No. 97. WOENSDAG 6 DECEMBER 1871. BERICHT! luitenlandsch Overzicht. BINNENLAND. EENE VESTINGWET. ZIERIKZEESCIE COURANT. Verschijnt op WOENSDAG en ZATERDAG PRIJS der ADVERTENT1ËN. 10 Cents per Regel. De Inzending kan geschieden uiterlijk tot Dinsdag en Vrijdag morgen 11 ure. A B O N N E M E N T S-P R IJ S. Per drie maanden f 1,Franco per Post 1,—. A.DyERTENTIËJSr waarvan de plaatsing driemaal rdt opgegevenworden slechts tweemaal in •ening gebracht. Aanbiedingen van Dienstboden cents per Adverteritie. Geboorte- Huwe- is— en Doodberichten van 16 regels 30 ets. De Uitgevers. Al de dagbladen van gansch Europa vullen hunne lommen met beschouwingen over de redevoeringen larmede de koning van Italië en de keizer-koning n Duitschland hunne parlementen hebben geopend, atuurlijk. Eene gebeurtenis als welke de vorige week is te aanschouwen gaf - een Italiaansche volksver- genwoordiging zitting houdende te Rome geopend ior Victor Emmanuel - moest wel de aandacht ikken van allendie belang stellen in de ekenen der tijden. //Het is volbracht" zoo sprak alië's koninghet groote en grootsche werk van unificatie is tot stand gekomen. Rome is aan alië Italië aan Rome hergeven In dichte drommen woog zich de schare door de straten der eeuwige ad en duizendvoudige "viva's drongen tot in de nnenvertrekken van het Vaticaan. Het Vaticaan at daar zal geleden zijn in deze oogenblikken. iemand kan terugwenschen de dagen toen de knecht ir knechten Gods zijne sbirren uitzond door Rome, ien de predikers van liet Evangelie der liefde de uimschroeven der inquisitie droegen onder hunne onnikpijen toen dezelfde hand den herderstaf en et zwaard der overheid droeg en te dikwijls het vaard wondde, waar de staf moest weiden - maar >ch hebtiën Vë innig medèlijden met dien Öüden man, ie. 't waarschijnlijk zoo goed heeft gemeend met zijn olk maar zijn hart niet gesloten heeft weten te ouden voor de Vaders die de wereld zoo gaarne ouden willen maken tot een ros, getemd en bestuurd 11"geranseld en gespoord door de. Orde. Welk een verschil tusschen 1816, toen het pauselijk ijtuig als overdekt werd met een bloemenlawine nsschen 1848 toen de koning van Sardinië den strijd raagde met liet overmachtige Oostenrijk en Pius bad 0 groote God zegen Italië en bewaar voor dit land teeds de uitstekendste uwer gaven toen Karei Albert elf deze proclamatie meende te moeten afkon- ligen //Lombardenen Venetianen! onze wapenen die icii op uwe grenzen vereenigden toen gij begonnen ijt met het roemrijke Milaan te bevrijden komen hans. in de latere beproevingen u die hulp verleenen, liê broeders en vrienden van elkander verwachten. Vij 'zullen uwe rechtmatige wetischen steunen ver- rquwend op de hulp van Goddie zichtbaar met )ns isvan dien God die aan Italië een Pio Nono \clionkvan dien God die door zijne wonderbare racht Italië in staat stelde zelf te handelen" toen Itët Viva Pio Nono afgewisseld werd door het Viva Öarlo Alberto welk een verschil tusschen toen en nunu elk Viva Italia una eene veroordeeling is van de wereldlijke macht des pausennu elk liberaal- gezinde niet meer mag weten van het tweemanschap Victor Emanuë'l en Pius, dat gezamenlijk Italies lot gevallen zou kunnen regelen. Schoone dagen schenen er in het' begin" van* Kus' regeemig"vóór"'ïtalie aan'te breken. Zij" waren als een enkele zonnestraal op een evëlacktigèn' herfstdag. In' den nacht van 24 op 25 'ovember yerliet de paus' Rome. 'fc.Was 'P begin van eenen hieuwen tijd die het Jezuitisme zou bren gen op den pauselijken troon en door de kracht der liberale beginselen Victor stap voor stap nader zou brengen naar Rometotdat hij juist 23 jaren na de vlucht des pailsen zijh' zegevierenden intocht zou houden in de stad der zeven heuveléu. De vorst is vol; moed. Geen oorlogsgevaar dreigt - met de gees- teïijk'liëid 2ël mén hoe langer zoo meer op goeden voet komen de financien zullen worden zoo sprak-^iijd Geeu oorlogsgevaar,, dreigt. - We zijn niet zoo op timistisch als"Victor Emmanuel. Nog versch in het geheugen liggen ons de'woorden van den rijksminis ter-Delbrückdie namens den kranken v. Bismarck verklaardedat het dringend noodzakelijk wasdat de rijksdag, zijn voorstel aannam om de militaire or ganisatie tot.l 8 7 4 te bestendigenFrankrijk toch, zoo ver- klaardëftij, zon op revanche. Niet Thiers en de zijnen maa- het Fransche volk. Eu deze revanche men zou ze waarr 8chijnlijk~nemen in 1874 bij de betaling van het laatste milliard. En 't zou goed wezen wanneer gansch Europa dan wist, dat Duitschland in 74 even sterk zou zijn als het in 70 geweest was. Dat zijn toch waarlijk geene vredevoorspellende' teekenen des tijds De spanning tusschen Duitschland en Frank rijk vermindert niet. In Duitschland heftige veront waardiging over de vrijspraaak van Tonneletdie een' Duitscken soldaat vermoordde - in Frankrijk voort durende ophitsing der volksklasseeene prikkeling tot haatdie naar het schijntvoor alle partijen liet beste middel is om in den ouderlingen strijd dien ze voeren de overwinning te behalen. Zal de Fransche regeering macht genoeg bezitten om eene uitbarsting te voorkomen? Geloove wie 't wil. Wij voor ons wanhopen. Reeds nu heerseht er in Parijs weer een' onrust barende gisting, 'tgevolg van de executie van Rossel c. s. van wien de president der gratie-commissie meende te* moeten verklaren//men drukt zulk een man de hand voor men hem doodschiet". Wie heeft het gezegd dat een wel gepleegd onrecht dikwijls minder kwaad doet dan eene langzame gerechtigheid? En de gerechtigheid was hier zoo langzaam dat men rustig meende te kunnen rekenen op een' vredelievenden afloop van het proces. Men heeft zich bedrogen in Parijs zoowel als in Marseille, waar men Cremieux liet lot heeft doen ondergaan van Rossel. Een ding is zeker dat op deze wijze Thiers nog zeer lang zal kunnen wachten voor zijn lievelingswensch vervuld wordt, dien hij in zijn bekenden brief aan Janin uitdrukteom met de nationale vergadering naar Parijs terugtekeeren. De staat van beleg drukt er zwaarder dan ooit op de ingezetenen. E11 wanneer de vrees van Delbriick geen schim blijkt te zijn, waarvoer men zich te onrechte bang heeft gemaaktdan zal Italië wel weer deelen in den ooïlogItalië dat zich den haat van Frankrijk op den hals heeft gehaald en wat meer nog zegt misschien - beneden wordt, Ook de andere hoopvolle verwachting van Victor Emmanuel, dat men met de geestelijkheid al meer op goeden voet zal komen is ouzes inziens wat al te opti mistisch. De feiten geven tot zulk eene verwachting geen recht. Het Ultramonfanisrae in Italië is stil - waarom Omdat het zich schikt in het fait accompli Schikt Rome zich daarin ooit 't Is eenvoudig voor 't oogenblik machteloos, en elke poging om de verloren positie te herwinnen zou, nu aangewend, zijne macht nog meer verzwakken - maar den strijd opgeven Wij behoeven om de dwaasheid van ziilk eene meening in 't licht te stellen slechts te wijzen op de voortzetting van de discussie over de strafbaarheid der geestelijke agitatoren in den Duitschen rijksdag. Völk citeerde er eene gansche reeks van preêkcn en couranten-artikels en sierde dit monument van geestelijke liefelijkheden op met aanhalingen uit bisschoppelijke circulaires enz. Prins Hohenlohe zoo had men openlijk in Beieren gezegd is eeu Pruissische schurk - de koningdie niet meer kouing bij de gratie Gods wil zijn is waard onttroond te worden zong een bisschop - Een gewoon mènsch zou verplet zijn onder zulke wel gestaafde beschuldigingen - Niet aldus de bisschop Kettelerdie eenvoudig verklaarde dat geestelijken nooit agiteerden - basta En dan Belgie? De Langrand-Dumoncauscbe Ultra- montaansche kliek zit aan 'troer. Zij is genoodzaakt de Decker dien zij pas 14 dagen te voren benoemde, zijn ontslag te geven. Men wantrouwt hare eerlijkheid. Zal zij wijken Niet voordat de koning den moed heeft om de portefeuilles terngtevragen; eene ongehoorde zaak in een' constitutionele!! staat. Gelukkig dat Belgie's koning moed had. En wat de Beiersehe en Belgische Ultramontanen doen, dat zullen ook de Italiaan- èch'é doen als - hun tijd 'gekomen is. Misschien komt die nooit meer. Zeker heeft deze profetie kans om vervuld te worden wanneer de Italiaansche regeering haar woord houdt en de financiën nu voor goed worden geregeld. Dat is trouwens niet gemakkelijk. Alles schijnt er zoo in de war dat 't zelfs onmogelijk is om de uitgeschreven belastingen te innen. Ook te dezen opzichte neme Italië een voorbeeld aan Pruissen. Wilhelm kon - en niemand verwonderde zich daarover - de blijde tijding brengendat bet budget sloot met -een aanmerkelijk batig saldo .waartoe natuurlijk de 'Fransche milliarden de grootste bijdrage liebbeu geleverd. Maar blijdèr tijding bracht de minister Camphausen, 'toen hij verklaarde dat men van deze gelegenheid ge bruik zou maken om het inkomen van de onderwijzers der lagere scholen te verhoogeneneen' vrij aanmerkelijke som beschikbaar te stellen voor de aanmoediging van kunsten en wetenschappen. Een zucht van verlichting rees er uit onze borst toen we die woorden lazen - in den laatsfcen tijd grijnsde uit elke kolom van 't verslag der debatten in den Duitschen rijksdag het woord militair etac ons tegen. Het lot der schoolmeesters ver beteren die den besten krijg voeren - onze tweede kamerMoens zou zeggen dat is de ware scliool- Het Telegraafkantoor i9 geopend dagelijks Van 8 u. 's voormidd. tot 9 ,u. 'snamidd. Op Zondag Van 89 'svoorm.7 van 13 en van 79 u. 'snamidd. Het Postkantoor is geopend met uitzondering van Zon- en Feestdagen Van des voormiddags van 812 uur. namiddags 2—5 avonds 710 Des Zondags van 912 vm. 24, 77,30 en van 9,3010 nam. Voor liet deponeeren en uitbetalen der geldartikelen van 912 voorin, en van 35 nra, Op Zon- en Feestdagen worden postwissels afgegeven van 9 u. 's morg. tot 12 u.' 's midd. kwestie. Nu als Italië daaïaau wat en wat veel doet dan zal 't wel gaan. Het neme ter harte de woorden door den Engelschen minister Stansfeld dezer dngen te Liverpool gesproken //Wat zouden we niet hebben kunnen zijn en doen wij die reeds zooveel gedaan hebben wanneer we eens goed onderricht hadden genoten Wat zou de toestand des volks eene gansch andere ziju geweest wanneer wij al was 'tmaar een menschenleeftijd onder den invloed waren geweest van een goede schoolor ganisatie." En verder //Men bedeuke wel dat er geené beteregeene voordeeliger uitgaven zijn voor een volk dan die, welke de ontwikkeling der kinderen verzekeren." Dat bedenke Italië en ook Spanje, waar nog altijd dezelfde oude knoeierij de macht in handen heeft, omdat verlichting er eene onbekende weelde is. Oostenrijk 9 waar men zijn kracht niet zoekt in zich zeiven maar liefst steunt op een ander, b. v. op Engeland, waarheen v. Beust zich spoedt. Dat bedenke gansch Europa Als bewijs hoe een aangeboren scherpzinnigheid bij den natuurmenschsoms liet gemis van beschaving vergoedtdiene het volgende, door een Amerikaanschen schrijver medegedeeld. Uit de hut van een Indiaansclien Roodhuid was een stuk wilddat daar ophing om te droogen ontvreemd geworden. De wilde vervolgde terstond den onbekenden dief tot diep in het woud. Op zijn weg ontmoette hij eenige reizigers wien hij vroeg of zij niet een kleinen ouden blanke gezien hadden die een kort geweer droeg en door een kleinen hond met korten staart vergezeld was; want - voegde hij er bij - hij was volkomen overtuigd dat deze beschrijving geheel op den menscli pastedie zijn vleesch gestolen had. De reizenden hadden werkelijk den dief ontmoet en vroegen nu den Indiaanhoe hij den persoon zoo goed beschrijven kon dien hij niet eens gezien had. z/Ik wistantwoordde de wilde, //dat de dief klein moest wezenwijl hij steenen opeengehoopt had om bij het wild te kunnen reiken ik wist dat lnj oud was daar de schreden die ik in het dorre z?ind had nagespoordkort en dicht bij elkander warenik wist dat het een blanke zijn moest, wijl hunne voeten zich buitenwaarts bewegen wat bij de Roodhuiden niet het geval is ik merkte op dat zijn geweer klein was aan de sporen die de loop van het geweer op den schors van den boom had achtergelaten, waartegen het geleund had uit de schreden van den hond be merkte ik dat het beest klein was en aan eenige teekenen in het zand waar het gelegen had terwijl zijn heer mij bestalkon ik zien dat het dier een korten staart had." Met zulk een scherpe opmerkingsgave moest het den Indiaan voorzeker niet moeilijk vallen, den roover van zijn wild op het spoor te komen. Een zekere Tobler steenhouwer te Feldmoos in de gemeente Thaikanton Genèvevond eenige jaren geleden bij het opknappen van zijn huis een bom in een der muren stekendaar •waarschijnlijk sinds 1796 "vertoevende. Zijne kinderen- gebruikten de bom als speelgoed en niemand dacht er aanhoe gevaarlijk dit voorvyerp eenmaal zou worden. In den loop dezer maand maakte Tobler in zijne keuken een ijzer warm het ijzer gleed hem uit de hand en viel ongelukkig op de bom die in de 'on middellijke nabijheid op den grond lag. Eene vreeselijke ontploffing weerklonk door het geheele- dal de bom had vuur gevat en hare scherven deden deuren, vensters en schoorsteen uit elkander springen. Tobler werd een been letterlijk geheel afgeslagen weinige oogen blikken later was de man een lijk. Uit Christiania wordt gemeld dat men de vol gende voorwerpen op Nova Zembla heeft gevonden ter plaatse waar Willem Barends in 1596 heeft over winterd geweerloopen sabels hellebaarden punten van lansen verschillende werktuigen slijpsteenen kookketelskandelaars tinnen kroeseneen staande klok een fluitklompen schilderwerken op plaat ijzer sloten een metalen klokeen aarden kruik en een ijzeren kist: Het meerendeel dezer voorwerpen heeft door den tand des tijds veel geleden. Onder de boekenwelke aldaar zijn gevonden worden opgenoemd een werk over astronomie een volkomen gaaf gebleven exemplaar van Mendoza's beschrijving van China in de Nederlandsche taal. De universiteit van Christiania heeft pogingen aan gewend om een gedeelte der gevonden voorwerpen door aankoop meester te worden maar dit is niet gelukt dewijl men geen afzonderlijke stukken wilde afstaan. De gansche massa is aangekocht door een Engelschman voor een aanmerkelijke som naar Aftonbladet verzekert. Een inwoner van Massachusetts in Amerika gaf in ziju rijke dagen aan zijn geboortestad een stuk grond ten geschenke voor een openbaar plein. Het plein draagt steeds den naam van den schenker, maar hij zelf, thans zonder geld en vriendeu, wordt in het stedelijk armenhuis verzorgd. De fabrikant Lemaitre te Parijs heeft een eisch van 1000 fr. ingesteld tegen den keizer van Oostenrijk en zijne broeders, als erfgenamen van wijlen Maximi- liaan van Mexiko voor geleverd ordelint. De Oostenrijksche ambassadeur heeft daartegen aangevoerd, dat noch de keizer noch zijne broeders erfgenamen van Maximiliaan zijn en dat verder de schuldvordering, indien zij al wettig was, als betreffende eenen souvereinniet bij de Fransche rechtbank thuis behoorde. Carablevde zaakwaarnemer der firma Lemaitre bestreed deze ineening terwijl het O. M. op de hand van den ambassadeur was. De rechtbank verwierp evenwel de incompetentie met veroordeeling van de erfgenamen in de kosten en verdaagde de definitieve uitspraak veertien dagen. Naar aanleiding der qumstie van het schrijven door officieren in dagbladen dezer dagen bij de zaak Janssen weder ter sprake gekomendeelt de gepens. chirurgijn-majoor W. C. van Leersum in de Amersf. Ct. een ondervinding mede, daaromtrent door hem- zelven opgedaan. Op het vermoeden van de schrijver te zijn van een in 1828 gepubliceerd stukwerd hem door den toenmaligen chef van den mil. geneesk. dienst de gelegenheid benomen om zoo tijdig als bij gewenscht had het examen als chirurgijn-majoor af te leggen tengevolge waarvan hij ofschoon met onderscheiding gediend hebbende en zelfsna her haalde voordrachten voor een der Nederlandsche orden, in 1842 tot ridder der orde van deii Ned. Leeuw- benoemd zijnde voor de door hem tijdens den opstand in Belgie bewezen diensten vier jaren later dan had moeten geschieden tot hoogerenrang in aanmer king kwam zich een vijftal jeugdiger collega's boven het hoofd zag stijgen en zoo door ziels- en lichaams- leed werd ter neergedruktdat hij reeds in 1853 den militairen dienstmet pensioen heeft verlaten. De heer v. L. herinnert dit alles niet om daardoor zoogenaamd redressement de griefs uit te lokken, maar om te doen uitkomen hoe sommige chefs van dienst van het hun aanvertrouwd gezag over hun onderhoorigen ongestraft misbruik hebben kunnen maken, om enkelen dier onderhoorigen, zonder vorm van proces, zedelijk te vermoorden. Ofschoon de minister van oorlog spoedig heengaat en lang voor dat er eene vestingwet tot. stand komt van bet tooiieel zal verdwenen zijn, moeten wij toch onze gedachten zeggen over het nu door hein inge diende ontwerp. n' E11 daarbij willen wij bedenken dat- de minister niet gelukkig is, reden waarom wij hem niet af.te hard zullen vallen. Het staat niét mooi een 4ooden leeuw te trappen! ,-m Hij is niet gelukkig. Eerst de huwelijken van de officierentoen de legerorganisatievervolgens de geschiedenis van het, aan den kapitein Janssen gegeven ontslag. Ten slotte een ontwerpdat ongeveer vier en dertig millioen guldens vereischt, met nog een klëintje er bij van acht millioen! Te zamen eene kleinigheid van twee en veertig millioen! Nu is hét niet aan ongeluk toe te schrijven, dat zijne exCélleniie met zulke ontwerpen voor den dag komt, want dit is zijn eigen schuld, maar wel, dat juist op dit oogenblik de kwestie van de inkomstenbelasting aan de orde is, en dat; juist onze finantiën in een min schitterendèn toestand ver- keerenDit is voor den minister ongelukkig. Ook voor het volk? Wij durven met volle gerustheid als onze overtuiging te kennen geven: neen! Integendeel. Mochten toch onder andere omstandig heden misschien de leden onzer beide kamers zich laten overhalen om den minister van oorlog een onbepaald crediet te gevennu zullenzij er niét toe te krijgen zijn. En gelukkig. Immers het ministerie Van oorlog schijnt geheel en al blind te zijn voor de finantiële L

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1871 | | pagina 1