V
No. 35.
WOENSDAG 3 MEI
1871.
Steiger te Zijpe.
Opmerkingen bij de studie
der Sociale Kwestie.
Da vergadering van modernen
ikke-
gegrond
lervonden
14,50 (30
e 18.
Wetenschap,
pelijk aan
bevolen tegen'
koude op de'
maag, hoest,
[slechte spijs-
vertering
kort aderaig-
lieid en gra-
reel. aken
ZIBlkZESSriE COURANT.
Verse li ij n t op W OENSDAG en ZATERDAG
PRIJS der ADVERTEN-T1ËN.
10 Cents per Regel. De Inzending kan geschieden uiterlijk tot
Dinsdag en Vrijdag morgen II ure.
ABONNEMENT S-P R IJ S.
Per drie maanden f 1,— Franco per Post f 1
Het Telegraafkantoor is geopend van 1 April tot 30 SeptemberOp Werkdagen
Van 7 u. 'svoormidd. tot 9 u. 'snamidd. Op Zon- en Feestdagen: Van
89 'svoorm.van 13 en van 7 -9 u. 'snamidd.
Het Postkantoor is geopend met inbegrip van Zon- en Feestdagen
Van des voormiddags van 0[/2ll'/s uur.
namiddags 23
avonds 77 Vs x
9Vs—"10
BEKENDMAKING.
GEDEPUTEERDE STATEN van ZEELAND
bekend datuithoofde van het herstel der
Voorhanden schadevan den Steiger te Zijpe
■eplom- 30ten of andere Vaartuigen geen
meerdedoozen orden, gemaakt tot den 7
ia et gebruiks- Middelburg 28 April 1871.
jrawijziiig f, J E w yAlf xjjndEN Voorzitter.
BUTEUX, Griffier.
door Stoom-
ebruik zal kunnen
Mei aanstaande.
30 Kr. 81/.,
3gr. 51 Cent"
jij G. A. de'
1
Gremeenteraad van Zierikzee
van 29 April 1871.
Afwezig de bh. rar. van Dongenmr. Moensmr.
vloolenburghLandsknecht en Zuurdeeg.
De notulen der vorige vergadering worden na resumtie
goedgekeurd.
Voor keunisgeving wordt aangeuomen de mededeeling
lat Ged. Staten het kohier der hondenbelasting voor 1871
lebben goedgekeurd. Aan L. Anker wordt op zijn ver-
•üoek een stuk gemeentegrond in koop afgestaan voor
Ge som van f 30,met verplichting om het behoorlijk
met een ijzeren hekken af te sluiten. Op een verzoek
ran het bestuur der sociëteit „Tot Nut en Genoegen
om eene subsidie van f 100,uit de gemeentekas, als
tegemoetkoming der kosten van de te geven feesten bij
gelegenheid der tentoonstelling van de maatschappij van
Landbouw en Veeteelt op 20, 21 en 22 Juni alhier
wordt gunstig beschikt, nadat door den voorzitter was
medegedeelddat vroeger aan de maatschappij van
Landbouw een erediet werd verleend van f 300,waar
onder f 100,voor de feesten bestemd waren en dat
gemelde maatschappij thans die f 100niet behoeft
daar de sociëteit „Tot Nut en Genoegen'' thans de
maandelijks feesten geeft. Aan gemelde maatschappij van Landbouw
die de medewerking van het bestuur had gevraagd wordt
onverhoopteeu erediet van f 200,verleend. In Lauden der hh.
geleverd. mr* MoolenburghKoole en Labrijn worden gesteld de
-I* "post leningen van het R. C. armbestuurvan de stads
jnaars te^en ^re^" 0U liaaisck°°l van de bank van leening en van
h de concessionarissen van den straatweg tusschen Zierikzee
en Brouwershaven allen over 1870 tot onderzoek en
rapport. Idem in de handen van jhr. J. L. de Jonge,
rar. Moens en Koole de rekening wegens de exploitatie
der gaz-fabriek over 1870 en het verslag der commissie
voor de gaz-fabriek en de straatverlichting. Het verzoek
van C. Eermouw om remissie van hoofdei, omslag wordt
aangehouden tot dat het kohier zal zijn vastgesteld.
Aan de wed. J. H. H. Kooning wordt op haar verzoek
eene verhooging toegekend liarer toelage voor het schoon
houden der lokalen der armenschool de som van f10, bij wijze
van gratificatie aan haar persoonlijk. De gemeentever
slagen van Delft en Utrechtworden ter visie van de
ledeu gelegd en daarna in de boekerij geplaatst. Yoor
kennisgeving wordt aangenomen het proees-verbaal der
jongste opname van de kas en boeken des gemeente
ontvangers, waaruit bleek dat zich op 8 April jl. in
uit'
de voor-
370
a arsche
3i' Con
Hong,
Hong.
tr 1870
)00. 4
prijzen
van
ndeerde
2 en
aar wel
grooten
prompt
daar de
Ier be-
kas bevond f 2279,84. De voorzitter deelt namens
Burgem. en Wetli. mede dat de publieke verkoop vau
het tclegraaf-gebouw op 19 April jl. heeft plaatsgehad
en daarvau kooper is geworden de hèer L. Geers voor
de som van 2600,Yoor kennisgeving aangenomen.
Op voorstel des voorzitters naar aanleiding van eeu
schrijven van den commissaris van politie wordt besloten
het poli tie-pers on eel te vermeerderen door een 5 den
politieagent op een jaarwedde van f 350 aan testellen.
Wordt besloten tot het doen van eenige af- en over
schrijving. Wordt machtiging verleend aan het burgerlijk
armbestuur tot af- eu overschrijving vau enkele posten
hunner begrooting over 1870. Tot leden der commissie
voor de zaken der schutterij worden benoemd de heeren
dr. Goemans en van der Grijp eu tot plaatsvervangers
de heeren Landsknegt en Koole. Tot leden van liet
stembureau voor de verkiezing van 3 leden der provinciale
staten op 9 dezer worden benoemd de heeren Mulock
Houwer en Koole en de overige ledeu als plaatsvervaugers.
Overeenkomstig liet rapport der commissie ad hoe wordt
goedgekeurd de rekening vau het pensioen- of weduwen-
fonds van gemeente-beambten over 1870 in ontvang,
op f453,175 in uitgaaf op 416.705 en goed slot op f 36,44.
Wordt gelezen een gemotiveerde missive van de com
missie van fabricage aan Burgemeester en Wethouders
betrekkelijk de demping van een gedeelte der Oude
Haven, en de uitdieping der Nieuwe Haven. De com
missie geeft te kennen dat ter bereiking van die iwee
doeleinden een plan tot rijpheid is gekomen dat uitgaat
van deze hoofddenkbeelden.
a. de Nieuwe Haven uit te diepen tot een bekwaam peil
b met dien uitkomenden grond liet gedeelte der Oude-
of binnenhaven strekkende van de Molsluis tot en
met de steenen brug te dempen.
c. onder door het gedempte gedeelte te leggen een riool
of waterleiding van bekwame afmeting in verband
gebracht met de bestaande molsluis en
d. aan het einde van dat gedempte gedeelte een frontmuur
te plaatseu waarvoor dan eene als spuisluis ingerichte
uitmonding zon zijn voor dat werk of die waterleiding.
dat echter later in den boezem der commissie een ander
denkbeeld is geopperd, waaruit een nieuw plan is geboren
waaraan na ingesteld naauwkeurig onderzoek de commissie
de voorkeur geeftomdat men door de uitvoering van
dit laatste plan niet alleen een meer tijdig nuttig doel
zou bereiken maar ook bovendien het geldelijk offer
geringer zou zijn. De commissie wenscht dau ook de
aandacht vau Burgemeester en Wethouders in de eerste
plaats op dit laatste plan te vestigen waarvan de
hoofddenkbeelden hierop nederkomen
a. De nieuwe of buitenhaven uitdiepen tot een bekwaam
peil.
b. de oude of binnenhaven over het niet te dempen
gedeelte mede uitdiepen.
c. met dien uitkomenden grond het gedeelte van de oude
of binnenhaven strekkende van de molsluis tot op
p. m. 35 meters voorbij de Steenenbrug zijnde alzoo-
tot even voorbij bet zoogenaamde Yrije te dempen
en aldaar op te sluiten met een frontmuur.
d. de bestaande molsluis buiten gebruik te stellen
immers met behoud van het gewelf en dit aan de
berij
OS.
PJEUILJL IET O IV.
Vervolg van ons vorig nommer.)
Het feit bestaat dat ondanks al den vooruitgang
op elk gebied ondanks liet ophoopen der kapitalen
en liet aanwenden der kapitalen op groote schaal in
liaiulel en nijverheid de groote menigte der bevolking
d. i. de levende werkkracht achteruitgaat verarmt
steeds meer wegzinkt naar het peil der paria'sterwijl
toch iu dien stand verstandelijk leven genoeg aanwezig
is om zich rekenschap te geven van den toestand en
dus ook de behoefte aan verbetering en de zucht naar
opheffing uit de laagte. Ja die zuclit begint zich hoe-
langer hoemeer te openbaren vooral in de groote ver-
eeniging der Internationale, een lichaam dat zich overal
en gedurig meer schrap zet tegenover de gevestigde
orde van zaken en als niet in tijds de storm kan
bezworen worden, alom tot de vreeselijkste omwente
lingen zal aanleiding geven. Wat de arbeider tot nu
toe met een zekere gelatenheid ontbeert zal hij weldra
met ^onweêrstaanbaren nadruk gaan eischen van beu
die 'them, wel niet geven kunnen zoo als hij 'tzal
verlangen; maar die toch geroepen zijn om nu 'tnog
tijd is te zien wat er gedaan kan worden. Men wane
niet dat er nu reeds veel gedaan wordt en dat de
Wangstelling groot is. Al wat vereenigingen met een
ot ander liefdadig doel voor den werkman verrichten
is slechts een pijnstillend middel dat geen genezing
aanbrengt niet alleen, maar de kwaal misschien meer
verergert. De historie is daar om dit zonneklaar te
bewijzen.
Het Romeinsche Rijk is in zijn achteruitgang en
val juist al de phasen doorloopen die wij zich nu zien
herhalen. Toen eenmaal de maatschappelijke verhou
ding tusschen de bezitters en hen die alleen hun
arbeidskracht bezitten was verbroken, nam men tot
allerlei hulpmiddelen de toevlucht. Het eiude vati alles
was dat de arbeidende klasse verviel tot een hoop ellen-
digen, die, minder dan slaven, alleen nog leefden van
de brokken die men hun toewierp. Alle begrip van
eigen huis en haard was verloren gegaan als vee
werden de mindere klassen gekaserneerd in de beruchte
blokken van Rome en andere groote steden; tot hun
levensonderhoud werden uitdeelingen gedaan op groote
schaal door de enkelen in wier handen al het kapitaal
was overgegaan, zoodat feitelijk liet gros der bevolking
voortdurend op ration gesteld was. Men was, evenals
in onze dagenbegonnen met de schoonschijnende
volksgaarkeukens en volkskostliuizenmen eindigde met
algemeene alimentatie en totale omverwerping van alles.
Inmiddels was die toestand een uitnemende gelegen
heid voor de staatkundige fortuinzoekers immers de
volksman van den dag, die de meeste rations uit
deelde en het behendigste was in het doen van een
beroep op het volk" in een gegeven ©ogenblik, was
ook de heer van den staat. Daardoor werden de
heiligste grondslagen van den staathet rechtde
veiligheid en de eigendom ondermijnd eu een algeheel
verval moest noodwendig volgen.
Wel beschouwd is alleen het verbeterd onderwijs met
gulle hand overal om niet of goedkoop verkrijgbaar
gesteld het eenige zuivere middel dat in de nieuwere
tijden tegen de kwaal der maatschappij is aangewend,
doch dit middel werkt zoo langzaam en de kwaal is
reeds zoo ingekankerd dat onderwijs alleen niet helpenkan.
havenzijde behoorliïk af te sluiten.
e. de molsluis naar de zijde der schuithavcn met een
gedeelte van deze laatste te dempen met den hierna
te noemen grond.
door de molsluistot daar waar de sub e genoemde
demping eindigteen rioolbuis van niet groote
afmeting le leggen met de noodige vertakkingen in
verband met de op de schuithaven uitkomende
riool monding.
jf. het verder gedeelte van de schuit- en z wemhaven ter
bekwamer diepte uit te graven en met dicu grond
zooveel mogelijk de sub e bedoelde demping te
bewerkstelligen.
h. de Zoute Gracht over hare geheele lengte over eene
zekere breedte en tot bekwame diepte uit te graven
en door het wegruimen van de schoven in den steenen
beer, die Gracht met de sub g bedoelde havengedeel
ten in vrije en onbelemmerde verbinding te brengen
met de Brakke Grachtdie door de Westhavensluis
uitwatert on de nieuwe- of buitenhaven.
i. de uit de Zoute Gracht te graven groncl onder zeker
beloop te bergen aan de zijde van het plantsoen of
de zoogenaamde stads-waudeling en wel iu dier voege
dat zulks een breeden beneden of onderberm vormt
welke nu of later geschikt wordt voor uitbreiding van
bedoeld plantsoen.
Al deze punten worden door de commissie in het
breede ontwikkeld cu voor zooveel noodig gestaafd of
opgehelderdwaarvan bij eene verg elijking der voor
beide plannen geraamde sommen het laatste plan min
der dan het eerste zou kosten calculatief eene som van
f J 2700. De kostenvan het oorspronkelijk plan zijn
geraamd op N4300Ó. Die van het laatste plan op
f 30,300. Yoorts deelt de commissie nog haar ge
voelen medebetrekkelijk de wijze van aanbesteding.
Zij eindigt haar uitvoerig verslag met den wensch dat
Burgemeester en Wethouders zich met het door haar voor
gedragen plan zullen kunnen vereenigen. Wordt besloten
dit verslag ter visie van de leden te leggen. "Wordt gelezen
een rapport van de commissie voor de bestrating van 1870
bestaande uit de heeren mr. Moens Koole eu Labriju
betrekkelijk het verleggen van den provincialen weg bij
het Zeiketerrein waaromtrent door Burgem. en Wctli. in
de vergadering van 29 Maart jl. rapport werd uitgebracht,
waaruit der commissie is gebleken dat men bij het onderzoek
niet voldoende in hare meening was doorgedrongen, zoodat
zij bij be1 ter visie leggen van het rapport voor Burgem. en
Wetli, eene nadere omschrijving en uiteenzetting van haar
plan meent te moeten aanbieden.
Na de omschrijving van liaar plan merkt zij op dat
zij primitief wenschelijk achtte de richting van den weg
van den zaagmolen naar het Sas en van daar naar den
platten weg te veranderen doch daarvan is teruggeko
men waardoor het door Burgem. en "Wetli. geopperde
bezwaar met betrekking tot den toegang tot de schuur
van den heer Bevelander vervalt.
Yoorts geeft zij eene raming van kosten en van baten
en somt zij de voordeelen op en treedt zij iu beschou
wingen over de bezwaren die aan het plan zonden kun
nen verbonden zijn. Ten slotte beveelt zij haar plan
aan de ernstige overweging van den Raad aan. Wordt
besloten dit rapport ter visie van de ledeu te leggen.
Door Burgemeester en Wethouders wordt aan den Raad
aangeboden het gemeenteverslag over 1S70. Yoor ken
nisgeving aangeuomen. Op voorstel van den heer Labrijn
wordt besloten het verslag der commissie van fabricage,
betrekkelijk de demping der haven te doen drukkenen
aan de leden een exemplaar uit te reiken. Hierna wordt
dc vergadering gesloten.
te Amsterdam gehouden op Woensdag 19 April 1871.
Zijn we ecnigzlns uitvoerig geweest in ons verslag
van het eerste inleidend woord over deze vraagwe
kunnen omtrent liet verder daarover gesprokene korter
zijn. Ds. Knappert uit Leiden diein.de tweede plaats
de vraag inleidde trachtte eerst aan te to on en waarom
de moderne richting beter dan eenige andere kan
meehelpen om deze eu dergelijke maatschappelijke
vragen op te lossen. Zijn antwoord wasonulat
noch de Katholieke kerknoch de orthodoxie zoo
als wij den algemeonen drang naar vrijheid voelen
en waarderen kan. Voorts omdat zij nooit 7.66 ernstig als
wij de oplossing van dergelijke vragen zoeken kunnen
levert voor ons elk nieuw tijdperk in de geschiedenis 'Ut,
eene nieuwe godsopenbaringvoor lien is de volle
waarheid reeds voor Jang geopenbaard en zoo kunnen
ze dan ook deze vragen niet anders oplossen dan
met een beroep bijv. op Efez. 6 //gij dienstknechten 1 eu
weest uwen heeren naar het vleesch gehoorzaam'0"9
met vreezen en beven." etc. Eindelijk, omdat voor e0
geheel, de maatschappij, geheel de menschelijke 'r1^
de
al ie
res-
kr-
geil
ider
vol-
d«s
van
Tot
alen
leve
ïven
ook
b in
ion-
zeer
ken
Dit
den
ad-
nen,
den
hen
samenleving uit den booze is en iii den booze ligt
1 te
terwijl zij voor ons juist het eigenlijk gebied is van e-a
Gods cn dus ook van onze werkzaamheid.
Ten tweede stelde hij dc vraaglangs welken weg
de oplossing van de arbeidersvraag moet worden ge- Hij k
zocht. De staathuishoudkunde leert, dat alle drie mde
factoren die tot voortbrenging samenwerken arbeider, 5èrie\
ondernemer en kapitalist allen elkaar noodig hebben. 4,58,
Kapitaal schept arbeid en arbeid schept, kapitaal.
Elke werkstaking is daarom af to keuren. Ze doet ")00,
dubbel kwaadkwaad aan den arbeider, die geen '32 f
loon ontvangt, kwaad ook aan het kapitaaldat niet 5 8
toeneemt en dus minder werk geven kan. Hoemeer1;
dus arbeiderondernemer en kapitalist elkanders be-f;
langen behartigente meer behartigen ze ook
eigenbelang. Zoo valt de wet van het sociale leven
samen met de wet van Christus. De onderlinge vei*-
houding moet een broederlijke en Christelijke worden
tusschen arbeider en arbeidgever. Wanneer wij dat
bevorderen, waar wij kunnen, helpen we mee aan
de oplossing der moeilijke vraag.
Onder de sprekersdie daarna optraden was 0. a.
de heer Knijperlid van den Amsterdainschen
meenteraaddie de vraagwaarom juist in onze j
dagen -deze strijd zoo krachtig en hier en daar ook
zoo hefcig gevoerd wordtmeende te moeten beant-
de
an
ils
inal
taal
Een
half
zen
Alle andere kunstmiddelen, al vloeien ze voort uit
nog zulke edele bedoelingen moeten noodwendig
falen. Het welmeenende menschelijke gevoel doet ze
gretig aangrijpen; de denkende econoom veroordeelt
ze echter met grond en werkt er slechts in zooverre
aan mede als ze hem misschien een voordeelige geld-
beleggingaanbieden. Zoo ontstaan bouwvereenigingeti
die heel zoetsappige verslagen openbaar maken van
de reüssite hunner menschlievende pogingen doch er
niet zoo dadelijk bijvoegen dat zij 10, 12 ja 15% van
hun geld maken; immers door wie worden die woeker
winsten opgebracht? Zoo verrijzen brood en meelfa
brieken, die ook al zoo wat voor den minderen man
opgericht, eerst de concurrentie dooden en dan de macht
in handen hebbende enorme winsten maken en niets toe
brengen om de boterham van den werkman een streepje
dikker te maken. Zoo zal nog menige gaarkeuken tot bloei
komen, 'tbegrip van eigen tafel en eigen pot, dat van
zoo groote zedelijke waarde is, van lieverlede doen
verdwijnen, en toch altoos een rente opleveren die bijna
die der Oostenrijkertjes overtreft en vrij wat zekerder is.
Ziedaar wederom een andere beschouwing der
Sociale kwestie, die somber is en misschien niet van
overdrijving vrij te pleitenmaar die toch door niet
weinigen gedeeld wordt en bij de bestudeering der
moeielijke vraag ook moet in rekening gebracht worden.
Er zouden nog meer gezichtspunten kunnen aangegeven
worden, waaronder het vraagstuk zich voordoet; doch
de genoemde mogen voldoende zijn. Er blijkt genoeg
zaam uit dat het Sociale vraagstuk een der belangrijkste
is van de moeielijklieden die het thans levende geslacht
op zijn weg vindt, daar het ingrijpt in Godsdienst en
zedeleer, in de teerste belangen van de huishouding der
maatschappijin het innerlijke wezen der politieke
verhoudingen en tot onderwerp heeft het welzijn of de M
besliste val van verreweg het grootste deel der mensehen.
Het vraagstuk levert bovendien geheel eigenaardige
moeielijklieden op. De" feiten die, met de eenvoudige
grondstellingen der staathuishoudkunde in verband
gebracht, zeer natuurlijk en eenvoudig schijnen, doen
hier toch niettemin èn 'tgevoel cn 'tverstand geweld aan,
en dat moest niet zijn als de zaken gezond waren. De
productie neemt verbazend toe; allerlei uitvindingen en
toepassingen der wetenschap bevorderen die productie
en toch wordt het getal dergeueu die genot kunnen
hebben van het geproduceerde steeds geringer en,
globaal omgeslagende mate van genot gedurig kleiner.
De prijzen der eerste levensbehoeften d. i. var. het voedsel,
stijgen voortdurend, zoodat de meeste artikelen in de
laatste 30 jaar meer dan 100% duurder geworden zijn,
terwijl dc prijzen der producten niet tot voeding
bestemd, en van welker productie de meeste werklieden
leven moeten, aanhoudend dalen. De arbeidersloonen
zijn in de laatste 30 jaren misschien een 10% vooruit-
gegaan, velen zelfs gedaald. Beschouwt men nu deze
verschijnselen uit een staathuishoudkundig oogpunt
dan geeft het oploopen der voedingsprijzen vooruit-
gang van den grondeigenaar te kennen; het dalen der j,
fabrieksprijzen wijst naar vooruitgang in de voortbren-
ging en als er nu maar gelijke verhouding was tusschen
het rijzen der voedingsprijzen en het arbeidsloon dan 1
zou de toestand uitmuntend wezen. Doch dit is het
geval niet en daarom heeft er werkelijk slechts voor-
uitgang plaats van een klein getal mensclien en schrik- ,.er
barende achteruitgang en verarming van den vroeger bij
ons zoo talrijken en degelijken lageren middelstand
en de ten alle tijde overgroote meerderheid der arbeiders. t
{Wordt vervolgd.) ;e