VI oensdag; 2 Hf aart.
WOENSDAG Eli ZATERDAG.
N°. 18
Binnenlanclsche ij di ngeu.
Buitenlandsclie Tijdingen.
ZIERIKZEESCHE CODKAN
PRIJS DER ADVERTEN TIÉN.
Gewone 5 cent de regel. Geboorte-Huwelijks- er, üood-
berigtenvan 18 regels iï 0,50.
V E R S C II IJ N T
A B O N N E M E N T S-P li IJ S.
Per drie maaudeu J,25 - Franco per post 3,50. Inzen
ding der Advertentiën daags tc voren, vóór 10 ure 'p reorg
Aankondiffm^en van openbare
besturen enz-
Nationale Militie. Bij publicatie van 25 Februari
brengen Burgemeester en Wethouders vau Zierikzee ter
kennisse van belanghebbenden
dat de loting der in liet vorige jaar voor de militie
ingeschrevenen zal plaats hebben te ZierikzeeVrijdag
4 Maart 's middags ten 12 ure, op het gemeentehuis;
dat gedurende vijf dageu te rekenen vau de.n dag
der loting tegen de wijze waarop zij geschied is bij
Gedeputeerde Staten bezwaren kunnen worden ingebracht
door de lotelingenhun vader of voogd
dat zulks geschied bij een onderteekend en ongeze
geld verzoekschrift(door de noodige bewijsstukken
gestaafd tegen bewijs van ontvang aan den burge
meester over te brengen
dat op Zaterdag 5 Maart van 10 tot 12 ure des
voormiddags zitting zal gehouden worden tot opmaking
der getuigschriften ter becoming van vrijstelling wegens
broederdienst of op grond van te zijn eenige wet
tige zoon
dat zijdie aanspraak op die vrijstellingen maken
op gemeldeu tijd iu het gemeentehuis verschijnen moe
ten met twee bij den Burgemeester bekende meerder
jarige ingezetenen en zij die wegens broederdienst
reclamerenmet de bewijzen van geboorte van hen en
hunne nog bekende broeders en het paspoortof
ander bewijs van ontslag of uittreksel uit het stam
boek of bewijs van werkelijken dienst van den broe
der of de broeders op wiens of wier dienst zij hunne
reclame gronden.
Geeu nieuw Postkantoor
Wij kunnen niet anders dan onze verbazing te kennen
geven over de wijze waarop iu den Raad liet voorstel
van Burgemeester en Wethouders behandeld is, om
alhier een goed postkantoor te verkrijgen.
Reeds sedert Juli waren Burgemeester en Wethouders
met de regering over het leveren van een postkantoor
in onderhandeling, maar men kon het niet eens worden
over huurprijsvoorwaardenenz.zoodat de regering
aan Burgemeester en Wethouders verzocht eens op te
gevenop welke voorwaarden de stad aan liet rijk een
postkantoor zoude willen verhuren. Een zeer schoon
aanbod
Burgemeester en Wethouders deden dan ook een
gemotiveerd voorstel aan den Raad 1°. om te verklaren,
dat men in beginsel genegen iswanneer zich daartoe
eene geschikte gelegenheid aanbiedtvoor gemeenterekening
een geschikt 'postkantoor met directeurswoning beschikbaar
te stellenwanneer het rijk een en ander op aannemelijke
voorwaarden mogt willen in huur nemen. 2°. op welke
voorwaarden men dit zoude willen doen.
Nu zoude men verwachten dat het eerste gedeelte
van het voorstel zonder discussie zoude aangenomen
zijn. Neenna langdurige discussiewerd
het aangenomen neenstaakten de stemmen 6
leden waren er vooren 6 er tegen en de beslissing
is dus aangehouden tot de volgende vergadering.
Welke bezwaren had men toch tegen het reeds zoo
uiterst behoedzaam gestelde voorstel vau Burgemeester
en Wethouders Wilde men dat de stad voor een nieuw
postkantoor zich geene opofferingen zou moeteu getroosten
Daar was geen kans voor. Er werd toch niet voorge
steld om zoo maar los weg een postkantoor te leveren,
maar 1°. als er eene geschikte gelegenheid zich voordoet
en 2°. als het rijk op aannemelijke voorwaarden zoude
willen huren en die voorwaarden zoude de Raad zelf
kunnen ontwerpen. Al was de stad zoo arm als denk
baar isdan zoude dit voorstel haar nog voordeelig
kunnen zijn. Doch de stad is zoo arm nieter staat
o. a. 5 ton op het grootboekwaarvan men zonder
schade eene som desnoods voor een geheel nieuw
postkantoor zoude kunnen afnemen. Wat onderscheid
toch, of de stad rente van hare bezittingen in den
vorm van effecten of van vaste goederen trekt In
waarheid geenen als het postkantoor eens goed in
orde is, zal het rijk het wel altijd blijven huren.
Schade voor de stad kan er dus bezwaarlijk uit voort
komen en kan men door ,de voorwaardendie men
steltvoorkomen. Maar waarom was men dan
toch zoo tegen dit voorstel? Uit beginsel? Het schijnt
zoo., ofschoon wij niet juist begrijpen, welk beginsel
hier geschonden zoude worden. Een goed postkantoor
zegt men is eene rijkszaakeen rijksbelanghet rijk
moet daarvoor zorgenen de gemeente behoeft .er zich
niet mede in te laten. Is dit wel in allen deele juist
Een goed postkantoor is eene rijkszaak. Dit is vol
komen waar en daarom moet het rijk zorgen dat er
een komt; hoenl. of het rijk er ecu huurt, koopt of
zelf laat bouwen, dit is onverschillig: als er maar
een door het rijk komt.
Het is een rijksbelang; ook dit is waar, doch niet
alleen, want het is tevens een gemeentebelang. Het
is voor de inwoners dezer gemeente niet minder dan
voor het rijk van belang dat er hier een goed postkan
toor komt. Nu is het tegenwoordige bijzonder slecht,
liet deugt al zeer weinig. Wie een brief, geld of wat
ook moet halen of brengen kan in een tochtigen
gang geduldig staan wachten niet zelden aan regen
en wind geexponeerd en als men zijne handteekeuiug
op een register moet stellen wordt men hetgeen altijd
eene beleefdheid is vau den heer Directeurdie men
wel op prijs mag stellenwant hij is er niet toe ver
plicht in het enge kantoor toegelaten. Dit nu zoude
kunnen ophouden er zoude eene afzonderlijke plaats
voor de wachters gemaakt kunnen worden, evenals op
het telegraafkantoor waardoor men het dubbele voor
deel zoude verkrijgendat de brieven op het kantoor
des te veiliger liggen en dat hij die zich aldaar ver
voegt, ten minste in eene afgeslotene plaats zooals
op alle goede postkantorenwachten kan.
Voor de inwoners is het van groot gewicht dat het
postkantoor op eene geschikte .plaats gelegen zij. Als
de eigenaar van het huis waar liet thans gevestigd is
de huur op zegt, waarheen dan? Welke zekerheid
heeft men dat het niet naar een zeer ongelegen
stand gebracht wordt?
Is het nu goed gehandeld om, waar de regering
bewust van haar plichten dat het rijk de kosten
moet dragenaan de stad verzoekt haar een huis i
daartoe in te richten en te verhuren tegen zoodanige
rente dat zij geene schade lijdt te antwoorden wij
laten ons daarmede niet in want het oprichten van
een postkantoor is de plicht van het rijk Dit juist
erkeut de regeringen omdat zij er toe verplicht is
vraagt zij de medewerking van de stadmen kan
dan zelf dc plaats kiezen en het geheel zoo geriefelijk
mqgelijk voor de bui-gerij inrichten. Gesteld de rege
ring vroeg dit aan een particulier, zoude men hem niet
hartelijk uitlachen als hij antwoordde„ik wil niet
verhuren want een goed postkantoor te leverenis uw
plicht, is rijksbelang?" Zoo hij om andere redenen
niet kan of niet wil is iets anders doch laat hij deze
niet als reden opgeven.
Wij begrijpen wel dat de stad voorzichtig moet zijn
om zich geene rijkszaken op den lials te laten schuiven
maar daarvoor is hier geen gevaar. De stad is in
dezen een privaat persoon, met wie de regering over
een postkantoor handelt, omdat zij (de stad) er direct bij
geïnteresseerd is, en omdat het der regering van be
lang is niet in elke plaats hoe klein ook zelf een
postkantoor te moeten onderhouden. Daarom huurt
zij in kleine plaatsen daartoe de gebouwen.
Wij hopen van harte, in het belang dezer gemeente
dat de Raad, als hij op nieuw over het oprichten en
verhuren van een postkantoor zal moeten beslissen
het daarop betrekkelijke voorstel zal aannemen.
Zondag dl. is er alhier - door .een der predikanten
in de vaormlddagrgodsdienstoefeping eene rede ge
houden over .de afschaffing der doodstrafDeze kwestie
behoort meer te huis in de Staten-Generaal of in dc
collegiekamerdan in de kerk. Wil men haar als een
onderwerp van moderne theologie evenwel op den kansel
brengen en de geloovige schare er iqede stichten, dan
zal het wel niet te veel in den leeraar geëischt zijn,
dat hij zich zelf er eerst eens van op de hoogte stelle
daar er anders groot gevaar isdat de valsche be
grippen die hij zelf omtrent strafrechts-theoriënden
werkkring van den staat het doel der straf enz. heeft
ook door het vólk gedeeld worden.
De vraag of de doodstraf al of niet behouden moet wor
den is eenedie niet gemakkelijk te beantwoorden valt
nu nog bestaat er onder de groote criminalisten van onzen
tijd hieromtrent verschil van q-evoelcnen herhaaldelijk
verrijzen er nog stemmen voor en tegen.
Wie haar in het publiek behandelen wil,-moet be
wijzen dat hij van dezen strijd kennis genomsn heeft
wie er een oordeel over wil uitsprekeniets dat zelfs
vele rechtsgeleerden zich nietaanmatigen moet haar
grondig bestudeerd hebbenanders verklaren wij hem
daartoe onbevoegd.
Misschien stellen wij aan de wetenschap tc groote
eischenhet is mogelijk maar dan betreuren wij het
dat tegenwoordig voor wetenschap doorgaatwat niets
anders is dan verregaande oppervlakkigheid.
Onze stadgenootcn moeten zich overigens niet ver
wonderen wanneer zij spoedig eene predikatie over
het wetsontwerp tot herziening van eeuige artikelen vau
het wetboek van burgerlijke rechtsvordering zullen moeteu
slikken.
Zierikzee 2S Febr. Het heeft H. K. II. Prinses
Fredeiik der Nederlanden behaagd aan de Dorcas alhier
een fraai bewerkt canapékussen ten geschenke te geven,
als prijs voor de aanstaande verloting.
Zierikzee 1 Maart. Het wetsontwerp tot afschaf
fing van de doodstraf is Zaterdag iu de afdeelingen
der Tweede Earner onderzocht.
De memorie van beantwoording van het verslag om
trent bet wetsontwerp regelende de suikerkuituur is bij
die Kamer ingekomen.
Door de daartoe benoemde commissie uit de 'Tweede
Kamer is aan Z. M. de naamlijst vau de candidaten
voor het lidmaatschap der rekenkamer aangeboden. Z.
M. heeft geantwoord zich spoedig met de benoeming
te zullen bezig houden.
De heer W. K. J. Sciioor leeraar aan de hoogere
burgerschool alhier is begonnen populaire voorlezingen
over chemie te houden. Door liet dagelijksch bestuur
is hem daarvoor toegestaan het locaal dier school be
stemd voor de lessen iu de chemie.
Naar wij vernemen zal de Middelburgsche boot
aanst. Arijdag morgen ten half zes ure, van Middelburg
afvaren en trachten zoo ver mogelijk te komen.
FRANKRIJK,
De in terpellatiën in de vorige week aan het ministerie
O 11 i v i e r gedaan hebben een schitterend resultaat
voor de regering opgeleverd. Er is eene motie van
vertrouwen in het ministerie aangenomen met slechts
56 stemmen tegen, natuurlijk vooral van de onverzoen-
lijken. Zelfs Jules Favre heeft voor de motie gestemd.
Het wetgevend lichaam zal niet ontbonden worden
zoolaug het het ministerie steunt.
Wil de meerderheid de regering niet volgen dan
zullen de ministers aan den souverein voorstellen om
of hen te ontslaan, óf het wetgevend lichaam te ontbinden.
Voor een maand of zes verhaalde een dagblad
te Bordeaux een van die liefdes-avonturendie een
enkele keer van het gebied der verbeelding- op dat der
werkelijkheid tTeden.
Zij waren jong beminden elkanderen de onbuig
zame ouders verzetten zich tegen hunne vereeniging.
Smeekingentranenbedreigingen bleven zonder
gevolg. De ouders hielden zich goeden weuschten
elkander met hunne standvastigheid geluktot eenige
wandelaars te Quevries aan den oever der Garonne
de kleederen der minnenden vonden. In den hoed van
den jongeling was een brief, die het noodlottig besluit
om te sterven behelsdeaan hunne familiën de treurige
noodzakelijkheid vergevendewaarin zij hen gebracht
hadden.
De ouders lieten de rivier onderzoeken. "Verloren
moeitemen vond de lijken niet terug.
En waar waren gedurende dien tijd Romeo en Julia
Ziehier het verhaal van hun zwerftocht.
De beide vluchtelingen, begaven zich om hunne
achtervolgers het spoor bijster te maken naar Parijs
de wereldstad, waar men zich liet gemakkelijkste ver
bergt van daar bereikten zij België en Duitscklund en
kwamen over de Zwitsersche grenzen in Frankrijk terug,
ouder geleende uaam reizende even als de versten.
Helaashet was niet alles rozengeur en maneschijn
op hun ruwen tocht. Het geld dat zij medegenomen
hadden was spoedig op en in hun pijnlijk bestaan
moest toch voorzien worden men kan van de liefde
alleen niet leven. Dc jongman speelde een weinig viool
en zijne vrouw had eene vrij heldere stem. Zij werden
dus artisten eu gaven in de kleine steden concerten.
Iu een hoofdstad van het kanton Provence ontmoette
een handelsreiziger uit Bordeauxbevriend met de
familie van den jongen man de twee geliefden. Hij
zond een telegram aan zijne familiedie in dc om
streken van Bordeaux verblijf hield. Plechtig werd
vergiffenis beloofd mits zij hunne vereeniging door een
priester lief.eu bezegelen. Zij deden diten begaven
zich dadelijk naar hunne familiën te Bordeauxdie
zeer verheugd waren hen niet als drenkelingen maar
als echtelieden terug te zien.
Middelburp;sohe Brieven-
Mijnheer de Redacteur
Bij volkomen gebrek aan locaal nieuws schrijf ik U
over een punt van algemeen belang, dat de aandacht-
verdient.
De minister van fiuantiën heeft eene wijziging der
postwet voorgedragen en daarin als beginsel gehuldigd
het uniform-port van 5 centen voor eiken gefrunkeerden
briefmits deze het gewigt van 15 grammen niet- te
boven gaat.
Zonder in de vraag te treden of onze finantiëlc toe
stand eene althans in de eerste jaren daardoor onver
mijdelijke vermindering van 's rijks inkomsten toelaat
eene vraagwelke bij de Eerste Kamer vooral wegen,
zal, te oordeelen naar haar vroeger gevoelen over die
zaakwenscli ik op enkele uit die voordragt voort
spruitende bezwaren te wijzen.
Art. 3 bepaalt„Ongefrankccrde briovcn of pakketten
worden met het dubbel portin art. 1 en 2 bepaald
belast."
Hierdoor wordt een niet gering bezwaar opgelegd
aan degenen die krachtens de tegenwoordige wet
brieven met 5 centen bezwaard ontvangen. Hun toe
stand verergert niet weinig. Zoo toch de brief niet
gefrankeerd is moet niet dé afzender die het nalaat
maar de geadresseerde die lijdelijk iseen dubbel
port betalen. Is dat billijk en regtvaardig Zal het
niet tengevolge hebbendat vele brieven geweigerd
worden? Zal liet dus niet van invloed zijn op de op
brengst
Deze portverhooging bedraagt 100% en het getal
der aldus verzondene brieven bedraagtvolgens de
memorie van toelichting 8,600,000.
Ik heb ook bedenking tegen art. 6.
Dat artkel houdt in. „De brieven en pakketten
die door middel van postzegels ontoereikend zijn ge
frankeerd worden met het voor ougefrankeerde brieven
verschuldigde port belast na aftrek van de waarde der
gebezigde postzegels."
Verzendt men dus een brief of pakket van 16 gram
men gewigt cn frankeert men die met 5 centen
dan moet dc geadresseerde 15 centen daarenboven be
talen. Art. 2 toch vordert 10 cent voor zoodanigen
briefart. 3 belast den ongefrankeerden briefwaar
mede die van art. 6 gelijk gesteld wordtmet dubbel
port dus voor een brief van dat gewigt 20 centen
na aftrek van den ontocreikendeu postzegel van 5 ct.
blijft er nog 15 centen verschuldigd door wien
Alweder door den geadresseerde die geene nalatig
heid pleegde en die den brief zal moeten weigeren of
een zwaar port moeten betalen.
Het art. 9 houdt voorts eeue overigens ook vroeger
bestaande bepaling in welke mij voor de schatkist be
zwarend voorkomt.
Zoo de gewone aangeteekendc brieven (d. i. degene,
waarbij geene geldswaarde is aangegeven) op de post
verloren gaan of in het ongereede geraken wordt aan
de afzenders eene schadeloosstelling van f 25 zonder
meer vergoed. De aanvraag daartoe moet binnen bet
jaar ingediend zijn.
Indien men dus f 1 per gewonen aaugeteekeiid'en
brief verzendt en bij raakt op de post verloren of in
ongereedekrijgt men f 25 terug. Dit is eene ten
nadeele der schatkist zeer vrijgevige bepaling. Dc
afzender heeft o. i. daarop geen regt.
Voor 't overige stem ik geheel in met de elders
o-emaakte bezwaren tegen dc portberekening der cou
ranten bij het gewigt.
Volgens de bepaling van art. 17 zullen alle cou
ranten die minder dau 40 grammen wegen één ct.
port moeten betalen voor elk gedeelte van 20 gram
men of gedeelte daarvan meerzal weder één cent
verschuldigd zijn.
Deze bepaling is een niet te miskennen bezwaar voor
de groote bladeD en ik verwachtdat zij hoezeer
meest allen ingenomen met den heer van Bosse als
minister van finantiëndie ten hunnen behoeve het
zegel afschafte, dezen zullen kunnen overtuigen van
den terugweg waarop hij zich bevindt.
Hetzelfde art. 17 laat ook toe meerdere nommers
bij elkander gevoegd, onder één en omslag te verzenden.
De berekening van liet port geschiedt dan per nomner
of exemplaarvolgens het gewigt van 40 grammen