]\o. 3.
WOENSDAG 11 JANUARI
1871.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
ZIERIKZEESCHE COURANT.
Verschijnt op WOENSDAG en ZATERDAG
PRIJS der ADVERTENTIEN.
10 Cents per Regel. De Inzending kan geschieden uiterlijk tot
Dinsdag en Vrijdag morgen 11 ure.
ABONNEMENTS-PRIJS.
Per drie maanden f 1,Franco per Post ƒ1,
Het Telegraafkantoor is geopend van 1 October tot 31 MaartOp Werkdugétt
Van 8 u. 's voormidd. tot 9 u. 'snamidd. Op Zon- en Feestdagen: Van
89 's voorm.van 13 en van 7-9 u. 'snaimdd«
Het Postkantoor is geopend met inbegrip van Zon* en Feestdagen S
Van des voormiddags van 9!/211 Va uur'
namiddags 23
avonds 77]/2
9 Va10
ONS ISOLEMENT.
II.
Gelukkig is eindelijk de dooi ingevallen en daardoor
weer de hoop geboren, dat binnen kort onze gemeen
schap met de buitenwereld weer eenigermate zal zijn
hersteld. Het schijnt zelfs, of de dooi reeds nu guu-
stigen invloed geoefend heeftwantterwijl we een
paar dagen geleden niet minder dan vijf posten ten
achter waren, is dat getal achterblijvende posten voor
't oogenblik reeds tot op twee verminderd.
Het ligt voor de hand dat we in zulke dagen de
kaart nog eens ter hand nemen om na te gaanof
er dan geen enkel plekje is op ons door de natuur en
door ons Ned. spoorwegnet misdeeld eiland, van waar
we den vasten wal gemakkelijker en zekerder zouden
kunnen bereiken dan van Vianen. Het is toch nog in
de laatste weken voorgekomen dat iemand die des
voormiddags te Stavenisse kwam om van daar naar
Vianen te worden overgebrachtdaar den ganschen
dag moest blijvenomdat er eerst den volgenden
morgen weer kans was. „Of ge ons één of honderd
gulden biedtzoo zeiden de schippershet baat u
niets. Het ontbreekt ons geenszins aan moed1, maar
het is eenvoudig onmogelijk om over te gaan."
Wie nu de kaart ter hand neemt, dien valt het in
het oog, dac het een gewezen weg zou zijn, om, waar
de vaart gestremd is, de communicatie met den vasten
wal te onderhouden over Philipsland. De afstand van
de overzijde van den Anna-Jacoba-Polder tot Philips-
land is anderhalf uur gaans, en wanneer dan de dam
over het Slaak (tusschen Philipsland en den Noord-
Brabandschen wal) in orde was, zou men in 21/2 uur
naar Steenbergen, in 3a 4 uren naar Bosendaal
kunnen gaanwaar men den spoorweg bereikt heeft.
Blijft hier nu misschien hetzelfde hoofdbezwaar be
staan als te Vianenhet veer namelijk en de moei
lijkheid van bij ijsgang den overkant te bereiken P
Neenjuist dit was het grootste voordeel aan boven
opgegeven weg verbonden. We hebben voor ons het
getrouw bijgehouden journaal omtrent den toestand
vao het veer te Zijpe.Daaruit blijkt dat bij den
zwaarsten ijsgangen terwijl de stooinbootvaart door
Zeeland geheel was gestremd, de passage tusschen Zijpe
en den Anna-Jacoba-Polder tweemaal per dag heen en
terug is mogelijk geweest 't zij met roeibooten hetzij
met schietsehouwen. De afstand is daar betrekkelijk
zoo klein dat de overtocht dezer dagen natuurlijk
onder voordeelige omstandigheden, volbracht is in één
heartier.
Tweemaal per dag is dus aan die zijde van ons
eiland communicatie mogelijk. Liep eens de postweg
daar langs, niet cén enkele post behoefde achterwege te
blijven, niet .één reiziger behoefde zijn reis van of naar
ons eiland uit te stellen, gelijk nu zoo velen gedaan
hebben en nog doenniet alleen omdat de kans van
over te gaan bij Vianen zoo wisselvalligmaar ook
omdat de overtocht zelve een zoo lange en daardoor
zoo koude expeditie is.
Maar zal dat ooit de weg van communicatie wor
den dan moet er eerst een weg zijn een weg dooi
den Anna-Jacoba-poldereen weg en dus een berijd
bare dam van Philipsland naar den Brabantschen
wal en een rijweg van daar tot aan Steenbergen
Heesteren of Bergen-op-Zoom. Met een grindweg
van een uur '3 a 4 waren wij geholpen. Natuurlijk
niet zoo volkomen dat wij ons gemis van een directe
spoorwegaansluiting niet meer voelen zouden ook nog
volstrekt niet zoo volkomen dat wij ophouden zouden
ons eilandbewoners te gevoelen. Maar wie niets heeft
leert naar weinig al begeerig uitzien en is ook voor
het weinige zoo het maar iets is dankbaar. Eu dat
het werkelijkindien het tot uitvoering komen kon
winst wezen zoudatdunkt onszal niemand ont
kennen.
z/Maar daar juist zit de moeilijkheid kan het wel
tot uitvoering komen P Gij spreekt alsof het hier een
kersverscli plan wasoch heden het is vroeger al zoo
door en door behandeld en van alle kanten bekeken.
Die wegwe zijn er vroeger al veel verder mee ge
weest. We hebben al beredeneerd wie het zou kunnen
en moeten betalener is toen al rondgevraagd wie
en wat elk er aan zou willen betalen Op de eene
plaats zijn toezeggingen gedaanop de andere is
alles geweigerd. Maar .het geheele plan viel in duigen,
andere bezwaren nog niet meegerekendomdat
de onmisbare dam over het Slaak er niet was.
Die dam wat is daar al niet over te doen geweest
Die dam heeft waarlijk ook al zijn geschiedenis en
een tamelijk treurige geschiedenis ook. In 1853 2-eeds
is er concessie verleend tot het leggen er van om
daardoor langzamerhand geheel het Slaak ingedijkt te
krijgen. De concessionaris bedong en verkreeg daarbij
in erfpacht zekere domeingronden aan den Brabandschen
waltot zoo lang dat hij in staat zou zijn een polder
in het Slaak in te dijken. In 1858 werd daarop de
dam gelegdmaar zij bleek al spoedig niet zwaar en
sterk genoeg te zijnwant welhaast was er bij hoogen
vloed en storm een gat ingevallen. De concessionaris
die ook tot het onderhoud er van verplicht was, lapte
hem weer opmaar te vergeefseen tweede maal
werd hij bijna geheel weggeslagen en de concessionaris,
die aan het plan getrouw, aan de letten van zijn ver
plichting had voldaan, was aan het onmogelijke niet
gehouden en kon niet gedwongen worden telkens een
nieuwen dam te leggen die toch tegen het water
niet bestand was. Toen trachtte liet rijk de zaak te
schikken door een accoord te treffen de concessionaris,
de staat en de beide betrokken provinciënZeeland
en N.-Braband samen, zouden elk een derde betaleii.
Maar beide provinciën wezen het aanbod af. Daarop
(het is in het voorjaar van verleden jaar geweest)
werd er eene staatscommissie benoemd om raad te
geven. Maar nog is er niets van gebleken welk licht
deze commissie in de zaak zag en zoo bleef de zaak
hangen. Weet ge weldat de zaak zoo ingewikkeld
was dat het even bezwaarlijk is den concessionaris
te dwingenals de concessie in te trekken En
woudt gij nu soms een zoo ingewikkelde knoop ont
warren
Volstrekt nietbezwaarde lezerwij verklaren er
ons volkomen onmachtig toe. Wij weten heel goed
dat al die bezwaren bestaan en misschien nog meer
dan gij er daar noemdet. Maar wij weten ook 1°
dat het leggen van dien dam ja wel geld kosten zal,
misschien veel geldmaar gelddat binnen weinige
jaren kolossale renten opleveren kan. Èen aanslibbing
op groote schaal zal er door gewonnen worden en
landerijen zullen er verrijzendie stellig 2000 per
hectare waard zullen zijn. Wij weten 2° dat die ver
binding geen ingebeeldmaar waarachtig belang zal
zijn voor Schouwen en Duiveland stellig bij winterdag,
wanneer een geregelde dienst kan worden georgani
seerd van Zierikzee naar Zijpe en van den overkant
naar Bosendaal in aansluiting op de van daar
vertrekkende treinen en mogelijk ook soms bij zomer,
wanneer de booten vroeg vertrokken zijn en men toch
noodzakelijk naar Holland moet. En daarom achten
wij de zaak volstrekt niet wanhopigdaarom zijn we
integendeel vast overtuigddat er vroeg of laat wat
van komen zaldaarom meenen we een goed werk te
doenmet nog eens ons de vraag te stellen wat kan
er tot bevordering dier zaak tot oplossing dier be
zwaren ook in onzen kring worden gedaan
Met blijdschap vernemen wij dat deze zaak
reeds aanhangig is gemaakt bij de kamer van koophandel
alhier en gisteren avond is besproken in de vergadering
van de afdeeling van nijverheid. Algemeen was men
van oordeeldat eene betere aansluiting wensehelijk
niet alleen maar ook mogelijk was. Plaatsgebrek ver
hindert ons het verslag van de vergadering van nijverheid
heden reeds in zijn geheel op te nemen.
Bij de ongeregelde aankomst der posten is 't ons
onmogelijk een eenigzins uitvoerig overzicht te geven
van 't geen er in de laatste dagen op het oorlogstooneel is
voorgevallen of nauwkeurig de positien en den toestand
der verschillende legers te schetsen. Alle berichten, die
in ons bezit zijn maken op ons den indrukdat de
Fransche legers in de laatste gevechten zeer bepaald
het onderspit hebben moeten delven. De Noor-
der-armee heeft een slag geleverd bij Amiens.
Beide, Duitschers zoowel als Franschen schrijven zich
de overwinning toe. Volgens officieële berichten uit
Rijssel zou de noorder-armee, na de Duitschers onder
Manteuffel uit al hunne stellingen verdreven te hebben
zich terugtrekken op Boyelles. Volgens een bericht in
de Etoile Beige zou Faidherbe toen voorwaarts ruk
kende gansche massas Pruissische ruiterij voor zich
uit hebben gedrevendie bestemd .waren om den
terngtocht van Manteuffel te dekken en zou hij zelfs
in staat zijn geweest de postgemeenschap met Cambrai,
Arras en Abbeville te herstellen. In overeenstemming
hiermede is eene dagorder van Faidherbe zeivenlui
dende aldus: „Soldaten! in den slag bij Pont-Noyelles
hebt gij zegevierend uwe stellingen verdedigd niet
alleen, maar in den daaropvolgenden slag bij Bapaume
hebt gij zelfs den vijand uit zijne posities verdreven.
Hij zal u deze keer dan ook de zege niet meer be
twisten. Door uwe betoonde dapperheid op het slag
veld en door de kalme bedaardheid, waarmede gij alle
moeiten en gevaren getrotseerd hebt hebt gij u ver
dienstelijk gemaakt jegens het vaderland. Uwe chefs
zullen mij de namen opgeven van hen, die zich boven
anderen onderscheiden hebben. De belooning zal him
niet ontgaan. Gij zult nu nieuwe ammunitie afwachten
om dan oogenblikkelijk uwen overwinnenden tocht
voort te zetten."
Faidherbe.
Daarentegen verklaren alle Pruissische depêches een
stemmig j dat op den 2 Januari de generaal Faidherbe
met groote overmacht langs den straatweg van Bapaume
was opgerukt en de 30ste brigade infanterie ondeï
generaal van Strubberg overviel, die ecliter tot aan
den avond de herhaalde aanvallen van den overmach-
tigen vijand terugsloeg, Den volgenden dag hernieuwde
Faidherbe zijne pogingen en bracht hij langzamerhand
zijne geheele armee Voor zoover zij ten minste niet
reeds voor den aanvang van den strijd de vlucht had
genomen, in den strijdmaar werd ook nu met Zwaar
verlies teruggeslagen. Prins Albrechtdie met eene
sterke afdeeling cavalerie van voor Parijs de bedreigde
noorderarmee was ter hulpe gesneld vervolgde den
vijand en bracht hem zware verliezen toe. Hij telde
volgens later ingewonnen berichten meer dan 10000
dooden en gewonden. Zooals we boven aanmerkten
zijn de Duitsche berichten in deze meer te vertrouwen
dan de Fransche. Voor ons toch ligt eene dagorder
van generaal Bobin die op deze dagen de tweede
divisie van het corps commandeerde. Hij schrijft„De
divisie heeft gedurende twee dagen den strijd op het
plateau Behagnies (een dorp in de nabijheid van Ba
paume) volgehouden. Den eersten dag konden slechts
weinige troepen in het gevecht worden gebracht, daal
de verschillende legerafdeelingen te langzaam voorwaarts
rukten en dus niet in staat waren zich op het juiste
oogenblik met elkander te vereenigen. Een bataillon
van het eerste regiment moest alleen het dorp Moray
nemen en hoewel het in den beginne aarzelde volbracht
het toch eindelijk zijne taqk. De eer van den dag
komt toe aan de voltigeurs der eerste brigadedie
zich niettegenstaande enorme verliezenop het pla
teau Favreiul staande hielden. Ben tweeden dag mar
cheerden de toepen in gesloten gelederen tegen de
hoogten en reeds meenden wij dat de slag beslist
wastoen eensklaps eene batterij haar vuur opende
en hare projectielen van ter zijde in onze gelederen
werpende de tweede brigade tot den aftocht dwong.
Weder waren het de dappere voltigeurs, die stand
hielden. Ongelukkig gedroegen de nieuwe regimenten
zich slecht. In plaats van regelmatig terugtetrekken
ontaardde deze terugtocht in een wilde vlucht. Be laf
aards sleepten ook de mannen van moed mede. Ik zal
strenge rechtvaardigheid oefenenivant ik wil niet
dat de dappere mobiele gardes van het Noorden onteerd
zullen worden omdat anderen zich bevreesd hebben laten
maken. Be aanvoerders zullen mij de namen opgeven
van de officierendie op de vlucht zijn gegaanen zij
zullen oogenblikkelijk als eerloozen worden weggejaagd.
Zij die hunne wapenen hebben weggeworpen zullen voor
den krijgsraad worden gesteld, f Al verklaart de gene
raal later dat de overwinning aan de Franschen is
verbleven, toch is het niet te ontkennendat overwin
ning en wilde vlucht twee zaken zijn die moeilijk
met elkander zijn overeentebrengen. Het schijnt helaas
noodig te zijn de waarheid zooveel mogelijk te ver
bergen om het ongelukkige Frankrijk niet allen moed
te benemen en er mag eenige waarheid zijn inde woorden
die een correspondent van den Daily News een slager
uit Bapaume in den mond legtNiets bedroeft mij
tegenwoordig meer dan de tijding van eene zege door
de Fransche armee behaaldwant ik weet zeker dat
een paar uren later de Pi-nissen bij mij aan huis zijn
om alles weg te nemen wat de vorigen mij over
gelaten hebben. Faidherbe schijnt ook nu echter
deu moed niet op te geven en zijne gelederen reeds
aangevuld te hebben met marine-soldaten en mobiele
gardes uit Bijssel. Eene kleine vergoeding vinden de
Franschen in een' welgelukten overval van twee batail-
lons jagers bij Bpernay. In een o.ogenb,lik hadden de
welgewapende franctireurs hen omsingeld. De Duitschers
trachtten zich door de vijanden heen te slaan hetwelk
hun na aanhoudende krachtsinspanning eindelijk gelukte,
trouwens niet dan nadat zij zware verliezen hadden
geleden. De aanvoerder kreeg drie schoten één door
het hoofd één in den rugéén in de borst en moest
met de andere gewonden in 's vijands handen worden
achtergelaten. Ook van de munitie maakten de franc
tireurs zich meester.
Intusschen komen van andere zijden meer gunstige
berichten. Gambetta heeft zich uit Lyon naar de
Loire-armee begeven die geheel op nieuw
georganiseerd is en nu reeds meer dan 200000 man
moet tellen. Eiken dag wordt eene groote hoeveelheid
artillerie verzonden en ook de Duitschers zelve ver
wachten dat zij binnen kort ook aan deze zijde den
aandringenden vijand weer het hoofd zullen moeten
bieden. Zij schijnen al meer en meer de noodzakelijk
heid te gevoelen om ook aan de belegering van Parijs een
einde te makeri De iilneming van den Mont-Aoro
schijnt werkelijk het sein geweest te zijil tot eeiten algt
meenen aanval tot een voortdurend bombardement o
de nabijgelegen forten. De batterijen zoo telegrs
feerde generaal v. Podbielsky die tegeü het Znidelij
front van Parijs zijil opgericht en die gisteren metgescht
werden voorzien zonder dat de rijand ons daarin hinde:
lijk was hebben heden (5 Jan.) hun vuur geopend c
de forten Issy, Yanvres eft Montfouge, benevens op c
verschansingen van VillejuifPont dujour en de kanoi
neerbooten.
Teverts werd een wel onderhouden vuur gericht c
de Noordelijke eu Oostelijke forten waartoe verschi
lende nieuwe batterijen waren opgericht. Nidttegei
staande den neveldie ons in het juist schieten ze
belemmerde brachten wij den vijand aanzienlijke ve
liezen toe. Yan onze Zijde hadden we vier dooden e
vier officieren en 11 man gewond." Van meer da
ééne zijde wordt gehield datrin Parijs ontevredenhe-
begint te heerschen oindat tot nu toe Tfochu ni
een' algemeenen uitval heeft beproefd. Waarschijnli
echter is hij hierin door de strenge koude verhinde
en zullen wenu de temperatuur zooveel gematigd'
is, spoedig vernemen dat, gedrongenjd oor de omstandig
heden, het leger in Jr*a,l*ij S op nieuw beproefd heeft
hand te reiken aan de Noorder- en
armee En wie weet welke kracht de wanbof
geeft. Van uithongeren schijnt nu geeii sprake mer
te zijn. 't Ware te wenschen dat men dit spoedig^
had ingezien. De strijd zou er misschien veel mind?
bloedig door geworden zijn.
De groote*eftjkleine^bladen in ons vaderlaill
hebben nu het nieuwe ministerie besproken en liaarfi
den volke voorgerekend wat we van deze mannen e
wachten hebben. De redactie der Zierikzeesche Co^
rant wenscht zelve te wachten totdat het miüistein.
in de TweedeJKamer haar program heeft ontwikkeie
Dat schijnt ons meer practisch dan wanneer we onzffc
lezers vergasten op {eene opsomming van allerlei v<^
moedelijke deugden en gebreken die later misschiet
zullen blijken alleen te hebben bestaan in het geajs
teerde- brein van dezen of genen politicus. ie
Men schrijft ons heden Uit goede bron k>r
ik u mededeelendat bij het ministerie van finantiie
het voornemen bestaat - eu reeds stappen worden gi)fc
daan - om eindelijk eene postroute te organiseeren v;n
Bruinisse op Herkingen. Als men weetdat de brievm
uit Flakkee voor Zierikzee en omgekeerd bij gewoin-
dienst over den Moerdijk - en thans over 's Boscll-
Utrecht gaan - dan zal men erkennen dat die organs
satie waarop zoo dikwijls is aangedrongen voor beiel
gewesten eene belangrijke verbetering zal zijn die zeh.
met sympathie zal worden begroet. >r
Met genoegen vermelden wij dat de Spoorba-
heden hare reis van Middelburg met goed gevolg v-g
bracht heeft en nn weer geregeld den dienst zal voo n
zetten. -
Goes, 4 Jan. De uitslag der herstemming vc,
een lid der Provinciale Staten was deze. Jhr. mr.
J. Pompe van Meerdervoort werd gekozen inet 5
stemmen terwijl mr. J. H. de Laat de Kanter ,L
360 verkreeg. do
Te Utrechtte Leiden en te Amsterdam «1
tie briefkaarten reeds uitverkocht. Be volgende bvl >n
kaart is uit Groningen verzonden Aan het depnrfQa
ment van Financien afdeeling posterijen's Ha£j
«Ingevolge de nota aan den voet dezer briefkaart hhe
ik het voornemen Uwe Exellentie zulk een knijp,,
te zenden geschreven niet met inktook niet n
potlood maar met „anderzins." Mijn pogingen c
die schrijfstof te bekomen zijn tot dnsver zonder
volg gebleven- weshalve ik de eer heb tot U\
Exellentie het eerbiedig maar dringeud verzoek I 1
richten mij het rijksdepót aan te wijzen, waar genoermi
schrijfstof te bekomen is. Ik heb de eer te zijn m
de meeste hoogachting: Uwer lixellenties onderdaniA,
Dienaar, J. Snoek." 1
g M. heeft benoemd tot directeur van het poel
kantoor te ZeistW. A. Piepers thans commies d l
posterijen van tic 2e klas.
Den 4en Jannarij kwam bij het departement vil
koloniën het eerste directe telegram uit Indie aalv
Het had de reis van Batavia naar 'sHage in 11 urdie
gemaakt. Het tarief voor een enkelvoudig telegrinet
van 20 woorden bedraagt naar Batavia ƒ73.25. ik
yan 26 Dec. 1870 tot 1 Jan. 1871 was ikt
Friesland bij advertenties in de Leeuwarder Count
uitgeloofd voor een bedrag in geld van 7250 a
prijzen en premien aan hardrijders te vereeren, c
gerekend de voorwerpen in goud en zilver.