Zaterdag 28 Mei.
WOENSDAG EN ZATERDAG.
J*°. 43
1870
Binnenlandsche Tijdingen.
Buitenlandsche Tijdingen.
ZIERIKZEESCHE COURANT.
PRIJS DER ADVERTENTIËN.
Gewone 5 cent de regel. Geboorte-, Huwelijk»- ea Dood-
berigtenvan 18 regels a f 0,50.
VERSCHIJNT:
ABONNEMENTS-PRIJS.
Per drie maanden f 1,25 Franco per post 1,50. Inzeir
ding der Advertentiën daags te vorenvóór 10 nre 's morg
Aankondigingen van openbare
besturen era:.
Burgemeester en Wethouders zullen op Woensdag 8
Juni a. s. des namiddags ten 1 ureop het Raadhuis
in elf perceelen aaubestedenHet doen van eenige
vernieuwingen aan de gebouwen en andere werken dezer
gemeente met het gewone onderhond daarvan. Locale
aanwijzing op Maar dag 30 Mei a. s. des voormiddags
te 10 ure. terwijl inmiddels inlichtingen te bekomen
zijn bij den gemeente-bouwmeester.
Gedeputeerde Staten van Zeeland doen te weten dat
door hen, krachtens de hen bij art. 18 van het regle
ment tot voorkoming van de verspreiding der longziekte
onder het rundvee in deze provincie verleende bevoegd-»
heid is bepaald
Totdat daaromtrent nader zal worden beschikt is de
aanvoer en lossing veroorloofd in de haven van Brui-
nisse van rundvee 't welk in de gemeente St. Philips-
land ter zake van te lage aangifte voor den accijns
op het geslagtdoor de beambten van 's rijks belastin
gen is benaderd mits bij de lossing worde oveigelegd
eeue verklaring van den Burgemeester van St. Philipsland,
houdende dat het vee werkelijk uit die gemeente af
komstig is en aldaarter voorschreven zaak is bena
derd gewordenterwijl op dat vee voorts het bepaalde
bij de laatste zinsnede van art. 4 des aangehaalden
reglcments van toepassing blijft.
De GEDEPUTEERDE STATEN van ZEELAND
Gelet op liet besluit der Staten van den 4 November
1869 no. }4, betrekkelijk het doen eener geldleening
van f150000 tot verbetering der middelen van gemeen
schap en op het besluit der staten van den 5 Novem
ber 1869 no. 5 tot het doen eener geldleening van
f50000 voor de instandhouding van de stoombootdienst
op de Wester-Schelde beide ten laste van de provincie
Zeeland, goedgekeurd respectivelijk bij Koninklijk be
sluit van den 28 November jongstleden, en 6 Decem
ber jongstleden no. 29 opgenomen in het Provinciaal
blad van Zeeland onder no. 119 en 127 van 1869
In aanmerking genomen dat voor de behoeften ran
het dienstjaar 1870 van eerstgenoemde geldleening slechts
een gedeelte ad f13000 vereischt wordt, doch voor de
instandhouding van de stoombootdienst op de Wester-
Schelde het geheel bedrag ad f 50000
Besluiten:
In voldoening der daartoe betrekkelijke bepalingen
van bovengenoemde plans der voorschrevene geldleenin-
gen ter kennis te brengen van belangstellenden
1°. dat in de eerstgenoemde geldleening van f150000
Voor dertien aandeelen elk van duizend gulden
en in laatstgenoemde geldleening van f 50000 voor
vijftig aandeelen mede elk van duizend gulden
kan worden ingeschrevenbeide tegen eenejaarlijk-
sche rente van vijf ten honderd te rekenen van 1
Julij 1870;
2°. dat de termijn voor het inleveren der inschrijvings-
billetten is bepaald van af Woensdag den 8 tot en
met Woensdag den 15 Junij 1870 (Zon- en feest
dagen uitgezonderd) des voormiddags van 10 tot
12 en des namiddags van 2 tot 3 ure
3°. dat de inschrijvingsbus en hilletten in het openbaar
zullen geopend worden op Donderdag den 16 Junij
1870 des namiddags te drie ure in de gewone
raadzaal van Gedeputeerde Staten
4°. dat het bedrag der ingeschreven aandeelenvoor
zooveel die zijn aangenomenmoet overgestort
worden hij den heer Betaalmeester te Middelburg
op de gewone kantooruren
ten beloope van vijf en twintig ten honderd van
het kapitaal vóór of op 1 Augustus daaraanvolgende
met vrijlating om het geheel bedrag in ééns over te
storten doch in dat geval mede vóór of op 30 Junij
1870, in elk geval met ingang van rente op primo
Julij 1870 van het geheel bedrag en dat de qui-
tantiën van stortingvóór of op laatstgenoemde
dagen 30 Junij en 1 Augustus moeten overge-
bragt worden ter provinciale griffie in handen van
den commies B. Jeras belast met de comptabiliteit
die daarvoor het vereischte bewijs of renversaal zal
afgeven
5°. dat exemplaren van de plans der onderwerpelijke
geldleeningen kosteloos verkrijgbaar worden gesteld
bij genoemden ambtenaar op franco aanvrage.
Dit besluit zal worden geplaatst in het Provinciaal
blad van Zeelandbuitendien bij wijze van openbare
afkondiging in de Staats-courant, in de Middelburgsche,
Goesscbe en Zierikzeesche couranten, alsmede in het
Sluissche weekblad en in het Algemeen Nieuws- en-
Advertentieblad voor Zeeuwsch Vlanderen.
Middelburg den 20sten Mei 1870.
De Gedeputeerde Staten voornoemd.
R. W. YAN LIJNDEN Voorzitter.
BUTEUX Griffier
In sommige steden die tot bet oude hanzeverbond
behoorden werd jl. Woensdag de vrede van Straalsund
herdacht, die den 24en Mei 1370 werd gesloten tus-
schen den Bond en de door hem getuchtigde rijken
Zweden en Noorwegen en waarbij de eenheid van
den bond werd hersteld. Tot die handeling werkten
ook als leden van dien machtigen handelsbond mede
de Nederlandsche steden Kampen, Deventer, Utrecht,
Zwolle, Hasselt, Groningen, Zierikzeeden Briel
Middelburg Arnemuiden Harderwijk Zutfen Elburg,
Stavoren Dordrecht en Amsterdam.
De vele berichten uit onze omstreken aangaande
den stand der verschillende vruchtente zamen vattende,
wordt algemeen een gunstigen keer tengevolge van den
gevallen regen en de koesterende zonnestralen waarge
nomen. Yeel van hetgeen achterlijk en kwijnende was,
heeft eene merkbare groeikracht ontwikkeld voorname
lijk is dit ook zichtbaar bij de aardappelen, die met
vooruitzigt op een schoon gewas reeds in omvang zijn
toegenomen. De vruchtboomen staan overheerlijk in
bloeibij velen zijn schier geen bladeren zichtbaar
ook de aarbeziën beloven veel. Van meikevers hoort
men weiuig zelfs zou menig tuinier eene grootero hoe
veelheid wenschen om de vogels eenige afleiding te
geven in het zich vergasten op het gezaaide.
(G. C.)
Te Winschoten houdt de schutterij geregeld de
excercitiën in burger-tenue daar de schutters niet
zeiven hun kleeding willen bekostigen en het gemeente
bestuur die niet wil verstrekken. (G. C.)
Zooals reeds gemeld is is de dader van den in
het station te Winschoten gepleegden diefstal te Gro
ningen in hechtenis genomeu. Hij heet Heinricli
Windeleris 27 jareu oudarbeider van beroep, hoort
te huis te Rothenburg in Pruissenen heeft reeds vijf
jaren in het tuchthuis doorgebracht. Op het stations
emplacement te Winschoten waarheen hij onmiddellijk
na zijne arrestatie gebracht is heeft hij zijne daad
bekend en tevens de plaats aangewezen waar hij een
deel der ontvreemde som begraven had hetgeen later
bleek de waarheid te zijn. Van de f 6000 die zich in
de geldkist bevonden hebben is thans reeds meer dan
f 5000 teruggevonden eenige honderde guldens heeft de
gearresteerde voor kleeren enz. uitgegeven zoodat nog
slechts een klein gedeelte van het oorspronkelijk bedrag
ontbreekt.
Te Krimpen a/d IJsel heeft zich dezer dagen een
begin van werkstaking voorgedaan op een der steenfa
brieken waar eenige werklieden meenden elders meer
te kunnen verdienen en daarom hun werk verlieten.
echter keerden zij onverrigter zake tot hun
ouden arbeid terug.
Men bericht nit Delfzijldd. 18 Mei.
Heden morgen werd het lijk van een hier in garni
zoen liggend soldaatdie door zijn vriend in opgewon
den toestand gedood was ter aarde besteld.
Beidendoor sterken drank opgewondenkregen
twist over eene kleinigheiddie echter alras zoo hoog
liepdat hij tot de ongelukkigste gevolgen leidde.
Door een krachtigen stoot werd de ongelukkige zoo
danig tegen een muur geworpen dat zijne hersenpan
verbrijzeld werdwaarna hij onmiddellijk den geest gaf.
De dader is direct naar Leeuwarden overgevoerd.
In eene Haagscke correspondentie van de Rotter-
damsche Courant van den 25 Mei wordt beweerd dat
het wetsontwerp tot afschaffing der doodstraf, groot ge
vaar loopt door de Eerste Kamer verworpen te worden,
„tengevolge van het amendement de Brauwdatge
vallen zijnde aan de voeten der Eerste Kamer als een
gewichtig struikelblok zou zijn neergekomen."
Twee feiten toch hebben een diepen indruk gemaakt.
Vooreerst „de even openhartige als koene verklaring
waarmede het enfant terrible der liberale paftij (dc heer
Akerlaken) de debatten in de Tweede Kamer besloten
heeft; de verklaring die het mom. van wetenschappelijke
overtuiging plotseling heeft doen vallen en de eigen
geestverwanten heeft ten toongesteld in hun wange-
daante van partijstrijders. Hoe zou 't ook anders kunnen
wanneer men overweegt dat op enkele uit Roomsch
Catliolieke districten afgevaardigde leden na de aanhan
gers van de liberale par'ij zonder onderscheid dezelfde
„yfetensehappelijke" en „juridische" opvatting hadden
J;erwijl het een door sommige hunner zelf erkend feit
is dat in België de voornaamste liberalen bun goedkeu-
ringaan een soortgelijken maatregel hebben outhouden.
Het andere feit is de verwerping door het Engelsche
hoogerkuis van de billwaarbij het verbod tot het
aangaan van een huwelijk met de zuster eener overle
den echtgenoote werd opgeheven. De hoofdmotiveu
der verwerping dier bill waren het Goddelijk gebod in
het Oude Testamentlater door het Nieuwe Testament
bekrachtigd, terwijl ook Gladstone, de lord kanselier
op grond van bezwaren aan Eugelands sociale toestan
den ontleend vóór de verwerping der bill was. De
groote meerderheid van stemmen die deze bill in het
lagerhuis verkregen hadkon haar niet voor eene ver
werping door her, huis der lords behouden.
Volgens den correspondent der Rott. Courant oefenen
deze beide feiten bij velen onzer Nederlandsche pairs
grooten invloed uit,
De exploitatie rekening over 1869 van de maat
schappij tot exploitatie van staatsspoorwegen geeft een
voordeelig saldo van f 586,090,755 d. i. f 696,62 p.
gem. geëxploiteerden kilometer, tegenover f735,80 in
1868 en tegenover een verlies vau f 26,12 in 1867.
Op 1 Januari 1S69 waren iu exploitatie 839,688
kilometers spoorweg; iu den loop van dat jaar werd de
uitgestrektheid met 9787 kilometers verlengd, en liep
de exploitatie dus over 849,475 kilometers. Het aan
tal stations bedroeg op ultimo December van het vorige
jaar .122, en dat der halten 16.
De ontvangsten bedroegen f 3,571,917,515 en de
uitgaven f2,985,826,76.
Aan een particulier schrijven van een Noord-Hol-
landsch boerinnetjethans wonende aan de kust van
Natal in Zuid-Afrika, ontleent de II. Ct. de volgende
bijzonderheden
„Wij hebben dit jaar 4000 pond koffij te wachten
als 't meevaltvan de 700 boomengroot en klein.
In Maart en April is de koffij zoo rood als de kersen
aan de boomen. Hier en daar zijn er een paar pisangs
doorgeplant tegen den wind. Verleden jaar is er veel
honger onder de zwarten geweestzij kochten de Turksche
tarwe voor f 12 het mud en de zoete aardappelen voor
12 stuivers de 25. Dat was voor de verkoopers een
mooi duitje, maar akelig voor de menschen Verschei
dene vrouwen van Kaffers vond men dood aan den
weg liggen van honger en kou. De manieren van de
Kaffers zijn erg vreemd. De vrouwenhoe oud zij
ook zijn moeten eten en drinken aanbrengen en op
bet laad werkenzij zaaijen met haar kind op den
rug vastgebonden. Een Kaffer koopt eene vrouw voor
koeijen sommige Kaffers hebben tien vrouwen, net als
slavinnen."
Maatregelen ter voorkoming van hondsdolheid.
Met liet oog op de in het programma van het aan
staand congres der Nederlandsche Maatschappij ter
bevordering van nijverheid voorkomende vraag no. 19,
le afdelingis het welligt niet ongepastmededeeling
te doen van de volgende maatregelen, reeds in 1854,
in Oostenrijk betreffende dit onderwerp uitgevaardigd,
ïn elk geval verdienen deze maatregelen de aandacht
van ieder die met honden omgaatals nuttige wen
ken tot eene behoorlijke behandeling dezer dieren ter
voorkoming van de zoo gevreesde ziekte.
1. Honden moeten voldoende te eten en te drinken
hebben.
2. Men moet bun vooral in den zomergeen bo-
dorven of stinkend bloedvleesch vet of dergelijk
voedsel geven.
3. Het brood waarmede zij gevoed worden moet
niet ongaarnoch warm of reeds beschimmeld zijn
brood waarin zout is gebakkenis voor honden zeer
aan te bevelen.
4. Onnatuurlijk voedselvooral dat waarin spece
rijen gemengd zijn als ook lieete spijzen zijn zeer
schadelijk voor hondendaarentegen zijn beenderen
voor hen een noodzakelijk voedsel.
5. Honden moeten altijd zindelijk worden gehouden,
dikwijls gekamd of geroskamd en gewasschen worden
poedeïhonden moeien ten minste eenmaal in het jaar
geschoren worden.
6. Des zomers moet men de honden dikwijls doen
zwemmen.
7. De verblijfplaatsen der honden moeten dikwijls
gereinigd en van schoon stroo voorzien worden.
8. Des winters moeten de honden beveiligd worden
tegen koudewind en nattigheiddoor hokken die
ruim van stroo voorzien zijn en moet zuiver drinkwa -
ter immer onder hun bereik zijn iets waarop bij strenge
koude voortdurend moet gelet wordenwijl drinkwater
zeer ligt bevriest
9. Ilet is schadelijk voor honden om langdurig nabij
of onder heete kagchels of ovens of onbeschut tegen
de hitte der zonnestralen te liggen.
10. In den zomer hebben honden dringende behoefte
aan zuiver frisch water men heeft in dat jaargetijde
te zorgen dat zij immer drinken kunnen zooveel zij
verlangen.
11. Het is ongeoorloofd om honden moedwillig kwaad
te maken hen op te hitsen of hen te beletten te
drinken. Ondervindt iemand schade door opgehitste
of kwaad gemaakte houden zon is de schuldige straf
baar ingevolge 392 van het wetboek van strafregt.
12. Ritsige of loopsche honden moet men vau tijd
tot tijd het voortteelen toestaan.
13. Men moet de hoDden nooit lang zonder opzigt
laten rondzwerven omdat zij alsdan gelegenheid vinden
om met anderr honden aan het vechten te geraken
zelve bijtziek en toornig wordenuit honger schadelijk
voedsel naar binnen slaan en bovenal dewijl de eige
naar dan geen behoorlijk toezigt op zijn hond kan houden
14. Bijtzieke en nijdige honden moeten waar ze
benoodigd zijnaan den ketting worden gehouden
doch men heeft te zorgendat zij niemand schade
veroorzaken. Het verontachtzamen van dit voorschrift
is strafbaar ingevolge 391 van het wetboek van
strafregt.
(Tijdschrift v. Nijverheid.)
NOOR D-D UITSCHLAND.
Voor eenigen tijd was bij de behandeling van
het wetboek van strafrecht voor den Noord-Duitschen
bond een amendement aangenomen dat de doodstraf
in alle gevallen afschafte. Bij de derde lezing vau dut
wetboek is aangenomen om de doodstraf te bchou den
voor voorbedachtelijk gepleegden moord en voor
poging tot moord gepleegd op het hoofd
van den bond of de bondsvorsten.
Bismarck verklaarde in eene allerbelangrijksle rede
voering het te betreuren aan de belangrijke debatten
der vorige weken niet te hebben kunnen deelneman.
Voor het ontwerp hebben schier alle bondsvorsten
politieke overtuigingen ten offer gebracht ten gunste
der nationale zaak eveneens bij het aannemen der
besluiten van den rijksdag. Menige regeering was
voor de afschaffing der doodstraf, de groote meerder
heid meende haar te moeten behouden. Veertien ge
vallen van doodstraf (bij het oorspronkelijk ontwerp
voorgesteld) zijn niet zonder grooten strijd tot twee
gereduceerd. Daarmede hebben de regeeriugeu huune
overtuiging opgeofferd. Het beginsel der nationale eenheid
kan niet opgegeven en daarom het voorstel Planck
dat strekte om de doodstraf in die bondsstaten waar
zij reeds was afgeschaftniet weder in te voeren
niet aangenomen worden omdat dit een dubbel rechts
stelsel invoert. Het is mij onmogelijkhet zou pen
verloochening van mijn verleden zijntwee klassen
van Noord-Dnitsche burgers in het leven te roepen
gelijk het voorsteL Planck wil. Van mijn standpunt
ken ik geen Oldenburgers geen Pruissen ik ken alleen.
Noord-Duitschers. De Duitsche eenheid hebben wij op
het oog. Dien geest, dat doel mogen wij niet opge
ven zonder in het particularisme der partijen te ver
vallen. We moeten alles uit den weg ruimen wat met
de Duitsche eenheid strijdt niet eene nieuwe scheiding
in 't leven roepen. (Teekenen van goed- en afkeuring)
Ik verheug mij over de afkeuring der tegenstanders
vau de Duitsche eenheid. (Bravo Verliest bij uw par
tijstandpunt het doel van het groote geheel ni it uit het.
oog. Geeft door het laatste votum een bewijs van
uw Duitsche gezindheid.
Planck trekt zijn voorstel in.
Lasker spreekt tegen de doodstraf.
Het voorstel Luck om de reeds geschrapte woorden
„met den dood" in 1 te herstellen wordt met 137
tegen 119 stemmen aangenomen, en daarop volgt de
aanneming van den paragraaf in zijn geheel.