Woensdag
Augustus
WOENSDAGEN ZATERDAG.
1
H'°. 64
1870
liinnerilandsche Tijdingen.
Buitenlandsche Tijdingen.
in
'Al
ZIERIKZEESCHE COURANT
PRIJS DER ADVERTEN TIËN.
Gewone 5 cent de regel. Geboorte-, Huwelijks- en Dood-
berigtenvan 18 regels A 0,50.
Zierikzee 9 Aug. 1870. Indien men morgen
en overmoigen in den voormiddag kanonschoten
hoort, behoeft men zich daarvan geene schrik
barende voorstellingen te vormenwant die
schoten zullen afkomstig zijn van Zr. Ms. ge
pantserde stoomkanonneerboot no. 1. .liggende
ter reede alhierdaar het voornemen bestaat
op die dagen in de richting van den Roompot
naar zee met kanon schijf te schieten op een
drijvende schijf.
Meii schrijft uit Oudelanden van 1 Augustus
Gisteren werd, weder te 's Gravenpolder, de algemeene
vergadering gehouden der Zuid Bevelandsche onderwij-
zersvereeniging. Tot bijwouing dezer vergadering waren
uitgenoodigd alle gewone-algenieene- en honoraire
leden en voorstanders van het volksonderwijs, welke in
Zuid-Bevelaud tot het Ned. onderw. genootschap be-
hooren. Deze vergadering geleid door den WelED.
heer schoolopziener J. H. de Laat de Kanterwerd
bijgewoond door den Wel.ED heer van Visvliet, in
specteur bij liet lager ouderwijs in Zeeland; door den
Wel Ecrw. heer Bakker, pred. te Nisse, door de heeren
Leopold en Huzinga, directeur en leeraar aan de hoogere
burgerschool te Goesen door den WelEd. heer mr.
de Wit Hamer, president der plaatselijke school-eom-
missie te Goes. Des morgens ten negen ure zameu-
gekomeu werden nadat de voorzitter de vergadering
geopend en men gezamenlijk een lied gezongen had
de huishoudelijke werkzaamheden aangevangen. De
opgegeven punten van behandeling kwamen achtereen-
olgens aan de orde en de verschillende verslagen werden
uitgebracht. De lieer Witte, hoofdonderwijzer te Goes,
hield daarna eene lezing ten onderwerp hebbende
„Eenige losse gedachten over het zingen die met
algenieene aandacht werd aangehoord en getuigde van
de ingenomenheid van onzen ijverigen zangdirecteur
met dit deel van het volksonderwijs. Aan het einde
werd de spreker zeer toegejuicht. Na de pauze werd
de vergadering laugen tijcl bezig gehouden door de
vraag, welke door den voorzitter werd ingeleid „Kan
er in verandering van schooluren en schooltijden ook
een middel gevonden worden tegen het schoolverzuim
ia 't algemeen en bet zomer-sclioolverzuim ten platte
lande in 't bijzonder?" Het resultaat van die bespre
king was dat menom het nut der zaakbeproeven
zouhoever men het hierin brengen kan. Nadat punt
20 het doen van voorstellende vergadering nog
eenige oogenblikken had bezig gehouden en men een
lied tot besluit gezongen had werd deze bijeenkomst
door den voorzitter gesloten. Aan den welvoorzienen
dischwaaraan door de leden bijna algemeen werd
deelgenomen ïieersclite een toon van broederzin en
gulle vrolijkheid. (JVt. C.)
Aar. de Amstd. Ct. wordt gemeld dat Jlir. Mr"
G. vau Eoreest, bij de aanneming der candidatuur van
het lidmaatschap der Tweede Kamer zich heeft voor be-
houdeu om wanneer de heer Knoop uit zijne tegen
woordige functie treedt, het mandaat te kunnen neder-
leggen.
Te Alkmaar is Jhr. Mr. C. van Eoreest tot can-
didaat gesteld voor het lidmaatschap der Tweede Kamer.
Te Sekagen de luitenant-generaal Knoop.
Kan dit eene ernstige kandidatuur ziju?
Wij betwijfelen dit zeer.
He luitenant-generaal Knoop is wederom in actieve
dienst getredeniedereen zal dit hebben toegejuicht
daar een van onze kundigste militairen aldus met een
voornaam bevelhebberschap over het leger bekleed is.
Doch hij kan niet te gelijk luitenant-generaal in actieve
dienst en lid der Kamer zijnwerd hij gekozen en
aanvaarde hij die betrekicing dan zoude hij terstond van
rechtswege op non-activiteit gesteld worden, en het va
derland van zijne militaire diensten beroofd worden.
Na de beuoeming te wachten met aanvaarding tot de
oorlog verstreken is zoude een kunstmiddel zijn waartoe
een rond en open karakter als de luitenant-generaal
Knoop zich nimmer zoude leeneiidoch dat bovendien
door de kieswet onmogelijk is gemaakt. Binnen drie
weken toch nadat een benoemde tot lid der Tweede
Kamer het afschrift van het proces verbaal in art. 105
der kieswet bedoeld ontvangen heeft, geeft hij „kennis
aan het bureau van stemopneming, of hij de benoeming
aanneemt. Ilij wordt laat hij dien tijd zonder kennis
geving voorbijgaan geacht de benoeniug niet aan te
nemen."
VERSCHIJNT:
A B O N N E M E N T S-P R IJ S.
Per drie maanden f 1,25 Franco per post 1,50. Inzen
ding der Advertentiën daags te vorenvóór 10 ure 's morg
"Wij hopen in het belang van de verdediging des
vaderlauds dat de krijgsman Knoop voor de kandidatuur
zal bedanken en moedig en trouw de wracht aan de
grenzen zal houden.
HUITSCHLAND.
Berlijn 6 Aug. (Officiëele depêche). Een bericht
heden morgen van het leger aangekomenzegt het
volgende
Eergisteren zette de kroonprins zijn marseh over
Weissenburg voort, zonder ernstigeu tegenstand te vinden.
De Eransche vlekken, waar de onze doortrokken, waren
opgevuld met gekwetsten waaronder de kolonel van
het 50ste regiment. De uitslag van het gevecht heeft
een diepen indruk gemaakt. Bij Saarbrück beschoot de
viiand de onbezette stad voortdurend met granaten.
Te Frankfort kwam op den voormiddag van den
5 den het transport Eransche gevangenen uit Weissen
burg aan: ongeveer 300 man. Een verbazende menigte
wilde de Tureos zien. Het waren echter meest inwo
ners van Nizza en Savoije. De soldaten droegen hun
lot gelaten de officieren zagen donker. Het comité
van verpleging te Frankfort was druk in de weer om
niet alleen het escorte maar ook de gevangenen met
spijs eu drank te laven. Vriend en vijanden hadden
sedert den vorigen morgen niets gegeten. De Eranschen
waren zeer dankbaar voor het brood, de worst en het
bier en vertrokken ouder het geroep „Vive Frankfort."
In Berlijn is de bevolking steeds zeer opgewonden
en heerscht de grootste drukte. Iedere tijding omtrent
den oorlog en het leger wordt gretig ontvangen, eu als
er iets goeds vernomen wordt is het overal leven en be
weging. Dan ziju de straten en wandelplaatsen druk
bezocht eu overal waar de menigte verzameld is vindt men
verkoopers van dagbladen die de' laatste berichten me-
dedeelen. Zangerskoren goed of slecht geoefend, zwak
of sterk ziugen de vaderlandsche liederen. Hier zingt
men Icli bin ein Preusze kennt Ibr mijue Earbeu
elders klinkt: „Die. Wacht am Rkein gind3 weder
het schoone oorlogslied van 1813
Drum blasetibr Trompeten Ilusaren heraus
Dureite, HerrFeldmarschalk, wie Stormwind imSaus
Du reit' dem Glück entgegen, zum Rheiii und uber'u Rhein
Du aller, tapferer Degen and Gott soil mit dir sein!
terwijl de Pommersche landweer het geliefkoosd gezang
van 1813 weder aanheft:
Patriot
Schlagt ihn todt
Mit der Kriicke
Ins Gonicke
Den Kujou
Napoleon
Als de Pommersche landlieden verhalen van de dagen
van 1813 dan hoort men altijd dat lied nog eens
aanheffenwaarin zich de haat tegeu de Frauschen
uitdrukte.
De koning van Pruisser. heeft de volgende depêche
gezonden aan koningin Augusta
„Ouder'de oogen van Eritz is heden een schitterende
maar bloedige overwinning behaald, door de bestormino-
van Weissenburg en den daarachter gelegen Geisberg.
Ons 5de en 11de korps en het 2de Beiersehe legerkorps
waren in het vuur, de vijand op de vlucht, 500 onge
kwetste gevangenen, een kanon en de tenten in onze
handen. De divisie generaal Douay doodvan ons
generaal v. Kirchback licht gekwetst. Mijn regiment
koninklijke grenadiers en het 58ste leden zware verliezen.
God zij geloofd voor dit eerste roemrijk wapenfeit. Hij sta
ons verder bij.
Mentz 4 Aug.
Wilhelm.
Uit Nieder-Otterbach 4 Aug
„De overwiuniug bij Weissenburg behoort tot een
groot campagne-plan. We zien na dir, gelukkig begin de
verdere ontwikkeling met voile vertrouwen te gemoet
met een vertrouwen, dat zoowel op de roemrijke
retraite uit Saarbrück als op deze overwinning van Let
zuider leger gebaseerd is."
Uit Maxau4 Aug. Den geheelen dag zeer hevig
gevecht van de Beieren en Prnissen bij Weissenburg.
De stad stond in brand. De Eranschen zijn terugge
worpen tot Bitsck, grensvesting ten Westen van Weissen
burg aan den spoorweg van Hagenau naar Saargemünd.
Van beide zijden zware verliezen. Sterk artillerievuur.
E5 e ïi W een er Brief.
Aan de „politieke brieven uit Weeuen" in de Augsb.
Allg. Zeit ontleenen wij het volgendewat ons een
denkbeeld kan geven hoe men zoowel in een aantal
kringen te W eenen als in Zuid-Duitschland over het
Erausck-Pruissische conflict oordeelt
„Reeds lang is in Frankrijk het gezond verstand ge-
wekeD. Alle hartstochten die in de diepte van het
karakter des volks sluimeren zijn in beweging de in
geschapen roofzucht de onverdelgbare afkeer van an
dere nationaliteiten, de nationale ijdelheid met haar afgod,
den militairen roem, gepaard mat het chauvinisme. Het
lang gesmoorde verlangen naar de Rijnlanden welt weder
op in de Eransche harten en wanneer wij het oude
lied van de natuurlijke grenzen niet weder hooren weer
klinken van Normandië tot aan de oevers van de TVlid-
dellandsehe Zee dan geschiedt dit alleen omdat men
ziek r.og altijd vleit met den waan dat het gelukken
zal deu oorlog tot een Pruissischen oorlog te maken
eu bieraan het karakter van Duilschen nationalen oorlog
te outnemen.
„Sedert de Napoleontische politiek die reeks van groote
fouten beging die den genialen staatsman en geschied
schrijver van Frankrijk aanleiding gaf tot zijn beroemd
geworden woord, hangen de onweerswolken van eenede
gelieele natie bezieleude vrijheidsbeweging dreigend boven
het hoofd van het csesarisme. Het gelieele monsterachtige
toesiel van het tweede plebiscit, hoe meesterlijk ook
uitgedacht hoe meesterlijk ook uitgevoerd-, heeft die
wolken niet kunneD verdrijvenen het keizerrijk ziet
zich plotseling bedreigd verdreven van de baan zijuer
oude tradities dobberend op de onstuimige zee eener
volksbeweging die men niet kan leiden of meester
worden en van welke men het einde niet kan voorzien.
De glans van het Napoleontische regeeringsstelsel is
tegeuover het buitenlaud verbleekt terwijl het Boua-
partisme tegenover het binnenland in zijn eigeulijken
levensader is gekwetst, ziedaar de toestand en op
zulk een zandgrond is de regeerende dynastie geen lang
leven meer loe te schrijven. Daarom moet een geweldig
proefstuk worden gewaagd een grootsche onderneming
op touw gezet in den geest van den grooten voorzaat.
„Plotseling herinnert zich nu de behecrscher van
Frankrijk dat het Bonapartisme niet ongelijk aan den
Au-taeus uit de Grieksclie sagen steeds alleen dan groot
was en reuzenkracht ontvouwde wanneer het een ver
bond aauging met de laagste drijfveeren der natie, en
dat het gedaan was met dat Bonapartisme zoodra de
edelere neigingen van de volkerende behoefte aan
vrijheidonafhankelijkheid en zelfstandiheid in verzet
kwamen.
„Welnu hij roept den ouden strijd weder op die
alle eeuwen door bestond van den slag bij Pavia tot
aan de vorming van het Rijnverbond den strijd tusschen
Romanisme en Germanisme en verklaart, datErankrijks
bestaan word bedreigd wanneer Duitschlaud staatkundig
georganiseerd is en niet langer bestaat uit een reeks
vau kleinemachtelooze elke politieke zelstandigheid
ontberende en aan Eranschen invloed prijs gegeven
staatjes.
„Nu tracht hij zich te verzekeren van het bondge
nootschap met Denemarken terwijl hij het Lauenburg
en zeer waarschijnlijk o«.k Slees wij k-Holstein voorhoudt
Palië zoekt hij te winnen, terwijl hij eindelijk, nu zijn
belang het begiut te vorderen zich bereid verklaart om
Rome te verlaten.
„Oostenrijk fluistert hij het sirenenlied in het oor
wraak over Sadowa en wanneer wij dralen om de po
litiek van wrok en wraak te volgen en wanneer ons
herinneringsvermogen niet kort genoeg is om te vergeten,
wie dan eigenlijk de materiëele en feitelijke bewerker is
van bijna al ons lijden sedert 1859 dan zal hij trachten
de omwenteling in Rumenië te doen losbarsten en partij
te trekken vau onze vijandige positie tegenover Rusland
in de Oostersche qusestie 5 om ons op die wijze tï nood
zaken onze onzijdigheid vaarwel te zeggen.
„Oostenrijk heeft in de laatste jaren drie groote
vijanden gehad de drie grootste staatslieden van
o izen tijd CavourBismarck en Louis Napoleou. De
eerste is zonder twijfel de bewerker geweest van de
vernietiging van onze heerschappij in liet Lombardo-
Yenetiaansche koningrijk. Aan den tweeden Bismarck
liebbeu wij onze verwijdering te danken u t den Duit-
schen Bond en toch is Napoleon voor ons en voor onze
toekomst de gevaarlijkste van deze drie personen.
„De reden ligt voor de hand Cavour werd gedreven
door een grootsch nationaal deukbeeld en zijn liaat tegen
Oostenrijk was vereenzelvigd met de Oosfenrijksche heer
schappij in Italië door bekwame staatslieden reeds lang
betreurd en veroordeeld een heerschappij tevens in strijd
met de denkbeelden van den nieuwereu tijd. Op het
zelfde oogenblikdat Italië één rijk was geworden
zou Cavour ziju a ijandige houding tegen Oostenrijk laten
varen; bij zou zelfs bereid geweest zijn voor liet behoud
van den Oostenrijkschen staat en de Oosteiirijksche macht
mede te werkenja een verbond aan te gaan met
Oostenrijk geheel - overeenkomstig met, de werkelijke
politieke belangen der beide staten.
„Hetzelfde is ook het geval met de staatkunde van
den Noordduitschen Bondskanselier. Ook zijn werk
zaamheid wordt ingegevenwie kau het ontkennen
door een groot, staatkundig denkbeeld dat van de
Duitsche nationaliteit.
„Dit denkbeeld is oorzaak geweest van zijn strijd
tegen Oostenrijk en het schijnt niet zoo ondenkbaar,
dat juist dit denkbeeld ook de grenzen aangeeft van
zijn vijandechap tegen Oostenrijk. Wij althans kunnen
de gedachte niet onderdrukken dat, graaf Bismarck op
dit oogenblik reeds tot de erkentenis gekomen is
en het thans ontstaan conflict kan dit, inzicht verhaast
hebben dat een vast verbond van het militair ver-
eenigd Duitschlaud met een krachtig inwendig gezond
Oostenrijk met een Oostenrijk echter dat het zwaar
tepunt niet naar Of en verplaatstvoor het volbrengen
van het groot li'storiseh werk dat hij zich tot taak
heeft gesteld tevens ook voor de veiligheid van Duitsch
laud en voor den vrede van Europavan meer waarde
en meer belang is dan de annexatie' van de Duitsch-
Oostenrijksche provinciën en het onmiddellijk in aanra
king komen van Duitschland met het Slavisme en
Magyarisme.
„Geheel anders is het geval met Napoleon. Deze
geniale en listige avonturier op den troon keilt, geen
ander doel dan de bevestiging van zijn heerschappij en
de grondvesting van zijn dynastie. Om dit, doel te be
reiken sluit hij heden eeu verbond met de edelsten
morgen met de laagste hartstochten zijuer natie, welker
geheimste drijfveeren hij heeft doorgrond. Aan het hoofd
van een volk geplaatstdat, men om zijn schitterende
eigenschappen den eersten rang onder de volkeren van
Europa zou kunnen aanwijzen, een'volle dat de edelste
eigeuschappeu van den man het heldere gezond ver
stand, de weldoordachte, maar soms ook tot roekeloos
heid gedreven energie de onvoorwaardelijke overgave
aan een denkbeeld, en dat alles gepaard onder de aan
genaamste vormen op een zeldzame wijze weet te ver
binden met de meest overdrevene aspiraties en de platste
snoeverijen van een aankomend jongeling, een volk
eindelijk dat een zeldzame mengeling vertoont van ware
grootheid, en van onbegrensde zelfzucht cu van een
dikwerf tot in liet ongeloofelijke gedreven nationalen
eigenwaan, met dat volk weet Louis Napoleon tc spelen
zooals een virtuoos met de toetsen van de piano. Hem
is het gegeven de ontvlambare verbeeldingskracht de
nationale ingenomenheidde degelijke volkskracht van
zijn Eranschen uaar zijn eigen belangen te ontvlammen
of te onderdrukken en ze allen dienstbaar tc maken
aan zijn eigen inzichten.
„Tegenover deze staatkunde van hot geniaalste cy
nisme bestaat geen vertrouwen en geen zekerheid eu
wanneer men in het gewone leven met den zelfzuchtige
op den duur geen hechten band kan vlechten, evenzoo
is het duidelijk, dat dat fijnst berekende egoisme, wan
neer het een der onrustigste en voor hare naburen
sinds eeuwen gevaarlijkste naties beheerscht, als vriend
en a]s vijand even weinig vertrouwen inboezemt-
„Wanneer de middelen bewonderenswaardig zijn
waarmee deze heerscher sinds 20 jaren zich heeft staande
gehouden zoo moet men zich nog meer verwonderen
over de voorbeeldelooze kortzichtigheid, waarmee Europa
dien man jaren lang als „den redder der maatschappij"
heeft verheerlijkten waarmee een talrijke partij in
Oostenrijk aan deze en aan gene zijde van den I.eitha
hem heeft beschouwd als een hèlper in den strijd tegen
Pruissen."
Na vervolgens een blik geworpen te hebben op de
geschiedenis van het Napoleoutische Keizerlijk, komt de
schrijver tot de volgende slotsom: Op dezelfde wijze als
Napoleon in vroeger t.ijd door de bommen van eeu Felix
Orsini gedreven werd tot den Ltaliaanschen oorlog, zoo
dringen hem nu de gloeijende bommen-van de welspre
kendheid van een Gambetta en een Jules Eavre tot den
Duitschen oorlog. Schijnbaar ls het evenwel anders.
Schijnbaar is het de bevrijding van Duitschland van het
Pruisische juk, schijnbaar is het zelfs de herstelling van
een waardige plaats voor Oostenrijk in Duitschland.
Want de Keizer zegt heteu velen gelooven het, zijn
bedoelingen zijn reinrein, ja, indien men liet laatste
woord eeu weinig anders schrijftzijn bedoelingen
ei