r No. 4. ZATERDAG 14 JANLAB1 1871. Buitenlandsch Overzicht. BINNENLAND. Geldloterij. tyloong f& Os- Melkmarkt ZIEBIKZEESCHE COIXANT. "Verschijnt op WOENSDAG en ZATERDAG PRIJS der ADVERTENTIEN. 10 Cents per Regel. De Inzending kan geschieden uiterlijk tot Dinsdag en Vrijdag morgen 11 ure. A B O N N E M E N T S-P R IJ S. Per drie maanden ƒ1,— Franco per Post 1,—. Het Telegraafkantoor is geopend van 1 October tot BI Maart: Op Werkdagen Van 8 u. 's voormidd. tot 9 u. 'snamidd. Op Zon- en Feestdagen: Van 89 'svoorm.van 13 en van 79 u. 'snamidd, Het Postkantoor is geopend met inbegrip van Zon- en Feestdagen Van des voormiddags van 9XAll'/s uur. namiddags 23 avonds 77 Va 9Vs10 ONS ISOLEMENT. III. De pogingen, vropgerreedsaangewend om de in j ons vorig- nómmër besproken verbinding met'den vasten wal tot stand te brengen zijn wel geschikt om ons voor te bereiden op nog eenige geduldsbeproeving eer onze winterafzondering tot het verledene behooren 1 zal. Er zijn hier veler belangen in betrokken en niet allen zullen geneigd zijn ook te betalen naar evenre- digheid van dat belang. Omtrent ons eiland zijn wij zonder vrees. Er wonen er hier in de stad en in de I buitengemeenten te velenwier connecties met de buitenwereld talrijk genoeg zijn om hen de verbreking daarvan al is het dan ook maar voor weinige weken, hin derlijk en verdrietig te doen achten en alzoo hen te dringendat ze toch al hun invloed aanwenden en waar zij het vermogen zeiven meewerken om daarin verbetering aan te brengen. Hoe liooger de eischen worden aau het jonger geslacht gesteld om op de hoogte te blijven van hun tijd in welke betrekking dan ook te meer onmisbaar wordt hetgemakkelijk verkeer met de bewoonde wereld. Bedriegen wij ons niet, dan is de behoefte daaraan (en wij begroeten het als een gunstig-bewijs voor de ontwikkeling van ons gewest) in den laatsten tijd krachtig toegenomen, zoodat wij de hoop mogen koesteren dat ook die gemeentendie vroeger niet genegen waren het plan ook geldelijk te onder steunen er thans al wel wat anders over denken zullen. Daarbij moeten we niet vergetendat het belang voor Schouwen en Duivelandhoe groot ook toch altijd betrekkelijk gering is. Zelden zal die uitweg voor ons langer dan een'week of zes per jaar noodig zijn. Daarnaar wordt natuurlijk ook ons aandeel in de kosten berekendwaardoor het alweer zooveel minder bezwarend wordt. Hoe zal het echter gaan met de andere streken die van die route partij zouden kunnen trekken? Hoe aller eerst met den eigenaar van den Anna-Jacoba-polder voor wien liet" zeker wel van het allergrootste belang zou zijneen grindweg te hebben midden door zijn polder en een uitweg voor de producten er van naar den vasten wal Hoe met de landbouwers in Philipslandvan wie men zegtdat zij aan hun isolement verre de voorkeur geven boven eene ver binding met het R. K. Noord-Braband Wij weten het nietmaar indien het overigens maar geschikt is zal Philipsland alleen de zaak niet tegen kunnen houden. Op onze Provinciale Staten kunnen we zeker rekenen. De vertegenwoordigers van ons ge west zullen wel dapper zich weren voor een zaak die hoe langer zoo meer de sympathie wint van de geheele publieke opinie ze zullen hun kiezers niet teleurstellen door een zaak die dezen ter harte gaat, op hun karig heid te helpen schipbreuk lijden. En de overige leden der staten ze zullen van de hoogte waarop het geluk hen plaatste door hun spoorwegen te schenken ons misdeelde Schouwen- en Duivelandersniet nog trappen willen door ons zelfs zulk een ulevelletje als een grindweg naar Rosendaal niet eens te gunnen. Maar de hoofdzaak is hier natuurlijkwat zal het rijk doen Daarvan hangt alles af. De regering heeft de zaak in handen. Een klein jaar reeds geleden zijn de verschillende adviezen van de door haar benoemde commissie opgezonden en sedert is er nog niets ver nomen. Wij hebben dus recht om op eenig antwoord, op een bespoedigde afdoening van zoo lang reeds hangende zaken aan te dringen. We hebben recht om te verwachtendat de staat zorgen zaldat de beruchte damen nu steviger dan vroeger weer zal worden gelegddat er of een accoord zal worden ge troffen met den concessionaris of dat, wat misschien het eenvoudigste en voor den staat nog het voordeeligste wasde geheele concessie ten openbaren nutte zal worden onteigend. Er zijn wel eens onteigenings wetten aangenomen wier belang aan meer twijfel onderhevig was. En we hebben eindelijk recht om te verwachtendat de staat door ruime subsidie ook het leggen van den weg van Zijpe naar Itosendaal mogelijk zal maken mogelijk ook al waren er eens onder de belangstellenden enkelen onwillig om lmn be lang in te zien of voor hun belang, naar eisch en billijkheid bij te dragen. Of mag een gewest als het onze niet luider dan andere streken iu zulk een zaak van recht spreken Betalen we niet allen meê aan de spoorwegendie ons land in allerlei richtingen doorkruisen En is het dan te veel gecischtzoo wij vragen dat men ons in staat stelle om ten minste na drie, a vier uur rijdens het geliefde' schrille fluitje van den stoomwagen te kunnen hooren Gelukkig mogen wij ons verblijden in ecu afgevaar digde naar de Tweede Kamerdie altijd getoond heeft hart te hebben voor de belangen van het districtdat hem afvaardigt. Van de kunde en den ijver van den heer van Kerkwijk verwachten wij ook in deze veel goedsjawij twijfelen niet of hij zou zoo het noodig was bereid gevonden worden om tot de af doening dezer zaak het initiatief te nemen. En wellicht is de optreding van het tegenwoordig ministerie juist voor deze zaak uitnemend gelukkig. Thorbecke is een man van zaken een mandie altijd getoond heeft van afdoen te houden. Mocht, wat wij zeer wen- schelijk zouden achtendit ministerie zich eens te vreden stellen met de nederige maar bijzonder nuttige rol van een cabinet d' affaireswie weet of wij niet in 1871 voor de laatste maal hadden geweeklaagd over ons isolement. Onder de Duitsche dagbladcorrespondenten die uit munten door hun onbevangen blik en door de aan houdende zegepraal der Duitsche wapenen 't niet gansch en al hebben verleerd ook het goede in den vijand te waardeerendie niet verblind genoeg zijn om niet te zien dat er nog menige bloedige wonde aan Duitsch- land geslagen zai moeten worden voor Frankrijk over wonnen is, staat Julius van Wickede bovenaan. Onder den titel/,de gebeurtenissen op het oorlogstoo- neel in het nieuwe jaardeelt hij in de Köln. Zeit. zijne denkbeelden mede niet alleen over den tegen- woordigen toestandmaar ook over den mogelijken loop, dien de zaken zouden kunnen nemen. We deelen onzen lezers bij uittreksel daaruit het een en ander medewaaruit zij zullen zien dat we in ons oordeel over den stand der oorlogvoerende partijenzooals we dat in de laatste onzer couranten meer dan eens hebben uitgesprokenniet alleen staanmaar een bondgenoot vinden in J. v. Wickede. Deze schrijft Wie in 't begin van September toen wij allen onder den indruk waren van de pas behaalde zegepraal bij Sedan, had durven beweren, dat wij in Januari nog op Franschen bodem zouden staan en in deze maand de dag misschien nog ver af zou zijn op welken wij Frankrijk als overwinnaars weder zouden kunnen ver laten die had zeker kunnen rekenen op bespotting van de zijde der krijgers en men zou hem niets meer of minder naar 't hoofd hebben geworpen dan dat hij van den krijg hoegenaamd geen verstand had. Ik herinner mij nog zeer goed hoe officierendie uitste kend op de hoogte waren, mij met een medelijdenden glimlach aanhoorden toen ik, mij beroepende op mijne nauwkeurige bekendheid met het Fransche volk en den geest van het legerin 't midden van September beweerde dat de Franschen gemakkelijk in staat zou den zijn om een leger van 200000 man tegen ons te velde te brengen en den verdedigingsoorlog misschien nog wel tot laat in den herfst zouden kunnen rekken. En nu zijn we reeds in Januari in plaats van 200000 man hebben we te kampen tegen het leger van Parijs dat nog altijd maar niet capituleren wil en omringd zijn we door meer dan 400000 man die telkens wan neer onze artillerie hunne gelederen heeft gedund op bijna onbegrijpelijke wijze uit de de bevolking worden aangevuld. En wanneer niet heel spoedig Parijs ons zijne poorten opent, dan zullen we ons moeten voor bereiden op een lenteveldtocht. In meer dan één opzicht hebben we ons bedrogen. In September stroomden de touristen naar Frankrijk onder allerlei voorwendsels volgden zij het leger, maar allen hadden zij eigenlijk maar één doelgetuige te zijn van onzen zegevierenden intocht in Parijs. Vorst en sneeuw hebben deze lastige gasten verdreven en van onzen zegevierenden intocht in Parijs is geen' sprake meer. Ik zelf moet eerlijk bekennen dat ik mijn' weddingschap dat we in December in Parijs zouden zijnglansrijk verloren heb. Nu is aller hoop ge vestigd op de beschieting der forten en het bombar dement der stadmaar weder zijn er niet weinigen hieren 'tzijn lang de meest onkundige officieren niet die zoowel in het ontruimen van den Mont-Avron als in het zwijgen der gebombardeerde forten een krijgslist en in elk geval geen bewijs zien dat de verdedigers den moed verloren hebben. Zeker is het dat het gansche plateau von den Mont-Avron door het geschut uit de forten bestreken wordt en dat het dus moeie- lijk misschien onmogelijk zal zijn batterijen van zwaar belegeringsgeschut op te richten. Intusschen//zoo gaat v. Wickede later voortkan uien, ook wanneer het bombardement zeer gunstige resultaten oplevert met recht betwijfelen of de inneming der wereldstad niet groote moeielijkheden zal opleveren. Hoogstwaar schijnlijk zal Trochu nog eerst een' algemcenen uitval wagen en de Franschen zullen vechten met den moed der wanhoop. (Wie weetwat de wanhoop vermag schreven ook wij vroeger.) Hun bevelhebber kan be schikken over minstens 120000 man vrij goed georgani seerde troepen, die voor verre weg het grootste gedeelte ons haten met een haatdie hen alle gevaren zal doen trotseren. We zullen den aanval wel afslaan maar bloedige offers zullen er gebracht moeten worden." Over den toestand iii Parijs schrijft de cor respondent aldus//Toevallig was ik heden in de ge legenheid een' brief in te zien die door een Elzasser die in Parijs is ingesloten, aan zijnen broeder geschre ven is en voor wiens onpartijdigheid ik meen te kunnen instaan. Daarin wordt o. a. gezegd //meelpaarden- vleesch wijn en zout hebben we nog minstens voor 46 wekenwanneer alle paarden worden geslacht en niemand meer krijgt dan hij noodig heeft om te leven. Om de koude te weerstaan worden nu alle boomen in 't bosch van Boulogne in den Jardin des Plantes en op de boulevards omgehouwen en het hout onder dé armen verdeeld. //Parijs" zoo voegt de schrijver er somber bij//Parijs zal toch in de eerste vijftig jaren door iedereen gemeden worden en dan komt het er niet op aan of er nog wandelingen en weelderig aangelegde tuinen zijn. Dan volgen eenige opmerkingenwaaruit blijkt dat een gedeelte der bevolking moedelooseen ander gedeelte daarentegen voornemens is tot het laatste oogenblik toe weerstand te bieden. Ook over de IVooi'clei'-ai'ixiee spreekt Wickede zijn gevoelen uit//Generaal Manteuffel meldt ons dat hij al weer eene reeks gelukkige gevechten heeft geleverdden vijand uit vele plaatsen verdreven en een aantal gevangenen gemaakt heeft. Zeer gelukkig, maar onwillekeurig komt de gedachte bij ons op dat het toch wel vreemd is, dat deze armee niettegenstaande alle nederla gen toch nog steeds strijdvaardig is en telkens opnieuw aanval- lenderwijs te werk gaan kan. Waar schijnt alleen dit te zijn dat het plan van Faidherbe om onze linien doortebreken mislukt isen dat is reeds veel, maar dat zijn leger geheel gedesorganiseerd zou zijn, blijkt uit niets. Ook schijnt het ons toedat de offlcieele depêches wat de dooden en gewonden van onze zijde aangaatniet meer zoo namokeurig zijn als in 't begin van den oorlog. Aan de Loire rusten de wapenen nog altijd. Wij zullen daar niet voorwaarts gaanvoor wij Parijs in bezit genomen hebben. De toestand van het corps van Werder schijnt nog altijd niet zeer gunstig. Bourbaki heeft zich zooals we nu bijna zeker weten met 30 a 40000 man bij Garibaldi gevoegd en te zamen voeren zij nu bevel over 80 a 90000 man. Alles hangt af van de inne ming van Parijs. Is de hoofdstad gevallen dan zal het ons geene moeite kosten met de vrijgekomen troepen overal den vijand door onze overmacht te verpletteren. Zierikzee 12 Januari. In het afgeloopen jaar 1870 zijn binnen deze stad en het poortambacht ge boren 150 kinderen van het mannelijk geslacht 156 u u vrouwelijk tezamen 306 personen, zijnde 39 meer dan in 1869. Onder de geborenen zijn begrepen 7 als levenloos aan gegeven 5 onecht en 5 tweelinggeboorten. Hetgetal onechte kinderen bedroeg 14 minder en dat der als .levenloos aangegevenen 6 minder dan in 1869. In het overlijdensregister zijn ingeschreven 97 man nen en 95 vrouwen te zamen 192 waaronder 5 elders overledenen zijnde 3 minder dan ten vorigen jare. Er zijn 60 huwelijken voltrokken zijnde 14 minder dan in 1S69. Als eene bijzonderheid kan tevens vermeld worden dat de eerste acte van het geboorte-register en de laatste acte van het overlijdens-register van 1870 hetzelfde kind betreft. Zierikzee 11 Januari. Het departement van Nijverheid hield gisteren een gewone vergadering die door een 30fcal leden werd bijgewoond. Tot lid van het bestuur werdter vervanging van wijlen den heer van IJsselstein benoemd de heer mr. J. P. N. Erwerins terwijl de heer J. A. van der Halen als zoodanig werd herkozen. Behalve aan de behan deling van huishoudelijke zaken was de vergadering gewijd aan de bespreking van de wenschelijkheid om voor deze eilanden eene betere aansluiting aan het spoorwegnet te erlangen. De gestremde postcommuni- catie zoowel als liet schier onmogelijke person en-ver voer der laatste dagen deed de behoefte aan eene betere verbinding levendig gevoelen. Algemeen werd de meening uitgesproken datdie niet alleen zeer wenschelijk ismaar ook lichtelijk tot stand gebracht kan worden over het Zijpe en St. Philipslandterwijl dat eiland door middel van een dam zou moeten worden vereenigd met Noord-Brabant. Yolgens be sluit der vergadering zal de zaak bij het bestuur wor den overwogen en dit later preadvies uitbrengen om trent de middelen om daartoe te geraken:. Voort' werd de vraag behandeld of het wenschelijk kan wor den geacht dat ook van wege de maatschappij va; nijverheid ondersteuning Worde verleend aau hét be kende adres van den oud-kapitein ter zee Jansen houdende verzoek om rijkssubsidie voor een eveiitue* op te richten directe stoomvaart op Amerika. Dez vraag gaf tot belangrijke discussie aanleiding en wei- ten slotte schier algemeen toestem mend beantwoon Slechts twee leden verklaarden er zich tegen. Eind* lijk werd een vraag uit de vraagbus behandeld noper bliksemafleidersdie mede tot mime bespreking aai leiding gaf, waarbij menige nuttige opmerking wei- medegedeeld. Ook deze vraag zal dog" eens bij ln bestuur worden overwogen om later in de depart., mentsvergadering te worden behandeld. Ingezonden Stukken^ Van onze Germaansche voorouders gaat in delïiston als een geijkte term 't gerucht dat zebëhoudei, 't bezit vau allerlei goede en soliede hoedanigheden} over 't algemeen zeer veel neiging hadden tot onmu tigheid -en zeer verzot waren op 't dobbelspel. Is d met het Nederlandsche volk ten huidigen. dage nq< zoo? Als men de dagbladen inziet, zou mengenekj. zijn te zeggen wat het laatste betrefthelaas ja 0'„ van andere bladen nu niet te gewagen moet ik b^ kennendat ik telkens met een zekere zwartgallig belangstelling naga hoeveel plaatsruimte er in het kleig Zierikzeesche Courantje wel wordt ingenomen do ji kolommeuhooge advertentien van geldloterijen. In 2 besloegen ze 1/s m n°. 3 wel 3/8 van de gelief courant. En ze komen stelselmatig terug, alsging* ze uit van 't principe dat de aanhouder wint en '/J ergeren ze mij ook voortdurend en vergallen mij 'tgen a van menig hartig artikel dat er naast of er voor sta A Die aankondigingenin allerlei variatien van vc dorbenes Hollandsch gesteld kosten veel geld van de bladen samengerekend in een jaar wel verschelde^ duizende guldens. Dat de Hamburgsche of irgen wosche speculanten er zooveel voor over hebben is w. het bewijs dat zij in Nederland meenen te kunn<jg rekenen op 't maken van goede zaken. Hoewel nu de uitgevers der dagbladen daarbij baat worden zou liet tocli te wenschen zijn dat ie hunne kolommen met wat beters konden vullen dan die uitlokkende roepstemmen uit den vreemde om >n lieve Hollandsche penningen. Reeds is in dit bh'n helder aangetoond hoe voordeelig die loterijen zijn vcf de aanleggers ergo hoe nadeelig voor het publiek f[_ zijn geld verspilt aan die zaken. Wanneer zullen to(g in het goede Nederland de gogen open gaan voor lij schromelijke gevaar van de dobbelzucht Als ik wel zie zijn al die loterijen speculation n„ de goedgeloovige eenvoudige maar toch geldbegeeri lieden die niet vlot genoeg kunnen berekenen dat D. met huil rijksdaalders al die ad verten tiekosten voldoe aan de enkele .gelukkigen hun geluk toetellen en m vendieu aan de ondernemers nog een alleraardigj"ï sommetje opbrengen moeten. Ik kan niet. denken c'NjJ helderziende geldbezitters aan die loterij veel zuil0 meedoen. Maar daarom geloof ik ook dat het kwa u des te grooter is en dat het zeer wenschelijk zou wez 11 als er eens in het algemeen op gewezen kon worde De staatsloterij bestaat in ons vooruitgaand lail3tl ook nog en wie weet hoe lang ze nog zal blijven 1:LS staan maar het is jammer dat er nu naast die piEj van lieverlede nog grooter kwaad ondey de burge He zal inwortelen. Ju liet kost soms veel moeite om een zeer onschuld if tombola tot stand ie brengen- zeer te wenschen z* het zijn dat het Nederlandsche volk er toe te bréng* ware om niet te luisteren naar het zoet gefluit vi den buitenlandschen vogelaardie wel gaarne blinkende Nederlandsche Rijksdaalders in Florijnen Thalers wil opwisselen. Als er stilzwijgend door het geheele volk eens e*ij| anti-vreemde-geldverlotings-bond werd tot stand gebrachi j Zierikzee, 11 Januari 1871. WERTHER. V ij geven Werther volkomen gelijk. Het kan hem ni j| meer hinderen dan ons dat cr dikwijls voor die door ha grooie cijfers verleidelijke advertenties berichten en 1: ,e{. schouwingen achter moeten blijven die wij gaarne ei plaatsje gegund hadden en waaraan zeker alle lezers vc meer hebben zouden. Maar wal; zullen wij zeggen O courautje is geen philantbropische onderneming het mo leven onze uitgevers moeten er ten deele van leven. 1 wij hebben alzoo het recht niethun de advertentiegeld

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1871 | | pagina 1