt. //Oost, West: thuis best." Immers te huis ismen thuis, en wat wil men nog meer? Daar ziet niemand u de brokken uit den mond, al hebt gij ook nog zoo'n honger, en er is daar geen gevaar van in een duf bed gestopt te worden. Te huis is men koningdaar durft men zijn hoofd omhoog houden, zonder door iemand voor trotsch te worden aangezien. Ieder haan heeft vrij kraaien op zijn eigen mesthoopen een hond is als een leeuw op zijn eigen grond. Een straatveger wordt een heerzoodra hij zijne deur binnen is. Bij eigen haard heeft men niet op zijne woorden te letten, alsof er een verspieder op den loer stonddaar heeft men van zijn hart geen moordkuil te maken, maar het is: //vrijheid, blijheid", als men aan zijn eigen tafel en bij zijn eigen vuur zit. In Gelderland en Utrecht zijn heerlijke gezichtenmaar ik kan u iets laten zien dat in mijne oogen honderdmaal fraaier is.- liet is mijn eigen klein, zindelijk huisvertrek als de ketel over 'tvuur hangt en de damp er uit opgaat, en mijne vrouw mij wacht met de gedekte tafel, en mijne kin deren vau verlangen en vrolijkheid rondspringen als jonge lammeren. Het is vreemd en misschien begrijpt of gelooft gij het niet, maar al mijn jong volkje is een lust om te zien. Altijd waren zij kloéker en schooner dan andere kinderen van hunnen leeftijd, en nooit hebben wij ze zoo lastig kunnen "vinden als de kinderen van onze buren. Met mijn buurmans kinderen had mijne vrouw het de helft van den tijd niet uitgehouden, maar ons eigen goedje maakt haar nooit moeen ik geloof dat het alleen daarvan komt, dat zij onder ons eigen dak geboren zijn. En zoo gaat het met alles. Geen weg lijkt mij zoo fraai wel twintig uur in 't rond, als die waaraan ons huisje staaten mijn tuintje is alles wat een tuinman wensclien kan om geene andere dan deze deugdelijke reden dat het zeker en zonneklaar een deel is van ons oud en goed tehuis. Ik kan maar niet vatten hoe zooveel werklieden en arbeiders hunne avonden in eene herberg kunnen slijten, daar het bij eigen haard zooveel goedkooper en beter is. Uur aan uur zitten zij bij het glas en slaan onzin en erger nis uit en vergeten dat er te huis liefhebbende harten en hongerige magen naar hun thuiskomen hunkeren. Hun geld dat eigen volk ten goede moet komen smeert de herbergskas'in plaats van vet te brengen in eigen pot. Zulke gasten moesten de zweep voelen, en allen die hen verlokken en aanmoedigen moesten een dubbele portie hebben met het dikke eind. Alle kroegen zijn slecht de beste is niet beter dan de andere, te zamen zijn zij een vloek van 'tland, en het best wat men er mede doen kan is ze uit te roeien als sprinkhanen en meikevers. Een getrouwd man moet naar niets zoozeer verlangen en trachtenals om te maken dat zijn huis .en haard een goede gélukkige en heilige plaats worde. Het is een slechte vogeldie zijn eigen nest bevuilt, en een slecht man die zijn huisgezin ongelukkig maakt. Ons huis moet een klein heiligdom wezenmet het op schrift //De heiligheid des Heeren" boven de deur. Maar ook dan deugt het er niet als het er is als in eene gevangenisenkel regel en ordemaar geen greintje liefde of genoegen. Het gehuwde leven is niet een-en-al suikermaar liefde is machtig om zuurheid en bitterheid uit het hart te weren. God zaligheid en liefde kunnen eenen man maken als een vogel in eene hegdie tussclien doornen en bramen zelf zingt en anderen aan het zingen brengt. Ilct moet eens mans behagen zijnom zijne vrouw te behagen en de zorg der vrouw om voor haren man te zorgen. Wie goed is voor zijne vrouw, is daardoor goecl voor zichzelven. Ik vrees dat er niet weinigen leven naar den regel„Ik ben ik" - en clan valt er over huisselijk geluk weinig meer te praten. Als man en vrouw het juk gelijk dragen kijkclan weegt het nauwelijks op de schouders maar ieder tweetal is geen paaren wat slecht sluit geeft enkel ongemak. Waar men huis en haard liefheeft is er alleen strijd wie het meest tot aller geluk zal bijdragen. Een waar tehuis is een Bethel nooit een Babel. De man des huizes moet dc band des huizes zijn een hoeksteen die alles te zamen houdtgeen molensteen, die drukt en schuurt en-vermorzelt. Onvriendelijke en heerschzuchtige huisvaders moeten nooit meen en dat de Christennaam hun toekomt; want zij leven in openlijken strijd met JsMeesters geest en-geboden. Toch moest er in huis orde en regel zijn. Liefde is geen war.orde en godsvrucht geene bandeloosheid. De vader des gezins moet de teugels niet uit de handen geven, want dan licht de wagen spoedig in de sloot. Goedheid en standvastigheid zijn geene tegenvoeters, maar barschheid en sulligheid sturen beide het huis houden even erg in de war. Waar de kinderen de baas zijn is het geen tehuis meer, maar een voorpor taal der hel. Gelukkig hijdie gelukkig is in zijne kinderen, en gelukkig de kinderen die in hunnen vader gelukkig zijn. De vadernaam brengt evenwel nog de wijsheid niet aan. Er zijn vaders die gelijk Eli door slapheid hunne zonen slecht maken. "Wie de roede I ontziet zal uit zijne kinderen eene roede en een kruis zien gpvien. Salomo zegt//Weer de tucht van den jongen i-ih en gij zult zijne ziel redden." Ik voor mij go'-ujf ii et dat velen nu wijzer zijn dan Salomo, al zijn niet weinigen het iu hunne eigen oogen. Het veulen moet jong zijnen meester kennen, of het wordt een onhandelbaar paard. Men breidele het evenwel met verstand. Sommige vaders zijn vuur en vlam bij de kleinste overtreding en maken luinne kinderen duivels en het huis eene hel. Is er geen wind dan wordt de molenaar lui, maar te veel wind stormt den molen onderst boven. Wie iu toorn slaat, slaat meestal mis. Als God ons helpt om de teugels te houden voelt het paard geen pijn en de wagen blijft in het spoor. Wanneer ons huis naar Gods woord bestuurd wordt, dan kunnen engelen bij ons herbergen-en zich tehuis gevoelen. I Huismoeders moeten beseffen dat tehuis hare eigen- lijke plaats is, en dat het geluk des huizes vooral van I haar afhangt. Het is eene slechte vrouw wier tong den man bet huis uitdrijft. Het is erger dan lastig, als de tong der vrouw altijd eene klappende zweep gelijkt. Komt daar nog bij - wat er meestal bij komt- dat zij het huishouden niet in orde houdt, zoodat de huiskamer van Maandag tot Zaterdag veel op een uitdragerswinkel gelijktdan is het nog 'erger. Een vuil, slordig, praatziek wijf is juist geschikt om het hoofd van den man op hol te brengen en als hij dan half zinneloos in de kroeg zijn- heil zoekt, is zij er de schuld van. Er is geen tehuis meer, waar de man geen ding op zijne plaats vindten de vrouw in plaats van eerbied voor hem te hebben, hem altijd met tegenspraak en bitterheid kwelt. Zulke vrouwen moesten gevangen gezet worden,bvant zij plegen misdaad. De lieer beware ieder voor eene vrouw die een engel op straat een heilige in de kerk en een duivel of ecu slons tehuis is. Ik heb zulk bitter kruid nooit geproefdmaar ik beklaag iu mijn hart den man, die het voor een dagelijksch gerecht heeft. Toon mij een liefhebbend huisvader, eene goede moeder en brave kinderen, en liet beste span paarden kan in geen jaar ergens heenbrengen, waar iets sc-hooners te zien is. Een waar tehuis is de beste van alle in richtingen. Een ander zoeke eene plaats in .Tweede of Eerste kamer; ik ben in mijne huiskamer meest tevreden en het best op mijne plaats. Een ander zoeke het land te hervormenik wied liefst iu mijneigen tuintje en vorm mijne eigen kinderen, om in huis en in de gemeente des Heeren op hunne plaats te zijn. Volksvrijheden zijn iets voortreffelijks, maar ik twijfel of ik vrijheid heb daarvoor den tijd te geven, die mij aan het vrij bezit van mijn eigen huisje helpen kan. Van de grondwet versta ik iiiet' veel maar als zij waarlijk ten doèl heeft om allen, arm en rijk, een vrij en vredig tehuis te geven, clan zeg ik met mijn gansche hart: //Leve de grondwet!" Indien ik geen tehuis had zou de wereld mij niets meer dan eene groote gevangenis zijn. Wie van andere landen wonderen verwachten, ik hoop dat luin steen mos zal gadcren en de vreemdelingschap hun nimmer berouwen. Maar ik ben als was ik met mijn been aan mijn eigen liuis geketend, Australië roeme op zijne goudmijnen, Amerika op zijne vrijheden, en ieder land roeme zijn eigen roem maar om mijn huis on mijn haard blijf ik zeggen: //Mijn oud Nederland bovenal De Engelseho bladen melden,' (lat bij het verhoor van zekeren Itelf, beschuldigd'van 37 kinderen van hun kleeren beroofd en hun daarna een pak slaag gegeven ie hebben, de rechter het betreurde, dat er geen artikel in her. wetboek was, dat hem veroorloofde den misdadiger te veroordeelen om „met al de moeders der mishandelde kinderen in een kamer te worden opgesloten opdat dezen hem naar verkiezing zouden afstraffen."

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1872 | | pagina 1