Katerdag 26 Maart. WOE NS DAGEN ZATERDAG. nr°. 25 1810 Binnenlandsche Tijdingen. ZIERIKZEESCHE COURANT PRIJS DER ADVERTENTIÊN. Gewone 5 cent de regel. Geboorte-, Huwelijks- eg Dood- berigtenvan 18 regels A 0,50. VERSCHIJNT: AB ONNEME NTS-PRIJS. Per drie maanden f 1,25 Franco per post 1,50. Inzeu ding der Advertentiën daags te vorenvóór 10 ure 's morg De leden der Hervormde Gemeentedie er belang in stellen dat het wetsontwerp door den minister vau Einantiën aan de Tweede Kamer ingediend om gelden van het rijk aan de van'staatswege ingestelde provinciale collegies van toezicht op het beheer der kerkelijke goederen te verschaffen verworpen worde noodigen wij uit om een daartoe strekkend adres dat aan het Bureau dezer Courant gedeponeerd isvan ihunne handteeke- niug^n, te voorzien. De redenen waarom die verwerping in het belang van scheiding van kerk en staat, in het belang van de neutraliteitdie door den staat ten aanzien van den strijd in de kerk moet in acht genomen wordan en in het belang van de gemeenten die vrijzelfstandig en onafhankelijk moeten worden vereischt wordtzijn in dat adres op uitnemende wijze uiteengezetzooda^ wij kunnen volstaan daarnaar te verwijzen. Dringend verzoeken wij de voorstanders vande vrijheid van de plaatselijke gemeenten dit adres te teekenen. Aankondigingen van openbare besturen enz. 19 Maart. Burgemeester en Wethouders van Zierikzee verzoeken de. ingezetenen, om hunne rekenin gen en bewijsstukken wegens schuldvorderingen ten laste van het Rijkde Provincie en de Gemeente over het jaar 1869, ten spoedigste in te dienen ten einde te voorkomen dat die orderingenten gevolge van te late indieningvolgens de, wet als verjaard moeten beschouwd worden. 21 Maart. Burgemeester en Wethouders van Zierikzee maken bekend, dat het kohier der plaatselijke belasting dienstjaar 1870, den 21en Maart voorloopig door hen. is vvastgesteld en van 23 Maart tot 5 April voor een ieder op de Gemeente Secretarie ter lezing zal liggen en dat ieder aangeslagene binnen dien tijd bij den Gemeenteraad tegen zijn aanslag in beroep kan komen bij verzoekschrift op ongezegeld papier. X)e interpellatie van. Kerkwijk. H. Ons gevoelen over de interpellatie zelve. Wij beginnen er een woord van dank voor te bren gen aan den heer van Kerkwijk hier was allezins reden de regering over een verzuim van een ambtenaar in lichtingen te vragen hier was de grondwet geschonden, en wel op zoodanige wijze dat als dergelijke verzuimen meer plaats vonden de persoonlijke vrijheid dagelijks gevaar zoude loopen. Niet het minst schoone gedeelte van de taak van den volksvertegenwoordiger is om waar de regering geene voldoende waarborgen hiertegen voor de toekomst steltvan zijne constitutionele bevoegdheid gebruik te maken en haar ter verantwoording te roepen. Aldus staat de vertegenwoordiging der kroon in de handhaving der volksvrijheden op krachtdadige wijze ter zijde, en ontwikkelt zich bij de natie het vertrouwen, dat naast den koning even zoovele mannen als er volksvertegenwoordigers zijn een waakzaam oog houden op hare rechten en vrijheden, en dat de Grondwet geen stuk papier is, dat zich zonder een krachtdadig verzet verscheuren laat. De heer van Kerkwijk verdient voor zijne interpellatie dus allezins dank. Een enkele opmerking veroorloven wij ons over de wijze waarop zij geschied is. De interpellant heeft zich dopr een kluitje in het riet laten sturen. Hij verzocht inlichtingen waaruit zoude blijken dat de regering de scha,de en schande aan de bewuste per sonen aangedaan zoo goed mogelijk zoude herstellen. De minister deelde mede dat de schade hersteld was van een herstel van de schande geen woord» en de heer van Kerkwijk hiermede blijkbaar tevreden gesteld, heft, niettegenstaande hij nog tweemaal na den minister gesproken heeft, daar toen niet meer van gerept. En toch is de schande het ergstede schade hangt Van omstandigheden af, en kan soms zeer gering zijn; de schande is altijd aanwezig en is voor iedereen even erg. Nu is het wel waardat die schande zelve moeijelijk op te heffen iswant het feit dat men gevangen ge zeten heeft (al is het dan ook onwettig) kan onihoge- lijk ongedaan gemaakt worden, doch daarom moet het herstel der schande dan ook voornamelijk gezocht worden in het leveren van absolute waarborgendie in de toekomst een dergelijk te schande 'maken van vrije burgers zooveel mogelijk voorkomen. Niet alleen ter wille der beleedigden kan men dit in billijkheid eischen maar ook ter wille van al deNederlaDdsche burgers want de schande, die door onwettige gevangenhouding één burger treft, treft, aangezien de mogelijkheid in onzen vrijen staat gebleken is in zekere mate alle burgers. Hier is solidariteit aanwezig. Dat de interpellant zich zoo zeer door een kluitje in het riet liet sturen, wordt verklaarbaar, als men let op het verkeerde standpunt dat door hem ingenomen is. „Nooit ben ik van gevoelengeweest dat wij hier dezen of genen stand der maatschappij vertegenwoordi gen" zoo zegt hijwaarom T omdat niemand dit tegenspreekt omdat de grondwet zegt dat dé Staten- Generaal het geheele Nederlandsche volk vertegenwoor digen Voorwaar de phrase is overbodig. Doen de interpellant weerspreekt terstond zichzelf „maar altoos heb ik. het mijn duren plicht geacht inde eerste plaats hier op te komen voor de belangen van hendie door hunne maatschappelijke positie meer dan anderen blootgesteld zijn aan onregt van den kant der regering of van degenen die boven hen geplaatst zijn omdat zij zich zeiven geen regt kunnen verschaffen In de eerste plaats in het bijzonder de interpel lant rekent het dus zijn plicht meer voor hunne belangen op te komen. Als de grondwettige vrijheid van ver mogende lieden geschonden is zal hij niet zoo licht er toe overgaan om inlichtingen te vragenen hij wil dus voor eeqe bepaalde klasse van het Nederlandsche volk vooral opkomen. Doch dit is de roeping van den volks vertegenwoordiger niet: hij moet opkomen voor het geheele Nederlandache volken dus voor elk element voor eiken stand voor elke klasse in gelijke mate. De gevolgen van het verkeerd ingenomen standpunt merkt men terstond. De heer van Kerkwijk ziet voorbij dat bij zijne interpellatie het geheele volk geïnteresseerd ishij let enkel en alleen op de personen die nu wille keurig gevangeu genomen zijn. Zij tellen in zekere mate geldelijke schade inderdaad zwaarder dan schande, (ofschoon wij meermalen de treffendste bewijzen hebben aangetroffen dat de gevangenisstraf bij hen wel degelijk niet alleen naar het geldelijk nadeel dat zij er door lijden beoordeeld wordt) en zoodra hij dan ook hoort dat schade vergoed is denkt hij er niet meer aan om over de schande te spreken. Omtrent de wijze waarop de rampen etc. van de onwettig gearresteerden en hunne naaste en verdere bloedverwanten zijn afgeschilderd, zwijgen wijer is in andere dagbladen al genoeg over gezegdsierlijke par lementaire taai gelooven wij dat niemand er in zal zien. Niet het handgeklap van. het. volk moet het doel van een spreker zijn maar het overtuigen van medeleden en daarnaar moet hij zijne adviezen inrichten. Dit schijnt den interpellant evenwel eenigzius onver schillig te zijn. Toen hij over de bevoegdheid van den minister van justitie sprak om bevelen te geven tot strenge vervolging keurde hij die af. „Ik vrees dat de meesten mij hierin ongelijk, zullen, geven, maar het is mij ook niet te doen om gelijk te krijgen (waarom dan moet niet elk lid als hij iets beweert daarnaar 'streven het regt is toch aan mijne zijde Als wij het niet gedrukt zagen zouden wij liet niet kunnen gelooven, dat een lid van de kamer zoo iets kan zeggen. Waartoe dient het dan om eene zaak te bespreken, als men reeds vooraf met zooveel woorden verklaart, dat wat er ook tegen aangevoerd wordt, men zich toch niet zal laten over tuigen. Misschien zag de interpellant evenwel zelf de zwakheid zijner beweringen in, en vatte hij daarom eene machtspreuk bij de hand om alle tegenspraak te voor komen men kan dan later altijd zeggen niet weersproken te zijn. De bevoegdheid van den minister om aanschrijvingen te doen tot vervolging tot strenge vervolging, valt niet te betwijfelenen kan groot nut hebben. Men heeft in de kamer de argumenten er tegen aange voerd dan ook maar bedaard laten rusten. Wij zullen er ook niet over in beschouwingen treden. De minister noemde die argnumenten niet recht duidelijk" Wien zouden zij wel duidelijk zijn? Ons oordeel over deze interpellatie isin korte woorden dat men er ten volle het bekende „dankbaar maar onvoldaan" op zoude kunnen toepassen. Dank baar voor de interpellatieonvoldaan door de wijze waarop zij geschied is daar juist de hoofdzaak de schending der grondwettige vrijheid door een onver gefelijk verzuim en de houding der regering in dezen, in nevenzaken bedolven is, terwijl men bovendien den indruk krijgtdat de interpellant er naar streefde, om zich vooral aangenaam te maken aan hen, voor wier rechten hij het zich bijzonder ten taak schijnt te stel len op te komen. In de Tweede Kamer spreke men niet als tot het volk maar met het oog op de mannen onder en tegen wie men het woord voert. Wij onderschrappen. Volgens het ontwerp-reglement op het bestuur vau den polder Walcheren dat onlangs door de alge- meene vergadering van dien polder opgemaakt is en in de buitengewone vergadering der Staten van Zee land van 4? April e. k. ter tafel komtis de polder uit 4 wateringen zamengesteld belast met het onder houd van al de zee- en rivierwaterkeerendc werkeu, uit wateringssluizen watergangen bruggenheulen en duikers in den polder gelegen voor zoover de ver plichting van onderhoud niet op het rijk of op anderen druktmet het beheer en onderhoud van verschillende kunstwegen en met het beheer en toezicht op al de buurtwegen in den polder. Het bestuur wordt opge dragen aan eene algemeene vergadering zamengesteld uit een voorzitter, 4 raden en 18 commissarissen en bijgestaan door een griffier een ontvangereen hoofd opziener en de noodige mindere beambten en bedienden. Commissarissen worden door de stemgerechtigde inge landen (dat zijn al de personenmaatschappijen en zedelijke lichamendie 2 hectaren gronds in eigendom, erfpacht of vruchtgebruik in den polder bezitten)bij ongeteekende briefjes in te dienen aan een stembureau, dat daartoe op drie plaatsen in den polder zitting houdtvoor den tijd van zes jaar verkozen uit de in den polder wonende ingelanden, die minstens 15 hek- taren gronds in den polder in eigendom bezitten. Ge schillen over de verkiezingen te beslissen door de alge meene vergaderingvan hare uitspraken beroep op Gedeputeerde Staten en hooger beroep bij den Koning. Commissarissen die in strijd met sommige bepalingen van 't reglement handelen of 5 achtereenvolgende zit tingen zonder wettige verschooniug niet bijwonente ontslaan door de algemeene vergaderingbehoudens beroep op Gedeput. Staten. Zes commissarissen treden om de 2 jaar af doch zijn herkiesbaar. Voorzitter en raden vormen het dagëlijksch bestuur en worden door den Koning benoemd uit eene voordracht van 3 perso nen door commissarissen voor elke betrekking op te maken. \oor 5 jaar benoemd, treedt een hunner jaar lijks af, doch is herkiesbaar. Wegens nalatigheid, plichtverzuimwangedrag enz. kunnen zij ontslagen worden. De griffier, de ontvanger en de hoofdopziener te be noemen en ontslaan door de algemeene vergadering op voordracht van het dagëlijksch bestuur, de overige be ambten door het dagëlijksch bestuur te benoemen en ontslaan. De jaarwedden bedragen f1500,voor den voorzitter, f500,- voor ieder der raden flOGO, voor den griffier f 2000,voor den ontvanger(die ten zijnen koste m de uitgaven van zijn kantoor en de bezoldiging zijner beambten voorziet), f2000,voor den hoofdopzienerterwijl commissarissen eene vergoe ding van f6,voor élkevergadering ontvangen. De algemeene vergaderingbelast met de regeling van al wat tot de huishouding van den polder behoort en niet bepaaldelijk aan het dagëlijksch bestuur is opgedragen, maakt de keuren en politie-verordeningenregelt de geldelijke aangelegenheden stelt de begrootingenre keningen en verantwoordingen vast, regelt de diensten bij dreigend gevaar aan de inwoners van den polder op te leggenbepaalt jaarlijks het dijkgeschotbesluit oyer het aankoopen van onroerende eigendommen, het ruilen, vervreemdenbezwaren en verpachten van des polders eigendommen en het voeren van rechtsgedingen en roept het dagëlijksch bestuur ter verantwoording. Dit bestuur is belast met de uitvoering der besluiten van de algemeene vergaderingen met de uitvoering der door haar bevolen werken; het stelt de plans eu voorwaarden van aanbesteding van werken eu leverantiën vastdoet bij dringend en dreigend gevaar de noodige werken en leverantiën uitvoeren ai ware daartoe geene machtiging door de algemeene ver gadering verleenddoch behoudens kennisgeving aan die vergadering het zorgt voor de uitvoering en hand having van alle den polder aangaande wetten veror deningen en keurenkondigt die keuren afdoet schouwingen op watergangen en wegenkan met bekeurden in schikking tredenhoudt toezicht op het onderhoud van alle polderwerken en eigendommen neemt de boeken en kas van den ontvanger op en ziet toe op zijn beheerhet isin dringend gevaar uitge zonderd verplicht alle aanbestedingenverkoopingen verpachtingen of verhuringen in het openbaar te houden, het stelt de kohieren van het dijkgeschot vast, geeft aan de algemeene vergadering jaarlijks verslag omtrent den toestand van den polder en ten allen tijde de door haar gevraagde inlichtingen enz. Als bij dringend ge vaar de bijvoeging van het dagelijks bestuur onmogelijk is, is de voorzitter bevoegd en verplicht alle maatrege len te nemen en te doen uitvoeren waartoe dat bestuur bevoegd is. De door het bestuur ontworpen keuren wordenal vorens bij de algemeene vergadering ter tafel te komen gedurende 14 dagen voor de ingelanden ter inzage nedergelegd en verkrijgbaar gesteldterwijl ieder ingeland het recht heeft zijne bezwaren tegen de ontwerpen bij de algemeene vergadering in te dienen. De ontwerp- begroo tingen en rekeningen worden gedurende 14 dagen voor ingelanden ter visie nedergelegd en verkrijgbaar gesteld. Reclames tegen het dijkgeschot binnen drie maanden na de vaststelling van het kohier aan het dagëlijksch bestuur in te zenden en door hetzelvebe houdens beroep op Gedeputeerde Statenbinnen eene maand af te doen. Gedeputeerde Staten hebben toezicht op alles wat het polderbestuur aangaat, zijn bevoegd van het be stuur inlichtingen te vorderen en stukken eu bescheiden op te vorderen. De besluiten tot het maken van bui tengewone werken tot vaststelling van liet dijkgeschot en van andere lastentot het aangaan vau leeniugeu het koopenruilen vervreemden of bezwaren vau oi - roerend goed -het voeren van rechtsgedingen tn/. benevens de keuren en politie-verordeningen en over eenkomsten met andere polders over uitwatering enz. behoeven hunne goedkeuring. Zij beslissen alle ge schillen over de toepassing van het reglement en kunnen de besluiten der algemeene vergadering en die van het dagëlijksch bestuurdie strijden met het reglement of met andere wetten of verordeningen of met het algemeen belang van den waterstaat, 't zij ambtshalve, 't zij op verzoek van belanghebbenden schorsen of vernietigen Hunne uitspraken moeten met redenen omkleed zijn eu zijn onderworpen aan hooger beroep bij den Koning. Gedeputeerde Staten kunnenzoo het dagëlijksch bestuur geschorste of vernietigende besluiten ten uitvoer legt of nalaat de beslissingen of bevelen van Gede puteerde Staten of van den koning op te volgenhet ontslag der leden van dat bestuur aan den koning voordragen. Zij zijn bevoegd bij weigering of nalatig" heid der algemeene vergadering of van het dagëlijksch bestuur om het reglement of andere wetten en ver ordeningen op te volgeuhet geweigerde of verzuimde ten koste der weigerachtigen of nalatigen te doeu uitvoeren. Bij het in werking komen van het reglement verval - len de reglementen van administratie der polders van .28 December 181.1. en 11 Julij 1840 voor zooter "W alcheren De heer Luteijn Mazure, prov, veearts van Zee land heeft onlangs in een verslag omtrent den toe stand van het vee. in westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen een voorbeeld van meelvergiftiging medegedeeld dat wij belangrijk genoeg achten, ter kennis van de land bouwers en veehouders onder onze lezers te brengen. De heer Mazure werd geroepen in een veestalwaar de geheele kudde lag en stond als verstompt van zin nen met strakken bliktranende oogenvloeijing van slijm uit den neus en mond langzame ademhaling kieine polswankelenden gang 'en standmoeijelijk overeind komen of opstaan verlamde werking der pensmaag, die bij een enkele door lucht uitgezet, bij anderen zich als een ledigen zak liet aanvoelende huid hier warm daar weder koud maar klam de neusspiegel droogzeldzame «rineloozing en afgang van stinkende faeces. Bijna allen weigerden eten maar vooral meeldrinkenenkelen gebruikten eeue teug zuiver water.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1870 | | pagina 1