Woensdag 15 Juni.
W°. 48
1810
WOENSDAGEN ZATERDAG.
Binnenlaudsche Tijdingen.
Buitenlandsche Tijdingen.
ZEESCHE
PRIJS DER ADVERTENTIËN.
Gewone 5 cent de regel. Geboorte-Huwelijks- en Dood-
berigtenvan 18 regels a 0,5O.
VERSCHIJNT:
A B O N N E M E N T S-P R IJ S.
Por drie maanden 1,25 Franco per post 1,50. Inzen
ding der Advertentiën daags te vorenvóór 10 ure 's morg
Aankondigingen vaal openbare
toesturen ©nac.
Zijdie als leerlingen op de hoogere burgerschool
to Zierikzee wenschen te worden toegelaten gelieven
zich vóór 29 Juni a. s. met franco brieven of in per
soon bij den directeur der school aan te melden. Het
toelatingsexamen wórdt Zaterdag, 2 Juli, 's middags
te 12 ure in het gebouw dier school gehouden.
Z. M. de koning heeft eene som van f 2500
verstrekt om in de behoeften door de ramp te Bode
graven veroorzaakt te voorzien.
Zieeikzee 12 Juni. Er circuleert een adres aan
de synode der Neder.1 andscli Hervormde Kerk om haar
te verzoeken op haar besluit het vorige jaar genomen
waarbij de gebruikelijke doopsformule verplichtend ge
steld wordt terug te komen. Men noemt dit dwang
ieder moet kunnen doopen, zooals hij goed vindt, en niet ver
plicht kunnen worden de formule, waarmede de eigenaardig
heid, het wezen van den doop staat of valt te gebruiken
maar niet beterzijn om den doop zelf af te schaffen. Zoude het
dan kan over liet gebruik der formule geen twist meer
zijn? Zoude het niet heter gehandeld wezen daar
rondwegom te verzoeken in plaats van deze belachelijke
vertooning nog te maken waarbij men den schijn aan
neemt aan een sacrement nog te hechten dat voor de
verzoekerszooals uit het verzoeken op zich zelf reeds
blijkt, geen ziu meer beeft? Wij geven dit de heeren
petitionarissen met hunne aanvoerders in bedenking.
Aan de synode echter zouden wij gaarne den raad
geven als zij ten minste eenige zelfstandigheid bezit
en iets durft wat niet precies met den wil der moderne
richting overeenkomt, en als zij eene botsing voor
waarheid en recht niet schuwt, de adressen, waarmede
zij te dezer zake eerlang zal bestormd worden als in
strijd met de beginselende eer en de waardigheid der
Nederlandsche Hervormde Kerk zonder er acht op te
slaan ter zijde te leggenen niet als een windvaan bij
de minste beweging her- en derwaarts te draaijen.
Eenige zelfstandigheid zal de synode waarlijk niet ont
sieren en kan met alle billijkheid van haar geëischt
worden.
De dag van Dingsdag de dag bij uitnemendheid
der academische feestviering te Leidenwas voor velen
een dag van waar genotwaartoe voorzeker het schoone
weder niet weinig bijdroeg. Met eiken volgenden
spoortrein en zoo vele andere middelen van vervoer
groeide de massa vreemdelingen zigtbaar aan. Het
aantal equipaadjes dat zich langs onze straten bewoog
was zeer aanzienlijk. Ten 12 ure nam de matinee
musicale op bet feestterrein der Ruïne een aanvang
muziek van de dienstdoende schutterijkapelmeester
H. Müller. Niettegenstaande de menigte die
zich daarheen begafbleven de voornaamste straten
opgevuld met een digte menschenmassawaardoor men
zich te naauwernood een weg kon banen. De stad had
overal een regt feestelijk aanzien. Overal rustte het
oog op vlaggengroen en smaakvolle decoratien.
Onder de vele bezoekers behoorden HH. KK. HH. de
prins van Oranje, die bij den student van Rijckevorsel
van ICessel op de Breestraat zijn intrek nam en prins
Alexanderdie met HD. gouverneurjhr. Hooft
afstapte bij den burgemeesterdaarna een bezoek bracht
bij den wethouder Hubrecht en bij den heer Crommelin
op het Rapenburg, en vervolgens zich naar het feest
terrein op dc Ruïne begaf. Tegen 4 ure ontmoette
men overal rijtuigen, waarin gemaskerde studenten
gezeten warendie zich naar het academiegebouw
lieten voeren. Precies ten 4 ure werd de trein geregeld
en kort daarna stelde hij zich in beweging. Wat wij
ons ook van de costumes mogten voorgesteld hebben
of daarvan van vorige jaren ons herinnerdenhet werd
alles overtroffen door de pracht die ons oog te aan
schouwen kreeg. De costumes waren rijk smaakvol
en net en lokten een kreet van bewondering. De orde
J wenschen over. Een eigenaardig denk
beeld vonden wij bet, dat bij zooveel weelde en feest
vreugde ook aan den nood van anderen gedacht werd.
De beide narren op de rederijkerswagens hielden en
passant eene collecte bij de verzamelde menigte ten
voordeele van de noodlijdenden door den brand te
Bodegraven, welke f 1000,7% opbracht. Jammer-is
het dat wij ook een ongeluk te betreuren hebbenhet
welk de schromelijkste gevolgen na zich had kunuen
slepen. Toen de optocht zijnen weg bijna had vol
bracht en op het Sfceenschirar genaderd was schrikte
het paard van den hoofdpersoon graaf van Leicester,
het begon te steigeren en liep met zijn berijder achter
uit naar de waterzijde waar beiden van den kant des
wals op eene ledige schuit stortten. De ruiterde
heer Leur moet zich hebben bezeerd. Hij
werd althans later in de rij gemist. Inmiddels was
ten 7 ure het concert op de Ruïne weder aangevangen.
Nu liet zich daar het muzijkcorps van de veldartillerie
kapelmeester Rüdersdorffhooren. In de pauze ver
zamelden zich op dat terrein ook de studenten die aan
den optocht deelnamen. Tusschen 9 en tien ure was
de illuminatie letterlijk algemeen. Schitterende gaz-
illuminatien prijkten tusschen tallooze lampionshier
en daar ook afgewisseld door electrisch licht. De stad
was als in eene zee va:i licht gehuld. Na tienen stelde
de stoet zich op nieuw in beweginglangs den weg
dien hij volgde bijna overal verlicht met bengaalscli
vuur, hetgeen een echt fantastisch gezigt opleverde.
Op de Breestraat voor het stadhuis werd van stads
wege een groote hoeveelheid bengaalsch vuur ontstoken
hetgeen de geheele Breestraat in gloed zette. Ook
waren van stadswege op verschillende punten tempels
opgerigt en verlicht die een prachtig gezigt aanboden.
Ongeveer half drie had de trein zijnen weg volbragt.
De straten bleven echter nog gevuld met vrolijke wan
delaars tot aan den morgen. Wij gelooven te mogen
zeggen dat iedereen hoogst voldaan, ja verrukt was
over hetgeen deze dag te zien en te genieten gaf en
dat de herinnering daaraan niet ligt zal worden uit-
gewisclit. (A. C.)
Goblkchem 10 Juni. Gisteren had de machinist"
leerling cp de schroefstoomboot „Woudrichem" varende
tusschen onze stad en Woudrichem het ongeluk, bij
het van den wal springen om op de boot te komeD,
te ver te springen en geraakte hij daardoor in de rivier
de Merwedewaar bij door de diepte van den stroom
niet gered kon worden. De overledene B. de Graaff
genaamd was ongeveer 16 jareu oud.
Een wenk voor andere landen Er bestaat in
Rusland een zonderlinge politieverordening tot straf
van dronkenschap. Wie zich dronken in 't openbaar
vertoont wordt in verzekerde bewaring genomen en
als bij uitgeslapen is veroordeeld om een dag lang dc
straat te vegen. Ten gevolge hiervan ziet men soms
welgekleede overtreders der wet deze taak vervullen
met den bezem in de hand. De les is bestemd voor
diegenendie nog niet alle gevoel van schaamte ver-
loren hebben.
Staten-Generaal.
De zittingen der Tweede Kamer na Pinkste
ren zijn hoofdzakelijk aan de behandeling der zoogenaamde
postwet gewijd.
Bij de algemeene beraadslagingen Woensdag 11.
gehouden zijn tegen den vorm van het ontwerpde
wijze waarop de herziening werd voorgesteld de ünnn-
tiële gevolgen vooral bij invoering vau een uniformport
het tarief voor drukwerken bijzonder van do dagbladen
enz. bezwaren ingebracht. De minister van Qnantien
heeft bij zijne verdediging zich bepaald tot de behan
deling van algemeene aanmerkingen.
Op art. 1 bepalende dat liet port van een gefran-
keerden brief een zeker gewicht niet te boven gaande
onverschillig den afstand van de eene plaats naar de
andere binnen het rijk gezonden5 cents zoude bedra
gen werd in de zitting van Donderdag door den beer
Lenting een amendement voorgedragen strekkende tot
weglating van het woord gefrankeerd. In het voorstel
der regering (art 3) was voorgedragen on gefrankeerde
brieven met het dubbel van het port der gefrankeerde
te belastenen aldus eene gedwongene frankering in
te voeren. Het amendement van den heer Lenting lokte
breedvoerige beraadslagingen uitwaarbij vooral op de
omstandigheid gewezen werd dat het bezorgen van gc-
frankeerde brieven bij de tegenwoordige inrichting van
het postwezen uiet verzekerd wasen vertraging zou
ondervinden. De bezwaren werden door anderen en
door den minister weersprokenwelke laatste ook het
voorstel verdedigde omdat daardoor vereenvoudiging der
administratie te wachten was waarna het ameudement
met 3S tegen 2S stemmen verworpen werd.
Op art. 3 bepaleude dat ongefrankeerde brieven met
dubbel port zouden worden belast is door den heer van
Naam en een amendement voorgesteld om de on gefran
keerde brieven slechts 5 cents boven bet port der ge
frankeerde te doen betalenwelk ameudement mc.t_44_
tegen 23 stemmen is aangenomen-
Na goedkeuring van verschillende artikelen zijn de
beraadslagingen Vrijdag voortgezet. In de eerste plaats
werd art. 2vaststellende de progressiën van het
port naar het gewicht van den brief aaugeuoinen. Omtrent
de vergoeding vau met dc post verzonden aangegeven
geldswaarden is aangenomendat hét volle bedrag zoo
de brief op de post verloren gaatof in het ougereede
raaktaan den afzender vergoed wordtterwijl aan de
administration de bevoegdheid is toegekend de verr.ooniug
van de aangegeven geldswaarde te vorderen. De door
de regering voorgestelde strafbepaling (eene boete van
f 10f 100) op het verzenden van geldswaarde boven
het bedrag van f3 in een niet aangeteekenden brief,
mocht de goedkeuring der Ram er n»et verwerven een
amendement van den heer Blom strekkende om die
bepaling te doen vervallen werd met algemeene stemmen
aangenomen. Omtrent het port der dagbladen werden
de discussion in deze zitting aangevangen en den vol
genden dag voortgezet, waarbij een tal van amende
menten werd voorgesteld. De opgave vau de bij
zonderheden dezer zitting gelooven wij onzen lezers te
kunnen sparen. Alleen meenen wij te moeten opmerken,
dat visitekaartjes niet langer op den voet van gedrukte
stukkeu ter verzending zullen worden toegelaten en
postwissels tegen betaling van 5 cents voor elke f 12,50
zullen worden inge\oerd die als kaarten, zonder bij-
gevoegden brief worden verzonden.
ERANKRIJK.
Een telegram uit Konstantinopel meldt van den
branddie in de voorstad Pera heeft gewoed „Dc
bladen Turquie en Bourrier d' Oriënt hebben niet kun
nen verschijnen uit gebruik aan werkluiwaarvan de
meesten huuue woningen hebben verloren. De Levant
Herald bad slechts roet groote moeite een bijvoegsel
kunnen leveren.
„De Duitsche weldadigheidsinstelling en het hospitaal
zijn geheel en al verbrandde zieken werden gered
dank zij den moed van eenige Duitscherswaarvan er
twee aan de bekomen wonden zijn overleden.
„De Armenische kerk van de onbevlekte ontvangenis
is ernstig gehavenddoch de copie der verheerlijking
op den bergeen tapisserie der Gobelinsdoor keizerin
Eugenie verleden jaar aan de kerk geschonden, is gered.
„De Levant Herald heeft een opgave van de politie
ön tv an gen volgens welke bet aantal verbrande huizen
7,000 bedraagt en de schade op 5 milioen pond ster
ling wordt begroot.
Een latere depêche meldtdat aanzienlijke sommen
gelds uit verscheidene landen overgemaakt zijn door
hooggeplaatste personen.
Bovendien circuleeren er inteekenlijsten in verschei
dene hoofdsteden.
Een correspondent van l'Indëpendance Beige deelt
eene beschouwing mede over het karakter van een brand
in het Oosten, welke zeer merkwaardig is. Het ontzet
tende ongeluk, zegt hij, dat in weinige uren verscheidene
duizende huizen in de hoofdstad van het Ottomanische
rijk vernield heeft, is in het Oosten geen zeldzaam
schouwspel. Ieder jaar worden gansche dorpen een prooi
der vlammen; te Constantinopel vooral geschiedt het
vaak dat gansche wijken in de asch gelegd worden.
Een brand van veertig of vijftig huizen gaat daar on
opgemerkt voorbij. Verre van het als een ramp te be
schouwen, is het de bewoners een soort van feest,
voor de dieven een goede gelegenheid om te rooven
en voor de nieuwsgierigen en reizigers een aantrekkelijk
schouwspel. Dat alles is wel treurig, maar toch de
letterlijke waarheid.
Niets toch is curieuser om te zien dan een brand te
Constantinopel. Wanneer van de torens het brandalarm
gegeven is, snellen weldra van alle kanten der stad
corporaties van pompiers naar de bedreigde plaats toe.
Wee u als ge u niet voorzichtig tegen de muren der
huizen drukt wanneer zulk een bende aanrukt,; zij ko
men aan brullende, looponde, alles omverwerpende wat
op hun weg isen spreiden een bewonderenswaardige
vlugheid ten toon om de brandspuit ter plaatse vau den
brand to brengen. Gewoonlijk zijn het sterke lieden, en
onder hen vindt men vele negers die, halfnaaktbij
het schijnsel d«.r vlammen op demons gelijken. Van het
geschreeuw en de verwenschingen kan niets een denk
beeld vormenmaar weldra zijn alle spuiten bij elkaar,
doch er is gebrek aan water.
Dan bemerken de pompiers, die in hunne geweldige
haast om de spuit het eerst op het bedreigde punt te
doen zijn om niets anders gedacht "Hebben dat een
spuit zonder water een nutteloos instrument is, en
snellen zij overal heen om eenige emmers water to
krijgen. Heeft men dat, dan worden, ouder dolzinnige
toejuichingen der demons, eenige droppelen in de vlam
men geworpen; dat is alles. Een oogcublik later is
het water weer op en herhaalt zich hetzelfde tooueol
doch het vuur lacht met die bespottelijke pogingen ca
tast andere huizen aan en verjaagt de menigte. Een
kilometer in het ronde gaat nu ieder zijn huisraad in
veiligheid brengenhet is een algemeen redden wat
te redden valteen onmogelijk te beschrijven verwarring:
een dief die zich wegpaktongelukkigen die vveenen
nieuwsgierigen die elkaar verdringen en daarbij nog de
altijd schreeuwende pompiers.
Te vergeefs is het dat de autoriteiten eenige hulp
trachten te organiserenhunne bevelen gaan in liet
oorverdoovend tumuli verloren. Daarbij komt nog dat
te Constantinopel het bijgeloof bestaat dat zeewater
den brand doet toenemenwaarom de pompiers het
dan ook niet willen gebruiken.
Wanneer een groote brand vuile en onzindelijke wijken
vernielthoort men niet zelden roepen „Laat maar
doen laat maar branden binnen eenige maanden
krijgen we er mooie straten door." Het vuur is de
Haussmann van Constantinopel.
Tot dusverre was Pera van een algemcenen brand
verschoond geblevenhet bestaat dan ook uit stceucn
gebouwen de rijkste winkels der Europeanenbanken,
koffiehuizenhotels en de paleizen der buitenlandsche
gezanten, zoodat niets zulk een onheil deed vermoeden.
Te Mascara in Algiers de oude residentie vau
Abd-el kader heeft een vreesclijke gebeurtenis ecu aan
tal familiën in grooten rouw gedompeld en op nieuw
aangetoond hoezeer de dweepzucht der Arabieren nog
te vreezen is.
27 Mei heeft zich een inboorlingna zich van een
scherpe bijl meestergemaakt te hebben uit de werkplaats
van een Joodsch koopman naar de brug over den
Argoub begeven.
Deze brug is vooral des Vrijdags voortdurend vol
menschen die naar de marktaan de poort van Oran
gaan of er van daan komen.
ArabierenJodenEuropeërs vrouwen en zelfs kin
deren verdringen zich daar steeds en vormen een dich
ten drom.
In deze menigte is de Arabier zijn vernielingswerk
begonnen door met zijn bijl al de personen te slaan
die bij bereiken kon.
In minder dan 10 minuten had hij 14 slachtoffers
gemaakt. Er hcerschte een vreeselijke schrik de ma
gazijnen rondom de brug werden gesloten de gewonden
werden verbonden doch er was geen agent van de
openbare macht om dit bloedvergieten te doen ophou
den onder een menigte waaruit alleen de Arabieren
gespaard bleven.
Eindelijk bemerkte men den moordenaar toen hij de
brug verliet vlak tegenover de Arabische kazerne. Twee
soldaten die de opschudding bemerkt hadden, begaven
er zich heen om den moordenaar te grijpen die om
geven van eeüige honderden woedende Arabieren naai
de haven van Oran zou kunnen gaan eneenmaal
buiten de stadzich aan alle vervolgingen zou kunnen
ontrekken.
De twee soldaten gaven echter blijken van voorbeel-
delooze moed een van hen liep ongewapend op den
moordenaar toe omarmde hem en hield hem ondanks
een wond die hij aan 't hoofd bekwam zoolang vast
tot de andere goedgewapend aankwam, hem neervelde
en ontwapende.
Het wilde dier is vervolgens naar de kazerne gesleept,
waar eenigen tijd daarna de stedelijke regeering en de
politie is aangekomen. Men vreest voor het behoud
van twee der gewonden een Afrikaansch jager en een
vrouw van St. By polite.
De wonden der overigen zijn niet zoo gevaarlijk, Dü
gevangen Arabier was een soort van bedelmonnik die
onophoudelijk in de provinciën rondreisde. Terwijl hij
zijn vernielingswerk verrichtte wekte hij de Arabicreu
op om hem na te volgen.
Over een Russische vervolging van Israëlieten wordt
in de „Osts. Zeitung" uit Warschau hef volgende ge»
meld. De stad Kaluszijn in het gouvernement War
schauwas den 24 April het tooneel van ongehoorde
gewelddadigheden door de politie op de daar wönetide
Israëlieten gepleegd. Aanleiding daartoe gaf een stryd,
dio een Israëlietisch inwoner met een officier van net
garnizoen van Kaluszijn bad gehad. Door den oppas-»