IVo. 87. WOENSDAG 1 NOVEMBER 1871. fed- ÏAPPIJ risrv u ar, Hike B E R IC H T De Uitgevers. O D Qd- Buitenlandsch Overzicht. EN BINNENLAND. Een zwakke plek. itter A 68 5 GEB, ïTIËN ZIEB1KZEESCHE MAAIT. Verschijnt op WOENSDAG en ZATERDAG PRIJS der AD VE RTE NT1N. 10 Cents per Regel. De Inzending kan geschieden uiterlijk tot Dinsdag en Vrijdag morgen II ure. A B O N N E M E N T S-P R IJ S. Per drie maanden 1,Franco per Post 1, Het Telegraafkantoor is geopenddagelijks Van 8 u. 's voormidd. tot 9 u. 'snamidd. Op Zondag Van 89 'svoorm.van 13 en van 79 u. 'snamidd. Het Postkantoor is geopend met inbegrip van Zon- en Feestdagen Van des voormiddags van 812 uur. namiddags 25 avonds 710 Voor het deponeeren on uitbetalen der geldartikelen van 912 voorrn. en van 35 urn. ADVËBTENTIËN waarvan de plaatsing deiemaal VLIET jgdt opgegevenworden slechts tweemaal in uening gebracht. Aanbiedingen van Dienstboden O cents per Advertentie. Geboorte- Huwe- |cs- en Doodberichten van I6 regels 30 ets. I tede. 'KB. ER'S (e Arnhemi len Depötjj :en op deil Het status quo wordt gehandhaafd. In deze woor- zouden we misschien den politieleen toestand van i-opa op dit oogenblik het best kunnen weergeven. In itenrijk heeft volgens de laatste mededeelingenhetmi- raterie Hohenwart liet hoofd gebogen voor de 11 I A CBndwetsgezinde Duitschers en zijn ontslag ingediend. II 1 v 0|| keizer heeft dit ontslag aangenomen - maar .porloopig blijven de partijen onderhandelen, blijven men, 7 BDuitschers zich verkneuteren over den invloed, dien op de regeering uitoefenen door een middel dat [vroeger in anderen nog wel eens afkeurden - blijft Jtoestand onveranderd. In Beieren rustten beide partijen zich voor den .eslissenden slag die waarschijnlijk bij de eerste Radering der kamér zal worden geleverd tusschen het jfcramontanisme en liet ministerie Lutz. Maar voor lopig heerscht er de-stilte vóór den storm. In den rausischen rijksdag kleinere wetsvoorstellen, die de mulacht van 't buitenland niet zoo bepaald tot zich [ken. In Engeland 't oude gezeur over de vraag werkelijk wat waar is geweest van de coalitie Isehen de rijke pairs en de arme arbeiders. Beide Rrtijen hebben naar het schijnt elkander gemystificeerd, j*j misschien heeft de voorbarige publiekmaking er liet Be toe bijgebraeht om ook de verhouding tusschen de ikoo is stawden maar in status quo te laten nlat totdat misschien eenmaal de Internationale ffiir doel bereikt en do staat eigenaar wordt van den Blein, om dieu ten voordeele van allen te laten be- I Bi wen. tls een' vreemd iets met deze Internationale. Alle Oil dtl gelden van alk? kleurenvuurrood alleen uitgezonderd - erkondigen oin 't hardst, dat de macht van deze ver- rniging do03* de exeeeecn der Commune voor goed de eer hefiroken is en geen enkel nommer verschijnt er, of ;during blijll geëerde Bedaetien spreken van werkstakingen op lliote schaal ondernomen door 1000 2000, nu pas leldePakiesBChemnitz door 65(H) werklieden. Bespottelijk zulke Nommer e®'kstèkiiigeaonverstandig, irrationeel, een bewijs lat deze mannen hoegenaamd geen begrip hebben van staathuishoudkunde en hare beginselen, van 't ver- verKoentj.lluj tusschen vraag on aanbod, waardoor ook de waarde y jan den arbeid bepaald wordt - zoo spreken cok de Rotste fabriekanten, maar zij geven te gelijkertijd lan deze onverstandigen, deze staathuishoudkundige AHpAJljiripvernietigers wat toe en verhoogen deloonenmet somtijds met 35 en 40 pOt. en verminderen de -u kerkuren - waarom doet men dat niet vóór de strike Liteit. jDr de ,kk f? ei Jz. or de werkman tot zulk een wapen de toevlucht ju sft genomen geproefd heeft van dezen Eva-appel otermarkt. i i den boom der kennis van zijn eigen macht, een vricht diehem misschien te lekker beeft gesmaakt dan bekende Did t hij er later niet nog eens van proeven zou. Zou [ding van alih t menige strike door betere waardering van den jii eid voorkomen worden Maar ook buiten de Internationale is er ellende g loeg getuige 't sensatieartikel waarmede de Times mn-nvp 'f ie kolommen opent om Engeland's weldadigheid Löölhil j lfflcroepen tot de leniging van rampen als daar zijn cwaizteit, ^hRgersnood in Perzië, die de schacli als een autocraat v«in den echten stempel meent te kunnen bezweren ijftwee (door een paar van zijne staatsdienaren aan de staarten en de Pril Ned. ponde .ood bekled gbaar de Jonge. A. Goethals-j Mets. zed. J. Stubl)( [.Mets Daan* Ochtman, Jj bkesrii O S. |i paarden langs de straten zijner hoofdstad te laten en - overstroomingen in China, waardoor 100,000 Oners en misschien meer zijn omgekomen en waar- lumgersnood in de provinciën Tientsin en New ang misschien 't gevolg zal wezen - vreeselijke anen op Antigua en St. Thomas - de brand van 'icagodie nu reeds op den prijs van het graan t en daar invloed begint uitteoefenen - woud- en iriebranden in de binnenwaarts gelegen landen van erika, aan de oevers van het Michigan meer eg daarbij de nu pas ontdekte schelmerijen van al groote heeren van Napoleon's hof, Bouher, Bene- fttiGramont en tutti-quanti - het tragische proces Palermowaar de politie zoo nu en dan een jrtij misdadigers annexeerde om door deze andere •even te laten doodschietensomtijds ook wel een eerlijk manterwijl de aanklacht tégen de HIJ. dan eenvoudig onderdrukt werd - de dieverij van den Turkschen minister die maar vier millioeneu kaapte en daarom verbannen werd - het opwekkende bericht dat in Frankrijk schoolpliöhtigheid dringend noodza kelijk is maar dat er vóór men aan de invoering van zoodanige wet kan denken eerst zal moeten gezorgd worden voor een genoegzaam aantal scholen - 't getal is niet groot, de daarvoor benoodigde som bedraagt inaar 150 millioen francs - kleine toegiftjes op water- en hongersnooddie zelfs eene Engelsche milddadigheid niet lenigen kan en onze lezers zullen moeten toestem men, dat er donkere stippen (of vlakken) genoeg zijn op de Europesche schilderij. Gelukkig zijn er ook lichtpunten. De St. Gothard- spoorweg zal nu waarschijnlijk niet lang meer tot de vrome wenschen behoorennu de verschillende kan tons van Zwitserland de handen ineenslaan zooals ze dat deden te Zurich een vroolijk lied klinkt er van over de zee van de kusteu van Brazilië, waar de overheid het zwaard, haar door God toevertrouwd heeft gebruikt om de slavenketenen waarmede een groot aantal van Brazilie's bewoners tot nu toe prijkten door te houwen en waar de Benedictijner- monniken eere zij hun het voorbeeld hebben ge geven door voor 1600 slaven de poorten van het 'paradijs der vrijheid te openen En bovenal we bezitten de volkomene zekerheid dat Frankrijk binnen niet zeer korten tijd als een Phoenix uit de asch zal verrijzen. Jules Simon heeft het gezegd. Jules Simon is de minister van onder wijs in Frankrijk. Een van die menschen, die weten dat iemand lang kan blijven als hij niet wil heengaan. Een sociaal demokraatdie als minister breekt met zijn verleden dat hem ten toppunt van roem heeft gebracht - zooals een Parijzer correspondent zegt. Zijne redevoering bij de algemeene vergadering van het instituut te Parijs is 't onderwerp van alle ge sprekken en merkwaardig vooral daarom omdat we er uit zien hoe men in Parijs begint te oordeelen over de dagen die voorbij zijn. Na de natuurlijk onmisbare verklaring te hebben afgelegd, dat de com mune eene regeering was die //met opzet systema tisch bibliotheken en musea in brand stak gaat hij voort in iet of wat opgewonden stijl te verkondigen Europa kan komen - Parijs is ook nu de eerste stad op wetenschappelijk gebied. Alles zal herbouwd wor den het Stadhuis de Tuilerien het paleis van het legioen van eer de rue Bivoli enz. enz. alles schooner dan ooit. Parijs zal Parijs weder herstellen. Maar Frankrijk Herstellen zullen de Fransehen 't zeker - ook na 1793 en 1815 hebben ze 't immers gedaan. Maar welke offers zal die wederoprichting niet kos ten Want - 't zedelijk verval is nog grooter dan liet stoffelijk. Iloort maar //De geestdriftdie den man kloeke besluiten doet nemen is in de laatste 25 jaren zeer vërminderd. De roem heeft plaats moeten maken voor het geldde arbeid voor het beursspel trouw en eerlijkheid voor twijfel aan al wat goed is de strijd tusschen de verschillende partijen voor 't bevorderen van eigenbelang, de school voor de clubs, Mehiil en Lesueur voör straatdeunen. Slechte zeden verontschuldigen- of er roem op dragen - nooit ein digende pogingen om onze oogen te verlustigen met weelderigheid onze ooren met het verhaal van baccha- nalien onze geesten met krankzinnige genietingen onze harten te vervullen met hartstocht - hebben we dat niet jaar in jaar uit moeten dulden. Bekende misdadigers heeft men geholpen en hen toegejuicht bij 't bedrijven hunner misdaden men heeft gespot met de zedeleer en er de schouders over opgehaald men heeft het goed geluk aangebeden en alleen het genot liefgehad gesproken eer men gedacht heeft van 't liegen een systeem gemaakt enz. enz. Is er nu nog iemand, die na zulk eene schets van het leven van Frankrijk in de laatste 25 jaren zich verwondert over de geboorte van de commune Maar - Frank rijk sterft niet. Neen - zoo eindigt Jule^ Simon - mijne heerenwij willen eene overwinning behalen op ons zelve. Wat wij geweest zijn wij kunnen en wij moeten het weer worden. De geschiedenis der vier laatste maanden bewijst, dat wij het kunnen. Vier maanden geleden scheen hetalsof ons niets overbleef dan eervol te sterven. Maar Goddanknu weten we dat we moeten opstaan om door 't gebruik van ons gezond verstand door arbeid en rechtschapenheid ons volk weder op te richten." Goddankhet schijnt dat de wil van 't Fransche volk ten minste goed is. Zelfs in Ajaccio heeft men den vagebonderenden prins Napoleon de deur gewezen met zijn protest tegen den regeeringscotnmissaris in den zak. Misschien gaat hij met Napoleon III, die niet zeer gezond schijnt, naar Malta. Vermelden we ten slotte, dat ook de toestand van de paus stationair blijft. In de laatste allocutie beklaagt deze gevangene zich er over, dat de menschen tegenwoor dig zoo godslasterlijk vermetel worden, dat ze zelfs in woord en geschrift durven ontkennen dat de paus de hoogste rechter en de onfeilbare leeraar is (hoe is 't mogelijkhet gezag van het concilie aanvallen en zijne decreten uitkrijten als gevaarlijk voor den staat. Zeker 'tis een slechte tijd. Voor sommige menschen schijnt er werkelijk geen andere uitkomst dan protesterende te sterven en stervende te protesteren - maar e pur si muoveo Papa Op eene Duitsche oude prent staan de volgende sprekende figuren een koning een geestelijke een soldaat, een burgemeester, een docter, een boer, een kastelein een muzikant een meisje een Griek en een duiveltje. De koning zegtik regeer u allende geestelijke ik leer u allen de soldaatik bescherm u allende burgememeester ik bestuur u allende docter ik help u allen de boer ik voed u allen de kastelein ik verkwik u allende muzikantik verheug u allen het meisje ik verleid u allen de Griek; ik bedrieg u allen; terwijl het duiveltje roept pas op, of ik haal u allen. Zie hier eenige cijfers die op dezen oogenblik van gewicht zijn en de aandacht allezins verdienen. Te Parijs telt men 71,251 huizen, aan 20,254 eige naars toebehoorende en bevattende 650,631 woningen, waaronder begrepen zijn 16,694 huizen en 92,774 woningen bijgekomen na de sloopingen gedurende het tijdvak van 1852 tot 1870 hetgeen eene ver meerdering aantoont van een huis op de 100 in het oude Parijs en van 21 huizen op de 100 in het nieuwe Parijs de in 1860 bij de stad getrokken buitenwijken. Het gemiddelde aantal niet betrokken woningen is 30,000 en dus bevat in gewonen tijd en met eene bevolking van 1,850.000 zielen (telling van 1866) elke woning drie bewoners. Maar op het einde van 1869 was wegens de uitbreiding der vaste en der tijdelijk verblijf houdende bevolking het aantal vakante woningen tot 19,000 verminderd, waaruit op niet voldoende wijze de aanhoudende duurte en zelfs de steeds stijgende huurprijs der huurders verklaard wordt, waarvoor men zooveel andere oorzaken gezocht heeft. Thans echter is de bevolking van Parijs om streeks 250,000 zielen minder, en 80,000 woningen staan leeg. Den gerucht, dat de goederen der geestelijkheid in Turkije gesekulariseerd zouden worden had on middellijk een rijzing der Turksche fondsen ten ge volge. Hoe slecht daar het staatsbestuur moge ziju toch ondervindt men ook daar het verderfelijke vfm liet groote grondbezit der geestelijkheid. Toen dc bevolking van Utah hleek ongezind te zijn om de gerechtelijke vervolging van Brigham Young en van den bisschop Wells met geweld te beletten is aan die vervolging door de eedgenootschappelljke overheden grootere uitbreiding gegeven, zijnde volgens de jongste berichten nagenoeg al de opperhoofden van de kerkgemeenten der Mormonen wegens veelwijverij in heel. ten is genomen. Aan de zijde der Mormonen wordt staande gehoudendat de veelwijverij een deel van hun godsdienststelsel uitmaakt en alzoo staat ouder de hoede en bescherming van de eedgenootschuppelijke constitutiedie volkomen godsdienstvrijheid aan al burgers heeft gewaarborgd. Hierop wordt geantwoord, dat de veelwijverij eene zaak is, die niet tot het gods dienstige, maar tot het maatschappelijke terrein behoort, en dat er buitendien godsdienstige instellingen denk baar zijn, ja elders bestaan, die regelrecht tegen den geest van ieder Christenlandja van elk beschaafd volk inloopen, zooals bij voorbeeld de menschenoffers. Dit denkbeeld werd ook door den opperrechter Mac Kean bij den aanvang van het rechtsgeding, tegen Brigham Young ontwikkeld. De hongersnood heerscht door het geheele land van Perzie. Alleen te Meschid, eene stad met 120,000 inwoners,, zijn ongeveer 80,000 personen deels van gebrek, deels tengevolge van de daarbij ontstane ziekten, omgekomen. Tot overmaat van ramp is de oogst nog schraler uitgevallen dan ten vorigen jare en wordt de uitgehongerde bevolking door rondzwervende beuden uitgeplunderd. De regeering doet niets om deze rampen te lenigen. Integendeel, de koninklijke stadhouders in de provinciën hebben overal de nog aanwezige voorraden graan opgekocht om ze met woekerwinst aan liet publiek te verkoopen. De schach zelf maakt zicli aan zulke handelingen wel niet schuldig, maar bemoeit zich ook met niets. Terwijl hij zich gewoonlijk tien maanden in het jaar in de omstreken van Teheran ophoudt om alleen aan zijne groote jagiparfcijen te denken, gaat de zorg voor het landsbestuur hem weinig ter harte. Geen wonder dus dat de bevolking overal in opstand komt, zoodat te Scheras, Jesd, Kirman, Tebris eu andere plaat sen oproer is uitgebroken. Allerwege vormen zioh politieke partijenwaarvan de eene de Bussen, de andere de Engelschen tegen den vórst te hulp roept, terwijl de machtige nationale partij den broeder van den schach - dat wil zeggen Abbas Muza, die te Bagdad van Engelsche subsidiën leeft - tot vorst des lands wil uit roepen. De schach heeft onlangs beproefd liet volk tevreden te stellen door een paar liooge staatsambte naren in ketenen geboeid aan den staarc van een ezel door de hoofdstad te doen rondleidenmaar dit heeft hem niet veel geholpen. Men ziet eene alge meene revolutionaire beweging te gemoet. Meer en meer komt het aan het lichtdat de meeste onzer ministeriesonverschillig hoe krachtig overigens, lijden aan eene zwakke plek. In het departement van oorlog is zij te vindon. Daar is zij niet altijd gezochtgedurende vele jaren heeft het onder vele ministeries zijn werk verricht zonder dat zijne tekortkomingen in het oog vielen althans de aandacht trokken. Wel vonden de hooge kosten, die het vereischte, dikwijls afkeuring, somtijds lokten zij zelfs verzet uit bij de kamers, maar de zaak bleef dan telkens ongeveer zooals zij was. En wanneer er eens weer een nieuw ministerie aan hot roer kwam, dan bespeurde men weldra, dat al weer de zaak bleef zooals zij was. De hoofdzaak naar het scheen bij allen, die achtereenvolgens aan het hoofd van het departement geplaatst waren wasdaar vooreerst te blijven om ds administratie gaande te li on den en vooral niet met oude tradition te'breken. Die traditiën van het departement van oorlog zijn wel eens ter loops in de tweede kamer ter tafel ge bracht, doch dit heeft niet kunnen bewerken, dat zij werden weggeruimd. Daartoe is meer noodig, en wel in de eerste plaats een krachtige hand. Millioeneu en nog eens weer millioenen worden jaarlijks besteed aan onze verdediging. De belasting schuldigen moeten maar zorgen, dat zij worden opge bracht. En als zij naar de resultaten vrageu welk antwoord bekomen zij dan P Het is om treurig gestemd te worden, wanneer men liet verneemt. Het rapport, dat de minister Engelvaart heeft medegedeeld omtrent den toestand van het leger in het vorig jaar tijdens dc onverwachte mobilisatie verschaft gegevenswaarover men verbaasd, maar tevens bedroefd moet zijn. De staven, de remonte, de wapening, de versterkingen, het kaderde geoefendheid alles liet te wenschen over. Volmaaktheid had voorzeker niemand verwacht. Maar al hadden wij niet veel, men had toch mogen vertrouwen, dat hetgeen er was ten minste goed was. Daarvoor toch kan gezorgd worden. Dat er bij de verschillende kommandementen een staf is toegerust met de ver eischte kennis, is eene zoo eerste, noodzakelijkheid, dat het gebrek hieraan niet anders dan aan onverantwoordelijk verzuim is toe te schrijven. Gebrek aan de noodige paarden en bespanningen bij de kavallerie en artillerie is ten minste nog begrijpelijk. Immers hier licht de aanleiding in de zucht naar bezuiniging. Toch mag deze laatste niet overdreven worden. Hetzelfde moet nog te eerder gezegd worden van de wapening. Wat baten toch goede geweren, als de personen die ze moeten gebruiken, geen voldoenden voorraad patronen hebben, en andersom, wat baten voortreffelijke artil leristen ook met de alleruitmuntendste paarden, als zij geen geschut tot hunne beschikking hebben't welk tegen den vijand met vrucht kan gebruikt worden? En de versterkingen? Wat zullen wij hiervan zeggen? Het wordt hoog tijd, dat men eens een vast stelsel aanneemt, daarbij te rade gaande met de strijdkrachten, waarover men zal kunnen beschikken. Maar boven alles zovge men, dat de versterkingenwelke men aanlegt of behoudt, in een goeden staat verkeeren en niet door haar gebrekkigen toestand, haar onvolledige uitrusting of onvoldoende bezetting den vijand geschikte punten opleveren om zijne operatiën te dekken en ons dus schade in plaats van voordeel te bezorgen. En eindelijk de geoefendheid van ons personeel van alle rangen zoowel van de manschappen als het kader en de officieren. Wat deze te wenschen over lieten, moet al weer ter verantwoording komen van dc ministers van oorlog. Het is waarveelzeer veel wordt er van "hen gevorderd en wanneer men een

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1871 | | pagina 1