o erek terij 'EN No. 100. ZATERDAG 16 DECEMBER 1871 IISSEB, 1,— van SO H. 7S 87]/3 omp. DE OUD-KATHOLIEKEN IN NEDERLAND. bekende D> Ming van a kwaliteit, \vjftwee en de Pfd Ned. pon J ^lood bekleej gbaar de Jonge. A. Goethals Mets. fed. J. Stub! l. Mets Daar Ochtman, ZIERIKZEES Verschijnt op WOENSDAG en ZATERDAG PRIJS der AD VE RTENT1N. 10 Cents per Regel. De Inzending kan geschieden uiterlijk tot Dinsdag en Vrijdag morgen 11 ure. ABONNEMENTS-PRIJS. Per drie maanden f 1,Franco per Post Het Telegraafkantoor is geopenddagelijks Van 8 u. 's voormidd. tot 9 u. 's namidd. Op Zondag Van. 89 's voorin.van 13 en van 79 u. 's namidd. Het Postkantoor is geopend met uitzondering van Zon- en Feestdagen Van des voormiddags van 812 uur. namiddags 25 p avonds 710 Des Zondags van 912 vm. 24, 77,30 en van 9,3010 nam. Voor het deponeeren en uitbetalen der geldartikelen van 912 voorm. en van 35 niii« Op Zon-en Feestdagen worden postwissels afgegeven van 9 u. 's morg. tot 12 u. 's midd. BUITENJLAND. Kegeering. ilij lie tnlts. ,900 litlco- meer clan iet II koterij >0. 000 Mark 000 000 000 000 000 000 000 u 000 000 000 000 000 000 0.00 000 000 000 )00 800 000 j In de Ferdinands-^wjierne te Lemberg - zoo [haalt de Freimiithige - woont een wachtmeester zijn gezin. In Juni 11. ging zijn vrouw met het jenjarig zoontje naar de Jezuïtenkerk te biecht, knaap was het eerst aan de beurt. De pater vroeg n, wat hij wilde worden //soldaat", was het antwoord, priester keurde dit af en raadde hem geestelijke te den. Daarna kwam de (goeder aan de beurt. Ook r werd gevraagd wat haa zoontje moest worden, en rop volgde hetzelfde antwoordmet de bijvoeging lijn man en ik zijn beiden soldaten kinderen en daarom len wij dat onze zoon ook soldaat ivordtals ik twee ins hadzou ik er nietc tegen hebben dat één van den priester werd maar nu kan dit niet." De geestelijke weigerde haar daarop de absolutie. Te ,s gekomen verhaalde zij dit aan haar man, die haar oraaddeniemand een woord er van te zeggen. Den ten Juli, op een oogeublik dat de vader afwezig was, am het zoontje van een^sergeaut-majoor de vrouw arschuwen, dat haar kippen op een nabijgelegen erf dwaald waren. De vrouw ging dadelijk heen, lokte de ipen terug, en toen zij weder te huis kwam, was haar mtje verdwenen. Naar de verklaring van een voor ganger was de knaap met den sergeant-majoor, de aat opgegaan. De sergeant-majoor, een poos later ugkomende verklaarde echter den knaap niet gezien te bben. Daarop ging de vrouw naar de politie maar ze scheen zich niet aan de zaak gelegen te laten (gen. De vader vroeg toen een paar dagen verlof om zijn nd op te sporen, doch dit werd hem geweigerd. Acht gen later vernam de vrouw, dat de knaap zich in de storie bevond alwaar men zeide dat hij een zoon van ;n sergeant-majoor was en op het Jezuïten-seminarium u worden geplaatst. De vrouw maakte dit den militairen velhebber bekend. Deze deed onderzoek bij den pastoor, aar kreeg aldaar ten antwoorddat de knaap reeds lat' den bisschop was gezonden en dat de militaire rerheid niets met de zaak te maken had. De verdere pogingen, ook bij het kerkbestuur, hielpen iets en daar de ouders eindelijk tot de overtuiging vamen, dat men de zaak slechts op de lange baan ilde schuiven, begaf de vrouw zich op reis naar Weenen verkreeg na veel moeite op 1 Nov. jl. een audiëntie den keizer. Tot zoover loopt het bericht. BINNENLAND. Te 'sGravenhage wordt voor de betrekking minister van oorlog, behalve de kolonel Weilzel, ok de majoor bij den staf v. d. Star genoemd (jOO rzending 'stwissels, aats ijn origi- nipel der angfc ieder Trekkings franco j Begeering R.GS-. f den lOoitl- tog-e- iwg-ei- ehalve de ),ooo i zen door I och ikke. i'iV O s.;. slechts bij los gerucht. De Prov. Noordbrabanter bevat eenige bijzon erheden betrekkelijk de brug over het Hollandsch )iep. De lengte dier thans voltooide brug is niet oinder dan 2'536 ellen meer dan een halfuur gaans. )e beide oevers van dèn arm der Maas zijn met Ikander verbonden, deels bijmiddel vaneen draaiende irug. Het eerste gedeeltede vaste brug heeft 14 ipeningenieder van 100 ellen. Langs den zuider- :ant is een dubbele gierbrug (pont volant) gemaakt net twee openingen van 16 ellen breedte. Het paal- verk der vaste brug bestaat uit twee rijen elk van 3 pijlers. De schoot van de brug is geheel van ijzer, eder gedeeltevan het eene bruggehoofd tot het ndere, is 12 ellen breed en weegt 450,000 ponden ile constructie weegt 6,380,000 ponden. De tukken voor het aanleggen der bogen zijn te Am- terdam vervaardigd. Hun zamenvoeging heeft plaats ;ehad te WBlemsdorp het uiteinde der brug langs Jen kant van'Botterdam. De plaatsing der reusachtige irugbogen werd gedaan door middel van twee enorm groote pontons, welke door vier stoombooten ter ilaatse gesleept werden. Om ze op de brughoofden e plaatsen maakte men gebruik van den vloed. Aan de Amst. Ct. wordt uit Terschelling ge weld Den 6 dezer bevonden zich vele Urker en Vollendammer visschuiten in zee in de nabijheid van Terschellingdie des namiddags met den intusschen ngevallen zwaren storm en dikken sneeuwgang weder laar binnen zeildenop enkele vaartuigen nadie 'iermist werdendoch de.s avonds zag men van hier ^en noodlichfc ter hoogte van de bank de Noords- "aarder. Ten 9 ure ging de reddingboot met genoeg- ame bemanning op weg, 'ten eiude zoo mogelijk mlp te verleenendoch deze moest terugkeeren laar zij tengevolge van den zwaren ijsgang lek werd. ïierop. werd des nachts een andere boot naar den Noordsvaarder gebracht en daar in zee gelaten in felke boot zich bevonden de schipper der redding- >oot P. T. Krulbenevens de zeelieden W. van KeulenD. de BingS. Knop en Jacob Spitsdie afgingen naar de plaat9waar het noodlicht het laatst was gezienen na door den hevigen golfslag eens teruggeslagen te zijn het geluk hadden des morgens ten 6 ure bij een Vollendammer visschuit te komen die op een buitenweg bij den Noordsvaarder aan den grond was geslagen en vol ivofccr zatterwijl de be manning zich in het grootste levensgevaar in den mast bevond en daar den geheelen nacht had moeten vertoeven als zijnde den vorigen avond ten 6 ure reeds gestrand. Met veel moeite en levensgevaar werd de bemanningbestaande uit schipper Jan Kieft en drie opvarenden door de wakkere bootslieden uit den mast geholpen en in de boot gelatenterwijl zij het geluk hadden hen behouden aan land te brengen, ofschoon die arme visscherslieden half dood waren door de geleden koude en vermoeieniszoodat twee hunner dadelijk geneeskundige hulp behoefden. Ge melde visschuit is totaal verloren en slechts een weinig tnig daarvan geborgen. Plet visohtuig was reeds op zee verloren geraaktevenals dit met de andere vaar tuigen het geval was. Behalve de gemelde visschuit is denzelfden nacht' nog een andere Vollendammer botter op de Noordsvaarder gestrand waarvan de bemanning zonder hulp op die bank is gekomen en door den aldaar zich bevindenden zeeman E. de Boer naar wal geleid. Bijna geen nieuwsblad neemt men thans in handen, of er wordt iets in bericht over de anti-roomsche of oud-katholieke beweging in Duitschlandwier zetel thans te Munchen is en wier ziel de pofessoren Döllinger en Friedrich zijn. Bovendien wordt ons nu en dan gemeld, dat zij zich op de oud-katholieke kerk van Nederland beroeptzich met deze eenstemmig verklaart en zich naar deze vormen wil. Wat is dan die oud-katholieke kerk in Nederland? vraagt dus menigeen. Hoe is zij ontstaan? Wat is haar tegenwoordige toestand? Welk belang bezit zij? Welke toekomst heeft zij Deze vragen verdienen ook in een dagblad een beknopt antwoord. De oud-katholieke kerk in Nederland, thans tot een klein overblijfsel ineengekrompen, was een wen lang de eenige in Nederland. Zij bestond alleen door de heidenen aangevochten, van hare stichting door Wille- brord (f 739) en Bonifacius (f 755) in de zevende en achtste eeuw af, vier honderd jaren lang, tot aan en na paus Gregorius VII (1073) toe. Zij bracht onze heidendsche voorouders door evangelieprediking in kerk en school tot Christus, leerde hen de pastoors als dragers van Gods woord of predikers van Christus hoog achten en de bisschoppen als kerkbestuurders eerbiedigen en onder deze vooral den bisschop van Bome, als den eersten onder zijns gelijken (primus inter pares) hoogachten. In dezen stand van zaken zocht Gregorius VII in 1073 en vervolgens ruim dtie eeuwen na Bonifacius' dood (in 755) eene groote omkeering te brengen. Hij matigde zich aan, de bisschoppen niet langer-als zijns gelijken, maar als zijne gezanten te beschouwen, die op zijn gezag, als dat huns meesters, hunnen post be- kleeclen. Een der middelen, door den stoutmoedigen man uitgevonden, om zijne aanmatiging door te zetten, was dit, dat hij het volk in alle landen door zende lingen en monniken opruideom geen bisschop als rechtmatig te erkennendan die door hem of zijne afgevaardigden tot zijn post was ingewijd. En voordat die inwijding plaats vond, dwong hij hun eerst eenen eed af, waardoor zij zich tot volkomene vasallen van Bome's bisschop vernederden. Dit gelukte hem lang zamerhand schier overal in westelijk Europa; zoo werden Bome's bisschoppen de Ieenheeren en de overige bis schoppen de leenmannen in Bome's priesterrijk. Wat aan Bome's bisschop in het westen schier overal gelukte, zoodat hij en hij alleen de algemeene vader, papa, Paus werd geheeten, mislukte hem in het oosten; daar bleef niet. alleen elk bisschop zijne on afhankelijkheid handhaven, maar zelfs elk priester bleef vader, papa, pope genoemd wordenGeheel de Grieksche kerk, in Griekenland, Egypte, Syrië, Klein-Azië, Busland en elders, heeft zich vrijgehouden van de onderwerping aan Bome. In het westen is Bome's toeleg ook niet overal volkomen geslaagd, bovenal niet in het vroegere bisdom en latere aartsbisdom van Utrecht. Beeds dadelijk weigerde de wakkere Willem, die den bisschoppelijken zetel van Utrecht in Gregorius' tijd bekleedde, voor dezen geweldenaar te bukken. Met echt Nederlandschen vrijheidszin stelde hij zich openlijk en manhaftig tegen hem en voor den door Gregorius mishandelden keizer Hendrik IV. Zijn geest bleef in Utrechts kerk heerschen. Zij verkreeg in 1145 van keizer Koenraad III, met goedkeuring van den toenmaligen paus Euge.nius Hl, het rechtdat haar kapittel (raad van den bisschop) buiten de overige geestelijkheid om den bisschop zou kiezen. Doch Bome wilde steeds meer macht hebben. Eeuwen lang worstelden Utrechts bisschoppen tegen. Bome's aanmatigingen; niet zelden verwierpen zij de bevelen van Rome en droegen ook wel eens de Yati- caansche banbliksems die niet wonden, als men ze maar niet rekent, kloekmoedig' zonder wijken. Utrechts bisschop werd op verlangen van Philips II 1559 door den paus tot aartsbisschop verheven en ontving tot suffraganen of nevenmannen, de bisschoppen van de nu opgerichte zetels, te Middelburg, Leeuwarden en Groningen, als ook te Haarlem en Deventer. Doch weldra taande de Juister van alle my terdragers in Nederland door de kerkhervorming, die verreweg hunne meeste gemeenten van hen afvallig maakte. Het spreekt van zelf, dat zij en alle katholieken die kerkhervorming met leede oogen aanzagen; maar, tot hun aller eer moet het gezegd worden zij billijkten daarom de inquisitie en hare brandstapels en de gerechtelijke moorden van Alva niet. In tegendeel, katholieken en evangelischen stonden veelal zamen tegen Alva op. De Nederlandsche vrijheidszucht verhinderde hen zich aan den bloeddorstigen landvoogd te onderwerpen, zij grepen naar de wapenen en keerden geweld met geweld. Door omkooping, verdachtmaking', lastering en op ruiing werd echter de eendracht der Nederlanders gestoord en hiervan dragen vooral de Jezuïten de zware schuld. Deze orde, in 1540 ontstaan om de kerkhervorming te onderdrukken, bezigde daartoe onder anderen de prediking van de oppermacht des pausen over de geheele kerk. Zij drongen van elders in Ne derland in eerst in 1592 om in het gebrek aan in- landsche pastoors te voorzien later om de Neder landsche pastoors en katholieken van hunne bisschoppen af te trekken en aan dien van Bome te onderwerpen. Hun verraderlijk plandoor allerlei onheilige middelen, welke zij zeiden, dat door het doel werden geheiligd, uitgevoerd, gelukte steeds meer. Eindelijk brachten zij het zoo ver, dat de paus den aartsbisschop van Utrecht, Petrus Codde in 1700 naar Bome lokte om het eeuwfeest te vieren, daar vast hield en voorts dezen door hem zeiven erkenden braven aartsbisschop in 1702 eenvoudig afzette en een apostolischen vicaris of afgezant en plaatsvervanger van den paus in zijne plaats stelde. Daarop volgde een pauselijk besluit waarbij aan het kapittel van Utrecht zijn recht om het aartsbisdom te besturen en voorts een nieuwen aartsbisschop te benoemen willekeurig werd ontzegd. Van toen af was de scheuring daar. Die zich aan 's pausen wederrechtelijke handelingen onderwierpen (of de nieuw-roomschen) gedroegen zich door de Jezuïten geleid, alsof zij de ware roomsch-katholieken waren en wonnen door hunne slinksche lagen iri aan tal en machtdie aan 's pausen misdaad weerstand boden (of de oud-katholieken) klaagden protesteerden, betuigden hunne onschuld verdedigden zich met be- toogen en allerlei eerlijke middelen doch konden met deze alleen eerlijke wapenen het niet volhouden tegen hunne vijanden die met vergiftigde pijlen schoten. Zij namenhoewel zij zich altijd staande hielden af in getal en kracht. Onder de oneerlijke wapenen waarmede zij door de Jezuïten bestreden werden behoorde sedert 1697 ook ditdat zij Jansenisten waren. Dit nu was een vreeselijke klank. De Jansenisten heeten erge scheur makers te zijn en waren toch zeer achtenswaardige liedenalsook trouwe zonen der katholieke kerk. Dewijl hun naam echter nu eenmaal als een brand merk op het voorhoofd der oud-katholiekenom hen te schandvlekkenwerd gedruktmoeten wij iets over tie Jansenisten in het midden brengen. Hun oorsprong ligt ten deele in Nederland ten deele in Frankrijk. Cornells Jansenius in 1585 geboren te Acquoy bij Leerdam was onder Protestanten opgegroeid. Door een academievriendDu Vergier de Haurannemet wien hij te Leuven had verkeerdnaar Parijs getrok ken sloot hij zich daar met hem aan bij de familie Arnaud en hare geestverwantendie vrijheid deugd en godsvrucht tegen het verderfelijk drijven daartegen en het schaamteloos ondermijnen daarvan door de Jezuïten moedig en talentvol verdedigden. Jansenius en Dn Vergier deden met de achtens waardige Arnauds mede. Zij beiden zochten in 't bijzonder de beginselen der Jezuïten vooral te bestrij den door de inzichten van den kerkvader Aurelius Augustinus over heilsleer en kerkbestuur te doen kennen en als waar aan te prijzen. Jansenius deed dit door de heilsleer in Augustinus geest uiteen te zetten en dus niet in de goede werken der menschen, maar in Gods genade de bron des heils aan te too- nenzijn boek kwam in 1640 twee jaar na zijn doodin het lichtzijn vriend Du Vergier deed het door het kerkbestuur in Augnstines geest te verkla ren eti dus niet aan den paus alle macht over do kerk toe te kennen maar aan de gezamenlijke bis schoppen. De Jezuïten bewogen in Frankrijk hemel' en aardeten einde, deze tegenstanders te verpletteren Vijf jaar (16381643) zat Du Vergier in het kasteel' van Viucennes gevangen en stierf tengevolge daarvan kort daarop. De zedelooze Lodewijk XIV werd daarna door de Jezuïten bewerkt omter verzoening vooi' zijne uitspattingen gelijk de Protestanten zoo ook de zoogenoemde Jansenisten te vervólgen. Velen va:t deze beide soorten van vervolgden werden bij ons in Nederland opgenomen en werkten voor zooverre zij Katholieken waren er toe mededat hier te lande de eigenevrijeniet aan den paus onderworpene Katholieke kerk werd bevestigd. Zij troffen immers in Nederland juist hunne eigene geestesrichting aan bij vele Boomsch-Katholieke geestelijken. Het was de eigenaardige Katholieke geestesrichting, zoo als die uitgekomen was bij Thomas a Kempis en WessG Ganzevoortbij paus Adriaan VI en Erasmus. De Fransche vluchtelingen vestigden zich vooral in Utrecht en Amersfoort; in de laatste stad richtten zij in 17 2 6 een nog bloeiend seminarie op en te Utrecht vond -n zij in den aartsbisschop en zijne geestelijkheid ten alle;i tijde geestverwanten. Voor Jansenisten werden deze laatsten daarom door de Jezuïten verklaard. Tot eeuw uitbarsting kwam het, toen, gelijk wij reeds zeiden, een aartsbisschop van UtrechtPetrus Coddeeerst door den paus bevestigd, daarna door hem zonder reden afgezet werd en de kerk van Utrecht deze afzet ting niet als wettig erkende. Doch nu was er een groot bezwaar. Hoe zou men op den duur bisschoppen behouden, als de paus hunne wijding en erkenning weigerde en zijn vicarissen, gelijk dien in plaats van Petrus Codde, als hoofd der Neder landsche katholieken bleef zenden Men besloot tot eene kloeke, echt Nederlandsche handelwijze. Om zich tegenover den paus staande te houden keerde men tot de oude kerkorde van vóór Gregorius VII (1073) terug; men bepaalde voortaan de bisschoppen niet door den paus, maar door andere bisschoppen in hun ambt iu te wijden. Dit was een moedige stap, hier mede toonden zij hunne bisschoppen niet langer voor' legaten of plaatsvervangers of vasallen van den paus te houden, maar stelden zij hen als zelfstandige kerk bestuurders nevens hem. Zoo deden de aartsbisschoppen van Utrecht en de bisschoppen van Haarlem en Deventer. Van dien tijd af werden zij en hunne aan hangers echter natuurlijk door Bome als scheurmakers beschouwd. Daartegen heeft vooral voor ruim honderd jaren de boven alle anderen krachtvolle aartsbisschop van Utrecht, Petrus Johannes Meindaerts, een Groninger van geboortehet goed recht van hunne kerk (van 1739 tot 1767), gehandhaafd en o.ok in 1763 een concilie gehouden, welks handelingen zijn gedrukt en met grooten bijval overal in Europa aangenomen. 1-• Hunne eigenaardigheid iswat de heilsleer betreft dat zij vooral drukken op de zonde als de bron der menschelijke ellende. Die zonde is eene ziekte, waarin de mensch uit zijn gezonden staat is vervallen en waaruit hij weer gered moet worden door de genezende werking van Jezus Christus. Wat betreft het kerkbestuur, handhaven zij de bisschoppelijke kerkregering als de eenige ware. En al erkennen zij daarbij een primaat van Bome's bisschop, deze is alleen primus inter pares, geen onfeilbaar hoofd van kerk en bisschoppen. Tegen over de Jezuïten zijn zij de handhavers van hetgeen men het gereformeerd katholicisme noemen kan. Hun feitelijke toestand is tegenwoordig dezedat hunne kerk zich heeft staande gehouden (omtrent zesduizend zielen groot en in vijfentwintig gemeenten verdeeld)maar doorgaans bij wijze van kristallisering. Zij is niet vervloeid maar heeft zich ook niet ont wikkeld. Zij leeft, maar heeft niet een frisch en jeugdig leven. Tot in 1853 was zij echter feitelijk en rechtens de eenige voorzetster van de aloude Nederlandsche Katholieke kerk. Doch toen is verandering gekomen;;, toen zijn hare rechten schromelijk vertreden. De pans heeft toen zich aangematigd een aartsbisschop van Utrecht en een bisschop van Haarlem van zijn maaksel te benoemen en zoo die haar toekomende titels aan zijne afgezondenen gegeven. En de regeering heefthelaas r dat gruwelijk onrecht toegelaten 1 In den laatsten tijd is er in deze kerk meer bewe ging te bespeuren. Zij is althans meer bekend geworden, vooral door eenige aansluiting aan de Protestanten. Onze vroegere stadgenoot B. Benninlc Janssonius heeft veel daartoe gedaan. Voor dertig jaar in 1841 schreef hij een doctorale dissertatie, De Bomano-Catholieoi tvnr, qui vulgo Jansenistas diennturbistoria et princtpiüf, en in 't vorige jaar eene Geschiedenis der Oud- Boomsch-Kot.holieke kerk in Nederland met groote nauwkeurigheid uit verstrooide en veelal r.bekende

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1871 | | pagina 1