M°. 65
Zaterdag 13 Augustus
1870
i
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Binnenlandsche Tijdingen.
Buitenlandsche Tijdingen.
ZIERIKZEESCHE COURANT
PK IJS DEK ADVERTENTIËN.
Gewone 5 cent de regel. Geboorte-, Huwelijks- en Dood-
berigtenvan 18 regels A 0,50.
VERSCHIJNT:
A B O N N E M E N T S-P R IJ S.
Per drie maanden f 1,25 Franco per post 1,50. Inzen
ding der Advertentiën daags te voren, vóór 10 ure 'smorg
Gemeente-Baad vim Zierikzee
gehouden den 9 Augustus 1870.
Afwezig zijn de beeren mr. Moolcnourgh van Dongen
eii Fokker.
Na resumtie der notulen welke worden goedgekeurd,
komt ter tafel de rekening voor bet R. K. armbestuur
over 1869 welke is gesteld iu handen eener commissie
bestaande uit de heeren jhr. de Jonge Koole en mr.
Moens ten fine van onderzoek en rapport.
Op daartoe gedaan verzoek wordt aan H. A. van
Lal geraad als erfgenaam van den beer N. van den Bout
voor 10 maanden restitutie verleend van hoofdei omslag
tot een bedrag- van f58.25 en aan de erven Septer voor
de helft van 10 maandendaar de helft der erfgenamen
alhier woonachtig is tot een bedrag van f 3,885.
Wordt medegedeeld a. het procesverbaal der jongste
opname van de kas en boeken des gemeente-ontvangers
waaruit bleek dat zich op 25 Julij in kas bevond
f 11371,97.
b. den uitslag der jongste openbare tien den veiling
heb bende deze met inbegrip van op en blokgeld opge
leverd f 3954.56. In 1869 bedroeg die opbreugst
f 4569,22,
Op hei verzoek van de beer C. A. Brouwer te Oosterland
betreffende het maken van een rijweg over bet verste Sas
wordt afwijzend beschikten mitsdien bet verzoek besebo uwd
hIs te zijn ingetrokken.
W ordt oj gemaakt de voordragt van 8 personen ter
benoeming van 4 leden van het college van zetters
overeenkomstig de wet van 5 April 1870 (Staatsbl.no.
63) te weten de heereu H. G. Mulock Houwer, J. van
der Linden, C. van der VlietR. Koole mr.de Clercq
van WeelD. van der Maas P. Gerardts en P. Labrijn.
Een voorstel van Biirgem. en Wefch. betrekkelijk het
graven van Zelkascb uit bet terrein der oude Zelke naast
de begraafplaats wordt goedgekeurd.
Wordt door de commissie ad boe rapport uitgebragt
op de ontworpen instructien van den ontvangerden
opzigter, de grafdelvers en zoo der gemeentebegraafplaats
strekkende tot goedkeuring. De instructiën worden dien
overeenkomstig achtereenvolgens goedgekeurd.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
Ziemkzee 12 Augustus. Heden nacht te half een
ure ongeveer is er door eenige waudelaars een prachtig
natuurverschijnsel waargenomen. Aan den Noordelijken
hemel zagen zij plotseling een sterk licht dat veel
overeenkomst had met de staart van een komeet, eenige
oogenblikken aanhield men gist een halve minuut, en
toen verdween.
Men leest in de Nieuwe Middelb. Courant:
„Naar aanleiding van de laatste zinsneden der tele
gram van den Koning van Pruissen (aan de Koningin,
zie ons vorig nummer) willen wij met een woord wijzen
op bet zeer ongepaste dat zich enkele bladen veroor
loven om de hulp der voorzienigheid, die in dergelijke
berigteu ingeroepen wordtte bespotten. „De Koning
van Pruissen" heet het „roept zijnen God aan, even als
de Keizer van Frankrijk den zijnen om hulp voor zijne
legerscharen aanriep." Zoo niet woordelijk, is dit althans
de zin van hetgeen een der bladen in een zijner over-
zigten geschreven heeft.
Tegen dergelijke uitspraken teekeuen wij protest aan.
Ze zijn het bewijs eener minachting van bet godsdiens
tige gevoel, dat bij anderen kan beerscben en aanwezig
is. De pers is niet daar om dat door spotternij of min
achting te lernietigen en als zij het doet verd'ent zij
niet de plaatswelke zij zich toegekend wil zien en
waarop zij regt heeft, als zijmet inachtneming der
vormen de publieke opinie voorgaat of leidt."
Het Utrechtsch dagblad meldt dat Zondagavond
door militairen van verschillende wapens straatgevechten
met de sabel zijn geleverdwaarbij verwondingen zijn
toegebracht, niettegenstaande sterke militaire patrouilles
langs de straten liepen. Het overmatig gebruik van
sterken drank en jalouzie tusscben de militairen van
verschillende wapens gaven biertoe aanleiding. Een
mineur, die met zijn sabel een artillerist een slag wilde
toebrengen, sloeg bij den lieer Boik een groote ruit stuk.
Men leest in (ie Rotterdamscbe Courant
Heden nacht is aan de Steenplaats (Houtlaan) alhier,
een hevige brand uitgebarsten, in een loods toebehoorende
aan C. Struyck. Te half drie ure werd men den brand
gewaaren dezelve deelde zioh zeer spoedig mede aan
de belendende pakhuizen. Deze laatste waren beladen
met een aanzienlijke hoeveelheid thee koffie suiker en
palmoliein hoofdzaak- toebehoorende aan de Ned.
Handelmaatschappij, waaronder de lading van het onlangs
alhier omgevallen schip „de Voorlichter." De brandweer,
het brandpiket der schutterij en de mariniers waren
spoedig op het terrein aanwezig. Het mocht echter niet
gelukken den brand spoedig te stuiten daar zelfs na
bet instorten der pakhuizen de vlammen den geheelen
morgen nog voortwoedden. Op dit oogenblik is het
geheel slechts een rookende puinhoopwaarvan de thee
een groot bestanddeel uitmaak! (de waarde der tbee
wordt geschat op 7 ton gouds.). Er zijn behalve de
stoombrandspuiteenige andere spuiten die steeds voort
gaan met nog altijd goede dienst te doen. Naar wij
vernemen ziju bij het instorten eenige personen meer of
minder ernstig gekwetst. Het gerucht dat er een
persoon het leven bij zou hebben verloren-, heeft zich
tot heden gelukkig niet bevestigd. De perspomp van
een der. brandspuiten (wijk 5) is onder bet puin bedol
ven. De schade door dezen brand veroorzaakt is aan
zienlijk men spreekt van bijna twee-en een-half millioen
guldenwaarvan bet grootste gedeelte te dezer stede
moet geassureerd zijn.
Naar men ons verzekert moeten twee personen in
hechtenis zijn genomen onder verdenking van den brand
hebben veroorzaakt.
DUITSCHLAND.
Berlijn 10 Augustus. Het gevecht van Saaibrücken
heeft eeue grootere beteekenis dan aanvankelijk vermoed
werd. Het korps van Frossard is bijna geheel uiteen
gedreven zijn verliezen aan dooden en gewonden ziju
aanzienlijk. Iïet. kampement eener gansche divisie en
verscheidene voorraadschuren zijn in onze handen geval
len. Een zeer groot aantal manschappen werd gevan
gen genomenhun aantal neemt ieder uur toeen
bedraagt thaus reeds meer dan 2000 man. Maar ook
onze verliezen waren grootalleen de vijfde divisie
verloor bijna 1800 man. Onze patrouilles zijn tot op
2 mijlen van Metz doorgedrongen.
Uit Colmar, 8 Aug. Een Pruisisch legerkorps
t-ekt den Rijn over.
Het bedrag der inteekeningen op de nieuwe oor-
logs-bondleeniug is den eersten dag enorm geweest. De
koning van Pruissen beeft voor een half- milioen getee-
kend. De overige leden der koninklijke familie hebben
naar verhouding deel genomen. De inschrijvers waren
niet alleen groote kapitalisten, ook onder de geringere
klassen moet de deelneming groot geweest ziin.
De Eilbote van Landau bevat de volgende bijzon
derheden van een trein met gekwetsten en gevangenen
na bet gevecht bij Weissemburg
„Daar klonk bet fluitje der locomotief. Ieder is op
zijn post, om verkwikkingen, aan te biedenenz. De
portieren worden geopendmet fakkels wordt het in
wendige verlicht, de blik valt op onze- dappere krijgers,
die zwaarof licht gekwetstmet een verband om
hoofd of beeuen of de arm iu een doekop stroo
liggen of zitten. Ook gekwetste Fransche soldaten.
Hier ligt er een te steunen een ander bewusteloos
auderen kijken ondanks hunne wonden vergenoegd
naar de menigte.. Aan ieder wordt gevraagd of bij iets
noodig beeft, aan de Franschén in hunne taal. Water
wordt uitgereikt, dat begeerig wordt gedronken. Elders
brood of een teug wijn. Een ijscompres wordt geap-
pliceerdeen verband wordt vernieuwd. Artsen ver
plegers leggen den grootsten ijver aan den dag.
„De eerste helft van den trein bevat slechts gekwet
sten meestal uit de provinciën Posen en Silezië. De
tweede helft gevangenen.
„In een tweede klasse-wagon merkt men verscheidene
gevangen officieren opdieuit het venster liggend
met hunne echt Fransche physionomieën een sigaar
in den mondde, menigte onbeschroomd aankijken en
de aangeboden ververschingen hoffelijk afwijzen. Onder
de andere gevangenen merkt men op een fermen ser
geantmajoorook eenige turco'sdie er echter zoo
bijzonder vreeselijk niet uitzien. Van dezen moetende
Beiersche jagers een groot aantal hebben genomen. Een
tweede trein zou dezen bevattenbenevens zwaar ge
kwetsten.
„Onder luid hoerab verliet de trein bet station. Onze
soldaten stemden in. Ook de Franschén. Uit Fransche
monden werd meer dan eens de kreet geboord Vive
Landau
Van de Saar meldt men van den 5en dezer De
Franschén trekken uit Saarbrück terug en vernietigen
de verschansingen die zij rondom de stad hadden aan
gelegd zonder twijfel tengevolge van het gevecht bij
Wissembourg dat ben noodzaakt zich op de linie Metz
Thionvilie terug te trekken. Onze troepen van het 69e
regiment hebben St. Joh-in weder bezet. Een Fransche
gevangene vertelde dat. er bij Saarbrück in de voorhoede
stonden de eerste divisiemet het 23e 66e, 67e en 88e
regiment, voorts 10 bataljons jagers te voet en een
escadron jagers te paard benevens een sterke artillerie-
De wijze van vechten der Franschén bij het gevecht in
Saarbrück herinnert weder aan hunne oude gewoonte
van tirailleeren die zij ook in den Italiaanschen oorlog
in 1859 ontwikkelden namelijk ieder op zich zelf te
haudelenzich neder te leggen en dood te boudeu, de
vijandelijke tirailleurs te laten naderen en hen dan de
bajonnet of de sabel in het lijf te stooten, daarna op te
springen weg te loopen om op nieuw zich achter een
steen of boom te dekken, teneinde-op nieuw te vuren.
'Docr deze wijze van bandelen zijn toen barbaarschheden
gepleegd die der menschelijkheid tot schande ziju De
Oosteürijksche jagers stootten, als zij een doodevoorbij
kwamen hem de bajonet in het lijf om zich te overtuigen
of lnj wei onschadelijk was. De zouaven doen evenzoo
en de gewonden zijn daardoor aan de grootste gruwelen
blootgesteld."
De volgende bijzonderheden worden door Julius
von M ickede aan de Kölnische Zeitung geschreven
„Ynn Saarbrück ging ik den Paltz in. De bevol
king is zeer vrolijk en vreedzaam en toen de oorlogs
verklaring hier den vrede stoorde was meu er volstrekt
niet op voorbereid en konden eerst slechts enkele
'Dnitsche bataljons batterijen en „schwadronen" aan
de Fransche grenzen worden opgesteld. Als de Franschén
tusscben 20 en 28 Juli met 1520,000 man een in
val in den Paltz hadden gedaanzouden wij dit
moeijelijk hebben kunnen tegenhouden. Met het gevaar
voor oogen deden echter de Paltzbewoners van hunne
oude gewoonten geen afstand want overal zag men
groepen van vrolijk zingende en drinkende menscheu
en de berbergen waren steeds met gasten gevuld. De
wijn was goedkoop en ook recht „sussig" voor 9, 12
a 15 kreutzer heeft men een pint, groote maat. In
de meest mogelijk Duitsch-patriottische opgewektheid
wordt er dapper op los gedronken op de Franschén
gesmaald en den toorn tegen Napoleon in de hevigste
vloeken en verwenschiugen lucht gegeven. Doch niet
alleen in woorden maar ook in daden openbaart zich
de vaderlandsliefdeen honderden hebben vrijwillig
'dienst genomen. Het is gevaarlijk iu den Rijnpaltz
een woord te spreken dat slechts den schijn heeft niet
vaderlandslievend te zijn. Toevallig ontmoette ik een
oude Fransche dame uit Straatsburg en sprak Fransch
met baartoen een tegenover mij zittende korporaal
in hevigen toorn uitriep: „vervloekte Franschman f zoo
je nog een woord Fransch spreekt zal ik je met den
kolf op den schedel slaan! Je bent zeker ook al zoo'n
- Fransche spiondien men zal opknoopenen daarbij
greep hij zijn geweerdoch toen ik hem zijne ruwheid
verweet, en mijn kruis van den veldtocht van 1866
benevens een andere Pruisische orde toondevroeg hij
om vergeving en riep een dozijn andere Beiersche onder
officieren bij elkander met wien ik kameraadschap moest
drinken. Zelfs Bismarck is tegenwoordig in Beieren
populair en ik zag iemand buiten een herberg zetten
omdat hij op hem geschimpt had. Van Landau ging
ik met een boerenwagen op eenstroozak, in gezelschap
van een Beierschen hoofdman naar de voorposten. Een
eigenaardige tocht, terwijl een onweer over de Vogezen
trok en de bliksem de toppen der bergen verlichtte.
„Het was een schilderachtig bivouak dat de Beierschen
in de schaduw van eenige notenboomen op 1000 meter
afstand van de Fransche grens hadden opgeslagen. Een
kom soldatenkoffie zonder melk of suiker verkwikte mij,
en toen ging ik met een verkennings patrouille in de
morgenschemering op tóarsch. In ademlooze stilte, met
een voorhoede van 6 jagers met geveld geweer, trokken
wij vooruit. Ongeveer 400 passen over de grenzen werden
wij door eenige Franschén aangeroepen en werden eenige
kogels gewisseld, waarna de Franschén op den loop gingen.
In een hut vonden wij een oude vrouwmet eene ook
reeds-bejaarde dochter, die ons zeer weinig van de be
wegingen der Franschén konden inededeelen en hunne
vrees voor ons overwonnen op het gezicht van een blanke
thaler die wij haar aanboden. Alvorens te verlrekktn
gaven wij officieren haar onze visitekaartjes om dio aan
de eerste Fransche officieren die er komen mochten te
overhandigen.
„Een dag hield ik mij bij de Beiersche voorposten
van de Fransche grenzen op en verheugde mij over den
moed en de strijdvaardigheid der Beiersche soldaten
1 die zoo wel, als officieren er zich in verheugen aan de
zijde der Pruissen te kunnen strijden. Het was echter
niet mijne bedoeling mij lang aan de voorposten op te
houden en nog met de wakkere Beiersche officieren een
krachtig „hoch aan de goede broederschap van alle
Duitsche legerafdeelingen te hebben gewijdbesteeg ik
mijn met één paard bespannen boerenwagen, om mij naar
Carlsruhe te begeven. Deze nachtelijke tocht giog met
veel bezwaren gepaard. Gedurig werd ik door patrouil
les van militairen en in de dorpen door de nachtwachten
aangehouden en moest ik mijn militairen pas vertoonen.
Aan de brug over den Rijn bij Mareau gekomen wilde
mijn voerman niet verder, en vandaar tot Carlsruhe
moest ik nu wandelen. Een Badensch gendarme haalde
mij inen bij het licht van een klein waschkaarsjo
moest mijn pas vertoond worden. In Carlsruhe heerschie
ook de meest mogelijke opgewektheid en de snelheid
en energie waarmede Badensche troepen mobiel zijn
gemaakt verheugt mij zeer. Van alle Zuidduitsche troe
pen waren de Badensche het eerst toegerust en gereed
om ten strijde te trekken, iets wat het groothertogdom
Baden steeds tot, eer zal verstrekken en men nimmer
zal vergeten. Ook den groothertog komt als een echt
volbloed Duit.sch vorst alle eer toe. Mijn verblijf in
Carlsruhe, waar mij ook nu weder, evenals vroeger, de
menigte werkelijk knappe meisjes en vrouwen uit alle
standen trof, was ditmaal zeer kort, daar ik voor zaken
naar Keulen moest. De reis was volstrekt niet prettig.
De spoortreinen loopen niet of zeer onregelmatig en
men moet zich laten welgevallen om voor een afstaud,
die men anders in 46 uren aflegt, thans een dag te
besteden. Te Mannheim aangekomen kon ik niet verder
overland reizen, daar vooreerst geen trein naar Maintz
zou rijden. Ik moest dus mijn reis te voet vervolgen.
De Keulscbe en Dusseldorfscbe stoombooten waren voor
het troepenvervoer in Maintz opgehouden en alleen de
onzijdige Nederlandsche stoombooten onderhielden het
verkeer en zoo vertrouwde ik mij toe aan de rood
wit en blaauwe vlag van Holland. De reis duurde zes
uren. In Maintz beerschte de meest mogelijke militaire
drukte. Onophoudelijk kwamen reusachtige treinen met
militairen doordie de troepen uit het Noorden naar
hunne stellingen aan den Rijn brachten, en nog midden
m den nacht rukten twee regimenten van bet Marnier
garnizoen met volle muziek de stad uit. Den volgen
den morgen ging de vaart met de Nederlandsche stoo-
mer verder den Rijn af. De boot was meer dan vol
beladen met goederen en passagiers en ieder die zich
een plaatsje kon veroveren zorgde het niet te verlaten.
Toch was de vaart niet vervelend. Zij was een waar
beeld van tie eigenaardigheden van den oorlog. Er
waren verscheidene Engelsche en Amerikaansche fami-
liën aan boord benevens Russen Zweden eu God
weet wat al niet voor naties er vertegenwoordigd waren.
En tusscben al die voorname of quasi voorname dames,
beeren, kinderen en bedienden een honderdtal opge
roepen Pruissische Rijuschippersdie tot de reserve
behoorden en als pionniers naar Keulen moesten. Deze
bruine jongens hadden alle goeden wijn in het hoofd
en daarenboven volle flesschen onder den armen
plaatsten zicb zonder eenige beschroomdheid midden
tusscben de damesgroepen ombekommerd of zij ter rech
terzijde een Russische vorstin of ter linker een Engelsche
lady hadden. En als wij langs treinen met militairen
of langs batterijen voeren dan werd hun een „hoera
gebracht en een „lebehoch aan den koning van Pruis
sen en „hoeraop de Franschén los" geroepen
dat de nymphen en nixen op den bodem van den Rijn
wel zullen geschrikt hebben. Meuige Engelsche schoone
die eerst verachtelijk de neus optrokwerd ten laatste
zoo opgewonden dat zij medewuifde met den baptisten
zakdoek. Er werd gegeten lot er niets dan kaas en
haring overbleef veel gedronken want het bier was
koud en voortreffelijk gezongen en hoerah geroepen
dat ik den indruk van dezen tocht niet licht zal ver
geten,"
FRANKRIJK.
Pauijs 10 Aug. Rondom het gobouw van het
wetgevend lichaam beweegt zich eene overgroote menigte.
Er zijn door de autoriteiten maatregelen van voor
zorg genomen. De menigte is verplicht geworden den
omtrek van bet paleis te ontruimen.
Bet grensverdrag voor de neutraliteit van België
is gisteren door graaf Berntorf, Pruisiscb gezant en
lord Granville onderteekend. Ook de Fransche gezant
is tot de onderteekening gemachtigd.
Parijs, 11 Augustus. Het nieuwe minis erie is reeds
zamengesteld. Het bestaat uit mannen van de rechter
zijde o. a. Jéróme David en Magne. Graaf Pajikao is
presidenten minister van oorlog.
Het wetgevend lichaam heeft eene motie aangenomen
waarbij de dapperheid van het leger geroemd wordt, en
men verklaarde vertrouwen er in te stellen.
Onder de Fransche snorkerijen behoort ook deze niet
onaardige aan Figaro ontleend
„Die Dnitscbers hebben de slechte gewoonte om de
steden nooit bij baar eigen naam te noemen. Zoo zeggen