No. 90. WOENSDAG 9 NOVEMBER 1870. Koloniale Politiek? BUITENLAND. BINNENLAND. 1 MRIKZEESME lOlllUT. Verschijnt op WOENSDAG en ZATERDAG P R IJ S d e r A D V E R T E N TIN. 10 Cents per Regel. De Inzending kan geschieden uiterlijk tot Dingsdag en Vrijdag morgen 11 ure. ABONNEMENTS-PRIJS. Per drie maanden f 1,— Franco per Post f 1,25. Het Telegraafkantoor is geopend van 1 October tot 31 MaartOp Werkdagen Van 8 u. 'svoormidd. tot 9 v, 'snamidd. Op Zon- en Feestdagen Van 89 's voorm. van 13 en van 7—9 u. 'snamidd. Het Postkantoor is geopend met inbegrip van Zon- en Feestdagen Van des voormiddags van O1/^11 Va uur. namiddags 23 avonds 77Va s> 97J—10 Transactie of Beginselloosheid //There is something rotten in the state" schreef eenige jaren geleden Miütatuli. En hij had gelijk. De laatste vijf jaren hebben het geleerd. En wanneer iemand er nog aan twijfelen mocht dan is 't jaar 1870 beter dan eenig ander misschien geschikt om het be wijs te leverenwerkelijk daar is verrotting in den politieken toestand. Zij openbaart zich op meer dan ééne wijze. Allereerst en allermeest door de demo ralisatie van onze groote staatkundige partijen. Is er erbarmelijker schouwspel denkbaar dan haar jagen naar 't oppergezaghare stoelvastheid als ze eenmaal plaats hebben genomen op 't kussenhaar modderen en schip peren om tocli maar alle menschen pleizier te doen Actualiteitspolitiek is bij al de verschillende fracties (de radicale misschien uitgezonderd) van ons staatslichaam het wachtwoord geworden. Vraag niet naar streng geformuleerde beginselen. De geest der transactie is in onze staatslieden gevaren. Hun politiek geweten is vrij rekbaar en daardoor als 't noodig is zeer ruim. Een grafelijke leider der antirevolutionaire partij, een man die agitatie in zake van onderwijs plichtsbetrach ting noemde, maakt geene zwarigheid een' gemakkelijken leuningstoel in te nemen naast den aan onze onder wijswet zoo gehechten Heemskerk Az.een gedeelte der onde partij van Groen medeplichtig te maken aan de alliantie met hetconservatisme die partij daardoor van hare macht en haren invloed te berooven en den ouden maar beproefden veldheer, den eerbiedwaardigen Groen zeiven meer dan ooit zijne kracht te laten zoeken in isolement. De conservatieve partij Kan er eigenlijk van zulk eene partij nog sprake zijn Te een of andere tijd, schreven we elders, zal ze zich moeten ontbinden. Een deel zal zich moeten aansluiten bij de antirevo lutionairen, een ander deel zal op den duur de aan trekkingskracht der liberalen niet kunnen weerstaan. En wat is 11a de politiek van ontbinding (nomen est omen) en van veelkleurige proclamaties, die zoogenaamde conservatieve partij anders dan een aggregaat van oppositie voerende kamerledendie zonder eenige leidende gedachte door hunne oppositie quand même met hunnen leider nu eens naar de uiterste lin ker- en dan eens naar de uiterste rechterzijde afdwalen Jaren achtereen heeft men beweerd dat de zoogenaamde liberale partij eene gunstige uitzondering maaktedat zij handelde volgens vaste beginselen dat ze misschien wel met wat te bedaarden tred voor waarts wilde, maar juist daarom zooveel zekerder liaar doel zou bereiken. Toen het Nieuw Amsterdamsch Handelsbladhet Noordenhet zondenregister van de oude liberale partij opensloeghaalde meer dan een glimlachend de schouders op. Ze zou het tegen deel wel bewijzen van 't geen men haar ten laste legde. Met nieuwe jeugdige elementen versterkt zon ze krach tiger optreden dan ooit. Vrij onzacht worden we in deze dagen uit dien zoeten droom wakker geschud, 't Zijn nu niet meer exclamaties van 't een of ander lid der arbeidersvereniging neen in den deftigen Gids komt Prof. Buijs de bewijzen van onvermogen der liberale partij opsommen. Zij heeft, zegt hij, de meest stellige eischen van den rechtsstaatlandsverdediging goede rechtspraak en een billijk belastingstelsel niet alleen niet kunnen verwezenlijken maar zelfs „het geloof aan de mogelijkheid dier verwezenlijking vernietigd Ook zij is clus krachteloos gedemoraliseerd. Het half afgetreden ministerie heeft er bij meer dan ééne ge legenheid het bewijs van geleverd maar niemand heeft deze taak schooner vervuld dan onze minister van koloniën. We spreken nu niet over 't geen er gebeurd is met het besluit tot invoering een er hervorming in de Preanger regentschappen - wij hebben in een vorig nommer daarover ons oordeel reeds gezegd - maar tegen den heer de Waal hebben we andere grieven die niet alleen hem maar de gansche liberale partij raken. I11 de eerste plaats de uitvoering der agra rische wet. Iemand, we herinneren ons niet wiebeweerde korfc na de aanneming van die agrarische wet, dat hare min of meer goede werking zou afhangen van de wijze van uitvoe ring. Maar aan wie kon die uitvoering der liberale wet beter zijn toevertrouwd dan aan den heer de Waaleene kolo niale specialiteitzooals er maar weinige wareneen minister die somtijds wel eens wat kras kon optreden tegen de heftige woordvoerders der koloniale oppositie. Ook deze minister is bezweken voor den drang der reactiede transactie-geest heeft ook hem in zijne boeien geslagen. Er zullen volgens later vast te stellen regelen woeste gronden in erfpacht worden uitgegeven, zegt de wet. De ontginning dezer grondenieder begrijpt hetzal op de ontwikkeling van Java een' allergimstigsten invloed moeten uitoefenen. E11 ook de Nederlandsehe schatkist zal of onmiddelijk dooi de heffing van landrente of middelijk door de meerdere productiviteit van Java door den toenemenden bloei van handel en nijverheid er door gebaat worden. Alles hangt slechts af van de vraag wat we onder woeste gronden hebben te verstaanwelke van deze gronden in erfpacht zullen worden uitgegeven, 't Is aan den minister in dezen uitspraak te doen. Bij koninklijk besluit van 20 Juli' 1870 heeft de minister uitspraak gedaan. I11 dat besluit wordt gezegd dat de gouverneur-generaal een kriug zal trekken om de gouvernements-aanplantingen dat alle gronden binnen dezen kring gelegen aan de uitgifte in erfpacht zullen worden onttrokken. Hoe groot die kring zal zijn of niet misschien de afstand tusschen de gouverne ments-aanplantingen en de ondernemingen van par ticulieren zoo groot zal worden genomen dat deze in 't een of ander vergeten hoekje van Java terecht komen waar de ontginning uiterst moeielijkde afzet van producten zoo goed als onmogelijk zal zijnmaar of niet misschien de een of andere gouverneur-generaal die houdt van mystiticatien de gansche wet illusoir zal maken door een enkele afstandsbepalingdaaraan schijnt de minister niet te hebben gedacht. Erger nog wordt de zaakwanneer in eene volgende bepa ling al de gronden worden uitgeslotendie volgens later te nemen besluiten beschikbaar moeten blijven voor de uitbreiding der op hoog gezag ingevoei'de koffie-caUuur Welke zijn deze gronden? Niemand weet het. Latei- zal 't bij besluit worden bekend gemaakt. En ieder die ook maar eenigzins bekend is met den slakken gang van 't Indisch bestuur weetwat dit later be- teekent. De agrarische wetdie een nieuwe toekomst voor Java moest doen aanbrekenis feitelijk opge heven: Dat is erg maar wat ïiood een volgende minister kan immers per telegraaf bericht zenden naar Indie dat ook dit besluiteven als dat omtrent de hervorming der Preanger moet worden geschorst. We maken ons door dat uitvaardigen en per telegraaf in trekken /an besluiten wel een beetje bespottelijk 'tkost ons wel ons prestige tegenover den Javaan maar voorloopigr ten minste is de slechte werking van zoo'n besluit geneutraliseerd. Maar ook dit be sluit is in onze oogen een bewijs van de demora lisatie der oud liberale partij. Ze heeft getoond dat ze niet bij machte is den toestand te regelen. Bij monde van haren woordvoerder heeft zij verklaard, dat ze ja theoretisch den strijd over beginselen wil maar in de praktijk vcor den kamp terugdeinst. Of zullen de liberalen als één man opstaan om den mi nister te desavoueren? Zullen zij verklaren dat hij niet meer tehuis behoort in hunne gelederen Wij twijfelen er aan bovenal ook op grond van 'tgeen er nu weder is voorgevallen en openbaar geworden bij de behandeling van den post over onderwijs aan den inlander. Zoo ergens dan had de gansche liberale partij zich daar met kracht moeten laten gelden. Heeft zij dat gedaan Ziedaar wat' we in een volgend artikel willen onderzoeken. By/:oii(leiheden. Per luchtballon zijn uit Parijs brieven ontvangen van 31 Oct. en 1 Nov. in welke vrij nauwkeurig bericht wordt gegeven van de pogingen tot verdrijving der nationale(?) regering, die aldaar 11. Maandag hebben plaats gehad. Niet alleen de roode republie- keinen maar ook de meer gematigden waren reeds gedurende geruimen tijd ontevreden op de regering, omdat zij zich te zwak toonde en vooral niet krachtig genoeg optrad tegen dén vijand. Er was slechts eene kleine vonk noodig om de brandstof vlam te doen vatten. Deze vonk was de nederlaag der Eranschen in Bom-get, dat zij twee dagen te voren hadden in genomen, en de tijding van de capitulatie van Metz. Deze maakte op de bevolking een' des te dieperen indruk, omdat de regering drie dagen te voren op kategorisclie wijze van de onmogelijkheid eener zoo danige capitiüatie gesproken had. Ook beweerde men dat in liet gevecht bij Bourget de opperbevelhebber noodeloos meer dan 2000 man bad opgeofferd. De agitatie werd nog vermeerderd toen men vernam, dat Thiers met vredes-voorslagen uit het Pruisische leger kamp in Parijs was aangekomen. Vroeg in den morgen verzamelden zich talrijke groepen voor het stadhuis en verlangden dat de provisionele regering zou worden afgezet. Van alle kanten kwamen gewapende en onge wapende nationale gardes en toen generaal Trocliu ophelderingen wilde geven over 't gevecht bij Bourget riep men hem toe: //wij zijn niet gekomen om uwe rapporten aan te hooren maar u de deur uit te jagen." i Eensklaps viel een schot. De menigte stoof uiteeiri maar verzamelde zicli oogeublikkelijk weder. De stenl-1 ming werd elk oogenblik dreigender. Lijsten circuleerden, waarop de namen eener nieuwe regering. Eindelijk to.| drie ure drongen de oproerlingen het Hotel de Vil Ie, binnen j zonder dat de mobiele gardes weerstand boden., Eerst des avonds te acht ure gelukte het aan lief; 106de bataillon nationale garde generaal Trochu euj de overige leden def regering te bevrijden. Lang-j zamerhand verzamelden zich meer gardes die eindelijk- zonder bloedvergieten de menigte wisten te verjagen, Versailles 3 Nov. Generaal Boufbaki heeft in^ eene dagorde melding gemaakt van een koen waagstuk door de franc-tireurs uitgevoerd tusschen Bethel en:1 Mezièreswaarbij de Pruissen 465 man zouden ver-, loren hebben. Een Engelschman die ooggetuige was; van dit gevecht schrijft daaromtrent het volgende j}1 //Een trein van twintig wagens door de Duitschers.- afgezondenmet proviand geladen en begeleid dooi, een klein escorte viel op den weg tusschen Bethel eui Boiüzecourt in een hinderlaag van 300 fVauc-tireursy die zich de vernielers der spoorwegen noemen. Mij 111 raedgezel een Engelsch officier en ik kwamen juist lang?, dezen weg. Aan de gedoode paarden die met hunne1.1 voerlieden overal op den weg lageii bemerkten wij dat wij in de nabijheid van de franc-tireurs waren. Op j hetzelfde oogenblik zagen wij van den kant van Bethel een locomotief naderen met eenige waggons. Vlak l1 bij ons derailleerde de trein. De Eranschen hadden de rails opgebroken. Zij lagen aan beide zijden van den weg in de bosschen verscholen en openden nu eensklaps een wel onderhouden kruisvuur. Spoedig kwamen ongeveer 50 Praissische soldaten die geen letsel hadden bekomen uit de omgestorte waggons te voorschijn en deden zonder aarzeling eenen aanval op de franc-tireurs die het vuur staakten en in de bos-i schen de wijk namen. De Duitsche officier Liliél van Slees wij k-IIolstein verzamelde zijne manschappen j en keerde naar den omgevallen trein terug. Zij be merkten ons wij werden gevangen genomen streng ondervraagd en gedwongen bij de Duitschers te blijven. Gelukkig passeerde juist een patrouille van twee :lf Uhlanen die nu om versterking werden uitgezouden Twee uren daarna keerden de fVanc-tireurs terug eu;i deden op nieuw een aanval op de Duitschers diqr echter gedekt door de wagensnu zulk een hevig :1 vuur openden, dat zij op nieuw moesten wijken. Toen J de versterkingbestaande uit twee compagnieën aan- kwam waren de Eranschen nergens meer te vinden.1! De Duitschers verloren aan dooden twaalf man aan lill gewonden 2 man. Hoeveel dooden de Eranschen 1 hadden kan ik niet zeggen. Alleen weet ik dat elf *jj gevangenen werden gemaakt waaronder een luitenant -j der mobiele garde die met moeite tegen de woede M der Duitsche soldaten konden beschermd worden." De heer Maju heeft hier 11. Vrijdag avond op de al eerstemede door het departement van nijverheid e| bekostigde Nutsvergadering een voorstelling gegeven ejj n—11 11 til FEUILLETON. VOLKSLETTEBKUNDE. -van kwaad tot erger. Vervolg van ons vorig nummer. X. In de Achterbuurt. Maar alles wentlieve lezeren ik geloof dat de bewoners van dit vertrek u, indien ge er naar ge vraagd hadthetzelfde antwoord zouden gegeven hebben. Want ook zij hadden er zich aan moeten gewennen. Tot de rijken en aanzienlijken hadden ze nooit behoord maar toch tot den welvarenden handwerksstand in zijde en fluweel hadden ze nooit gekleed gegaan en een gevulde beurs hadden ze nooit op zak gehadmaar ze konden toch eiken avond gerust het hoofd nederleggen wetende dat ze deksel en voedsel genoeg hadden voor den volgenden dag en ook nog wel voor den dag daarna. Maar daar warenoch we weten de oude geschiedenis wel die toch zoo echt droevig is daar waren zieke dagen gekomenwaarin niet kon worden gewerkt en dus ook niet kon worden verdiend daar waren zieke dagen gekomen waarin het pandjeshuis ten laatste de eenige toevlucht wasdaar waren zieke dagen ge komen die daarmede eindigden dat de ziekte van den man ontaardde in een kwaaldat de kracht der vrouw was gebroken, dat de honger en armoede en ellende niet langer de dreigende spoken waren die telkens na der kwamen maar de ongenoode gasten die bij hen bleven alsof ze er immer hadden gewoond. Toch had nog veelzoo niet alles kunnen terecht komen zij hadden twee kinderen een dochter en een zoon. Van de dochter konden en mochten zij geen hulp ver wachten zij was gehuwd met een oppassenden man maar het elk jaar aangroeiend gezin maakte dat van de betrekkelijk ruime verdiensten niets kon worden ge mist toch deed zehoe weinig het dan ook was toch deed ze wat ze kon. - Hadden de ouders dat van hunnen zoon ook maar kunnen getuigen maar helaas Als jongen van achttien jaar had hij gemakkelijk in de behoeften van het kleine gezin kunnen voorzien indien hij zich bijtijds op het aanleeren van een of ander handwerk had toegelegd. Van alles was er wel door hem aangevatnergens had hij het kunnen vol houden nu zou het een dan weder het ander hem beter bevallen hij was geëindigd met een doeniet en daardoor een deugniet te worden. Vond hij nog eens gelegenheid zonder zich al te veel in te spannen wat te verdienen den weg naar de ouderlijke woning wist dat geld niet te vinden hij kende wel aangenamer plaatsen om het te verteren. Het gebeurde zelfs dik wijls genoegindien hij na kon gaan dat er thuis wat geld was te vindendat hij op schaamteloozen toon het zijnen behoeftigen ouders wist af te zetten. Laat ons er die zwakke ouders niet te hard over vallen ze vreesden zoo, indien ze weigerden dat hun jongen tot erger vervallen mocht. - Toch was dit juist de fout geweest in de wijze van opvoeding die zij hadden ge volgd. Te zwak en te zorgeloos waren ze menigmaal geweest en als iets hun grievend leed nog grievender maakte dan was het dit dat ze nog al eens geplaagd werden doordien die twee woorden in hen opkwamen die boven zoo menig mislukt menschenleven konden geschreven staan eigen schuld. Want zie zwak en toegevend waren ze geweestniet nauwgezet en aan houdend hadden ze de ontwikkeling van zijn karakter nagegaanniejt met zorg en ijver hadden zé beproefd hem te leiden, voordat het te laat was en geen be dreigingen zijns Vaders of smeekbeden zijner Moeder hem meer van den verkeerden weg vermochten terug te houden. Zijn opvoeding was geweest als die van zoovele anderennergens was hij minder gaarne dan te liuis nergens liever dan op straat. Och dat wordt door zooveel ouders zoo verkeerd ingezien. //Ga de straat nog maar wat op jongen je zit me hier maar in den weg" is zoo menigmaal het woord van Vader of Moeder en de jongen gaat de straat op eerst tegen zijn zindan met zijn zin en eindelijk kan hij 't in huis niet meer uithouden. En als die jongens jonge lingen en die jongelingen mannen zijn geworden dan maken zij de uithuizige echtgenooten uitdan vormen zij de keurbende straatslijpers en kroegloopers dan zijn zij weer de eerstelingen van dat naar het schijnt onuitroeibare geslacht dat er op uit is luiheid, armoede, ellende en zedeloosheid voort te planten. Och dat wordt door zooveel ouders verkeerd ingezien Neen wij zijn er niet tegen dat de jeugd zich ontspanne dat ze haar hart ophale aan jongensspelen aan guiten streken wij zijn er niet tegen dat ze ruimschoots ge nieten van het vrolijkste onbezorgdste tijdperk dat in een menschenleven te vinden is wii gunnen het eiken jongen dat hij met ruime teugen frissche lucht inademe, maar wij wenschten dat de ouders toezagen in welk, gezelschap hunne kinderen verkeeren wij wenschten dat de ouders acht gaven dat de guitenstreken niet ontaarden in een zucht naar gemeenheden; wij wenschten boven alles zoo gaarnedat de ouders het zoo wisten in te richtendat ook de meest levenslustige jongen geen prettiger gezelschap kende dan Vader en Moeder, geen joliger speelplaats dan zijn eigen te huis. Het leven der ouders zou den heiligenden invloed van het kinderleven ondervinden de kinderen zouden er voor de toekomst slechts des te gelukkiger door zijn. rd Een zoodanige was echterzooals we zeiden de opvoeding van onzen Jakob (de eene naam is zoo goed -*e als de andere) niet geweest. Hij was begonnen met e^| op ongeregelde tijden thuis te komenbleef daarna 1 soms den geheelen dag uit en den laatsten tijd was :r- het geen vreemd verschijnsel meer dat hij gansche eeB dagen en nachten niet te huis kwam zonder dat zijne ouders wisten waar hij was noch waarmede hij aan et1 den kost geraakte. Zij gisten veel en vreesden nog :i4'l meermaar juist, de vrees was het die hun den mond Isfl toesnoerde die ze verbood aan anderen te vragen of g-;l ze huiverachtig maakte zijn gangen 11a te gaan. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1870 | | pagina 1