No. 56.
ZATERDAG 15 JULI
1871.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
ZIERIKZEESdE «MUNT.
Verschijnt op W OENSDAG en ZATERDAG
PRIJS der AD VE RTE NT1ËN.
10 Cents per Regel. De Inzending kan geschieden uiterlijk tot
Dinsdag en Vrijdag morgen 11 ure.
A B O N N E M E N T S-P R IJ S.
Per drie maanden f 1,— Franco per Post 1,—.
Het Telegraafkantoor is geopend van 1 April tot 30 SeptemberOp Werkdagen
Van 7 u. 's voormidd. tot 9 u. 'snamidd. Op Zon- en Feestdagen: Van
8—9 'svoorm.van 1—3 en van 7—9 u. 'snamidd.
Het Postkantoor is geopend met inbegrip van Zon- en Feestdagen
Van des voormiddags van 9VsHV2 uur.
namiddags 23
1 avonds 77Vs
9Vs10
ftc
L»
Tot hiertoe had de voor het nationale gevoel
'jnlijke occupatie van het Fransche grondgebied
11 vreemd en overwinnend legerbetrekkelijk
tot weinige botsingen aanleiding gegeven,
aatste dagen echter is liet tnsschen de vreemde
'gen en der burgers op verschillende plaatsen
llelijkheden gekomen, zooals te lleims, tc Laóa,
,,Irnay te Soissons en te St.-Quentin, die in de
en laatstgenoemde plaats van ernstigen aard
gesveest.
e Reims namelijk is door een zestienjarigen
„Jngeling een Pruissisch officier aangerand en om
•y't leven gebrachthetgeen tot een gevecht aan-
ding heeft gegeven waarbij een twintigtal personen
5? -oud zijn en den volgenden avond hebben weder een
ental personen kwetsuren bekomenterwijl de
jiirrier de St.-Quentin aangaande het daar voorge
ziene vermeldt, dat er met steenen naar de soldaten
;c\vor'pen werdwaarop deze van hunne wapenen
gebruik maakten. Een vreedzaam burger, schrijft het
>lad, die, geen kwaad vermoedende op dat oogenblik
\ran zijn werk huiswaarts keerdewerd door een
bajonetsteek in de borst doodelijk getroffen. Twee
naderen hebben sabelhouwen gekregen en zijn naar het
hospitaal gebracht. Een vierde die zijn kameraad
tviide verdedigen, werd gewond; een vijfde heeft met
de sabel op verschillende plaatsen van zijn lichaam
kwetsuren ontvangen. Twee andere Fransehen zijn
loor ile Pruisen in verzekerde bewaring gesteld.
De Fransche autoriteiten hebben veel moeite
[gehad om de werkliedenwier verbittering groot
was, tot bedaren te brengen en nieuwe ongelukken
te voorkomen.
De kommandant van de Pruisische bezetting heeft
een proclatie uitgevaardigd, waarin verklaard wordt
dat ter uitvoering van art. 8 van het vredestractaat,
elke inwonerdie een Duitsch soldaat beleedigt
■onverwijld gearresteerd en met de grootste gestreng
heid gestraft zal worden. Samenscholingen op de
openbare straat zullen door de gewapende macht
uiteengedreven worden.
Voorts is van wege den kommandant bekend ge
maakt dat de koffiehuizen herbergen en andere
openbare plaatsen 's avonds ten negen ure moeten
gesloten zijn, met uitzondering van het //Café de
Paris," en het //Café de l'Opera" die voor de
Duitsche officieren open zullen blijven; dat 'savonds
na tien ure niemand meer op de openbare straat
mag zijn en dat ieder, welke in 'tbezit is van wapens,
die moet afgeven. Om de uitvoering van die laatste
bepalingen te verzekeren, zullen er in de stad huis
zoekingen gedaan worden.
In een stadje van het departement Iiaut Rh in
bestelde onlangs iemand een eikenhouten doodkist voor
een gestorven bloedverwant, bij een meubelmakerdie
tevens een vriend des huizes was. De kunstenaar bracht
op den bepaalden tijd het voorwerp thuis, dat een mees
terstuk bleek te zijn. Iedere plank was met de meeste
zorg gepolijst en vertoonde de bevalligste figuren die
een ervaren meubelmaker op het hout weet te voorschijn
te brengeuMet tranen iu de oogen en op de rekening,
presenteert hij deze en ontvangt 80 fr.die hem onder
betuiging van de meeste tevredenheid worden uitbetaald.
Eenige dagen na de begrafenis wordt de kist opgegraven,
daar zij toevallig in een verkeerd graf was neergezet êu
hoe groot was niet de verbazing, toen men de eikenhouten
kist in eene van eenvoudig wit hout getransformeerd
vond. Die fraaije eikenhouten kist was uit vuren hout
vervaardigd en bekleed met papier dat het geverniste
eikenhout buitengewoon schoon nabootste. De papier
lijmer oefende deze industrie reeds tien jaren uit en
wanneer wij aannemen dat hij één doodkist in de week
leverde, waarop hij 60 fr. won. heeft hij in dien tijd een
winstje van 30,000 frs. gehad zonder dat een zijner
elienten eenige aanmerking heeft gemaakt.
Te Gauaugellocliin Midden-Duitscliland
heeft men den 24 Juni 's middags te half twee uren
een merkwaardig natuurverschijnsel waargenomen nl.
een verlichte windhoos. Een waarschijnlijk electrisehe
wolk daalde tot op korten afstand van de aarde en nam
den vorm van een omgekeerden eenigzins gebogen kegel
aan. Al de nabijzijnde wolken geraakten in snelle
draaiende beweging alsof ze zicli op één punt wilden
vereenigen en kwamen daarna aanvankelijk met een
klein stuk land in aanraking alles in de nabijheid
omhoog voerende. De hoos bevatte allerlei voorwerpen
klaver manden wasclibekkens (met tabaksplanten)
klompen, hoornen (waaronder van de dikte van een man),
en had dientengevolge een donkere kleur. Er scheen
een damp uit de wolk te stroomen en op enkele plaatsen
scheen zij in brand te staan, 'tgeen dan ook aan sóm
mige vreesachtigen aanleiding gaf om te roepende
hemel staat in brand! Hier en daar was de aarde
losgewoeld en met damp vermengd in de lucht gevlogen.
De hoos heeft veel schade berokkend aan de veldge
wassen op die plaatsen doch menschen of gebouwen
hebben er niet bij geleden.
New-Youk, 12 Juli. De optocht der Protestanten
is, onder bescherming der militaire macht en der
politie, begonnen ten twee uren namiddag. De
Katholieken vielen de troepen aan, die vuur gaven,
zoadat er 60 menschen gedood en ongeveer 150
gekwetst werden. Ook zijn 10 soldaten en 6 politie
agenten gedood. De wanordelijkheden houden aan.
Twaalf regimenten zijn onder de wapens. Een ge
vaarlijk oproer wordt heden nacht tegemoet gezien.
Den 13. Te middernacht was de orde in de
stad hersteld. 150 personen werden gearresteerd.
De Amerikaanschebladen berichten het overlijden
van den heer Vallandigham een van de hoofden der
democratische partijonder tragische omstandigheden.
De heer V. verdedigde zekeren M'Gehan die van moord
was beschuldigd en handhaafde voor den regter de stel
ling dat het slagtoffer bij toeval zelf zich had gedood"
bij het uithalen van een revolver uit zijn zak. Een
collega-advocaat opperde twijfel of de rechter dit
stelsel van verdediging wel zou aannemen. Eenige
oogenblikken later bevonden beide advocaten zich te
zamen en Y. haalde een pistool uit om den anderen
duidelijk te makenhoe het geval zich zou hebben toe
gedragen. De pistool was geladen. Bij het onvoor
zichtig uithalen ging ze af en de kogel drong V. in het
lijf. Eenige uren later overleed hij. Hij had dus wel
deugdelijk het bewijs geleverd voor zijn stelsel van ver
dediging.
De gezant der Vereenigde Staten in Ecuador
E. Rammy Wiky meldt iets aangaande de ontdek
king van een geneesmiddel tegen den kanker, zijnde
eene pkuit Cunderange genaamd. Eene Indiaansche
vrouw ivilde, luidens zijn verhaal, liaar man die
aan den kanker leed, vergeven en kookte den bast
van dien vergif-druipenden boom. De patient, in
plaats van te sterven, werd weer geheel gezond en
zoo wercl het geneesmiddel ontdekt.
Een Amerikaan is tot de gewichtige ontdekking
gekomen, dat de inwerking van violet licht op wonder
baarlijke wijze den groei en de welvarendheid van t
dierlijk organisme bevordert. Proefnemingen op varkens,
en kalveren leidden tot de meest verrassende resultaten
ja, de uitvinder verzekert, dat we onze huizen slechts
met violet-gekleurd glas hebben te overdekken, om
onszelven physiek en intellectueel tot wonderen der
meuschheid te maken. Zonder dralen geeft de Pali
Mall Gazette aan de ministers Ayrton en Card well
den raad om den glazemaker aan ft werk te zetten in
't Parlementsgebouw en in de kazernen. Intellectueel
of physieknaar 't noodig waszou - meent de Gazette -
de nieuwe inventie daar onschatbare diensten bewijzen. -
Wij vragen waar zou zij ft niet
Uit 'sGravendeel meldt men van 11 dezer:
Heden werd alhier door den Gemeenteraad tot
hoofdonderwijzer voor de openbare school no. 2
aan den Schenkeldijk benoemd de heer G. J.
Breetveld van Dordrecht met 4 stemmen. De heer
van Schelven van Zierikzee verkreeg 3 stemmen.
Bij den internationalen zangwedstrijd die te
Gent werd gehouden zijn twee prijzen door Neder-
landsche liedertafels behaald. In de eerste sectie (zang
met Nederlandsche taal voor gemeenten met eene be
volking van minder dan 8000 zielen) werd de eerste
prijs verworven door //Ido's Mannenkoor." De prijs
bestond uit een gouden medaille en 100 frs. in geld.
In de tweede Nederlandsche sectie (gemeenten van
8000 tot 25,000 zielen) viel de eerste prijs (gouden
medaille en 200 francs) ten deel aan de Tilbnrgsche
liedertafel //Souvenir des Montagnards."
Aan de Utrechtsche Courant deelt men het
volgende mede
wDezer dagen vermeldde de Arnhemsche Courant
eene klacht over het telegraafkantoor van het rijnspoor
te Arnhem alwaar men bij de aanbieding van een
telegram geweigerd had geld terug te geven maar
de betaling in afgepast bedrag gevorderd was.
z/Naar aanleiding hiervan schijnt het niet overbodig
op te merken dat nergens nocli in eenig wettelijk
noch in eenig administratief voorschriftaan iemand
de verplichting is opgelegd bij het ontvangen van
gelden voor het zoogenaamde passen geld terug te
moeten geven. Hijdie te betalen heeft moet zor
gen dat hij betaalt wat hij schuldig iszonder
daarbij aanspraak te kunnen of te mogen maken op
de hulp van den ontvanger van het bedrag. Deze
bepaling is wellicht niet overal bekendhet algemeen
gebruik van geld terug te geven doet zelfs misschien
het tegendeelals wettelijk aannemen maar niettemin
is zij van volle kracht.
,/De muntwet van 26 November 1847 (Staatsblad
no. 69)zegt alleen dat niemand verplicht is meer
dan ƒ10 aan zilver- en meer dan 1 aan koperen
pasmunt iu betaling te ontvangen zij bepaalt verder
o. a.dat de halve guldenstukken geene pas- maar
stanclaardmuut zijn doch verder gaat zij nieter» de
bedoelde telegrafist te Arnhem was dus niet alleen
volkomen in zijn rechtmaar op ieder rijkskantoor
alwaar geld terug gegeven wordt is dit teruggeven
eene geheel onverplichte beleefdheid."
Iu den nacht van 8 op 9 Juli 11. heeft er een
brutale verwonding van een paard van J. Nieuwen-
huize tc Hoeilekenskerke plaats gehad. De paarden
van dien landbouwer waren des avonds als naar ge
woonte in de weide gezonden en des morgens be
vond men dat een hunner geweldig uit de borst had
gebloed. Bij onderzoek is gebleken dat dit paard
twee afzonderlijke groote. gaten in de borst had ge
kregen zoodat de stukkeu huid er bij neder hingen
vermoedelijk is deze verwonding met een palingschaar
door vischstroopers toegebracht.
Een nog brutaler feit heeft zich Zaterdag jl. te
Baarland voorgedaan. Iu een weide waar verscheidene
melkkoeien graasden zijn door kwaadwilligen van
twee koeien de staarten aan elkauder vastgeknoopt
waarschijnlijk hebben deze dieren vreeselijk geworsteld
althans men vond bij de eene koe den staart midden
door getrokken, zoodat het beest door bloedverlies veel
heeft geleden.
In sommige bladeu is gemeld dat aan een stuka-
doorsknecht te Deventer een erfenis van meer dan een
ton ten deel was gevallen. De man heeft het zich wel
verbeeld, en zelfs twee van zijn dochters, die in Kampen
dienden 'thuis laten komen terwijl hij zelf bij zijn
meester zijn dienst heeft opgezegd, maar tot nog toe
is rle erfenis niet op komen dagen. De man moet het
óf gedroomd hebben óf hij wastoen hij het rond
bazuinde, niet wel bij het hoofd. Hij is riu weer aau
het stukadoren getrokken.
PEUILLET OIV.
Jets over liet tweegevecht.
Vervolg en slot van ons vorig nommer.)
Onder Bodewijk XY namen de duels toe in aan
tal, maar zij werden minder moorddadig. Het punt
van eer werd om zoo te zeggen gesplitstde ge
ringste oorzaak kon nog altijd aanleiding tot vechten
gevenmaar alleen grove beleedigingen hadden
duels op leven en dood ten gevolge. Bij de gewone
of lichte tweegevechten was men gewoon te eindigen
als een der strijdenden gekwetst raakte; zulk een
strijd heette dan een gevecht om het eerste bloed.
De vurige Rousseau roept in een van zijn geschrif
ten uit
//Om het eerste bloedMijn Godwat wilt gij
met dat bloed doenwild dier Het drinken
Maar hoeveel stemmen zich ook verhieven tegen
dit rampzalig gebruik, het bleef bestaan tot in onzen
tijd. Zekere heer de Bréanteen oud militairliad
er ook dikwijls tegen gemopperden om nu te
Reproeren of die heer inderdaad zulk een gezworen
Jjjand van het duel was als hij voorgaf, verhaalde
Jamand hemdat ziju zoonnamelijk die van de
Breant zeiveneen ernstige beleediging had onder
daan en den moed gehad haddaar geen voldoe
ning voor te vragen. Zooals het dikwerf gaat, de
natuur ging hier alweder boven de leer; onze oude
neer geloofde het nietwerd kwaad eu men had
de grootste moeite van de wereld om hem te be
letten den persoon uit te dagen die hem dat ver
teld had.
Vroeger streed men steeds met den sabelin het
bijzijn van seconden, die ook werkelijk als twee
den dienden, want meestal, na afloop van den strijd,
vatten zij de zaak hunner vrienden open vochten
derhalve voor de eer van een ander. Later werden
er eenvoudig getuigen vereisclit. Ook werd meer
en meer, vooral sedert Bodewijk XVIhet pistool
in het tweegevecht gebezigd. De getuigen moeten de
voorwaarden van liet gevecht regelenen toezien,
dat er niet met ongelijke wapens wordt gestreden.
Voor drie honderd jaar werd dat zoo nauw niet
gemikt. Onder de regeering van Hendrik III werd
de ridder Caylus door d' Entragues overhoop ge
stoken, omdat de eerste slechts een degen had ter
wijl de laatste zich van een dolk bediende. De op-
merkiug, die door Caylus daarover gemaakt werd
beantwoordde zijn tegenpartij door te zeggen: 'tls
zeer achteloos van udat ge uw dolk hebt thuis
gelaten; wij zijn hier om te vechten, maar niet om
over de wapens te kibbelen." Zelfs scheen toen dc
beleedigde het voorrecht te hebben aau den belee-
diger allerlei voorwaarden op te leggendit zou
men ten minste opmaken uit het volgend voorval
dat door den geschiedschrijver Brantöme wordt
medegedeelden waarvan liij zelf getuige was.
Ëen tweegevecht zou plaats hebben tusschen een
zeer klein heer en een reusachtigen Gascoujer. De eerste
regelde de voorwaarden van het gevecht zoodanig
dat zij beiden een ijzeren halsband om zouden
doen, voorzien van scherpe punten die naar boven
staken zoodat zij genoodzaakt waren het hoofd
omhopgtehoiiden. //En dit", zegt Brantóme, //was
door den kleine heel aardig bedacht, die zijn hoofd
kon opheffen tegen den groote en hem gemakkelijk
aanzien, hetgeen de groote niet doen kon zonder
zich ernstig aan de keel te kwetsen; alzoo doodde
de kleine zijn vijand heel gemakkelijk met twee
degensteken." In onze dagen zou men den kleine
eenvoudig een moordenaar noemenik geloof zelfs
niet, dat één groote gek genoeg, of één gek groot
genoeg zou zijn om dergelijke conditiën aan te
nemen.
Een Frnnsch tooneelspeler die aan het hof van
onzen stadhouder Willem IV in groote achting
stond, Dmnolard heette hij geloof ik had bij
eeu dergelijke gelegenheid een veel aardiger inval.
Onder het rijden had hij ruzie gekregen met (len
Spaanschen gezantomdat zijn koetsier niet voor
het rijtuig van genoemden lieer uit den weg wilde
gaan. Beide koetsiers ranselden elkander af met
de zweep en de heeren daagden elkander uit op
den degen. In het strijdperk gekomenhaalde
Dmnolard een st.uk krijt voor den dagen trad
daarmede op zijn tegenpartij toe. Deze uiterst verbaasd
vroeg hem wat hij met dat krijt wilde doen. uWel",
antwoordde de grappige acteur, //ik ben zoo mager, en gij
zijt zoo dik, dus de kansen staan niet gelijk, aangezien
ik een veel grooter oppervlakte voor mij krijg om er
in te prikken dau gij. Nu zal ik met krijt een
kring op uw buik trekkenen alle steken welke
buiten dien kring vallen tellen niet." Die zotte
inval bracht alle aanwezigen hartelijk aan het lachen
en van het duel kwam niets.
De ijverigste duellisten in Frankrijk zijn tegen
woordig de dagbladschrijvers. Wordt een van
die ridders van de pen door een zijner confraters
wat al te hard aangepakt, aanstonds daagt hij hem
uit, en de uitnoodiging wordt nooit van de hand
gewezen. Dan gaan zij er op los dat het een lust
is. Gelukkig zijn die gevechten zeldeu heel ernstig;
in de meeste gevallen wordt er niet meer bloed ge
stort dan een halven vingerhoed. Evenwel, wie in
Frankrijk en bovenal in Parijs aan eenige courant
wil geplaatst worden, inoet bewijzen leverenniet,
dat hij een fqrsche pen woert, 'inaar dat hij goed de
wapens hanteert, ft Doet mij pleizier dat die ge
woonte in ons rustig vaderland niet bestaat; ik
mocht anders ook soms, ofschoon slechte een nederig
//kortestukjes-maker" zijndehier of daar een prik
of een stoot oploopen.
Zoo waren verleden jaar twee jeugdige journa
listen in het bosch van Boulogne, om afrekening
te houden. Achter hen stroomde een niet breed
maar zeer snelvlietend beekje. Reeds stonden zij
met getrokken sabels tegenover elkander, toen een
luide gil gehoord werd.
Zij snelden op het geluid toe; een kind, dat daar
toevallig met zijn geleidster wandelde, was wat voor
uit gedarteld, in het water gevallen en werd reeds
door den stroom medegevoerd. Een van de kam
pioenen, ofschoon hij volstrekt niet zwemmen kon
wierp aanstonds zijn wapen neder en sprong te
water. Na groote krachteinspanning had hij het
geluk het kind te redden. Druipend plaatste hij
zich nu opnieuw voor zijn tegenpartijen sprak:
//Ziezoo, inijnheer, nu beu ik tot uw dienst.*' //Maar
ik niet tot uwe," antwoordde de andere; //ik be
wonder te zeer uw moed, en ik heb te veel achting
voor uw edel karakter, dan dat 'ik als vijand tegen
over u zou willen staan."
B.
v. d. H.