Woensdag 24 Augustus
W°. 68
1870
WOENSDAGEN ZATERDAG.
Binnenlandsche Tijdingen.
Buitenlandsche Tijdingen.
ZIERIKZEESCHE COU
PRIJS DER ADVERTENT IËN.
Gewone 5 cent de regel. Geboorte-, Huwelijks- en Dood-
berigtenvan 18 regels a 0,50.
VERSCHIJNT:
A B O N N E M E N T S-P R IJ S.
Per drie maanden f 1,25 Franco per post 1,50. Inzeil
ding der Advertentiën daags te vorenvóór 10 ure 's morp
De 16en September des vorigeii jaars heeft het
provinciaal gerechtshof te Groningen E. ïiotgers schul
dig verklaard aan poging tot diefstal bij nacht door
meer dan één persoon, met aanneming van de bena
ming van een openbaren ambtenaar onder voorgeven
van een valscken last van het civiel gezag en mei ge
weldpleging begaanen hem te dier zake veroordeeld
tot vijf jaren tuchthuisstraf en in de kosten. Hij was
beschuldigd van een Duitschen heer en eene dame in
het sterrebosch gelast te hebben voor het innemen van
een bank in dat bosch hem als opzichter daarover
f 3 boete te betalen omdat het niet geoorloofd was
op' die banken te gaan zitten. Bij de weigering om te
betalen zou hij getracht hebben, met bijstand van andere
personénbedoelde echtgenocten door mishandeling
daartoe te dwingen. Volgens de Prov, Groninger courant
liep te Groningen reeds dadelijk het geruchtdat Ïiot
gers onschuldig was en eenigen tijd daarna dat de
werkelijk schuldigen ontdekt waren. Thans zijn die
geruchten gebleken waarheid te zijn en is genoemde
persoon, die den 26en Mei 1869 gevangen genomen
werd en nu in het tuchthuis te Leeuwarden de straf
ondergingwaartoe hij onschuldig veroordeeld was, op
vrije voeten gesteld na bijna vijftien maandenlang van
zijne vrijheid beroofd te zijn geweest. Het blad brengt
bij de vermelding hieraan hulde aan den brigadier-majoor
der rijksveldwacht Groenendaal en den brigadier Wa
terman, voor hunne aanhoudende pogingen waardoor de
onsehuid van Botgers aan den dag kwam en hoopt
dat hun voorbeeld door velen hunner collega's moge
gevolgd worden.
Oostbueg 4 Augustus. De algomeene vergade
ring der onderwijzersvereniging in liet 5e schooldistrict
werd heden alhier gehouden. Meer dan gewoonlijk droeg
deze bijeenkomst een feestelijk karakter omdat thans
het vijftigjarig bestaan der onderwijzersvereniging herdacht
werd. De vergaderzaal was dan ook smaakvol versierd,
en niet weinig droeg tot de feestvreugde bijdat de
samenkomst werd opgeluisterd door de tegenwoordig
heid van den algemeen geachten inspecteur van het
lager onderwijs iu Zeeland den heer C. M. v. "Visvliet.
De schoolopziener begon met de vergaderden een har
telijk welkom toe te roepen en sprak vervolgens over
de Nederiandsche taal als leervak in de lagere school,
ook met het oog op de wijzewaarop zij in dit school
district onderwezen wordt. Ka eenige huishoudelijke
werkzaamheden had er een wedstrijd plaats in het
voor de vuist spreken tusschen vier hulponderwijzers
over het onderwerp Vrijheidwaarbij de prijs ieder
voor de helft werd toegekend aan de heeren J. A. Bliek
en I. Pattisthulponderwijzers te Groede en te Oostburg.
Hierop volgde de pauze en daarna de feestrede uitge
sproken door den heer J. Bevelander Schoo hoofdon
derwijzer te Groede en tevens secretaris van het algemeen
bestuur. Met echten tact en humor gaf hij eene geschie
denis van de onderwijzersvereeniging sedert haar ontstaan
in 1520 en bracht uit de oude notulen en van elders
menige proeve bijdie de lachspieren bewoog en den
tegenwoordigen toestand waardeeren deed bij vergelijking
met vroeger gedacht met weemoed aan de dooden, en
deelde wenken en wenschen meedie in aller hart
weerklank vonden. Te zeggen dat deze voortreffelijke,
keurig gestileerde en vurig uitgesprokene rede niemand
een oogenblik verveelde zou een te schrale lof zijn.
Allen boorden ze aan met onverdeelde en gespannen
aandacht en bij het einde werd, van de warme toejuiching
de eenparige wenseli uitgesproken dat zij in 't licht
moge verschijnen. Ofschoon de zedige redenaar daartoe
de stellige belofte niet gafmag echter gehoopt worden,
dat hij aan den algemeeuen wensch gehoor zal geven.
Weder volgden nu huishoudelijke werkzaamheden en
het bespreken van punten in verband met het belang
van het onderwijs inzonderheid in dit schooldistrict.
Hierop werd de vergadering, die door driestemmige
zangstukken was afgewisseld, gesloten.
Te vijf uren vereenigde men zich aan den eenvoudigen
disch die door eene menigte van toasten en ernstige
en luimige bijdragen gekruid werd en te middernacht
scheidden de leden met de aangenaamste herinneringen
van een feestdat niet spoedig uit het geheugen zal
worden gewisckfc. (Sluisch Weekblad.)
Men leest in het Nieuws van den Dag-
De officieele depêches van het tooneei des oorlogs
hebben in hare overgroote bescheidenheid ons niet doen
kennen, hoe groot het gevolg- van de slagen bij Weis-
senburg, Wörth, Saarbriicken en Forbach geweest is,
Berichten van Fransche zijde en de jammerlijke procla
matie van Napoleon hebben ons eerst onze overwinning
in hare volle beteekenis ïeeren kennen. Daarom is men
dan ook bijna begeeriger naar de berichten van het
binnenland van Frankrijk dan naar die van het tooneei
van den oorlog. Een merkwaardig bewijs van de zekere
verwachting der overwinning is dat thans reeds bijna in
alle politieke kringen de gewichtige vraag besproken
wordt: welke eischen de overwinnaars aan Frankrijk
moeten stellen. Alle partijen zijn het reeds daarover
eens dat, zooals ook door Frankrijk of althans door de
dagbladen geëischt werd, een nieuwe grensregeling moet,
gemaakt wordennatuurlijk niet. overeenkomstig
hun bedoeling dat voortaan niet de Hijnmaar de
Vogezen de grens moeten vormen en bij gevolg de
Elzas eu Duifcsch-Lotharingen aau Buitschland moeten
vallen. Ook zijn zij het daaromtrent eens, dat Pruissen
afstand moet doen van iedere vergrooting van grond
gebied en de verkregen grenslanden alleen tot schade
vergoeding voor onze Zuid-Duitsche Staten Beieren
Wurtemberg en Baden, moeien aangewend worden. De
ware Franscheneters echterhun aantal is niet klein
zijn reeds thaus met zulke vredesvoorwaarden niet
tevreden zij verlangen dat Frankrijk zog verzwakt worde,
dat het voor vele jaren dé mogelijkheid benomen worde
nogmaals den Europeeschen vrede te verstoren. België
en Nederland zouden door het bezit der Noordelijke
gewesten Zwitserland door SavoyeItalië door Nizza
versterkt worden; Frankrijk zon men buitendien nog
door een ontzaglijke oorlogsschaiting eu het verlies van
de helft zijner oorlogsvloot verzwakt willen zien. Zóó
verdeeit men de huid van de beer, voordat, hij geschoten
is, zonder te bedenken dat het „teveel" steeds de érgste
vijand vari het geluk is. Thaus toch trekken reeds de
diplomatieke donderwolken aau den politicken horizon
tegen Pruissen te samen Engeland is met Oostenrijk
en Rusland zoo ijverig aau het wisselen van nota's als
ooitDat is zeker dat van Engelscbe zijde aan de
Russische en Oosteurijksche kabinetten bepaalde vredes
voorwaarden voorgesteld zijn, welke Pruissen, ook bij
nieuwe schitterende overwinningen niet te buiten zou
mogen gaan. Het diepste geheim heerscht natuurlijk
omtrent deze onderhandelingen. Gisteren beweerde wel
een hooggeplaatst persoon in een kring van staatsamb
tenaren eu officieren dat Pruissen er nooit aan zou
kunnen denken om in het gunstigste geval meer dan
den Elzas eu een klein deel van de Saavlinie voor
Duitschiand in bezit te nemenwanneer het niet met
de gezamenlijke Europeesche mogendheden m oorlog
wilde gewikkeld worden, maar deze uitdrukking is niets
anders dan het resultaat der politieke conbinaties van
bedoelden heer zelf, die ondauks ziju hooge betrekking
nauwelijks een blik geslagen zal hebben in de nieuwste
Engelsche nota.
Steeds echter blijven zulke uitdrukkingen befeekemsvoï,
en zij doen zien hoe bezorgd men is datvolgens het
gezegde van den ouden Blücherde pen weder'zal
bederven wat het zwaard goed gemaakt heeft.
I) U I T S C H L A N D.
Prins Friedrich Carl van Pruissen.
Deze bekwame veldheer is een neef van den koning
van Pruissen en zoon van prins Carl van Pruissen en
Maria Louise Alexandrine van Saxen Weimar. Hij is
geboren 20 Maart 1821 en zijne geheele opvoeding
heeft de strekking gehad om van hem een bekwaam
militairde eerste bestemming van alle Pruissische
prinsen te maken. Bij zijne praktische oefeningen in
den wapenbandel verzuimde hij niet de theorie van de
krijgskunst zorgvuldig te bestudeeren en al de quagsties
die zich met betrekking tot de verschillende wapenen
voordeden ernstig te onderzoekeu. Zijn leermeester in
de krijgskunst was de heer von Moltkeen de prins
die reeds geruimen tijd voor den bekwaamsten der
Pruissische prinsen werd gehoudenheeft, het onderwijs
van den grijzen krijgskundige eer aangedaan.
In den oorlog tegen Denemarken in 1848 trad hij voor
het eerst handelend op en verwierf zich eeu goeden
naam bij de verovering van die geweldige vestingwerken
die Denemarken van Sleeswijk Holsteiu scheiden. Gedu
rende den vrede die volgde gaf de prins bewijzen van
zijne theoretische bekwaamheden door het sameustel-
len van een werkgetiteld De wijze van oorlogvoeren
van het Fransche leger. Het werd uitgegeven kort na
de overwinning van Sadowa en wordt doör bevoegde
beoordeelaarszelfs thaus uog van vijandelijke zijde
zeer gunstig beoordeeld daar het uitmunt door grondige
kennis en goeden stijl.
In den tweeden oorlog tegen Denemarken onder
scheidde hij zich terstond door de beroemd geworden
kanonnade van Missunde en de overwiuuing die hij op
de beroemde Düppelerscl.ausen behaaldeschonk hem
den naam van „de held van Düopel" terwijl hij den
oorlog eindigde met het schitterend wapenfeit van Alsen.
In den Boheemsehen oorlog verkreeg de prins een
plaats ouder de grootste krijgskundigen vau Pruissen
door zón moed ziju doorzicht en zijn welberadenheid.
Met von Moltke von Iloon en von Bismarck heeft hij
het plan vau deu oorlog tegeu Oostenrijk samengesteld
en met deu kroonprins heefl hij den veldslag van Sadowa
gewonnen waariu deze jeugdige generaals zich als
krijgsoversten beroemd hebben gemaakt. Hij woidt
door zijne soldaten niet zeer bemind, omdat hij bij zijne
groote krijgskundige talenten weinig toegevendheid be
zit en niet veel door zijue vingers ziet. Hij ontziet
zijne soldaten niet. Maar zij vreezen hem en stellen
vertrouwen in zijne bekwaamhedendie hen steeds tot
de overwinning hebben gevoerd. De generaal von Moltke,
bewonderenswaardig in het vervaardigen van oorlogs
plan kan de uitvoering gerust overlaten aan zijn leer
ling die met diens taktiek geheel bekend is.
In den tegenwoordigen oorlog is het leger van prins
Friedrich Carl voor het eerst in het vuur geweest bij de
laatst plaats gehad hebbende gevechten te Borny en
Gravelotte op deu 14en eu I6eu, eu waariu het schijnt
dat hij weder uitmuntend met zijne artillerie heeft ge
werkt hoewel het nog niet. bepaald is gebleken of men
hem een overwinning kan toeschrijven. Zijne troepen
schijnen wel geduchte verliezen te hebben geleden, doch
de positie door hen bezet te Lebben behouden.
Er bestaat in het, Duitse he leger een korps dat
inderdaad een élite-korps vormt: het korps veldgendar-
men. Daartoe te behooren is een der hoogste onder
scheidingen want bet. bezit door zijne iuslrucüën een
ver strekkeudeu werkkring buitengewone rechter, en
bevoegdheden. Het korps dient tot het bewaren van
orde en krijgstucht in het leger en draagt tot onder
scheiding een wit metaleu kurassiershelm. Wanneer bet
leger een plaats binnenrukt of ergens in de nabijheid
een kamp opslaat, dan ontmoet men spoedig eene pa
trouille veldgendarmendie alle ongerechtige requisi-
tiën alle plunderingen eu rooverijen ten strengste
desnoods met de sabel in de vuist, belet. Langs heggen
en door tuinen ziet men deu veldgeudanne rijden om
ooft en pluimgedierte der bewoners vau het laud te
beveiligen. Ieder die men daar aan het plunderen
vindt, wordt zonder mededoogen ten strengste gestraft
De veldgcndarme is met recht de beschermengel der
bevolking van het vijandelijk land en de schrik; der
plunderzieke soldaten. Een ander deel van hun taak
wacht bun op den wegdien het leger volgen moet
wal.t zij dragen ook zorg dat de middelen van gemeen*
schap. geen beletsel ondervinden. Si,aan hun transport'
wageus in 'deu weg, dan laten zij deze onmiddelijk op
zijde- brengenopdat het voortrukkeude leger nergens
een hinderpaal ontmoete.
Alle achterblijvers stroopers eu dergelijke personen
nemen zij zonder de minste tegenspraak te dulden
gevangen. Een voornaam deel hunner taak is ook een
nauwlettend toezicht op alle verkeer met het leger
waardoor schier alle spionneeren belet wo.dt. Iedere
veldgendavme moet zich met de streek waarin het leger
zich bevindt, goed bekend maken. Ilij dient ook in
lichtingen in te winnen omtrent alle invloedrijke per
sonen als beambten predikanten schoolmeesters
geneesheereu enz., zich met degenen die mot de streek
bekend zijn als jagers bosch wachters herbergiers
voerlieden, in betrekking te stellen en uit deze perso
nen het leger vertouwde wegwijzers te bezorgen. Bij
veldslagen bewaart de veldgendarmerie de orde achter
de slaglinie en op de plaats waar de gewonden ver
bonden worden.
Als de zege behaald is, zijii de veldgendarmen werk
zaam op het slagveld. Naar alle zijden worden patrouil
les uitgezondendie het uitplunderen van gewonden
en dooden beletten en het personeel der veldhospi
talen dag en nacht behulpzaam zijn in liet opsporen
van verwonden.
De afueelingsbevelhebbers der veldgendarmerie ont
vangen hunne instruction onmiddellijk van het hoofd
van den staf.
Iedereen zonder uitzondering, moet aan de eischen
der veldgendarmen onvoorwaardelijk en oumiddolijk ge
volg gevene.o m het bijzonder op de vragen naar
namen legerkorpsen enz. antwoorden. De veldgen
darmen zijn steeds bevoegd personen voorloopig in
hechtenis te nemenzij zijn in sommige gevallen ge
rechtigd van hun wapens gebruik te maken.
Doorgaans is eeu officier van het leger niet gerech-
oii) eeu veldgendarme in de oefening van den politie
dienst bevelen of berispingen te doen toekomen. Slechts
stafofficieren en hooger zijn bevoegd om veldgendar
men die zij meenen dat in hun politiedienst nalatig ge
weest zijn of hunne bevoegdheid overschreden hebben
op bescheiden wijze dit onder het oog te brengen.
Veldgendarmen, die in de uitoefening van hunne functie
zijn, kunnen slechts door hunne onmiddellijke superi
euren in hechtenis genomen worden bij uitzondering
zijn hiertoe ook de generaals bevoegd.
Een Pruisisch officier stortte bij de bestorming
van den Geissberg in de dij gekwetst neder. Uren lang
bleef hij liggen. Tweemaal rukten de Pruissen twee
maal de Franschen over hem heentoen de Pruissen
voor de derdemaal voorwaarts drongen, stak hij de baud
op ten teeken dat hij nog leefde. Een kogel van vriend
of vijand dat kon hij niet onderscheiden verbrij
zelde zijne hand. Bewusteloos zonk hij neder en ont
waakte bij twee andere soldaten, wie het eerste verband
werd aangelegd. Digi bij hem lag een soldaat van de
landweer, wien de regterarm verbrijzeld was. Onze
brave officier verloer met zijn hand zijn bestaan. Helaas I
hij was vader van diie kindereueu schrijnwerker vau
beroep.
Gelijk men weet zijn de eerste Fransche mitrail
leuses door de manschappen van eeu Hessisch korps
veroverd. Thans verneemt men dat het eerste groote
Fraiiscli kanon veroverd is door eeu Hauoveraan den
sergeant-majoor Chr. Meyer, behoorende tot de Je com
pagnie van het oe bataljon jagers.
Dezer dageu zou de luitenant Jacobi met een
onderofficier en 11 mali en vergezelu van een ingenieur
bij Langluttensand aan den mond der Wcser een torpedo
laten zinken. Hij had zich daartoe in een boot be
geven die door een stoomschip op sleeptouw werd ge
nomen. Ter bestemder plaatse gekomen werd het
stoomschip voor anker gelegd en voer de boot een eind
zee in om het vernielingswerktuig onder water te
brengen toen eensklaps de torpedo ontplofte met het
gevolg dat de boot in stukken in de lucht vloog en de
bemanning naar omhoog en ter zijde ver werd weggeslin
gerd. Na veel moeite gelukte het 7 manschappen uit
liet water te redden. Drie daarvan waren ongekwetst
gebleven de vier anderen waren licht gewond.
De luitenant en de ingenieur werden ook nog levend
aan boord van het stoomschip gebrachtdoch zijn
spoedig aan de gevolgen overleden. Van de overige
bemanning heeft men niets meer gezien dan een paar
verpletterde misvormde lijken die spoedig Zijn gezonken.
FRANKRIJK.
Een correspondent schrijft uit Fcrbacli
„Ik heb op het slagveld de zonderlingste verschijn
selen gezien. Ylak naast dc afzichtelijkste verminkte
lijkenmet de akeligst verwrongen trekken lagen
andere dooden met zoo kalm en rustig gelaatals
ware 't leven nog niet gewekenmaar als sluimerden
zij. Zoo vond ik twee broeders van het 74e rtgeinent
(Hannoverauen) die toevallig bij dezelfde compagnie
stonden in een hollen weg liggen het geweer tot.
afvuren gereed en nog in eene houding als waren zij
in 't gesprek door den dood overvallen. Ik ontdekte
eerst geene wonden maar na naauwkeurig onderzoek
bleek mij dat ieder hunner een kogel in 't oog ge
kregen had die in de hersenen was doorgedrongen
en den dcod onmiddellijk tengevolge moei gehad heb
ben, zondereen droppel bloedverlies. Op de hoogte aan
den rand van 't bosch zag ik een Fraujchen officier, die
het noodteeken der vrijmetselaars gemaakt bad in ziju
doodstrijd eu wiens armen in die houding waren ge
bleven zóó stijf, dat ik vergeefs beproefde er eene
andere houding aan te geven. I)e dood heeft velen
zoo snel overvallen dat iu hunne trekken in 't geheel
geene verandering te bespeuren is anderen daarentegen
moeten gruwzaam geleden hebben gedurende den ge-
heelen nacht. Velen moesten op 'i slagveld onverzorgd
blijven liggen van 's avonds 7 a 8 ure tot Zondag'
namiddag."
Een ooggetuige beschrijft aldus iu de Liber té
de vlucht des keizers van Metz naar Verdun
Ongeveer een uur vóór het aanvangen van den strijd
(te Bange 10 Augustus) ging de Keizer op weg
onder geleide van eeu bataljon grenadiers en. twee re
gimenten Afrikaansche jagers.
Een Pruissische divisie achtervolgde hem op slechts
weinige uren afstand. In zes uren was de weg vau
Gravelolte naar Verdun afgelegdonderweg maakten dc
grenadiers zich meester van verscheidene rijtuigen, opdat
hun achterblijvers niet in handen vau den vervolgenden
vijand zouden vallen.
Dadelijk na zijne aankomst te Verdun begaf zich
de keizer naar het station. Hij was vergezeld van zijn