Zaterdag 1 October 1*0. <9 '1870 WOENSDAGEN ZATERDAG. Rijks-Telegraaf. Mr. J. C. E. Baron van Lijnden B i n 11 e n 1 a 11 d s c h e 1 i j d i n gen. I ZIERIEZEESCHE COURANT PRIJS DER ADVERTENTIËN. Gewone 5 cent de regel. Geboorte-, Huwelijks- en Dood- berigtenvan 18 regels a 0,50. VERSCHIJNT: A B O N N E M E N T S-P R IJ S. Per drie maanden f 1,25 Franco per post 1,50. Inzen ding der Advertentiën daags te vorenvóór 10 ure 's morg Paar* voren 12.00> 9.90 7.90 5.90 5.50 4.00 4.40 8.60 1 1.50 1 2.50 16.00 8.30 De ondergeteekende brengt in herinnering, dat Van 1 October tot 31 Maart, het kantoor zal geopend zijn Op werkdagen van 8 u. voormidd. tot 9 u. namidd. Op Zon- en feestdagen van 8 tot 9 voormidd., 1 tot 3 en 7 tot 9 u. namidd. De Directeur, PILAAR. De Herstemming. Op 4 October e. 1c. zal tusschen de lieeren B. G. van der HAVE en Mr. J. C. E. Baron van LIJNDEN eene herstemming voor het lidmaatschap der Provinciale Staten moeten geschieden. Niet omdat wij den heer van Lijnden reeds bij de eerste stemming aanbevolen hebben maar omdat wij van meening zijn dat hij de geschiktste persoon is, om in de vertegenwoordiging van ons gewest zitting te hebben, nemen wij nogmaals de pen op, om een laatste woord tot zijne verdediging te zeggen. "Wij vinden hiertoe bovendien aanleiding in de omstandig heid dat, toen ons artikel in het nummer dezer Courant van 14 Sept. jl. geplaatst was wij van de candidatuur van den heer van der Have nog niets uit advertenties of dagbladartikelen veruomp-n hadden en wij bij het schrijven van dat artikel dus niet bepaald aan ZEd. gedacht hebben. Overbodig komt het ons dus niet voor thans in eene vergelijking van deze beide candidaten te treden het publiek kan dan beoordeelen of, zelfs na het optreden van den heer van der Have als candidaat, de keuze van den heer van Lijnden in het belang on zer provincie en van deze eilanden niet gewenscht moet worden. Wij willen evenwel niet den schijn op ons laden als zouden wij de oogeu sluiten voor datgene, waardoor de heer van der Have zich voorzeker aanbeveelt. Hij is in deze streken geacht en gezienen bekend als een man wien het noch aan ijvernoch aan goeden wil noch aan kennis ontbreekten die daarenboven tot eene der deftigste landbouwers-familiën van Duiveland be hoort welker leden zich in de openbare betrekkingen, die zij bekleeden of bekleed hebben, steeds verdienstelijk i hebben gemaakten de algemeene achting genieten. Er is evenwel maar ééne zaak, waarnaar wij de meer dere of mindere, geschiktheid van een persoon voor deze betrekking afmeten en die is kennis van de algemeene en provinciale belangen. Het andere is in onze oogeh bijzaakeerst als kennis gelijk staat mag men daarop acht slaan. Nu zegt men de heer van der Have is een land bouwer en het is wenschelijk dat tlians een landbouwer in de Provinciale Staten gekozen wordt. Waarom P vragen wij. Waarom geeft het bedrijf van den land bouwer meer aanspraak op het bekleeden van de be trekking in kwestie dan eenig ander bedrijf of dan eenige betrekking Geeft het een vermoeden van meer bekwaamheid of karakter Niemand zal zoo iets beweren. Is het omdat de landbouwers zulke groote belangen vertegenwoordigenen bij een slecht provinciaal beheer het meest te verliezen hebben Mag het bijzonder eigenbelang dan een maatstaf zijn, waarnaar men bet publiek recht afmeet, en zoo ongeveer zouden wij met een van de grootste staatslieden van Nederland met Thorbecke, willen vragen, „wordt eene vertegenwoor diging der geheele provinciedat is van het volk dat die provincie bewoont, van het gewest als éénheidop bate- of schadeberekening ééner willekeurige afgeschei den classe gegrond." Voorwaar het feitdat iemand landbouwer ismag noch voor conservatieven noch voor liberalen eene reden zijnom hem tot deze betrekking te kiezenwant daardoor bezit men nog niet de vereischte bekwaamheid en niet het eigen belang van eene bepaalde klasse, maar het belang van het algemeenvan het gemeenebest waarin al de bijzondere belangenvan landbouwers van industriëlen van renteniersvan handelaars winke liers arbeidersin één woord van rijk of armvan welken stand of welk beroep ook te zamenvallen, mag eenig en alleen door de kiezers in het oog gehouden worden. Wij zonden wenschen dat er enkel landbouwers in de Provinciale Staten zitting haddennl. als die laudbouwers dan ook de knapste meuschen waren nu een landbouwer, omdat hij landbouwer isniet knapper als een ander mensch iszien wij niet in, waarom hij in de eerste plaats voor lid van de Provinciale Staten in aanmerking moet komenen waarom men niet even goed een winkelier, of een boekhandelaar, of een advocaat of een rechter mag kiezen. De tijden dat een bepaalde stand of klasse voorrechten heeft, zijn Goddank voorbij. De, heer van Lijnden, die geen landbouwer is is even goed verkiesbaar als de heer van der Have die het wel is en kan zelfs over de belangen van den land bouwer even goed oordeelen. Zoo hoorden wij onlangs bewerende vader van den lieer van der Have is langeu tijd een verdienstelijk lid der provinciale stateu geweest, en het zoude dus billijk zijn dat zijn zoon ook een kundig manhem opvolgde. Wij brengen gaarne hulde aan de verdiensten van dien eerwaardigen grijsaardom hetgeen hij in zijne verschillende betrekkingen ia het belang van het algemeen verricht heeft en nog verricht. Doch wij ge- looven dat wij als verdiensten van ouders den kinderen toegerekend moeten wordenminstens niet evenveel recht kunnen wijzen op alles wat de vader van den heer van Lijnden de commissaris des konings in deze provincie in het belang van ons gewest gedaan heeft. Wij willen dit echter niet doen. Onzes inziens ver biedt de kieschheid dit. Wordt de persoon, dien men op dien grond aanbeveelt, niet gekozen, zoo zoude men hierin van wege de kiezers eene miskenning van de verdiensten van de ouders kunnen zien men brengt hen aldus in onnoodige moeijelijkheden, daar men hen, behalve over de geschiktheid van de candidaten zelve nog laat oordeelen over daden van anderen. Waar zoude liet heen moeten indien bij eene ver kiezing als deze die daden eens een onderwerp van verdediging moesten uitmaken Welk nut kon het hebben dat men daarop wijst Yan twee candidaten is de een altijd meer, de ander altijd minder geschikt en de geschiktheid, die men persoonlijk heeft, wordt noch vermeerderd noch verminderd door de verdiensten, die de ouders al of niet bezitten. De heer van der Have is niet geschikteralleen omdat zijn vader lid van de provinciale staten is geweest evenmin als de heer van Lijnden geschikter is omdat zijn vader commissaris des konings in deze provincie isen men handelt dus verkeerd bij eene aanbeveling van een candidaat zich daarop te beroepen. Niet ter wille van bepaalde personen maar van het algemeen belang moeien betrekkingen als deze vergeven worden. Men heeft zich op een meer verklaarbaar standpunt geplaatst door bij de bestrijding van de candidatuur van den heer van Lijnden een beroep op de politieke richting van den heer van der Have te doen. Verklaarbaar is ditomdat er altijd velen zijn die zich door groote woordendie op zich zelf mooi klinkenmaar bij eenige nadere beschouwing bitter weinig beteekenen laten vangen. Zoolang wij de redactie van dit blad geleid hebben hebben wij ons daarom altijd op een onafhankelijk standpunt geplaatsten nooit ge vraagd wat liberalen of conservatieven of anti-revolutionai ren zouden zeggen, maar enkel gestreefd, hetgeen wij zelf voor waar en goed hielden, te verkondigen. Het volk moet men opleiden tot zelfonderzoekdoor altijd met lenzen te schermen zal men clit doel nimmer be reiken in plaats van door liberale, of conservatieve, of anti-revolutionaire brillen moeten dc burgers met eigen oogen de zaken, die hunne belangen raken, leeren aan schouwen en zich aldus over elke zaak zelf een oordeel leeren vormen. Leuzen en groote woorden scheppen enkel vooroordeelen en niet daarvan maar van rede beleid moeten verkiezingen de vrucht zijn. Of nu de heer van der ITave liberaal is, en de heer van Lijnden conservatief, willen wij niet beslissen. Wie eenvoudig zegt liberaal of conservatief te zijn, is het daarom nog nietevenmin als iemand liet isomdat het openbaar geruchthem als zoodanig karakteriseert. Wij meenen dat dit uit daden of geschriften moet op gemaakt worden een bloot „men zegt" is daartoe niet voldoende, en de kiezers, die van liberaal of conserva tief hunne stem willen laten afhangen handelen al zeer ligtvaardig zich daarop alleen te verlaten. Aangenomen echter dat het waar is dat de eene can didaat liberaalde andere conservatief isdan vragen wij in allen ernst, wat dit er toe doet. Welk praktisch verschil in het provinciaal beheer kan hiervan het ge volg zijn Geen althans de ervaring logenstraft het. Met opzet hebben wij eens in het bijvoegsel van de Middelburgsche Courant het verslag van de verga lering der Provinciale Staten nagegaan, en eerlijk moeten wij verklaren geene stemming gevonden te hebben, of altijd waren het mannen, die bekend staan tot verschillende richtingen te behooreuwelke vereenigd vóór of tegen stemden. Iedereen kan zicli hiervan gemakkelijk over tuigen, en bovendien begrijpen, dat dit zeer natuurlijk is, daar de provinciale wet in zoovele gevallen als van belastingen, administratie, verantwoording, controle enz. den weg, dien men te bewandelen heeft, als het ware heeft afgebakend. Of men (zooals de Zierikzeesclie correspondent van het dagblad het Noorden van een paar heerendie ook candidaat geweest zijn, beweert) liberaal door merg en been is, mag voor de betrekking van lid van de Provinciale Staten niet in aanmerking komen, want; blijkens de ervaring leidt het verschil in richting hier niet tot verschillende gevolgepzooals de conservatieven hier ter stede, toen de heer van IJssel- steijn, zoo spoedig aan dit gewest ontvallen, voor de Provinciale Staten verkozen is, terecht begrepen hebben. Hij, een erkend liberaal, is desniettemin met kracht door hen gesteundomdat zij wisten en begrepen dat een man met zijne kennis en zijn doorzicht toegerust meer dan andeien de belangen der provincie zoude kunnen behartigen. Zoodra men echter het wapen van zoogenaamd ver schil in richting tegen den knndigen van Lijnden ter hand genomen had, wees men op de taak der Provin ciale Staten, om de leden der Eerste Kamer te kiezen. Tweemaal in de negen jaren moet dit in Zeeland ge beuren. Tweemaal in de negen jaren kan het verschil van richting zeker te pas komen. Tweemaal'tls kras! Doch is het daarom van zoo overwegend groot belang dat er uitsluitend liberalen of conservatieven in de Provinciale Staten zitting hebben? Wij betwijfelen dit. Men vergeet dat de Eerste Kamer niet zoozeer ge roepen is, om zelf reg^ringsbeginselen vast te stellen als wel om door hare al of niet goedkeuring der wets ontwerpen die haar aangeboden worüen toezicht uit te oefenen op de wetgeving, en te waken tegen ooerijlde besluiten der Tweede Kamer. Noch in Engeland, noch in Amerika, noch in Nederland heeft dat Staatsligchaam op den duur hervormingen, die door de liberale partij gewenscht werden, tegengehouden. De partijen teekenen zich in die Kamer altijd veel minder scherp af, en de Provinciale Staten kiezen bij ons dan ook gewoonlijk mannen van verschillende rich ting, (men deuke maar aan de leden der Eerste Kamer door Zuid- en Noord-Hoiland, of wel door Zeeland af gevaardigd hetgeen zij zoo het verschil van richting zulke overwegende gevolgen ais in de Tweede Kamer had, zeker niet zouden doen. De bezwaren tegen de' candidatuur van den heer van Lijnden in 1 e midden gebracht gclooven wij hier mede voldoende wederlegd en op hare juiste waarde gesteld te hebben. Over het feit dat zijn vader Com missaris des Konings ju deze provincie ismag het bijna overbodig heeten een woord te zeggen. Onze wetgeverdie zoo zorgvuldig alles wat aanleiding zoude kunnen geven tot familie-regeringheeft willen voor komenzoude, indien hij hierin een bezwaar gevouden had, het zpker verboden hebben. Hei onpartijdige, royale karakter van den heer van Lijnden en van zijn vader levert bovendien voldoenden waarborg op tegen mogelijk kwaad dat hiervan het gevolg zoude kunnen zijn- Om zijn uitstekende kennis is de heer van Lijnden onze candidaat. Wij herhalen hier wat wij vroeger omtrent hem schreven „Allen die met hem in aanraking zijn geweest zullen eenparig zijne bekwaamheden roemen. In de arrondis- sements rechtbank alhier, waarin hij sedert 1866 zitting heeft bekleedt hij eene eervolle plaats en wordt hij om zijne rechtsgeleerde kei.nis naar verdienste gewaar deerd. In de zaken die het onderwijs betreffen is bij geheel en al te huis. Reeds in 1864 is hem van Z. M. den Koning op voordracht van Thorbeckeden toenmaligen minister van Binnenlandscbe Zakende buitengewone onderscheiding ten deel gevallen tot school opziener benoemd te worden van het schooldistrict Hulst. Twee jaren heeft hij met ijver en nnauwgezetheid deze betrekking waargenomen en was hij dus bijzonder in de gelegenheid zich op de hoogte te stellen van alles, wat de belaugen van het lager onderwijs betreft. Toen hij in 1866 lid van de rechtbank alhier werd, meei.de hij om de bezwaren die er aan eene gelijktijdige waar neming verboden zouden zijnzijne betrekking als schoolopziener te moeten nederleggen. De raad van deze gemeentezijne kennis van onderwijszaken] op prijs stellende, benoemde hem echter spoedig tot lid van de plaatselijke schoolcommissie alhier. Doch hij heeft het voorrecht gehad met alleswat het huishouden van deze provincie betreft, bijzonder bekend te kunneu worden. Na zijn vertrek van de academie in 1860 zich te Middelburg als advocaat ge vestigd hebbende, is hij gedurende zes jaren (tot 1866) werkzaam geweest op de griffie van deze provincie. Onder de leiding van twee uitnemende mannen zijn vaderden heer Commissaris des Konings in deze pro vincie en den in het voorjaar van 1870 gestorven griffier Mr. S. van der Swalsie heeft hij de provin ciale administratie en den toestand van Zeeland op eene grondige wijze kunnen leeren kennen. Men kan met recht van hem onderstellendat hij door dien langdu- rigen arbeid over de belangen eener provincie in liet algemeen en van deze in liet bijzonder meer dan an deren in staat in een oordeel te vellen, Yooral als men let op den eigen aard i gen ipsulairen loestand van Zeelandziet men hoe moeijelijk bet is voor iemand hier in Zierikzee of in Schouwen en Duiveland woon-r achtig voldoende met de andere eilanden bekend Ie worden. Yerkeer tusschen de eilaiidcu bestaat er on derling betrekkelijk weinig en de behoeften loopen ver bazend uiteen. Door dien arbeid op de griffie dezer provincie heeft de heer van Lijnden die van geheel Zeeland kunnen overzien en den toestand van al de eilanden en polders leeren kennen. Door zijn vierjarige inwoning in deze stad beeft hij bovendien zic-li nog nader op de hoogte kunnen stellen van hetgeen in het bijzonder in het belang van dit district vereischt wordt." Yooral wij voegen er dit nog bijmoet men nu de wet op dc Calami!euse polders door het maken van provinciale reglementen spoedig in werking gebracht moet worden het groote belang niet uit het oog ver liezen dat er voor die polders in gelegen is om zooveel mogelijk fqiappe met polderzaken door en door bekende mannen aan de zamenstelling dier reglementen te laten medewerken. Ook daarom achten wij de verkiezing van den heer tan Lijnden bijzonder wensohelijk. Nu is de lieer v. d. Have ook een knap man. Wij willen dit althans aannemen en wij brengen volgaarne hulde aan zijne bekwaamheden. Doch goed rond goed Zeeuwscli den heer tan Lijnden stellen wij liooger. Er zouden velen candidaat gesteld kunnen worden boven wie wij den lieer van der Have voor deze be trekking zouden verkiezen doch nu tegenover hem een man staat die zoowel wat theoretische als wat praktische kundigheden betreft nooffig voor bet lidmaatschap der Provinciale Statenboven anderen uitblinkten een sieraad van de vertegenwoordiging van dit gewest zoude zijnnu mogen wij niet wenschen dat de lieer van der ITave verkozen zal wordencu als hem in den aanstaanden strijd de meerderheid niet te beurt valt roepen wij hem toe bedenk dat het soms eervoller is, te vallen als te overwinnen De redactie dezer courant is in liet begin dezes jaars aanvaard onder de leus Waarheid Onpartijdigheid Zij is thans in andere handen overgegaan; met 1° Oc tober zullen andere personen haar leiden en zal de courant een andere richting verkrijgen. Met de aanbe veling van den heer van Lijnden nemen wij tot onzen spijt afscheid van het betrekkelijk gering aantal lezers die de courant beeft gehad en tevens van de kiezers. Onze zwakke krachten hadden wij gehoopt nog lang op deze wijze aan de publieke zaak te kunnen besteden. Die hoop zal niet verwezenlijkt worden. Ons blijft echter één troost Waarheid en Onpartijdigheid hebben wij nagejaagdook bij deze verkiezing en daarom bevelen wij nogmaals dringend en uit volle overtuiging aan de kiezers in dit district voor liet lid maatschap der Provinciale Staten aan Rechter in de Arrondissements-Rechtbank alhier. Zierikzee 30 Sept. Tot Britsch Consulair Agent alhier is benoemd. Mr. W. C. de Crane. De Evang. Lutli. Kerk alhier ontfing dezer dagen oen rijk met zilver gemonteerden Bijbel ten geschenke als aandenken van wijlen mejuf- vrouw de wed. Daane. Deze prachtige Bijbel, waaraan mejufvrouw M. de Koning moeite noch kosten gespaard heeft om den weusch van haar overleden vriendin te vervullenstrekt mede tot eer van den ver vaardiger den lieer van Kempen te Voorschoten, wiens bekende fijne smaak cn sierlijke bewerking ook hierin weer zoo duidelijk uitkomen. Jl. 'Zondag waren de reizigers op den trein die te 4'.36 uit Emmerik vertrekt, getuigen van een akeli- gen zelfmoord. Even voor liet oprijden van de brug te Westervoort had zich plotseling een man op de rails geworpenom zich door Jen aansnellenden trein te laten verpletteren. De machinist zag het en stopte da delijk maar in 't naaste oogenblik ging de iocomotio.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1870 | | pagina 1