No. 89. ZATERDAG 5 NOVEMBER 1870, I ■g BUIT EN LAND. ZIMIKZEME COURANT. Verschijnt op WOENSDAG en ZATERDAG PRIJS der ADVEETENTIËN. 10 Cents per Regel. De Inzending derzelve kan geschieden uiterlijk tot Dingsdag en Vrijdag morgen 11 ure. A B O N N E M E N T S-P R IJ S Per drie maanden f 1,Franco per Post f 1,25. Het Telegraafkantoor is geopend van 1 October tot 31 Maart': Op WerkdagèA Van 89 u. 's voormiddags. Op Zon- en Feestdagen Van 89 's voorin, van 1 -3 en Van 79 u. 's natóidd'. Het Postkantoor is geopend met inbegrip van Zon- en Feestdagen Van dès voormiddags van 9 11 'A uur. namiddags 23 avonds 77 9 y,10 m De Oemeentex*aaclsTbesluït©zi Tt>e- trekkelijk liet onderwijs in nuttige handwerken op die Stads Scholen, In de laatst gehouden raadsvergadering is het ontwerp der commissie tot regeling van het onderwijs in de nuttige handwerken voor meisjes op de armen- en tusschenschool metalgemeene stemmen'aangenomen om met 1 Januari 1871 in werking te treden. Wij juichen dat besluit van harte toe. Tot nu toe bleven heel wat meisjes ongeoefend in het gebruik van de naalddaar de bestaande stads bfei- en naaischool voor velen te langen tijd van den dag in beslag nam en vele ouders niet bij machte of onwillig waren om elders hunne dochters het noodig onderricht te doen geven. Voortaan zal geen meisje de armen- of tusschen school ten einde doorloopen hebben zonder er ook althans tot op zekere hoogte naaldwijs geworden te zijn. Zeker zullen in menig gezin de heilrijke vruchten daarvan gezien worden. Maar met niet minder vreugd vernamen wij het dadelijk daarop met 8 tegen 3 stemmen gevallen be sluit om de bestaande stads brei- en naaischool niet op te heftenzooals oorspronkelijk het voorstel was der plaatselijke schoolcommissie. Het ligt toch in den aard der zaakdat het onderwijs op de scholen aan een groot aantal kinderen door een naar evenredig heid klein personeel gedurende eenige uren 's weeks gegeven niet zoo degelijk en grondig kan zijn als op een alleen daarvoor bestemde inrichting. Het is nu maar te hopendat de commissie voor de gen. stads brei- en naaischool deze dadelijk tegenover de nieuwe regeling eene gezonde verhouding zal doen aannemen. Van concurrentie tusschen twee stedelijke inrichtingen mag geen sprake zijn. Maar dat behoeft ook niet. Beider bestemming is ook niet dezelfde. De oude school moet nu o. i. een meer uitgebreid lager of, wil men lievereen hooger onderwijs in de nuttige handwerken geven. Naast het linnen-naaien worde ei- aan het zoogenaamde wollen-naaienaan knippen en verspellen, zoo mogelijk ook aanstrijken, plaats ingeruimdzoodat wie na de lessen op de armen- of tusschenschool te hebben doorloopen, nu verder op de stads naaischool heeft gegaan in staat is om alles aan te vatten en te volvoerenwat er op dit gebied in het huisgezin valt te dóén. Kan dat doel worden bereikt en alzoo ook de oude school nieuw leven en nieuwe uitbreiding verkrijgen, zoo zijn de meisjes van den kleinen burgerstand niet alleen die van de hoogere standen vooruitdie op haar Goessche overgeburinnetjes misschien nog langen tijd jaloersch zullen kimnen zijnmaar zoo zijn ze ook in één opzicht met de inrichting van het haar verstrekte onderwijs verder gevorderd dan de jongens van haar eigen stand. Terwijl toch deze nog alleen theoretisch onderwijs op de scholen ontvangen, worden de meisjes reeds theoretisch en practisch beide op de school gevormd. En het is juist daaromdat we beide deze raadsbesluiten toejuichen. We zien er een eerste schrede in op den weg naar de school der toekomstwaar zeker biet alleen voor meisjes maar FEUILLETON. VOLKSLETTERKUNDE. van kwaad tot erger. Zoo heet, mijne lezers de eenvoudige schets die ik onder uwe aandacht brengen wil. Gedachtig aan de les van den grooten dichter, dat wij maar hebben in te grijpen in het volle mensehenleven, dat ieder mede leeft en dat toch maar weinigen kennen liet volle mensehenleven dat belangrijk genoeg is van welken kant men het ook aanvat, wilde ik u iets mededeölen uit het volkslevenkort en naar waarheid zooals het heeft plaats gehad. Een eenvoudige vertellingniet aangrijpend door tafereelen vol hartstocht, door schil deringen vol vuuï en vol gloed, maat aangrijpend en leer zaam, hoop ik, door hare zuivere, onopgesmukte waarheid. I. In de Achterbuurt. Wie Rotterdam niet enkel maar kent uit een vluchtig bezoek van enkele dagen maar zich daar langeren tijd heeft opgehouden of er gewoond heeft die weet, dat er in dat gedeelte der staddat zióh tusschen het zoogenaamde Achterklooster en de Vest bevindt een doolhof van straten gelegen is uren ver van wel luidende namen. (Brandewijnsteeg Schubdevisteeg, Langelijnstraat en dergelijke meer) ons reeds geen hoogen dunk van de aanzienlijkheid harer huiden en ook vóór de jongens theoretische en praktische oplei ding zullen samengaan. Hoe veel goeds het hedendaagsch onderwijs ook hebbe, steeds zal het betere de vijand van het goede blijven. En het is goed altijd liet betere in 'toog te hebben. Voor den ambachtsman is de opleiding nog in menig opzicht gebrekkig, omdat ze zoo eenzijdig is. Eerst moet de jongen, die van handenarbeid leven zal, uit sluitend jaren achtereen vefstand en geheugen oefenen, zonder dat er nog iets gedaan wordt voor de oefening van hand, oog en voet. Uren achtereen moet hij zittten op de schoolbanken, de jongen, in wiens woordenboek het woord zitten anders niet te lezen staat. En als hij dan eindelijk de school verlaat met meer of min der kennis in het hoofd, maar kennis in ieder geval die hij nog weinig leerde toepassen en hem die daarom wel eens ballast toescheen, dan komt hij op een am bacht, in de werkplaats, waar hij aanvankelijk nog tot niets goeds bekwaam een sta-in-den-weg is een knecht wordt der knechten, en niets leert behalve wat hij door afkijken en eigen inspanning en oefening leeren kan, om eerst na jaren, als de schoolgeleerdheid al weer voor een goed deel vervlogen is, als ambachts man den kost waard te zijn. Zeker kan de burgeravondschool veel goed doenom het eèns geleerde te helpen be waren en te doen toenemen. Maar de wanverhouding tusschen theoretische kennis en practische bekwaamheid blijft bestaan. En zeker zou de jonge werkman veel eer zijn vak meester zijn en zijn handigheid bij het werk kunnen aanvullen dooi; zijn kennis en zijn ge vatheid van geest, indien hij van jóngs af zóówel zijn hand als zijn hoofd had leeren gebruiken. Juist door beide te doen samengaan, zou ook de lust tot beide, tot geest- en lichaamsoefening, krachtig worden bevor- vorderd. Eerst wanneer al onze armen- en tusschen- scholen tevens ambachtsscholen geworden zijn, zullen we mogen zeggen dat ze haar hoogtepunt van ont wikkeling beginnen te iiadére'n. We willen niet vergetendat we reeds een goede teekenschool hebben en het zij verre van ons dat gering te achten. Zij is gelijk geheel de burgeravondschool, van onberekenbaar nut om den ambachtsman verder te ontwikkelen te maken dat hij niet een werktuig maar een werkman wordehem te doen werken met overleg en met smaak. Maar vooreerst kunnen niet allen daarvan gebruik maken en ten anderen beoogt ook dit weer een hooger opleidingdie hoogstwen- schelijk mag heeten, maar toch eerst dan recht doel treffend wordtwanneer het lagere de handeling van het werk en de behandeling der werktuigen, den leerling niet vreemd meer is. Een knap timmerman smid draaiermetselaar enz. moet zonder twijfel kunnen teekenën ookmaar- met teekenen alleen leert ineii nog geen timmeren smeden enz. De leerjaren op den winkeldie zoo weinig verdienste opleveren dat daarom alleen vele ouders worden afgeschrikt hun kinderen een ambacht te laten leerenomdat het hun te kostbaar is die onvoordeelige leerjaren konden althans aanmerkelijk worden ingekort 3 zoo niet geheel verdwijnen indien aan de lagere scholen ambachtsklassen werden toegevoegd. Dat dit niet onmogelijk of onbereikbaar is bewijst de inrichting in Wurtembergwaarvan de Opmerker onlangs het volgende meedeelde //Na de wereldtentoonstelling van 1851 zijn aan alle lagere scholen in Wurtemberg klassen toegevóegd als industrie-school. z/Dè leeraars worden zooveel mogelijk gekozen uit de werklieden en patronen van de voornaamste nijver heids-instellingen van elke staddie vroeger dezelfde lessen hebben bijgewoond en daarenboven de noodige practische kennis hebben opgedaande werklieden die alzoo als leeraren optreden verlaten daarom hunne gewone werkzaamheden nietdoch ontvangen voor elk uur, dat zij les geven,, eene vergoeding v£n ƒ2. //Gewoonlijk worden drie lessen per week gegeven, waarvan elk 2 uren duurtzij worden dés morgens van zeven tot negen ure gehouden. Te Geissliugen b. v., is .eene school van 180 leerlingen en de leeraar oefent het beroep van metselaar uit. //Men heeft de opmerking gemaakt, dat kunstenaars, zelfs van erkend talent, niet. zoo goed zijn voor de betrekking van leeraar als eenvoudige werklieden waaruit blijktdat het niet zoo moeielijk isals men wel zoude denken, om leeraren voor dit soort van scholen te vormen. z/Uit de leeraars die zich door hun onderwijs en de vorderingen hunner leerlingen hebben onderschei den worden eenigen gekozen om met den titel van inspecteur voor dit bijzonder onderwijssuccessivelijk de verschillende scholen te bezoeken. //Deze organisatie heeft de beste uitkómsten opge leverd." En om nu nog even tot ons uitgangspunt terug te keerenwij weten beel goeddat het niet deze be weegredenen zijn geweest, die de meeste raadsleden ge drongen hebben tot het tot stand brengen van deze schoone inrichting van liet onderwijs voor meisjes in nuttige handwerken. Maar wij wilden er opmerkzaam op maken hoe zijzij het dan ook ten deele onbewust, een uitnemend beginsel hebben uitgesproken, dat, zoo het later ook op het onderwijs voor jongens wordt toegepastvoor onzen ambachtstand van onbereken baar nut worden kan. Bb'/ioiiderliedeii. Alle bladen zijn opgevuld met bijzonderheden omtrent de capitulatie van Metz. De Ffanséhen beschuldigen Bazaine van verraad. Als bewijs brengt nde Independant de la Moselle'' eene nota, die door een hooggeplaatst officier reeds den 12 Oct. aan den moarscholk ter hand zou zijn gesteld: Wij ontleenen daaraan het volgende //Als mij de taak opgedragen was een onderzoek in te stellen naar uw gedrag, ik zou u vragen': Waarom hebt gij den 26 Aug. toen uw leger geconcentreerd was voor St.-Julien geen slag geleverd? Gij antwoordt dat het weef slecht was ik wensch te weten of het bij en voor de Pruissen misschien niet regende. Gij wist, dat de armee van Mac-Mahon op weg whs naar het Noorden; ik geloof, dat gij u met hem zoudt hebben kunnen vèreenigen, als gij het gewild lindtWaarom heftt gij niet met al uwe macht |l aanvallende dèn vijand uiteengejaagd nog voor hij zijne J verschansingen had opgeworpen? Waarom hebt gijil zonder rede de //Maxes" verlaten, waar een ongeloofe-a lijke voorraad was opgestapeld, die door uwen onver- klaarbaren terugtocht in handen der Pruissen isj gevallen." Op deze wijze gaat het stuk een tijd lang voort om te eindigen niet dit resultaat: //Gij hebt nietsj gedaan! En binnen eenige dagen zult gij niet meerj in staat zijn den strijd voort te zétten. Maar desniet tegenstaande zult ge ons niet als eene kudde schapen verkoopen! En eens zrtlt ook gij en uwe aanhangers geoordeeld worden. God 'geve, dat gij u dan zult] kunnen verdedigen. ;i De correspondent van de Daiig News meldt het volgende De Fransche garde was de eerste afdeeling die zich', gevangen gaf. Met militaire eer trok zij uit de vesting defileerde /oor prins Frederik Karei en gaf toen inij Frescatv hare wapenen over. Deze eer was. alleen' aan de riansehe garde toegedachtde andere afdee- liiigen hadden hunne wapenen reeds in Metz moeten afgeven. Om 4 uur werden de Fransche wachten aan de poortende depots en arsenalen door de Pruissen afgelosttwee regimenten infanterie en een kavalerie waren de stad binnengetrokken. Generaal vonZastrow nam het bevel in de vesting op zich. Het bericht der kapitulatie werd in de geheele stad met woede ontvangen. De nationale garde weigerde have wapens neder te leggen in den namiddag van den 2 9sten verscheen een kapitein der dragonders aan het hoofd van een afdeeling soldatendie zwoeren liever te willen sterven clan zich over te geven. Bij de kathedraal was de wanorde verschrikkelijk. Generaal Coiffinière wilde de niénigté tevreden stellen maar werd met schoten ontvangen. De menigte moest doof twee linieregimenten uit elkaar gedreven worden. De gemeenteraad was radeloos zij stelde zich van het bezetten der stad doof de Duitschers veel verschrik kelijks vóór. De correspondentde eerste vreemdeling die in de stad kwamwerd twee uren lang door den maire bezig gehouden. Toén hij verzekefde dat 1000 wdggons te Courcelles gereed stonden om voorraad in de stad te brengen bekoelde de woede tegen dé Duitschers merkelijk. Het geheelé véiiiès aan dooden gedurende de be legering' bedraagt 42,000. Vele gewonden stierven bij gebrek aan goede oppassing. Bij zijn vertrek naar Wilhentshöhe verkeerde Bazaine in geen gering gevaar. Te Ars wachtte een troep vrouwen hem op vielen onder een vloed van scheld woorden op het rijtuig aan sloegen de ruiten stuk énwas de Pruisische gendarmerie niet tnsschenbeidë gekomen dan zou de lynchwet op den maarschalk zijn toegepast. Dc Norddeutsche Zeitung deelt eene depeche medé door lord Granville aan lord Loftus gericht den 20 bewoners doen opvatten. ïn een van die straten of stegen welke het juist was doet niets ter zake stond eenigé jaren geléclen een van die woningenwelke nog altijd door hare talrijke bewoners, haren reelzijdi- gen inhoudons onwederstaanbaar doén denken aan de Arke Noachs. Wordt de benedenste verdieping ingenomen door een kelder welks huurders den kost winnen door mangeleneen snoeptafel houdenuit wekken gaan, waarbij soms ook nog wel schoenlappen en tapijten kloppen gevoegd wordt, dan heeft meestal in de vertrekken die het benedenhuis vormen een groentenverkoopereen melkboer of een komenijsman zijne tenten opgesl&gen, die daarbij zijn gastvrije wo ning tot het houden van //kominesalen" heeft ingericht. Boven deze aan handel en nijverheid gewijde heilig dommen bevinden zich nog drie of vier verdiepingen die //aan kamers" verhuurd worden zooals men dat noemt dat wil zeggen dat zich daar kamers en kamertjes dikwijls beter gezegd hokken en hokjes bevindenzoo velen als cle vindingrijkheid van den huisjesmelker er maar voor een kleinigheid weet in ts richten die liij clan weder tegen gewoonlijk veel te hooge prijzen aan ambachtslieden, timmermans-en metselaarsknechts en dergelijke weet te verhurenja vaak is zelfs het hoogste gedeelte van de woning onder de dakpannen het grootste gedeelte van den zooge- naamden zolder nog tot kamertjes ingerichtdie dan voor 30 a 40 cents 's weeks gretig bewoners vinden, 't Valt licht te begrijpen dat die er verblijven nu juist niet. de woningen zijn die wij bij voorkeur voor den af bei tl enden stand, voor dé volksklasse zouden wenschen; voordeden, er van zouden wij bijkans niet weten op te noemen, tenzij cl'aii dat cle geldelijke behingen van inhalige eigenaars er door worden be vorderd. De gezelligheid toch die in dié arken ge vonden wordt, wel verre van eenig genoegen of nut aan te brengêii, is maar al té veel 'de aanleiding tot twisten én onëertighedéttja tot vechtpartijen, die cle bulu't in opschudding brengende policie werk geven en voor cle strijdlustigéil hoogst onaangename gevolgen hebben. Boveridién vefdwijnt zoo geheel het denkbeeld van een eigën téliuis, als daar in het ééne vertrek geen woord bijkans kan worden gesprokén, dat niet in het andere wordt gehoord; bovendien is daar aan leiding tot velerlei onzedelijkheid als ouden en jongen van beiderlei geslacht dag en nacht zich berinden onder één dak; bovetidieü wordt daar door velen en op velerlei wijzen gespeculeerd op de zwakheden én ondeugden van hét volk waafdoor lichtzinnigheid ontuchtdfonkenschap armoede worden aangekweekt en bevorderd. Gelukkig dat dat meer en rheer wordt ingezien en dat men met kracht voortgaat met voor de huisgezinnen uit de volksklasse woningen te bouwen, waar ze goedkoopergezonder, vrijer kunnen wonenwaar ze een te huis een eigen te huis vinden kunnen. Vergeef mijlezercleze kléine afwijking maar ik diende toch u éenigzins bekénd te maken met de plek waarheen ik u wilde geleiden. Zoo ge er niét tegen opzietoch heb dan dé goedheid mij te volgen in die ■wtirrg v.aar ik zoo even van sprak. Wij moeten boven wezen, de weelde van een schel kan men zich hier niet verooiioovendaar het in een huis met zooveel gezinnen altijd twijfelachtig wezen zou voor wie er gescheld werd. Wij gaan dus maar familiaar den trap op zijn de treden ook wat uitgesleten en wat glibberigis het hier en daar vooral op de por talen ook wat erg duisterhoud u maar vast aan dat stevige touw dat hier- den dienst van trapleuning be wijst. 't Is een heele klim eer ge boven zijtin een van, de kleinste vertrekken- met één raam dat uitzicht geeft op daken en goten. Heel vrolijk is het dus niet in die kamer en evenmin getuigt wat wij er zien van groote welvaart. Al hebt gé liet zelf nooit aanschouwd, omdat ge er voor huivert zulke verblijven der armoede binnen te treden ge hebt toch dikwijls genoeg gelezen de beschrijving van de waggelende tafelvan den éénen stoel op drie pooten zoodat hij altijd tegen den muur moest leunen om tot zitplaats te kunnen dienenvan den anderen stoel zonder zitting wat ver holpen wordt door eeii stuk van een plank er op te leggenvan cle vensterruiten grootendeels gebroken maar clan met papier toegeplakt of met vodden toege stopt in één woord het zag er hier uit zooals het er gewoonlijk uitziet bij menschen die tot den laagsten trap bijkans van armoede vervalïefi zijnhet zag er hier uitzoo dat wijdie niet gewoon zijn in zulk een omgeving te leven ons niet begrijpen kunnen hoe iemand dat op den langen duur verdragen kan. Wordt vervolgd. rd u )e et t -r. et,1 .i- .ls

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1870 | | pagina 1