l\o. 18. ZATERDAG 4 MAART 1871. I Een stap vooruit. Buitenlandse!» Overzicht. Repliek aan den Schrijver M 1 als en rijs leu sde is. ZIERIKZERSCBE CMJIAIT. Verschijnt op WOENSDAG on ZATERDAG PRIJS der AD VE RTE NT1N. 10 Cents per Regel. De Inzending kan geschieden uiterlijk tot Dinsdag en Vrijdag morgen 11 ure. A B O N N E M E N T S-P R IJ S. Per drie maanden f 1,Franco per Post f 1, Het Telegraafkantoor is geopend van 1 October tot 31 MaartOp Werkdagen Van 8 u. 'svoormidd. tot 9 u. 'snamidd. Op Zon- en Feestdagen: Van 89 'svoorm.van 1—3 en van 79 u. 'snamidd. Het Postkantoor is geopend met inbegrip van Zon- en Feestdagen i Van des voormiddags van O1/»11V« uur. namiddags 23 a avonds 777o SP/a—10 Pas- arm 3 "uit ■Ha- de D-) u •.Een stap vooruit, als zoodanig meeaen wij. liet'besluit ei. mogen en te moeten begroeten dat de, werkbazen e dezer stede door de achterstaande advertentie ter lennis brengen van het publiek. Ze willen, zoo zeggen je, voortaan per uur laten werken en per - uur/betalen. In te gelijk liet loon een weinig verhoog,en. Terwijl den werklieden vroeger de uren, waarin zij overwerkten, nipt 10 cent werden vergoed, zullen ze nu voortaan voor ilk werkuur op den dag 11 centen ontvangen, t Dit schijnt eene onbeteekenende zaak, maar heeft kerkelijk tweederlei nut. Vooreerst, wordtj hierdoor het iagloon voor de werkgevers naar evenredigheid hetzelfde ■u' winter en zomer;. Dat was vroeger zoo niet. "Vroeger «ras het winterdagloon f 0,80 tegen f 1,des: zomers. Dat was niet in.verhouding tot het groot verschil van werkuren, inde verschillende jaargetijden. Van daar, dat zoo velen des winters nooit genegen waren iets te laien werken, wat toch vooral als het binnenshuis ge schieden moeteven goed 's winters gedaan worden )con. Men zag er te groote schade in en dat was het ook. i Nu moge dit schijnbaar weinig in het belang van 'den werkman zijnvoor wien nu ook 's winters het 'dagloon niet per dagmaar per uur berekend wordt, in waarheid zullen zij door de verhooging van 1 cent per uur ook in dagloon niet achteruitgaanen zeker zullen ze vooruitgaan in dit opzichtdat er 's winters lieer werk komen zal. Nu het den werkgevers 's winters [niet meer dan 's zomers kostzal menigeen niet uit barmhartigheid maar uit eigen belang ook 's winters laten werkenwanneer het nooit zoo overkropt druk is als in den zomer. Het werk, dat gedaan worden moet, .Ibeeft dan meer kans geregeld te vorderen. Nu moest men 's zomers dikwijls bedelen om een knecht en slechts met horten eu stooteu werd men geholpen. Dat is één lichtzijde voor werkgevers en werklieden beiden. En de tweede is voor de laatsten de loonsverhooging vooral in den zomer. Een cent per uur lijkt weinig maar op een werkdag van 12 uur zijn het er twaalf eu zes maal twaalf is twee en zeventig. Op den duur scheelt oen vermeerderde inkomst van veertien stuivers per week niet weinig. Daarom verheugen wij ons in het genomen besluit vooral omdat het uit eigen beweging door de werkbazen genomen werd. Hoe poudeu we wenschen dat dit goede voorbeeld ook eeiis door de landbouwers gevolgd werdwier loonenvooral aan de arbeidsterseenige verhooging zeer noodig hadden. Naarmate het geld goedkooper wordt en de levensbehoeften duurder, moeten de loouen stijgen. En juist door zoo aau de billijke wenschen des volks althans eenigermate tegemoet te komen blijft een goede geesteen hartelijke omgang -tusschen meerderen en minderen mogelijk. En zoo is dan eindelijk volgens een heden alhier ■ontvangen telegram de vrede definitief gesloten. Slechts 107 leden van de Constituante verklaarden zich voor het voortzetten van den krijg. De meerderheid evenwel begreep terecht dat de oorlog een onmogelijkheid was. He vredesvoorwaarden deelde Thiers op de volgende wijze aan de vergadering te Bordeaux mede. Wij hebben de smartelijke taak op ons genomen wij hebben onze beste pogingen in het werk gestelden komen thans met smart aan uwe beraadslagingen een wetsontwerp voorleggen, waarvan wij verzoeken dat art. 1 door u urgent worde verklaard luidende //Haar de nationale vergadering voor eene noodzakelijkheid staat is zij niet verantwoordelijk en neemt de op 26 Februari te Versailles geteekende vredespreliminairen aan." (Hier begeven de heer Thiers de krachten hij is ge noodzaakt tie tribune en de zaal te verlaten. De heer Barthelemy St. ITilaire gaat met de voorlezing der vredes preliminairen voort.) Art. 1Frankrijk doetten gunste van het Huitsche rijk afstand van zijne rechteu opeen vijfde gedeelte van Lotharingen daaronder begrepen. Metz en Thionville en van den Elzas, met uitzondering van. Belfort. Art. 2 Frankrijk betaalt 5 milliard francs waarvan één milliard in 1871 en het restant in een tijdsverloop van drie jaren. Art. 3 Be ontruiming van het Fransche grondgebied zal na de ratificatie van het verdrag een aanvang nemen. De Duitsche troepen zullen alsdan het inwendige van Parijs en verschillende departementen meerendeels in de westelijke streek gelegenontruimen. - De ontrui ming van de departementen zal achtereenvolgens plaats hebben na de betaling van het eerste milliard en naar gelang van de storting der andere milliarden. De som men, welke te storten overblijven, zullen een rente dragen van 5%, te rekenen van af de ratificatie van het verdrag. Art. 4. De Duitsche troepen zullen zich van het heften van elke schatting in de bezette departementen onthouden, maar hun onderhoud zal op kosten van Frankrijk geschieden. Art. 5. Een. termijn wordt gesteld aan de bevolking van het geannexeerde grondgebied, om te kiezen tot welke der beide nationaliteiten zij willen beliooren. Art. 6. De krijgsgevangenen zullen onmiddellijk worden in vrijheid gesteld. Art. 7. He definitieve vredesonderhandelingen zullen geopend worden te Brusselna de ratificatie van het traetaat. Art. 8. Het beheer in de bezette departementen zal worden toevertrouwd aan de Fransche ambtenarenon der de bevelen van de Duitsche legerhoofden. Art. 9. Het tegenwoordig verdrag verleent geen recht op het gedeelte grondgebied, hetwelk niet bezet is. Art. 10. Dit verdrag zal aan de ratificatie van de nationale vergadering in Frankrijk onderworpen worden. Is er eenige hoop dat Europa gedurende geruimen tijd; bevrijd zal blijven van den geesel des oorlogs Wij meenen van neen. Niet alleen dat ook in het Noorden van Europa de haat tegen PruissenzaJ toenemen door de schitterende overwinningen die v. Bismarck heeft behaald niet alleen dat Rusland misschien binnen betrekkelijk korten tijd zal begrijpen dat zijne politiek 't mee brengt om de verdere uitbreiding van de eerste macht in Europa krachtdadig tegentegaanmaar de annexatie van Elzas en een gedeelte van Lotharingen zal Frankrijk steeds blijven beschouwen als eene ver nedering die het zich ja voor 'toogenblik getroosten moetmaar waarover het bij de eerste de beste ge legenheid wraak zal moeten nemen. De vrede is slechts een wapenstilstand. Uitgeput en machteloos is de eens zoo groote natie nu niet in staat te verhinderen, wat de ijzeren "graaf over haar besloten heeft - vele jaren achtereen zal de oorlogsschatting haar verhinderen weder de vorige krachten te herwinnenmaar 'tzij na twintig- of dertig jaren, de kreet van wraak zal, wij houden ons daarvan overtuigd vroeg of laat overal weerklinken. Heeds nu is het volgende bericht uit Parijs ontvangen. PAnus 27 Febr. De heeren Thiers Favre en Picard hebben eene proclamatie uitgevaardigd aan de inwoners van Parijszij doen een beroep op de vaderlandsliefde en cle wijsheid der bevolking en zeggen //Gij hebt het lot van Parijs en Frankrijk iu uwe handenhet hangt van u af het te redden of na eene heldhaftige verdediging ten onder te gaan. De honger heeft u genoodzaakt de forten over te geven en daar cle legers tot achter de Loire waren teruggedreven was de regeering genoodzaakt onderhandelingen te openenzij deed wat menschen mogelijk was om minder schadelijke voorwaarden te bedingen. De ver lenging van den wapenstilstand kon alleen worden verkregen onder voorwaarde dat tijdelijk een wijk van Parijs gedeeltelijk bezet werdindien de conventie niet werd geëerbiedigd zou de wapenstilstand ver broken wordenen „de vijand de geheele stad bezetten. Het ongeluk zou dan geheel Frankrijk treffen. De verwoestingen van den oorlog die thans niet verder dan deLoire zijn gekomen zouden zich dan tot de Pijreneen uitstrekken. Volgt dus niet het gedrag van lien die acht maanden geleden niet wilden gelooven toen wij hen bezwoeren geen oorlog te maken. Het Fransche leger zal de uitvoering van den nieuwen wapen stilstand helpen verzekeren, zal nu ook de nationale garde zich met haar vereenigen om den vrede te handhaven?" In eene dagorder van Vinoy wordt gezegd Zonder dat daartoe bevel gegeven was is alarm geslagen daar door misleid hebben eenige bataljons naar de wapenen gegrepen en hebben daardoor onwetend misdadige plan nen in de hand gewerkt. De groote meerderheid dei- nationale garde verzet zich tegen deze buitensporigheden, omdat zij begrijpt de plichten die haar zijn opgelegd. De regeering vertrouwt haar de bewaking der stad toe rekenende op hare toegenegenheid en haar verstand tot het handhaven der orde, hieruit blijkt hoe de Parijsche bevolking alles op het spe 1 zou willen zetten om den schandelijken intocht van het Pruissische leger in Parijs te voorkomen. En zijn de sombere profetieën van 'tgeen- er bij dien intocht gebeuren zon gelukkig niet vervuld de herinnering ook aan deze smaad zal eeuwen achtereen misschien nog het woord Prussien tot een scheldnaam doen worden voor eiken Fransclimandien het naar het hoofd geworpen wordt. BINNENLAND. De tweede kamer is weder vergaderd. De heer Tiiohbecke heeft hare zittingen geopend mot een speech, waarin in tegenstelling met andere jaren niet veel be loofd werd. De cenzus en 'thooger onderwijs zullen geen punten van beraadslaging uitmaken. Allereerst na cle begrooting zal de defensiewet in behandeling worden genomen. De minister Engelvaart meeiit een meer geconcentreerd stelsel van verdediging te moeteii aan-* nemen. Voorts zijn te wachten wetsontwerpen betref fende cle tienden, de rechterlijke organisatie eu het Indisch tarief. Hartelijk hopen we dat Thoubecke'9 wenseh: //Men stelt zich gemeenlijk meer voor dan men volbrengt mogen wij, gouvernement en kamer, zoo gelukkig- zijn om eens het omgekeerde te zieii ge beuren", eene profetie moge blijken te zijn. BRIEVEN HIT DE HOOFDSTAD. Over de preventieve gevangenis/ I. In uwen brief, waarin ge mij vraagt u mijn oor- déél eens te zeggen over de preventieve gevangenis schrijft gewat u daartoe aanleiding geeftdat er 1 nl. op het Steengelijk men bij u de gevangenis 1 schijnt te betitelen sedert het laatst van Jannari twee personen voorloopig in hechtenis zijn verdacht gelijk ge zegtvan een zoogeuaamden //valschen" eed te hebben afgelegd in een strafzaak. Écu valsche eed is altijd een leelijk ding maar, vooralals ze den verdachte er voo r zettendat» erken ik g'raag. En daarom wijl ge met de zaake begaan zijtwil ik met genoegen trachten li vooi--.l loopig omtrent de kwestie eenigzins op cle hoogte let brengen. i Met schroom (ge weet ik ben wat bedeesd uitgc-f vallen) zet ik er mij toe omdat reeds zulke knapper kerels over dat onderwerp in liet algemeen geschreven - hebben. Neem het weinige dus voor lief en volstrekt! niet voor nienw. Het spijt mij voor uwe protégés dat de bekende, cu reeds -druk besproken ministerieele circulaire oveill k; de toepassing der preventieve gevangenis niet eenige^ dagen vroeger is verschenen ze hadden dan misschien kans gehad van de voorloopige kennismaking met(l uw //Steen" verschoond te blijven. ;t Het was althans denkbaar dat genoemde circulaire^ meer invloed zou hebben geoefend dan de wetdiett voor gelijk na de circulaire eigenlijk vrij wel lietzelfddll zeide en zegt. Art. 195 toch van het Wetboek vaoe strafvordering luidt Indien de verklaring van eeuft getuige op cle terechtzitting afgelegd wordt verdacht^ gehouden valsch te zijn zal het hof (de rechtbank^ op vordering van den procureur-generaal, (officier vanjg justitie) of op verzoek van den beschuldigde eii zelfs[e van ambtswege hamen bevelen, dat zoodanige getuige,r voorloopig in hechtenis worde gesteld. Art. 330 va»le den Code destruction criminelle, waarvan art. 19^1 eene mooie vertaling is zegt ook le présicleukn pourra mettre.le témoin en état d'arrestationell De circulaire behoeft dus eigenlijk niet te zeggen, dal,, het slechts een bevoegdheid geenszins een verplichting, isom een verdachte voorloopig aan te houdenhe(3S staat immers duidelijk in de wet. ,ei Tot heden begreep men liet juist andersom En waarom Uit gewoonte alleenuit sleur or waarbij men de wet niet meer las was het om de in-,_ structie te vergemakkelijken of wel uit vrees- voor ont-g- vluchting :n FEUILLETON. De in no. 6 van dit blad opgenomen. //Losse ge- I dachten over den vredebond", hebben een soort van beoordeeling uitgelokt in een der Friesche bladen nl. I de //Negen Gemeenten" verschijnende te Akkrum. De bedenkingen aldaar geopperdbetreffen zoo wel de strekking als den vorm der genoemde gedachten en hebben mij aanleiding gegeven die te beantwoorden. Daar er echter inden kringder lezers van de Zierikzeesche Courant mogelijk ook dergelijke bedenkingen kunnen opgekomen zijn, wenseh ik het volgende stukje, in den vorm van een antwoord aan mijn geëerden beoor- deelaar, te doen clienen als een soort van nalezing op de losse gedachten. Werther. Ie uit- smede n O VAN ooruitgang - Beschaving.55 In cle eerste plaats moet ik betuigen dat het mij groot genoegen deed, toen ik zag dat er van mijne //losse gedachten" notitie was genomen. Daar was 't mij natuurlijk- om te doen. Minder aangenaam was 'trnij dat ik al spoedig moest bemerken dat ik geheel niet begrepen werd. Ik kon van mijn losse gedachten wel vermoeden dat ze weersproken konden worden; maar ik had niet zoo dadelijk gevreesd dat ze per se veroordeeld moesten worden en 't speet mij vooral dat Akkrum zoo ver van Zierikzee ligt en ik dus niet zoa dadelijk mijn geëerden beoordeelaar kon toeroepen wees niet te driftig; lees eerst nog eers goecl; wij zijn 'tail fond der zaak eens; gij zijt voor den vrede en ik ook, gij ziet in vooruitgang en verlichting de middelen om den toestand te verbeteren, ik ook; wij zijn broeders in dit opzicht! Zie, wij willen beiden den vrede en haten den krijg; maar waarom moet nu onze eerste kennismaking juist al strijd zijnwant pennestrijd is ook strijd en alle oorlogen beginnen gewoonlijk met het vergieten van stroomen inkt; in beginsel is 'thetzelfde: strijd in 'tklein of in 'tgroot. Maar ter zake! Ik had mijn geschrijf getiteld: //losse gedachten over den vredebond" en pretendeer ook niets anders geleverd te hebben clan losse gedachten, dus volstrekt geen stellingen die ik, als boven allen twijfel verheven, zoo maar aan de lezers zou willen te slikken en aan te nemen geven. Daar is tusschen deze twee zaken een zeer groot verschil en ik begrijp waarlijk niet hoe gij dit niet hebt opgemerkt. Ik heb niet geschreven tegen den vredebond d. i. als ik 'tgoed begrijp, tegen de uitgedrukte zucht naai en liefde vóór den vrede, ganschelijk niet.' Ik heb geschreven met liet doel om liet publiek, als 'tware stilzwijgend, uit te noodigen, om toch vooral goed na te denken over den grond der zaken en zich niet zoo maar te laten medesleepen door iedere voorkomende uitnooclig'ing om ergens aan mee te doen. Ik zou 'tevenwei pedant vinden als ik dit bij mijn losse ge dachten uitdrukkelijk op den voorgrond gesteld had. Ik reken mij nog wat te jong en niet wijs genoeg om met gezag als volksleeraar op te treden. Ik wenschte de aandacht, de nuchteren onbevangen aandacht op de zaak te vestigen en als mij dit nu hier en daar is gelukt, reken ik mijn doel bereikt. De gewone loop van zaken op 'tstuk van vereeni- gingen is vaak deze: Er worden overal afdeelingen gevestigd van dit of dat komtlaat ons hier ook eens wat menschen bij elkander brengen, een speech houden, ook een afcleeling oprichten; later zullen we dan wel zien wat wij eigenlijk zullen uitvoeren en waarheen het leiden zal. Dit juist wenschte ik in mijne omgeving tegen te gaan. Mijn motto is: eerst clenken en clan doen, als er wat te doen is en 't anders maar bij 'tdenken laten; dit geeft toch ook altoos vrucht. Wat nu de bewijzen mijner losse gedachten betreft - er komen volgens mijne boven aangegevene bedoeling geen bewijzen te pas, omdat ik geen profes- fornle theses gegeven heb. Wie denkt en eenige kennis van de zaak in kwestie heeft zal, als hij on partijdig is,- van zelf wel doordringen tot den grond der gedachten of er de onjuistheid van inzien en meer verlang ik niet. Overigens wil ik wel bekennen dat ik wei degelijk gronden heb voor mijn meeningen en als ik er nog niet genoeg had zou waarlijk mijn ge ëerde beoordeelaar er mij nog eenige aan cle hand doen. Wat zou- 'techter baten of ik al zeer wijdsche rede neeringen en veel woorden gebruikte om eenvoudige gedachten uit te drukken Ik ondervind van U dat gij ze al veroordeelt zonder nog de bewijzen gehoord te hebben; - zoudt gij 'tminder doen als ik er zooveel en zooveel geschrijf omheen en doorheen had bijge voegd? Ik heb nu alleen de vruchten van den boom ms cle iter iri) me er- eft ti- :ld ut >y el te t. >- f 'I mijner gedachten gegevenwat doen in dit geval de,k* boom zelf en de ladder en hot korfje en al de om-u| slag, dien ik gehad heb om ze te plukken, er toe:,, Bovendien is ons Zierikzeesche Courantje maar klein ;|0 er kan zóóveel niet in; anders, ik verzeker n, zou iklt> met een heel arsenaal van bewijsgronden kurmen>u voor den dag komen. QS Laat ik enkele kleinigheden uit uw schrijven^ aanstippen. ,/Ik meen dat de vredebondsmanie zal wegsterven^, zonder vrucht te hebben opgeleverd." Ja, dat meen ik ook. 'tls niet de eerste maal dat er vredebondei worden gesticht. Wij kennen b. v. in dit opzicht dc sekte der kwakers. Wat is gedurende de twee eeuwei van haar bestaan haar resultaat als vredebond'tlq de vraag niet of er in hun leer niet iets goeds is er is overal iets goeds als men 'tmaar zien wil; docli qua vredemakers hebben de volgelingen van Penn nogl niets gedaan. Ja, korribile dictu! in den bevrijding. rj oorlog hebben zij ook meegedaan al was 'took juis niet met sabel of geweer. Wij kennen Elihu Burrhjj den beroemden apostel des vredes, den stichter van vereeniging van vrienden van den vrede. Diemanejql die vereeniging hebben indertijd grooten opgang ge J maakt, 'tHeugt me nog, hoe er even vóór den Krim(pe oorlog een deputatie dier inderdaad waardigewel^ meenende mannen naar Engeland en naar Ruslani gegaan is om den oorlog af te raden. Achwat heelq^t 'talles gebaat? Hadden ze een millioen soldaten achte zich gehad, ja, dan hadden ze wel wat kunnen doei) met hun veto, maar nul Wordt vervolgd f Ój

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1871 | | pagina 1